in de Bijbel
Uitgave van de Gereformeerde Kerken in Zeeland vrijdag 5 november 48
De Naamlozen
De Koning niet de minste?
Solidox.
ZEEUWSE KERKBODE
VIERDE. JAARGANG No. 19
Abonnementsprijs2,50 per
halfjaar (bij vooruitbetaling)
Afzonderlijke hummers 10 cent
Advertentiën 20 cent per regel
HoofdredacteurDs H. Veldkamp, LangevMesingel 68, Middelburg, Telefoon 2047
Redacteuren: Ds P. de Bruyn, Ds D. J. Couvée, Ds S. Greving, Drs C* Stam.
DrukkersLittooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280
Berichten en opgaven Predik
beurten, tot Dinsdagsmorgens
te zenden aan de drukkers
Littooij Olthoff, Middelburg
Het is ons allemaal bekend, dat de oude wereld van
voor de zondvloed, is ondergegaan.
Minder bekend is de oorzaak daarvan.
Zeker, in 't algemeen weten we wel, dat het de
boosheid der mensen was, die Gods toorn ontketende
en de zondvloed opriep.
Maar wat was nu precies gedetailleerd die boosheid?
De Bijbel geeft er een antwoord op.
Een antwoord, dat ons toch eigenlijk wel zeer on
rustig moet maken en tot bezinning moet roepen.
Vooral de jonge mensen.
Het schip der oude wereld, lieve mensen, is lek
gestoten en te pletter geslagen ophet gemengde
huwelijk.
Het zijn voor een groot deel de moeders geweest
(het bederf van het beste wordt het slechtste) de
moeders, die haar kinderen hebben opgevoed tot man
nen in de boosheid.
Het is over dit leger der naamlozen, dit groot getal
van ongelovige moeders, die'de eerste wereld hebben
doen vergaan,' dat ik- nu wat ga zeggen.
U weet, dat al heel spoedig, de mensheid in tweeën
is gespleten. De antithese is zeer oud. Uit het eerste
mensenpaar ontwikkelde zich tweeërlei geslacht, een
dubbele linie, de heilige en onheilige, kerk en wereld,
het zaad der vrouw en het zaad der slang.
Kaïn, Lamech, Ada, Zilla, ziedaar enige namen uit
de wereldse lijn. Abel,' Seth, Henoch, dat zijn enkele
namen uit de linie der godvrezenden.
In de tent der vromen begint men de naam des
Heren aan te roepen en worden de psalmen geboren.
In Lamechs tent groeit de zang van de haat of
wordt gedanst bij Jubals muziekinstrumenten.
Maar dan komt het noodlottig moment, dat deze
twee dichter naar elkaar toe gaan groeien en dat de
schrijver van Genesis het ontzaglijk dramatisch feit
noteert „dat Gods zonen de dochteren der mensen
aanzagen, dat zij schoon waren, en zij namen zich
vrouwen uit allen die zij verkoren hadden" (Gen. 6:2).
En even later heet het: „in die dagen waren.er
reuzen op aarde, en ook daarna als Gods zonen tot
de dochteren der mensen ingegaan waren, en zich
kinderen gewonnen hadden deze zijn de geweldigen,
die van ouds geweest zijn, mannen van naam".
Er zijn uitleggers, met name Joodse ge
wéést, die bij de „zonen Gods" gedacht hebben aan
een soort bovenaardse wezens. Ook verschillende kerk
vaders lanceren de mening van een soort huwelijk tus
sen halfgoden en vrouwen, waaruit dan dat reuzen-
geslacht, de geweldige mannen van naam zouden zijn
ontstaan.
Deze opvatting is al te fantastisch.
De eenvoudige zin is, dat de „zonen Gods" de man
nen uit de heilige linie zich vermengen gaan met de
„dochters der mensen", vrouwen uit het geslacht van
Kaïn en Lamech.
Het gemengde huwelijk.
Zij keken niet naaf meisjes, die de Here vreesden,
maar lietèn zich alteen leiden door de „schoonheid",
én de Kanttekenaars merken op „alleenlijk ziende op
de uiterlijke schoonheid en de wereldse bevalligheid,
niet op de warë religie en de vreze des Heren, of de
wil van hun vrome ouders".
Het succes was daverend.
Deze jonge, schone bruidjes werden straks moeders,
en moeders van wat voor kinderenJongens, die er
wezen konden. Knapen van stavast. Kerels straks, die
uitblonken door lichaamskracht en forsheid van ge
stalte. Nooit had de schoonheidscultuur en de li
chaamscultuur zulk een b°°gte bereikt. Er groeide
een .geslacht op van louter1 helden. -Geweldigen, noemt
de Schrift ze, mannen van naam. Mannen die wat
beteekenden, mannen, die de wereld vooruit brachten.
En wat waren die moeders trots op hun jongens.
