in de Bijbel Uitgave van de Gereformeerde Kerken in Zeeland EVA OOSTERBEEK Dienst der Barmhartigheid ZEEUWSE KERKBODE VIERDE JAARGANG No. 18 Abonnementsprijs2,50 per halfjaar (bij vooruitbetaling) Afzonderlijke nummers 10 cent -Advertentiën 20 cent per regel Hoofdredacteur t Ds H. Veldkamp, Langevielesingel 68, Middelburg, Telefoon 2047 Redacteuren: Ds P. de Bruyn, Ds D. J, Couvée, Ds S. Greving, Drs C. Stam» DrukkersLittooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, „Giro 42280 VRIJDAG 29 OCTOBER '48 Berichten en opgaven Predik beurten, tot Dinsdagsmorgens te zenden aan de drukkers Littooij Olthoff, Middelburg Eva heette aanvankelijk Maninne. Haar man had haar zo genoemd bij de eerste ver rassende ontmoeting in het paradijs. Adam was dichter, moet u weten, en de verschijning van de v"rouw, zijn vrouw in den hof inspireerde hem tot het -eerste lied, dat de geschiedenis der mensheid kent „Deze nu eindelijk Is been uit mijn gebeente En vlees uit mijn vlees „Mannin" zal zij heten Want uit de man is zij genomen". Ziedaar de bruiloftszang van Adam op de dag van zijn huwelijk. De zonde is de gemene verwoester van alle mooie dingen in de wereld. Zij vreet alles aan, zij breekt alles stuk. Ook het huwelijk. Het mooie huwelijk tus sen Adam en Eva Is ook gebroken, kapotgegaan, het dreigde 'n moment helemaal te derailleren. U kent dat moment. Adam is helemaal niet meer in extase over zijn „Mannin", wil haar nauwelijks meer aankijken, in elk geval geen woord meer tot haar zeggen, als hij ver achtelijk over z'n .schouder wijst naar „die vrouw", die vrouw, hge heet ze ook weer, die Gij Mij gegeven hebtZo is er de breuk gekomen, de verwijdering van twee mensen, die elkaar zo onuitsprekelijk hebben liefgehad. Dit is gelukkig zo niet gebleven. Toen de genade van God kwam in deze beide ge broken levens, hebben, ze elkaar - weer gevonden. Adam heeft weer z'n arm geslagen om z'n vrouw en deze twee harten gingen weer slaan in één klop, toen Adam haar toefluisterde een nieuwe naam Eva. Chawwa moeder des levens Ook deze naam is een lied. Een lied van geloof en van liefde. Van geloof allereerst. Want let er op, wannéér Adam zijn vrouw Chawwa, leven noemt. Het is op het oogenblik, dat God zegt tot stof zult gij wederkeren, en als alles spreekt van dood Dan zegt Adam nee tegen de dood. Niet de dood, maar het leven zal triumferen, want hééft God niet gesproken ook van het „zaad der vrouw" dat de duivel en de zondemacht zou vernietigen Op dat woord van God geeft Adam het geloofs antwoord. Het antwoord is kort maar krachtig* Chawwa Eva Deze naam is ook een lied van de liefde, want door het gemeenschappelijk geloof in de komende Verlos ser, Het Vrouwenzaad hadden man en vrouw elkaar weer gevonden en zijn ze samen het harde leven tege moet gegaan, en hun bijna gederailleerde huwelijk werd hersteld en geëdeld door de liefde van Christus. Gelijk haar naam is, alzo.is Eva geweest: moeder! Moeder des levens. En dan in 't bijzonder gelovige moeder Zo sterk heeft zij geleefd uit Gods belofte van de komende Verlosser, dat zij, in het eerste het beste kfnd dat ze kreeg reeds hét Vrouwenzaad heeft ge zien Kaïn Ik heb een man van de Here gekregen. Hoe heeft zij zich vergist Niet iri haar God, en niet in haar geloof, maar in deze zoon Eva heeft ook schier alle smarten meegemaakt die een moeder maar doormaken kan. Eén jongen gestor ven, en hoe Vermoord door z'n eigen broer. Een grote jongen dood, en dan nog een jongen te .hebben die moordenaar geworden is. En die bovendien naar God niet weer terug wilde. Ik denk dat Eva duizend maal meer geschreid heeft om haar levende, dan om haar dode zoon. Je kunt ze beter naar 't kerkhof bren gen, dan zó, als Kaïn En toch heeft Eva ook haar Kaïn liefgehad, wie weet méér nog dam alle andere kinderen samen, en zo er al ooit een woord van ver wijt gevallen is^ dan zal Eva zichzelf verweten heb ben jongen, jij zou zo slecht nooit geworden zijn, als je niet zo'n slechte móeder had gehad. Want ziet u, die „erfzonde" van de voorouders in het paradijs, dat was toen nog geen versleten munt als nu, maar dat was allemaal, nog zo versEva heeft zo heel dicht bij de komende Verlosser, geleefd, omdat ze de verschrikkelijkheid van de zonde en de val zo reëel heeft doorleefd. Zo is dan Eva op en top gelovige moeder, die worstelt voor haar geslacht en voor haar zaad om het