in de Bijbel
vierde jaargang No. 23 Uitgave van de Gereformeerde Kerken in Zeeland vrijdag 3 dec. 1948
JOCHEBED.
u hoort soms zeggen het geloof rekent niet, maar
dat is een vergissing. Het geloof rekent wél en het
rekent secuur! Toen Jozef stierf, profeteerde hij:
oorlof mijn arme IchapiHGod zal u gewisselijk be
zoeken.
ZEEUWSE KERKBODE
Hoofdredacteur: Ds H. Veldkamp, Langevielesingel 68, Middelburg, Telefoon 2047
Abonnementsprijs 2,50 per Redacteuren Ds P. de Bruyn, Ds D, J. Couvée, Ds S. Greving, Drs C. Stam. Berichten en opga-'en Predik-
halfjaar (bij vooruitbetaling) beurten, tot Dinsdagsmorgens
Afzonderlijke nummers 10 cent te zenden aan de drukkers
Advertentiën 20 cent per regel Drukkers Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 Littooij Olthoff, Middelburg
In Hebr. 11 staat, dat Mozes door het geloof van
zijn ouders verborgen en gered is, omdat zij zagen,
dat het kind schoon was.
Slaat u nu het geschiedverhaal in Exodus 2 op,
dan merkt u, dat van de ouders als zodanig geen
sprake is, maar enkel en alleen van de moeder. Vader
Amram wordt zeifs niet met name genoemd. Voor
de auteur bestaat hij nauwelijks. Hij is hoogstens
moeder Jochebed haar man, maar voor de rest ver
dwijnt hij op de achtergrond. De enige die in heel dit
mooie geval van het onderduiken van Mozes en de
list met het „biezen kistje" bezig is, is de moeder.
Behalve dan straks ook nog als nevenfiguur het zusje:
Mirjam.
Er is natuurlijk tussen Hebr. 11 en Exodus 2 geen
tegenstrijdigheid.
We nemen er via de schrijver van de Hebreënbrief
dankbaar nota van, dat Mozes' ouders beide gelovige
mensen waren, en dat er in dat ouderlijk huis niet
was die ellendige disharmonie, zoals helaas in zovele
huizen, dat er twee met elkaar getrouwd waren, waar
van de ene aangenoiiien en de andere verworpen was.
Ze zijn ook beide gelovig werkzaam geweest met
hun kind, maar zoals het dikwijls gaat, is vader blijk
baar de stille figuur geweest, en berustte het initiatief
geheel in handen van Jochebed. Van haar ging alles
uit. Zij heeft het plan bedacht en zij voerde het uit.
Zelfs aan het maken van dat kistje komt Amram niet
eens te pas hij speelt een volkomen passieve rol, en
is het met alles niettemin volkomen eens. Maar moeder
doet het intussen en wat ze gedaan 'heeft door het ge
loof is van onberekenbare waarde geweest voor haar
kind. Daarom bekleedt in de rij van „moeders in de
Bijbel" Jochebed een ereplaats.
Toen zij zag, dat haar kind schoon was, vertelt
Exodus, verborg zij hem drie maanden.
Er zullen wel niet veel moeders zijn, die haar kindje
niet mooi vinden.
Is u wel ooit in een huis geweest waar een baby
geboren was, en moeder zeimijn kindje is lelijk
Moederliefde is een schilderes, die zelfs haar ver
minkt-geboren kind als het allermooiste van de wereld
voorstelt.
In zoverre is ér in deze Bijbelse mededeling niets
ongewoons, maar is alles zo heel „natuurlijk".
En toch was er met het kind Mozes iets bijzonders
aan de hand.
Het was geen gewone, maar een aparte schoonheid.
Een schoonheid met een accent. Stefanus zegt in zijn
rede voor het sanhedrin dat Mozes „goddelijk" schoon
was, d.i. schoon voor God, of schoon naar Gods
maatstaf. Wij zullen uit een èn ander wel mogen op
maken, dat Jochebed reeds bij de geboorte van dit
haar derde kind geweten heeftdit kind is iets bij
zonders. Zij heeft met moederlijk intuïtief geloof ge
voeld God heeft iets met dit kind voor.
Heeft zij, evenals Eva gedacht dat dit kindDe
Beloofde was Ze zal het in elk geval gehoopt heb
ben. Maar een toekomstige redder van haar volk in
die tijd van barre nood en schrikkelijke verdrukking
heeft zij stellig in hem gezien.
Was het zien van dit mooie kind voor de moeder
hét bewijs voor de toekomstige redding van het volk
door zijn hand
Stellig niet.
Want de Schrift zegt duidelijk, dat Jochebed han
delde door het geloof, en het geloof is juist het bewijs
der dingen die men niet ziet.
De grond van het geloof is de belofte.
