in de Bijbel
Uitgave van de Gereformeerde Kerken in Zeeland
SARA
Waar zijn onze doden?
Waarom wij er zijn
ZEEUWSE KERKBODE
VIERDE JAARGANG No. 20
Abonnementsprijs2,50 per
halfjaar (bij vooruitbetaling)
Afzonderlijke nummers 10 cent
Advertentiën 20 cent per regel
HoofdredacteurDs H. Veldkamp, Langevielesingel 68, Middelburg, Telefoon 2047
Redacteuren: Ds P. de Bruyn, Ds D. J. Couvée, Ds S. Greving, Drs C. Stam.
DrukkersLittooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280
VRIJDAG 12 NOV. 1948
Berichten en opgaven Predik
beurten, tot Dinsdagsmorgens
te zenden aan de druljjcers
Littooij Olthoff, Middelburg
Sara is wel haast de meest moederlijke vrouw in de
^Schrift.
Heel haar leven is één lange worsteling om het
moederschap.
Niet slechts om de weelde van het moeder-zijn te
genieten, want de Bijbel verbindt haar moederschap
met het geloof„door het geloof heeft ook Sara zelf
kracht ontvangen om zaad te geven", wat natuurlijk
zeggen wil, dat zij o zo gaarne haar schoot en haar
krachten mee dienstbaar wilde stellen aan de vervul
ling der Messiasbelofte, en in haar kinderen mee wilde
bouwen aan het Koninkrijk Gods.
Zo is Sara niet alleen moeder, maar vooral gelovige
moeder.
Dit geloof kwam vooral daarin uit, dat zij klaar
heeft ingezien, dat haar Izak, de zoon der belofte,
het kind des' Verbonds, beschermd moest worden tegen
onheilige invloeden.
En daarvoor heeft zij krasse maatregelen genomen.
Dat ging niet zo maar wat slapjes toe.
Sara is er de vrouw niet naar, om maar te geven
en te nemen, en „om de lieve vrede" het zo nauw
niet te nemen. t
Zij handelt radicaal.
U kent de geschiedenis.
Twee jongens groeiden er op in haar huis Ismaël
en I'zak.
Al spoedig bleek, dat die Ismaël een spotter was,
en dat de vreze des Heren niet in hem woonde. Dat
kwam in 't bijzonder uit op.het godsdienstig feest dat
gevierd werd toen Izak, ongeveer twee jaar oud, ge
speend werd. Ismaël was toen zo'n opgeschoten jongen.
En hij lachte om al die drukte en al dat^vrome gedoe,
zoals hij dat noemde. Hij toonde zich zó afkering en
balorig, dat Sara 't er benauwd onder kreeg. Ze dacht:
o, hoe moet dat worden als Izak straks wat ouder
wordt, en die twee broers samen moeten verkeren.
Sara wist ook opperbest, dat het kwadg er zo gemak
kelijk ingaat, vooral bij een kind.
Vanaf dat moment is haar besluit genomen.
Ismaël moet weg.
En Hagar, wier opstandige geest hij blijkbaar inge
dronken heeft.
Abram voelde daar niets voor, toen Sara er met
hem over sprak. Maar de Here heeft hem duidelijk
gemaakt, dat ^ijn vrouw hierin een fijnere intuïtie had,
dan hijde vader der gelovigen.
En zo zijn Ismaël en Hagar vertrokken.
Het is het zoveelste isolement in Abram's leven
eerst van z'n land en maagdschap, dan van Ismaël
zijn kind toch van Lot, z'n neef en later nóg
eens van z'n eigen kind IzakAbram moet ook
leren dat alleen in het isolement ligt zijn kracht.
Men moet nu heus niet denken, dat het bij moeder
Sara enkel licht en geen schaduw is.
Er school in dat wegzenden van Hagar en Ismaël
ook heel wat vrouwelijke jaloezie. Zij kon die Hagar,
sinds ze als bijvrouw van Abram moeder geworden
was, maar moeilijk meer verdragen.
Vlees en geest, ongeloof en geloof waren in één
hart wonderlijk dooreengemengd.
Trouwens, heel de aanwezigheid van Ismaël was
mee aan Sara te wijten.
Naast haar zorg over het geestelijk welzijn van
Izak, die mét Ismaël in één tent moest opgroeien, moet
ook wel in haar hart geweest zijn de wroeging
mea culpa, Here, het is mede mijn schuld. Hoe vaak is
dat niet zo bij moeders, dat ze later haar eigen zonden
levensgroot terug vinden
Hoe was dat gegaan
Toen Sara oud werd, en debelofte van de zoon
maar steeds onvervuld bleef, toen is Sara ongeduldig
geworden.
Ze ging de Here vooruitloopen.