Daar kon je mee pronken. Daar kon je mee voor de
dag komen. Neen, dat waren geen papkereltjes, maar
hemelbestormers Er was geen twijfel aanmet
zo'n geslacht ging de cultuur met sprongen vooruit
Alleen één ding deden die jongens niet. Zij vrees
dén God niet.
Geen slechtaards hoor Och als 't er op aan kwam,
zouden ze geen beestje kwaad doen. Met'al hun li
chaamskracht, waren 't toch maar goeie lobbessen.
Maar ja, aan God en Zijn dienst dachten ze niet.
Daar lachten ze wat om.
En ook vooral om die akelige bleke ventjes van
Noach: Sem, Cham en Jafeth, die hun tijd verknoeiden
met het bouwen van een schip. Daar zou een grote
vloed komen op de aarde, werd er gezegd, nou die
zouden ze dan wel meemaken, maar mij heb je niet
gezien
Zo lachten en spotten de jongens er mee, als ze
's avonds thuis kwamen, en moeder, ja die lachte
mee, want die had ook nooit anders geleerd- Alleen
vader dacht misschien nog even terug aan de tijd,
toen hij bij zijn ouders thuis was en er dan wel wat
anders gesproken werd, maar je vergeet dat nu maar,
want daar wordt je maar onrustig van
Zo is dat in die oude wereld dan gegaan m'n lieve
lezers.
Die kloof ontstónd'niet op éénmaal, maar heel lang
zaam kwam ze aansluipen.
Eerst hebben de „zonen Gods" nog wat trachten
bij te houden van hun voorvaderlijke religie, maar dat
is heel geleidelijk uitgesleten. Tegen hun lievê vrouw
tjes konden ze niet op. Tegen hun prachtkerels van
zonen later nog minder. Er waren af en toe nog aller
lei goede voornemens, maar daarmee is de weg naar
de hel geplaveid.
Die hel is ook gekomen.
In de zondvloed.
Al die „zonen Gods" die zich ver^ingerd hadden
aan de „dochters der mensen" zijn uit hun hoge positie
weggeslingerd. Ik heb een vrouw getrouwd, zeiden
ze -tot Noach, de prediker der gerechtigheid, de grote
waarschuwer en boodschapper Gods, en -daarom kan
ik niet komen. Het oude liedje, altijd weer het oude
liédje. Misschien tegenwoordig wat verouderd. Nu zou
men zeggen Ik heb juist een echtscheiding lopen en
daarom kan ik niet komen.' Straks misschien met mijn
nieuwe vrouw. Maar altijd weer is de'vrouw in het
spel
Het is dus feitelijk heel „gewoon" gegaan in de
oude wereld. Daar was niets bijzonders en buitenge
woons bij. Een aardig meisje. Hoort wel niet bij de
kerk, maar dat mag niet hinderen. En dat aardige
meisje wordt dan vrouw en moeder en weet in de
dienst van God van geen toeten of blazen en weet
aan de kinderen geen woord te vertellen over God
en de vreugde in Zijn dienst en de kinderen denken
als moeder altijd zo vrolijk was zonder God, dan kan
ik ook vrolijk wèzefl> zonder God en zo gaat dat
maar door.
Zij huwden en werden fen huwelijk gegeven.
Totdat de zondvloed kwam en hen allen wegnam.
Op Noach en z'n acht zieltjes na
Zo heeft de oude wereld zich de dood gegeten- aan
mooie meisjes en slechte moeders. Dat ze God niet
vreesden namen cje „zonen Gods" op de koop toe.
Zonen Gods hoor je dat
Zonen Gods, daar gaat je glorie
Koningskinderen, daar valt je kroon
Het begint zo onnozel en het gaat zo gewoon.
Is je meisje ook van de kerk
Nee, dominee, dat niet.
Maar 't kan d'r van komen, ziet U
Jawel, alsof het- huwelijk een evangelisatie middel
is En als je meisje een gelovige vrouw en een god
vruchtige moeder worden moet door jouw toedoen,
slappeling, die niet eens het apostolisch gebod kent
trek geen ander juk aan met een ongelovige, nu dan
komt er stellig niets van terecht
Je hebt een „engel" binnengehaald, maar je weet
niet eens, dat het een „engel des satans" kan zijn,
een die met vuisten slaat, al is het dan niet in letter-
lijke zin.
De oude kerk is te pletter geslagen op het gemengde
huwelijk.
De jonge kerk gaat dezelfde weg.
Als jij niet uitkijkt. H. V.
Men weet, dat Ds B. A. Bos in verband met zijn
actie tot hereniging gezegd heeftals dan de andere
partij liever spreken wil, dan zoals wij voorstelden
schriftelijk contact, welnu dan wil ik wel de minste
wezen. Dat is, naar ik meen, echt christelijk en bijbels
gesproken. Heel het evangelie is vol van de eis van
zelfverloochening en de minste willen wezen.
Maar daartegen heeft in een of ander blaadje een
zekere Lustrator zijn stem verheven. Hij heeft gezegd
of jij nu de minste wilt wezen ja of nee, komt er hele
maal niet op aan. Het gaat hier niet oni particuliere,
zaakjes, maar om de zaak des Konings, ende
Koning mag niet de minste zijn!