leven en de verlossing. Dat heeft zij natuurlijk ook gedemonstreerd in woord en daad. Hoe, dat weet ik niet precies. Ik denk op dit ogenblik aan een woord van de bekende toneelschrijver-domjnee-verzetsstrijder Key Munk. Hij vertelt ergens dat zijn eerste moeder hem elke avond voor 't naar bed gaan liét zeggen„goeden nacht^ God en Jezus, en alle heilige engelen". „En zo wist ik al", vervolgde Key Munk, „toen ik vijf jaar was, Jat wij mensën met alles wat ons dier baar is in twee werelden thuis zijn." Zijn moeder had de draad naar de eeuwigheid in z'n kleine kinder knuistjes gelegd. .Ziedaar de onsterfelijke roem en de grote opdracht van Eva en allé christenmoeders, dat ze hun Abel en Seth en hoe ze verder heten mogen leren, dat ze in twee werelden leven en niet in één Zo is ook uit Eva de „heilige linie" kunnen voort komen, mensen die met God wandelden, en de naam des Heren begonnen aan te roepen, en door het ge loof de wereld hebben overwonnen. Zijn er nog veel moeders als Eva en die vrome moeder van Key Munk Geven zij de kinderen het allerbeste zelf mee, of vinden ze 't alleen maar erg dierbaar dat hun kinderen op de kleuterschool al zulke mooie versjes van de Here Jezus leren, zonder dat moeder zelf'ooit de moeite doet om van de Here Jezus te spreken? H. V. Zo zijn wij dan te Oosterbeek samen geweest. Wij, dat zijn dan „vrijgemaakten" en „synodalen" om het nu maar wat populair te zeggen. Laat me direct maar zeggen dat de positie van de laatsten vrij wat gunsti ger was, dan die der eerstgenoemden, want zij moes ten het meestal doen zonder de „goodwill" hunner kerken, onder de hoge druk van een artikel dat deze conferentie als „komende aanval op de vrijmaking" had aangeduid, én vergezeld van gebeden dat het „werk des Satans te Oosterbeek" mocht mislukken. Niettemin zijn de broeders onvervaard gekomen, en wat ons daar allen heendreef, en op de vergaderingen ter conferentie steeds meer samenbond was de liefde tot Christus, tot Zijn kerk en tot elkander. Liefde is niet een ander woord voor speculaas of suikergoed, en daarom moet ook maar niemand menen, dat we elkaar daar met een gelukzalige glimlach heb ben zitten aanstaren of beleefde buigingkjes hebben gemaakt. Liefde is zoiets als hartstocht en die kan zeer fel zijn. In Oosterbeek zJjn de stukken er ook wel eens afgevlogen. En dat kon ook allemaal. Het is gewoon vèrbazingwekkend geweest, wat we elkaar niet allemaalkonden zeggen zonder boos te worden. Dit kwam omdat we elke samenkomst begonnen met gebed en lied. Zo w*erd de conferentie één gebeds verhoring. Zo konden er keiharde waarheden gezegd worden, zonder dat de goede geest werd verstoord, en zonder dat iemand boos wegliep. Als Oosterbeek één winst heeft gebracht, dan is het wel deze, dat ons allen duidelijk is géworden, dat samenspreking mogelijk is. Als het in deze enge kring kon, waarom dan niet in breder kring Als het maar gaat in geloof. Door het geloof zijn de muren van Jericho gevallen. En nog een hele hoop andere muren van misverstand, wantrouwen enz. Hiermee kom ik tegelijk op ieïs anders. Er staat in het communiqué van Oosterbeék, dat wij beter dan ooit wederzijds eikaars standpunt be grepen hebben. Prof. Schilder vindt dab wel erg droe vig dat dit inzicht nu pas kwam, want de Acta lagen al jaren lang op tafel. In de nu gelijkgeschakelde Wachter laat Ds Tollenaar vanzelfsprekend 'n soort- gelijk geluid horen „We hadden ons voorgesteld, dat men op die conferentie de Acta d^r schorsende synode ter tafel zou hebben gelegd maar dat is niet ge schied". r Dit klinkt allemaal erg logisch en afdoendé. De stukken spreken duidelijke taal, mensen wat doe jullie in de kou daar in Oosterbeek, er is niets te confereren! /Maar déze broeders hebben vergeten dat er tussen 1944—1948 vier jaren liggen. Deze 4 jaren, waarin de misverstanden bergen hoog zijn gegroeid zijn de rechtvaardiging van Oosterbeek. De Acta op tafel, dat klinkt nogal simpel, maar de nuchtere werkelijk heid is deze, dat de doorsnee kerkmens het heeft moe ten doen met de voorstellingen die van besluiten en van allerlei kerkelijke handelingen (wederzijds) ge geven zijn, -en die voorstellingen waren dikwijls alle scheef. Oosterbeek wilde kort gezegd van de carica- turen af van kerkelijke handelingen, van personen en van hun bedoelingen. Want daardoor was zo ontzag lijk veel bedorven en waren we