S^i Notities Uitgave van de Gereformeerde Kerken in Zeeland ZEEUWSE KERKBODE VIERDE JAARGANG No. 17 Abonnementsprijs: 2,50 per halfjaar (bij vooruitbetaling) Afzonderlijke nummers 10 cent Advertentiën 20 cent per regel HoofdredacteurDs H, Veldkamp, Langevielesingel 68, Middelburg, Telefoon 2047 Redacteuren: Ds P. de Bruyn, Ds D. J, Couvée, Ds S. Greving, Drs C. Stam» DrukkersLittooij 6> Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 VRIJDAG 22 OCTOBER '48 Berichten en opgaven Predik beurten, tot Dinsdagsmorgens te zenden aan de drukkers Littooij Olthoff, Middelburg Uwe voetstappen werden niet bekènd. Ps. 77 20. Wie heeft het nooit als een probleem voor zich gezien, dat héél moeilijke, dat wij God niet begrijpen kunnenLijkt het niet, of het grillig spel der om standigheden elke gedachte aan „leiding" tot een vraag maakt, welke ontkennend moet worden beant woord Wat,eens de zanger onder Israël kwelde, dat dringt telkens ook in ons binnenste op zou er weten schap zijn bij den Allerhoogste......? Asaf, als dichter van Ps. 77 genoemd, de man, die met het Voorzienigheidsraadsel heeft geworsteld,.voelt zich als opgenomen in een draaikolk. Als een bonte, angstaanjagende wirwar komt hem hét leven vopr. Het schijnt, alsof hij door de stroom der gebeurtenissen' mee zal afdrijvenwaarheen En de overpeinzing, die hem niet met rust laat, stelt als een open' vraag waarwaar is nu tochonze God Dan reist zijn geest terug naai* het verleden. En. spréken gaat, wat de Here vanouds af heeft gedaan. De feiten der historie zeggen het duidelijk 'de Here was Zijn volk gedachtig. Hij heeft het vaak beproefd, maar nooit losgelaten. Scheen het soms, dat Hij Zich verborgen hield, toch was God nabij Daarvan moet Asaf nu spreken. En, van hét ver tellen van de daden des Heren, raakt hij dan tot het wonderlijke van Zijn leiding Uwe voetstappen wer den niet bekend. Onmogelijk is God na te gaan. Maar Zijn leiding is er. Daar heeft de herinnering aan de tocht door de Schelfzee- Asaf weer opnieuw van overtuigd. Stond alles feitelijk niet wanhopig voor Israël Achter hen naderde Egypte. Vóór hen lagen de wateren. Wie zou. hen redden van een zekere dood MaarGod baande door de woeste baren hen een pad. Dat deed Hij alléén voor Israël. Farao met zijn heir kwamen om in de golven, maar Israël kreeg een door tocht naar Kanaan Nu zingt Asaf van het mysterie van de leiding Gods: Uwe voetstappen werden niet bekend. Daarmee raakt hij het diepste probleem voor ons. Het onnaspeurlijke van de wegen des Heren. De his torie leert ons, dat God een weg heeft voor Zijn Kerk, Zijn volk. Ook voor het Kind des Koninkrijks. Sla er uw eigen levensboek ook op na. Juist het terugzien maakt de leiding van uw leven duidelijk. En, hoe die wegen ook liepen in het verleden, onder wolkenzware luchten misschiengij zijt staande gebleven tot vandaag. Verstaan kunt gij het niet. Hier is plaats voor het belijden uwe voetstappen werden niet bekend. De donkerten werden wél gezien De vervaarnissen, de zorgen en de smarten. Daar hebt ge telkens weer op gestaard. ^Maar, Hem zaagt ge niet Toch was de Here er in Dat doet 't geloof u toestemmen. In ons levensraadsel ligt 't geheim van Gods lei ding onnaspeurlijk, maar waarj Ja, in hét grote le vensvraagstuk, de leiding van Gods kinderen door de woestijn van dit leven naar het beloofde land, daarin zijn Gods voetstappen. Ze zijn er, als op Golgotha alles donker wordt en Jezus Christus klaagt Zijn nood uit over God ver lating. Dan is daar juist de tegenwoordigheid des Va ders tot uw verlossing. Schoon onzichtbaar, helpt Hij toch. Want, leven, dat betekentgeleid worden naar de haven der behoudenis. Daarom mag, ook in deez' uiterst geladen tijd, uw hart niet in de eerste plaats van onrust boordevol zijn. Uw worstlend hart blijf' hopen, Blijf hopen, onversaagd En, tegen alles, wat uit 't leven opkomt, zult ge vasthouden dat rotsvaste woord, dat hechter is dan de wereld, dan uw bestaande Here is nabij Nabij, ook als, de lucht aan verre of dichtbije hori zon gaat „werken". Nabij, tot in het dal der scha duwen. Zó mag 't geloof zich veilig weten onder Gods onnaspeurlijke leiding. Dan wordt sterker het getuige nis, dat onze toevlucht is bij Hem. En, vrolijk stijgt gij naar de uitkomst en zingt van uw behoudenis, gelijk de Psalm het zegt als mij geen hulp of uitkomst bleek, wanneer mijn geest in mij bezweek, en overstelpt was door ellend', hebt Gij, o Heer, mijn pad gekend. C. St. Het kerkelijk leven maakt heden wel grote span ningen door. Daar is de conferentie geweest in Oos terbeek, waarvan u in de bladen gelezen hebt, waar leden der Geref. Kerken èn der Geref. Kerken Art. 31 met elkaar open èn in broederlijke zin hebben gespro- kep. En met dit voorlopig resultaat, dat zij gemeen schappelijk een zestal stellingen hebben gepubliceerd, als vrucht van het overleg, tevens als motief voor hopelijk verder contact. Dit was wel in de geest van de brochure van Ds B. A. Bos, ja het reikt eigenlijk al verder. Want men heeft hier de vragen aangaande Verbond en Doop gezamenlijk overwogen. Op dit cardinale punt is enerzijds overwogen, of toch niet in de jaren 1942—43 de gedachte van reeds plaats gehad heb bende wedergeboorte vóór de Doop een zakelijke con clusie moest zijn uit de terzake gedane uitspraak ter wijl anderzijds in nadere beschouwing werd opgeno men, of het geen vermeerdering der moeilijkheden ge geven heeft, dat men toen de uitspraak van 1905 in het gesprek is gaan betrekken. Dat is daar wel een zeer open gedachte-wisseling geweest. Hierbij is wederzijds een bedoeling duidelijk geworden, waarover men zich alleen maar kan ver blijden. En waarover feitelijk allen zich behoren te verblijden, die bij de gang van het kerkelijk conflict waren betrokken. Zo kan men van beide zijden het vraagstuk benaderen, terwijl niet een geest van wan trouwen alles bederft. Indien het mogelijk mocht zijn, dat op dit punt helderheid kwam, dan ware reeds véél gewonnen. Wij geloven niet, dat het van Geref. zijde moeilijk zal vallen, om nog eens te verklaren, dat het althans de bedoeling niet is geweest, om zó pertinent en in alle gevallen het houden voor weder geboren op te vatten alsof er stondhouden voor reeds wedergeboren. We schrijven hiernog eens te verklaren. Want, we menen, dat dit in de voorbijgegane jaren ook wel verklaard is. Dat dit bij verschillende besprekingen in kerkelijke kring genoegzaam is uitgekomen. En, we hebben onder degenen, die de kring van Art. 31 ver tegenwoordigden, namen gelezen van broeders, die zich dat uit het verleden zeker kunnen herinneren. Wanneer nu deze samenspreking er toe mocht bij dragen, dat dit thans wèl door hen wordt aanvaard, dan geeft ons dit zeker een gevoel, dat er iets ge wonnen is. Maar, men houde ons ten goede, wanneer we daarbij even opmerkenbroeders, had het óók aanvaard, toen het in vorige jaren besproken werd Dan zouden heel wat dingen een ander verloop heb ben gehad. En, zeker, wanneer de broeders bij Art. 31 bij nader indenken van de vragen tot het inzicht komen, dat het teruggaan^achter 1905 in de jaren '42 en '43 toch zeker niet geboden was, dat zij hadden moeten blijven, bij wat toen aan de orde was, om daarover voldoende licht te verkrijgen, dan zal zeker deze ontwikkeling uitermate verhelderend kunnen werken. Ja, dan komt heel de daarop gevolgde droeve gang tot zulk een wending, dat daarover een oplossing zal zijn te vinden. Daarom was het een gelukkige greep op de confe rentie, om bij de hoofdzaak stil te staan. Daarover toch moet men elkander vinden. En van harte hopen wij, dat de wenk der conferentie ter harte genomen wordt, om naast het denken het bidden niet te ver geten. Hoe dit alles ter conferentie gegroeid is, weten we op dit ogenblik niet. Uit de boezem van het Geref. leven is dit opgekomen. Van groot belang is de ge dachte, die allen blijkbaar vervulde, dat het weer tot kerkelijke eenheid zal moeten Lomen. Dat kan ook Dan moet het zich ontwikkelen in deze geest. Hoe ver of we in dit opzicht zijn gevor derd, durven we niet beoordelen. Het wil ons voor