Dat doet het ongeloof altijd. Het kan nooit wachten.
Als een mens niet meer voluit geloven kan, gaat hij
rekenen.
Zo gingen Sara en Abram samen rekenen zó oud
alDat kan nooit meer, dat wij samen nog kinderen
krijgen. Trouwens, zo praatten zij zichzelf voor, de
Here had wel gezegd dat ze een zoon zouden krijgen,
maar niet, dat dit kind een kind van Sara zou wezen.
Abram moest er maar een vrouw bijnemen. Dat was
in die tijd lang niet zo ongewoon en zo erg als nu.
En een kind van een slavin gold bovendien ate kind
van de wettige vrouw.. Dat waren zo de zeden en
gebruiken in dat land. Niemand zag daar iets ver
keerds in.
Maar 't was daarom wel verkeerd.
En toen in die verbondskring de -trein eenmaal op
verkeerd spoor gezet was, volgde er vanzelfsprekend
het ene ongeluk op het andere, en de narigheden wa
ren niet van de lucht.
Er kwam,hoe kan het anders wrijving tussen
de twee vrouwen. Hagar, moeder geworden, verhief
zich tegenover haar meesteres, en stapte als een pauw
zo trots over het patriarchale erf, en Sara, de mees
teres de'ed van haar kant niet anders dan de slavin
goed te laten voelen, dat ze toch maar slavin was.
Zo werd dat dus een sarren van weerskanten.
Totdat Hagar op 'n goeie dag wegliep.
Men zou zo zeggen, mooier kan het al niet want
nu is meteen alles opgelost. Twee „wereldse" mensen
uit de heilige verbondskring, en de ruzies voorbij.
We staan eigenlijk even verbaasd, dat een „engel
des Heren" Hagar in de weg treedt en haar weer terug
stuurt naar Abram's tent, waar ze even later toch
weer vandaan gezonden wordt, nog wel onder de goed
keuring des Heren.
Maar in onze verbazing vergeten we de lankmoe
digheid Gods.
Ismaël was tenslotte ook een „zoon van Abram",
een bondeling, en zulke mensen laat God niet zo ge
makkelijk los.
De Here wil Ismaël in de heilige kring des verbonds
houden, en vasthouden.
Wie weet
Maar als dan blijkt, dat zich in Ismaël dezelfde geest
openbaart als in zijn moeder Hagar, en deze jongen
een spotterwordt dan is de tijd gekomen, dat God
Zelf scheiding maakt, en Ismaël wegzendt uit de tent
der vromen.
Ook dan, na die wegzending, verschijnt een engel
aan Hagar en Ismaël, maar merkwaardig genoeg heet
dan die engel niet zoals de eerste maal (op Hagar's
vlucht) een engel des Heren, maarengel Gods.
Men proeft het verschil.
De engel des Heren is de bode van de God des
Verbonds.
Dan wil de Here Ismaël nog binnen de kring van
het verbond houden.
Maar de -tweede maal wordt de engel niet meer
geheten naar de God des Verbonds, maar is het al
leen maar de engel Gods God de Almachtige
De band is nu doorgesneden.
Omdat Ismapj de band hèeft losgemaakt.
Ik kom op Sara terug.
Zij heeft met vróme intuïtie^ gevoeld, dat Izak en
Ismaël niet samen mochten opgroeien, en verstaan
dat kerk en wereld niet in één huis kunnen wonen.
Zij heeft als moeder haar vleugels beschermend uit
gestrekt over de zoon der belofte, en hem beschermd
tegen alles wat onheilig is, en met de dienst des Heren
spot.
Zij heeft Izak al heel vroeg de psalm geleerd
Welgelukzalig is de man,
Die niet wandelt in de weg der goddelozen
Noch staat op de weg der zondaren
Noch zit in het gestoelte der spotters.
En wij zouden met een variant op Petrus alle cnris-
tenmoedets willen opwekken, daarin deze „heilige
vrouw" na te volgen, om haar kinderen te beschermen.
Is dit zo
Zien zij er nauwkeurig op. toe, met welkë vrienden
of vriendinnen haar jongens en meisjes omgaan, en
welke lectuur zij lezen.
Zijn zij er' zich van bewust, hoe ontzettend vatbaar
het jonge hart is voor indrukken, enniet het minst
voor het onheilige
Ach, het kan best gebeuren, dat wij angstvallig
trachten onze kinderen r,onbesmet te bewaren voor de
wereld"ze mogen dit niet en ze mogen dat niet
mijn kinderen gaan niet naar de bioscoop
Maar dat intussen de wereld levensgroot is in ons
huis
Zoekt u de wereld niet alleen buiten.
Ze kan ook binnen zijn.
