Als vader en moeder van een gezin constant ieder hun eigen gang gaan, en dan aan. de ontbijttafel ook af en toe een pittig woordje wisselen, met als gevolg, datde onenigheid op de kinderen overslaat, zodat de een voor vader en de ander voor moeder partij kiest, en de grootste verwarring in dat gezin ontstaat, zou het dan veel indruk maken op de kinderen, als vader op een goede dag verklaartik constateer met droef heid en bezorgdheid, dat allerlei tegenstellingen een bedreiging vormen voor de eenheid van mijn gezin Heeft deze vader recht z'n kinderen te vermanen, zolang hij zelf riiet 't goede voorbeeld geeft We lezen verder „Ieder lidmaat is gehouden, de afwijkende over tuiging van zijn broeder in Christus zonder wan trouwen te dulden. Eerst daar vindt de verdraag zaamheid haar einde, waar de politieke houding, in welke partij ook tot verloochening van Christus wordt. Er zou een ogenblik kunnen komen waarop de Ke?k zou moeten uitspreken, bij welke partijen haar leden krachtens hun roeping van Gods wege zich niet zouden kunnen voegen. T. a. v. het Communisme is dit reeds geschied. Een dusdanige uitspraak wordt steeds dan noodzakelijk, wanneer de politieke keuze zich heeft toegespitst tot een keuze vóór of tegen Christus." Het is verheugend te constateren, dat de classis van oordeel is, dat ook de verdraagzaamheid haar grenzen heeft, en dat er een tijd kan komen, dat heilige on verdraagzaamheid geboden is. Te betreuren valt, dat de classis hierbij niet verder kan zien dan het com munisme. Ik voor mij kan mij voorstellen, dat een eenvoudig gemeentelid in „verwarring" raakt, als zijn dominee in de kerk „staat op de bodem van het Evan gelie", en in politiek z'n stem geeft aan een partij, die staat op de bodem van de revolutie en de klasse- strijd. Hij moet dan dunkt mij, onwillekeurig denken aan teksten als „niemand kan twee heren dienen", of: „wie niet voor Mij is, die is tegen Mij", of„wat samenstemming is er tussen Christus en Beleal". Maar allicht ben ik met dit eenvoudige gemeentelid te dom en te simplistisch om dit kluwen te ontwarren. H. V. Het is aan de vóóravond van de verkiezingen, als wij deze regels schrijven. Juist is weer een auto mijn deur gepasseerd, van waar uit met versterkte stem propaganda werd gemaakt voor één der elf partijen. Ditmaal voor de candidaat van V.V.D. Het is om stil van te worden, hoe in deze dagen op allerlei ma nier wordt uiteengezet, welke belangen voor de toe komst "moeten behartigd worden. De middenstand moet vooruit, de arbeiderswereld moet omhoog, alle moge lijke risico's van het leven moeten bij voorbaat worden gedekt, en een rustige oude dag moet op een arbeid zaam leven kunnen volgen. Ik heb dergelijke dingen nu enkele weken lang op straat horen betogen, en in vlugschriften gelezen. Wat me echter opgevallen is, niemand wees tegelijk ook de bronnen aan, waaruit dat alles moet worden bekostigd. Misschien is dat in de verarmde toestand van ons land minder aantrekkelijk. Het zou niet on mogelijk zijn, wanneer we ons eens serieus zetten om de situatie te bekijken, dat de beloften op de lippen besterven, en dat daarvoor in de plaats de noodkreet zou geslaakt wordenaan de pompen, om het zin kende schip te redden Maar, daar kun je nu eenmaal geen munt uit slaan. Pakkender is reclame voor ik weet niet welke hoog dravende plannen. Of ons volk op die manier echter enig begrip krijgt van de noodtoestand, waarin wij hier verkeren, en Indië eveneens, valt te betwijfelen. We gaan dat hier in politieke zin niet uitwegen. Daar is de kerkelijke pers niet voor. Waar ik vm op wilde wijzen, dat is de hopeloze verwarring van kerk en politiek, welke aan het licht getreden is. Het jongste nummer van Nederl. Gedachten publi ceerde een brief van een aantal Gereformeerden, die van, ons heengingen, waarin zij op politiek gebie<4 kwesties aan de orde stellen, welke op dat terrein wel heel moeilijk uitgemaakt kunnen worden. Ook hoorden we van adviezen inzake de stemming, die de vraag wettigen, of het verantwoordelijkheidsbesef in deze jaren gegroeid is, dan wel verminderd. In de Herv. Kerken op Walcheren werd j.l, Zon dag een kanselboodschap voorgelezen, waarbij de le den der gemeente werden opgewekt om bij alle ver schil in politieke overtuiging te zien op wat verbindt. Het heet daarbij, dat het Woord Gods