komen, dat de gedachten bij de sprekers op de pas gehouden Theol. Hogeschooldag in Rampen wel wat in een andere richting ging. Daar is het woord kerk- stijl wel veel gebezigd. Maar, wat in die kerkstijl werd geboden, was wel erg teleurstellend. En wij zul len er rekening mee moeten houden, dat juist in de daar voorgedragen stijl van een werkelijk resultaat van tot elkander komen geen sprake zal zijn. Terzelfder tijd meldt „Trouw", dat Ds B. A. Bos is afgetreden als Hoofdredacteur van „De Wachter", Art. 31, omdat èn het Bestuur èn de algemene ver gadering van De Wachterbond van oordeel waren, dat hij zijn houding tegenover de eigen kerkelijke pers totaal moest herzien. Hij zal nu komen tot de uitgave van een eigen orgaan. De thermometer staat toch blijkbaar wél hoog We vragen ons af, waartoe dit zal moeten leiden. Als we de pers-stemmen in de kring van Art. 31 nagaan, dan is er reden tot bezorgdheid. Nee, ook niet het minste van verholen blijdschap, omdat daar enige „roering" blijkt. Maar, wel bezorgdheid, hoe we zó kerkelijk moeten bouwen. Enweer geraken tot het ont moeten van elkander. Wie dat niet vurig wenst, en daartoe de bereidheid toont, die eens Calvijn ten opzichte van de Luther- schen vervulde,heeft die ten diepste wel begrepen, wat het „kerk-zijn" betekent Laat het gebed hiervoor opgaan. En het onderling gesprek zich bezig houden met het verhandelde in Oosterbeek. Men heeft daar ook een ruimer onder werp in het oog gevat. N.l. het kerkelijk samenleven van héél de Geref. gezindte. Het trof ons, dat een dergelijke vraag ook gerezen is op de vergadering van de Geref. Bond in de Ned. Herv. Kerk. Ds L. Trouwhorst bleek, naar een ver slag in Trouw, daartegenover nogal sceptisch te staan. Volgens hem zou dat nog geen stap verder brengen. Hij 'wil de Gereformeerden in de Hery. Kerk hand haven en oproepen tot trouw aan de Belijdenis. Dit laatste is uitnemend. Wanneer het echter tot daad werkelijke trouw aan de belijdenis komt, tot een ker kelijk beleven van de belijdenis, dan zal het kerkelijk vraagstuk veel meer in een acuut stadium komen. Dan zal men met de Gereformeerden, die buiten het Herv. kerkverband kwamen, de kerk naar Schrift en belijdenis reformeren. Wij geloven nog altijd, dat daarmee de verantwoordelijkheid voor het volk beter gedragen wordt. En vooral de verantwoordelijkheid jegens God, die toch in kerkelijke beslissingen behoort voorop te gaan. Zo •is feitelijk het Gereformeerde leven in deining, over heel de linie. Een belangrijke zaak zou zijn, dat het contact met elkaar werd gezocht. Wij mogen ons geen van allen los voelen van het kerkelijk vraagstuk. En, elke kring heeft te bedenken, dat dit vraagstuk nimmer een stap nader tot de oplossing komt, wan neer wij niet naar elkander horen. In deze weg leidt ons de Schrift. Men moet hier- een brandende kwestie van de eerste orde zien. En, een roeping Gods. Feitelijk zouden wij alle arbeid ondergeschikt moeten maken aan het bezig zijn met het stuk der kerk. Daarbij mag het hart niet nauw zijn ten opzichte van elkander. Dat heeft niets te maken met slapheid of verwatering. Dat herinnert ons alleen er aan, in welke geest wij tot elkander moeten willen naderen. De conferentie in Oosterbeek handelde en bad. Nu volgt de Synode der Geref. Kerken Art.. 31. Dat zal dóórwerken, wat in Oosterbeek besproken is, geloven we. Maar, het moet ook een voedingsbodem vinden, waar het op de juiste wijze kan rijp worden. En, hierin zullen allen heel voorzichtig moeten te werk gaan, want er kan zo licht iets worden bedorven. God doe ons allen bezig zijn, met wat de kracht van Jeruzalem breken kan en gebroken heeft, en Hij make- ons verlangend om als bouwers in Zijn dienst de muren op te richten. Opdat genade en waarheid elkander ontmoeten, gerechtigheid en vrede elkander kussen (Ps. 85). G. C. St. CORRESPONDENTIE» Plaatsgebrek dwong ons enkele officiële be richten en enige recensies van boeken te laten overstaan» De Redactie»

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1948 | | pagina 1