Verwacht u bij uw kinderen geen vruchten voor de
hemel, als in uw dagelijkse gesprekken, in uw doen
en laten alles op de aarde gericht is, en als er alleen
over de kerk gesproken wordt als er wat te critiseren
valt 1 H. V.
Er worden in Middelburg en wellicht ook op andere
plaatsenlezingen georganiseerd over bovenstaande
vraag.
Een onderwerp, dat ten alle tijde veel nieuwsgierig
heid en vooral veel ongezonde nieuwsgierigheid heeft
gewekt.
Als attractie wordt hier nog aan toegevoegd, dat
alle bezoekers gratis kunnen worden ingeschreven op
de schriftelijke Bijbelcursus De stem der profetie.
Dit klinkt heel aanlokkelijk.
Bijbelcursus
De stem der profetie
Ik hoop en verwacht dat niemandhipr intrapt.
Het is de stem der valse profetie.
De geest, die hier aan het woord komt is een mis-
leidende geest.
Wat daar te berde gebracht zal worden over hemel,
hel, graf en opstanding berust niet op Bijbelse gege
vens, maar op Schriftverdraaiïng en fantasie.
Men Zij dus gewaarschuwd.
De verwarring, met name de geestelijke verwarring,
is al groot genoeg", dan dat men zich ook in deze
strikken zou laten verwarren.
Hier horen onze mensen beslist niet thuis.
De stem der profetie laten zij ongelezen.
De stem der ware profetie klinkt in Schrift en be
lijdenis duidelijk genoeg.
En wie nog vragen of moeilijkheden mocht hebben,
vrage het z'n eigen dominé.
Als de blinde een blinde leidt, vallen ze 'samen in
de gracht. H. V.
Waarom bestaat er eigenlijk een kerk in Middelburg
en in Serooskerke en in Goes en Heinkenszand, en
waar u verder maar wilt
Denken wij daar wel eens over na
Eerlijk gezegd niet
Want als we er goed over nadachten, zou de we
reld, ook ons kleine wereldje, waarin wij ons bewegen,
er heel anders uitzien.
De gewone, traditionele voorstelling is deze, dat
de kerk er is om ons. Wij verwachten wat van de
kerk. Zoals we onze betrekking hebben of onze zaak
■voor het dagelijks leven, zo zijn we lid van de kerk
om het geestelijk voedsel. Daar gaan we 's Zondags
voor naar de kerk, en daar krijgen we huisbezoek voor.
Wat heb ik aan de kerk, is de vraag die de meesten
zich stellen, en heb ik aan de kerk niets of niet vol
doende, wel dan ga ik zo eens de prediking beluisteren
in een andere kerk.
In deze voorstelling van zaken is de kerk zoiets
als 'èen vereniging tot instandhouding en bevordering
van onze geestelijke belangen.
Ik hoop, dat iedèr gevoelt, hoe fout dat is.
Er zit natuurlijk wel een' waarheidselement in.
Het is zo ontzaglijk wijs geweest van Christus, dat
Hij een kerk op aarde achtergelaten heeft, en dat Hij
gewild heeft dat overal in de wereld in de kerk amb
telijk het woord werd bediend.
Dat hebben wij Zondag op Zondag zo nódig
Gelukkig, dat er altijd weer een Zondag komt.
Ik ben de preek van de vorige week allang weer
vergeten, maar dat hindert niet. Ik weet ook niet pre
cies meer wat ik de vorige week gegeten heb, maar
't heeft me in elk geval gesterkt.
En nu is 't wéér Zondag, en krijg ik weer voedsel
Dat is ontzaglijk mooi. En ontzaggelijk verantwoor
delijk voor de dominees, die dan elke Zondag weer
een hongerige schare voor zich ziet.
Al die zielen moet hij waf geven.
Het is om er angstig onder te worden
Daar komt nog bij, en dat is het tweede mooie
element in de kerkgemeenschap, dat wij oefenen de
gemeenschap der heiligen.
Het beeld is misschien wat gewoon, maar nièttemin
duidelijk U hebt nu uw haard pf kachel weer aan. Haalt
u nu die gloeiende kolen er uit, en legt u ze allemaal
apart ergens neer, dan gaan ze een voor een uit!
Maar samen bij elkaar, in de haard geven ze een
heerlijke warmte.
Stonden de gelovigen allemaal apart in deze koude*
wereld, dan zou het geloof uitdoven. Nu, door de
kerk en door de gemeenschap der heiligen houdt Chris
tus Zijn Kerk in stand.
Deze waarheidselementen stem ik allemaal volmon
dig toe, maar daarmee is toch niet alles, en zelfs niet
het voornaamste gezegd.
Het beeld is gebruikt van de haard, die warmte uit
straalt, en dit is de grote factor die wij helaas altijd
weer vergeten.
V