Als u vraagt, hoe Mozes' ouders er toch toe kwa
men, plots deze dromen van bevrijding te gaan dro
men, dan is het antwoordzij hadden een belofte
Het geloof steunt niet op voorbijgaande schoonheid,
maar rekent met het blijvende Woord des Heren.
Rekent
Dat was één belofte.
Maar reeds veel vroeger had God tot Abraham ge
zegd en het was van vader op zoon, van moeder
op dochter verder verteld dat Israël wel verdrukt
zou worden in een vreemd laqd, maar dat de bevrijding
zou komen na 400 jaar (Gen. 15:13).
Met deze belofte heeft Jochebed gerekend.
Zij heeft de jaren, misschien de dagen geteld.
Als Gods beloften uitkwamen en Zijn beloften
kómen uit dan moest het nu, omtrent deze tijd ge
beuren. En zoals God óns geloof te hulp komt met het
zichtbare teken van het sacrament, zo heeft God het
geloof van Jochebed gesteund door de opvallende
schoonheid van haar kind. Zo is Jochebed aan het
combineren gegaan.
God had gesproken dat was een belofte.
God gaf een kind, waar iets bijzonders aan was,
een „veelbelovend kind" dat was alweer een be
lofte.
En toen heeft Jochebed het, God vastgrijpend aan
Zijn beloften, geweten dit kind zal niet zoals al die
andere kindertjes verdrinken in de Nijl Dit kind
mag en zal niet sterven. Door het geloof heeft zij
Mozes toen verborgen.
Het geloof heeft dus een scherp oor voor Gods
belofte. Het heeft ook een helder oog voor „godde
lijke" schoonheid. Het heeft niet minder een werkzame
hand.
Het geloof mediteert niet slechts, maar handelt ook.
Het doet wonderbaarlijke daden, want terwijl haar
moederlijke trots dit bijzondere kind aan iedereen had
willen tonen, moet haar geloof het nu voor iedereen
gaan verbergen.
Dat was nodig.
Hét monsterachtig bevel was gegeven, dat alle pas
geboren jongetjes der Israëlieten in de Nijl moesten
geworpen. De vorst der duisternis wilde zodoende het
heilige zaad uitroeien, en de geboorte van de „Redder
der wereld" verhinderen. Overal slopen de Egyptische
S.D.-agenten rond, om hun prooi te zoeken. Alle
schuilplaatsen van onderduikers werden doorzocht.
Dag en nacht sloop het gevaar rond de huizen. Ont
zaglijk breed opende de Nijl haar verslindende mond.
Jochebed zag die gevaren. NatuurlijkEvënmin als
de liefde blind is, is het geloof blind. Het is de meest
onbegrijpelijke zaak ter wereld, dat ouders de gevaren
niet zien, die hun kinderen bedreigen. Ze soms on-
gewaarschuwd laten verdrinken in de Nijl dezer we
reld.
Niet alzo Jochebed.
Zij zag het gevaar, en namjihaar maatregelen.
Toen Mozes drie maanden oud geworden was, en
het „verbergen" al te gevaarlijk kon worden, nam
haar geloof z'n toevlucht tot een list.
De geschiedenis van het „biezen kistje" is bekend.
Het was een soort arkje (hetzelfde woord wordt
gebruikt voor de ark van Noach gemaakt van het
in de Nijl groeiende papyrusriet, en waterdicht ge
maakt blijkbaar in navolging van wat Noach
deed met teer en pek.
Of Jochebed bewust de ark van Noach heeft nage
bootst met dit miniatuurscheepje, gelovende dat bok
deze kleine arkbewoner zou behouden worden in dit
„scheepje onder Jezus' hoede", weet ik niet.
Het is best mogelijk.
Er is ook een andere opvatting, die eveneens aan
nabootsing denkt, maar dan van heel iets anders.
Men weet, dat de Nijl voor de Egyptenaren een
heilige rivier was. Soms voeren scheepjes over de Nijl
om kistjes met afgodsbeelden te vervoeren van de
ene stad naar de andere. Een soort processie dus. En
nu zou Jochebed zo'n kistje nagemaakt hebben. De
Egyptische prinses, in de mening met zo'n „heilig
kistje" te doen te hebben (wellicht van een processie
schip afgevallen) waarin een „godenzoon" (niet maar
een beeld, maar een echte) verborgen lag, heeft toen
dat „goddelijk" schone godenkind in diepe eerbied
aanschouwd, en mee naar huis willen nemen.
Jochebed moet in dit geval dan gespeculeerd heb
ben op de heidense instincten der Egyptische prinses.
Onmogelijk is het niet.
Het geloof kan ook listig zijn, en niet altijd zijn de
kinderen der wereld listiger en verstandiger dan de
kinderen des lichts
Het resultaat van Jochebeds geloof is verbluffend.