De „Reformatie" vindt dit zo'n treffelijke vondst,
dat het blad deze uitspraak citeert met kapitale letters.
M'n eerste neiging was te interrumperen maar de
voetwassing dan Is de Koning toen ook niet de
minste geweest? Maar bij verdere lezing van bedoeld
artikel is me gebleken, dat K. S. aan die geschiedenis
ook wel' gedacht.heeft, maar dat wij in onze onnozel
heid die historie altijd verkeerd begrepen hebben. „Hij
heeft de voeten gewassen niet van twaalf individuen,
maar van zijn 'aanstaande apostelen, opdat ze elkaar
in hun ambt de voeten zouden wassen en niet hun
tijd zouden vermorsen met gedraai om personen".
Aldus K. S.
Dit schemert me een beetje en ik dacht zo of je
iemand ambtelijk of niet ambtelijk de voeten wast, in
beide gevallen moet je bukken.
Ik denk echteï* aan een ander geval.
Daar was een vader, die een van z'n jongens ge
straft had. Later kwam hij tot het inzicht, dat die
straf niet billijk geweest was. Hij riep z'n jongen bij
zich en zeim'n jongen, ik heb je onrechtvaardig ge
straft, ik heb daar spijt van en je zou mij d.at moeten
vergeven.
De koning was de minste.
En de jongen heeft nooit meer van z'n vader ge
houden, dan vanaf dat ogenblik.
Er zijn momenten, dat de koning de minste MOET
zijn-
Dit is het abc van hewEvangelie. H. V.
Dit is geen naam van een nieuwe mannenvereniging,
noch een concurrent van de Benelux.
Het is een soort tandpasta, heel gewone tandpasta
en daar ga ik nu wat over schrijven.
Van Solidox zelf geen goed en geen kwaad, maar
wel iets over de opsteller van een advertentie inzake
dit nuttig reinigingsmiddel of lieverover de krant
die deze advertentie zonder blikken of blozen in haar
kolommen opneemt. ,fNeutrale" dagbladen lees ik niet,
dus u begrijpt wel, dat ik het las in een onzer „christe
lijke" bladen.
In bedoelde advertentie voltrekt zich een soort dra
ma. In afbeelding (1) zit Loesje (laten wij haar maar
gerust Loesje noemen) voor een schrijfmachine met
een zuur gezicht. Waarom Loesje viel niet op. Nie
mand nam notitie van Loesje. Van hoog tot laag liet
men op 't -kantoor Loesje gewoon links liggen. Af
beelding (2) onthult het geheim van deze links-laten-
liggerij. Loesje gebruikte geen Solidox. Vrienden wijd
den haar in het geheim van dit tovermiddel in. Solidox
met wrinolDat zou Loesjes glorie worden. En in
derdaad. Op afbeelding (3) herkent men Loesje van
vroeger niet meer. Zij beschikt nu over parelwitte
temden en een stralende lach Wat verhindert nu haar
-patroon, haar te promoveren tot privé-secretaresse
Nee, zegt u nu zélf, wat doe je met 'n stenotypiste, al
werkt ze nog zo secuur, en al is ze nog zo plichts
getrouw, zonder mooie tanden en 'n stralende lach
Dominee, dominee, wat ben je nu toch een zuur
pruim, dat je nu opk al over zo'n onnozel adverten
tietje struikeltHeb je soms niets beters te schrijven
dan dit
Nee, niet beters
Want ik vind deze gesignaleerde advertentie zo
door en door pervers en immoreel, dat ik gewoonweg
niet begrijp, dat ze een plaats vindt in „onze" dag
bladen.
De patroon, die Loesje promoveert tot privé-secre-
taresse om haar „stralende lach" mag ik om te begin
nen al helenjaal niet. Ik kan dit heerschap zo niaar
een klap in z'n gezicht geven. Ik vind hem ja
't woord moet er maar uit een ploert b Precies
zoals hij daar staat met z'n weeë glimlach. Wat
ben jij voor een vent, dat je Loesje om je heen wilt
zien zweven met haar stralende glimlach. Kerel, houd
je ogen thuis. Als Loesje mijn dochter was, vertrouwde
ik haar geen uur bij je alleen, begrepen
En nu Loesje zelf en alle Loesjes en Liesjes op de
wereld. De uitwerking die dergelijke advertenties op
haar moeten hebben, is meer dan funest. Deze listige
fabrikant van Solidox propageert de gedachte, dat
je in deze wereld het verst vooruitkomt met 'n aardig
snuitje en een leuk new lookje Zit je nu verder maar
niet in te spannen, zit wat te prutsen achter je schrijf
machine, maak zoveel taalfouten als je wilt, als je er
maar leuk uitzietMet schoonheidsmiddelen a la Mar-
lène Dietrich kom je vooruit in de wereld, en Fanny
BlankersKoen oogst meer roem met haar benen dan-