zover uit elkaar ge groeid. Er is op de conferentie de opmerking gemaakt, dat vele dingen heel anders verlopen zouden zijn, als' er twee kranten minder op de Nederlandse bodem verschenen waren. Dit was ook. de oorzaak, dat het' op de conferentie te Oosterbeek een beetje stroef begon. De vrijgemaakte broeders stonden wat kopschuw tegenover de synodo- cratische heren, die ze nauwelijks anders kenden als 'n soort kerkelijke gangsters. En omgekeerd. Zo, was dat nu Ds Toornvliet van de strijdende kerk. En dan die VoltenAllemaal uitwerpers en vervolgersEn was dat nu B. A. Bos. Zo ging dat over en weer, en we keken mekaar een beetje grauw aan. Het heeft niet lang geduurd. We vielen mekaar allemaal gewel dig mee. Niet omdat we allemaal zulke lieve jongens waren en mekaar zulke lieve dingen zeiden, maar omdat we ontdekten, dat dé 'mens anders was dan z'n caricatuur. De Reformatie moet nu maar niet boos worden, dat ik hier vrijmoedig van scheve voorstellingen en cari- caturen spreek, want in de eerste plaats is uitgespro ken, dat dit euvel „wederzijds" geheerst heeft, en in de tweede ^plaats levert Prof. Schilder in de laatste nummers van de Reformatie het bewijs voor mijn stel ling. Hij heeft n.l. zowel voor als na de conferentie van Oosterbeek aan zijn lezers de voorstelling ge geven, alsof Oosterbeek niet anders is dan een politiek spelletje, het is zelfs „miserabele politiek" van enige mensen „met een diplomatiek .pakje aan". Een soort Jan Klaassespel, waarbij Ridderbos aan de touwtjes trekt, en de anderen zijn slechts figuranten. Een po ging om Ds B. A. Bos en de zijnen in te spinnen in het net der synodocraten en de onnozelen los te we^ ken v van het verband der vrijgemaakte kerken. Een onnozel springplankje, voor een schijngebaar, om ons weer mee te krijgen in de politiek of zo." Wij wisten in Oosterbeek allemaal dat het raak zou zijn, en dat we in de Reformatie zouden worden gekraakt, hóé we 't ook deden. Déze leugentaal en onwaardige voorstelling die ten enenmale met de waarheid spot, en. slechts voort kan komen uit een hart en een brein dat door argwaan en wantrouwen vergiftigd is, had ik echter nog niet verwacht. Er is één ding, dat alle conferentiegangers van Oos- .terbeek troost, en dat is dat ze weten, de Here te hebben gediend door het geloof, en dat het geloof de wereld overwint, dus ook een wereld van laster en verguizing. En in dat geloof gaan wij rustfg verder. Over Oosterbeek zelf en -z'n conclusies heb ik nog niet veel, gezegd. Dit moest eerst voorafgaan. Een vol- gende keer D.V. verder.Jrï. V. Toen ik enige weken geleden een stukje van een onzer lezers opnam, dat pleitte voor het verrichten van barmhartigheidswerk in onze psychiatrische in richtingen, had ik op m'n tien vingers kunnen uit rekenen, dat er reactie op zou komen. Welke dan ook prompt gekomen is. Ik krijg nu brief na brief, die de zaak „van de andère kant" willen belichten, en er op wijzen dat de finantiële condities in onze inrichtingen dan ook maar wat beter moeten zijn. Natuurlijk, daar zorg je allereerst voor, en factoren als liefde, barm hartigheid, roeping komen eerst in de tweede, derde en vierde plaats. Daar moeten we goed aan blijven vasthouden. Bij mijn weten zijn dominees daar alleen van uitgezonderd. Als die lieden de factor van het tractement in 't gedingbrengen, b.v. bij een beroep, dan krijsen we allemaalzie je wel, ook al 'n mate rialist, en dat nog wel een domineeWaar blijft de x-oeping Intussen is mij bij de lezing van onderscheiden brie- verf een nieuw licht opgegaan over de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.^Het moet zó gegéan zijn, dat dié priester en Leviet niet zonder woord of groet of beroering voorbij gelopen zijn. Welnee, ze hebben 't geval eens bekeken, de schade opgenomen, en hun calculatie gemaakt. Én waarschijnlijk gezegd voor zóveel vervoeren wij je naar de naastbijgelegen herberg. Alles inbegrepen. Ziedaar onze billijke con- 'ditie's. Toen eindelijk de derde kwam, en onze be rooide stakker wel begreep, dat ie zou gaan sterven als er niet tot elke prijs ingegrepen werd, heeft hij de condities van de barmhartige Samaritaan maar aan vaard. Zo is hij tegen „neutrale" prijzen toch nog in een „christelijke" inrichting terecht gekomen, en dat Is tenslotte ook wat waard. H. V.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1948 | | pagina 1