Het overtreft de stoutste verwachtingen.
Wie had nu ooit kunqen denken, dat Mozes die
voor de toorn van de Farao verborgen moest worden,
liefderijk in het paleis van Farao als een kind zou
worden opgenomen.
En dat niet alleen.
Daar „in het hol van de leeuw" wordt hij opgevoed
in alle wijsheid der Egyptenaren, wat hem straks als
verlosser en leider van zijn volk te pas komt.
Dr Wielenga merkt ergens op „de vijanden van
de Hebreën voeden het schone jonkske op, de beulen
van Gods volk rusten hem toe met de wapenen dei-
kennis, waarmee hij strak» hun de prooi ontrukken
zal".
In Psalm 84 staatals zij gaan door het dal der
moerbeziënbomen, stellen zij het (nietHem) tot een
fontein. Het geloof maakt van een dorre wildernis een
springende fontein, en zo maakte Jochebeds geloof
van het Nijlgraf een fontein van levend water en het
(dood) kistje van haar kind werd een trap die voerde
naar het paleis.
Nee, Jochebed had dat niet allemaal zo berekend.
Ze had het zelfs zo niet kunnen denken.
Ze zal ook haar angstige ogenblikken gehad heb
ben, en gezegd in haar gebed o God, ik ben zo bang,
wat zal er van terecht komen.
Als wij dan gaan prutsen komt er niets van terecht.
- Maar als God gaat werken, gebeurt het ongedachte.
Wij hadden dat nooit zo in elkaar kunnen zetten.
Wie maar de goede God laat zorgen
En op Hem bouwt in 't heetst gevaar,
Is bij Hem veilig en geborgen,
Die redt Hij god'lijk, wonderbaar.
Er is nog een ander resultaat van Jochebeds ge
loof, en dat is zo mogelijk nog schoner.
In de brief aan de Hebreën volgt terstond op de
mededeling van het geloof der ouders dit„door het
geloof heeft Mozes, nu groot geworden zijnde, ge
weigerd een zoon van Farao's dochter genoemd te
worden, verkiezende liever met het volk van God
kwalijk gehandeld te worden, dan voor een tijd de
genieting der zonde te hebben".
Dat is er nu van dit kind Mozes geworden.
Het komt mij voor, dat de Schrift door deze plotse
linge overgang van moeder op zoon wil zeggen dat
Mozes zo geworden is, heeft hij niet voor een gering
deel te danken aan het feit, dat hij zo'n gelovige moe
der had.
Welgelukzalig is de man, die als kind door het
geloof zijner ouders „verborgen" is.
Ik begon met de opmerking, dat alle moeders haar
kindje wel mooi zullen vinden.
Toch ziet de gelovige moeder in haar kind nog een
bijzondere schoonheid. Zij heeft in het Doopsformulier
met grote verwondering gelezen, dat haar kind „als
(in z'n qualiteit van) erfgenaam van het Rijk Gods
en van Zijn verbond gedoopt mag worden. Zij heeft
met datzelfde formulier gedanktdat Gij onze kinderen
tot Uw kinderen aangenomen hebt, en ons dit met de
heilige Doop bezegelt en bekrachtigt.
Als wij deze formuliergebeden maar niet gedachte
loos zeggen, als de woorden er van enige zin hebben,
dan betekenen ze niet minder, dan dat onze kinderen
geen gewone, maar zeer bijzondere kinderen zijn.
Schoon voor God.
God heeft er iets mee voor.
Erfgenamen van het Rijk Gods.
Koningskinderen.
En nu weet ik wel, dat ook nü de gevaren rond
sluipen, en dat de mogelijkheid bestaat, dat uw kind®
meegesleept wordt door de Nijlstroom dezer wereld.
Uw kind kan een afvallig bondskind worden.
Maar daar moogt u niet van uitgaan.
U hebt als Jochebed de belofte voor uw kind.
En u hebt als Jochebed het zichtbare teken.
Eigenlijk allemaal nog veel duidelijker dan Jochebed,
die nog maar in de schaduwen leefde.
En moeder, bedenkt u wel, uw kind kan wegge
sleept worden mee door uw schuld. En door uw on
geloof.
Wat u te doen staat, is niet in angstige onzekerheid
verkeren over uw kinderen wat zal er van worden
Maar wat u te doen hebt is uw geloof in actie te
zetten.
Dat wü zeggen, in de eerste plaats uw kind ver
bergen
Doet u dat
Uw kind is een schoonheid, een bijzonder kind, een
juweel, een „parel aan de kroon van het Lam".
Nu, uw kostbaarheden bergt u toch ook zorgvuldig
weg
En hoe slordig gaat u dikwijls om met uw kind.
En hoe weinig acht slaat u op z'n eeuwig heil.
U is druk in de weer, dat het behoorlijk in de kleren