richtend en verlossend dwars door elk mensenwoord heengaat. Dat de moeilijkheid op Herv. kerkelijk terrein groot is, gevoelt een ieder. Maar, dat het Woord Gods niet alleen richtend door het mensenwoord heengaat, maar niet minder menig mensenwoord uitwijst, is een waar heid, welke we in die kanselboodschap misten. Zeker, ten opzichte van het Communisme is het zover ge komen. Maar, daar kan het niet bij blijven. Als ieder lidmaat geroepen is, zijn politieke houding te laten bepalen door de gehoorzaamheid aan Jezus Christus, dan kan ik mij onmogelijk indenken, hoe dit principe gehandhaafd kan blijven met een samengaan met de Partij van de Arbeid. Mag het niet duidelijk gezegd worden, dat de doorbraakgedachte op een telëurstel- ling is uitgelopen En zou het niet hoog tijd zijn, dat allen, die kerkelijke leiding hebben te geven, tenminste daarover met elkander tot klaarheid kwamen, wijl dit het kerkelijk belang èn evenzeer het volksbelang vor dert Kerk en volk hebben er behoefte aan, dat op het Woord Gods worde teruggegrepen, teneinde daaruit onderwijzing geschiede, hoe Jezus Christus ook in het staatkundige gediend wil zijn. Dan zal dit moeten leiden tot eerherstel voor het christelijk-politieke leven, dat ten onrechte in de hoek der reactionairen werd gedrukt. Waarom niet van christelijke zijde één gemeen schappelijke greep gedaan, of toch zeker een verant woord samengaan, om ons volk te dienen met de ze gen, die het Evangelie ook voor dë politieke ver houdingen brengt Dan gelopf ik niet, dat het week- 9fad „De Hervormde Kerk" zonder nadere commen taar een getuigenis voor de V.V.D. of P. v. d. A. zou afdrukken naast stemmen ten gunste van de C.H.U. of A.R., en daarbij aan het volk overlatend, wat te doen. Waar volk en koninkrijk in nood zijn, daar moest ons christelijk volksdeel eenparig staan voor de op dracht, om Jezus Christus te belijden in de volksver houdingen en op te komen voor een onderhouden van de geboden des Heren. Dat zou op christelijk erf de beste toepassing zijn van he.t woord onzer Vorstin, dat toch de eendracht worde bewaard. De grote tegenstelling ligt tussen geloof en onge loof. En, zeker moet ieder christen zich verantwoord weten, of hij voor zijn deel heeft medegearbeid, dat de theorieën van het ongeloof worden weersproken, ook voor het publieke leven. De proclamatie van het koningschap van Christus is de grote geestelijke actie der gemeente in deze tijden. Wanneer voor deze roe ping het oog opengaat, dan willen wij heden elkander naderen, en zullen wij als een getuigend volksdeel het waarachtig volksbelang voorstaan, door in Schriftuur lijke zin Christelijke politiek en staatkunde voor te staan. De uitslag der verkiezingen wachten wij af in het vertrouwen, dat God regeert, Die alléén weet, in welk stadium der geschiedenis wij zijn gekomen. Maar, hoe de verhoudingen ook worden, wij staan voor de op dracht, dat wij getuigen van Jezus Christus zullen zijn. De geestelijke verwarring onder ons volk is wel heel groot. Maar, wie Hem belijden za4 voor de men sen, die heeft een kracht, welke onoverwinnelijk is. En het is meer dan tijd, dat wij uit deze kracht leven èn arbeiden, om het Woord der waarheid te bewaren en uit te dragen. Want, geen ideaal, dat uit het hart des mensen opkwam, kan levensverlossing brengén. Doch, zo het Woord wordt uitgedragen, dan zal het geschieden, ten tijde des avonds, dat het licht zal wezen. C. St. Dan een vergadering met bezielende sprekers, af gewisseld met zang en declamatie, wat is er mooier in 't leven dan zulke toogdagen met jeugdig enthou siasme Het is een verkwikkend bad, waar je wek^i door opgefrist blijft, waar de diepte wensen weer omhoog worden getild. Zet ze nu met elkaar daar in Terneuzen eens voor een grote moeilijkheid, dat zé jullie in de toch wel ruime kerk op geen stukken na kunnen bergen, zodat de vergadering in de open lucht gehouden moet wor den en de rêgelingscommissie eens lekker met de han den in 't haar zit. Ga niet alleen voor je zelf, maar ook voor de anderen, om er samen een toogdag van te maken, die klinkt als een klok. Dan wordt het een feestdag, waar ze in Terneuzen van óp zullen kijken. Laat het wezen als in de dagen van Oud-Israël, zodat de Zeeuwse wateren weer gal men van de optochtenliederen en de straten van dit Jeruzalem vol worden. Niemand blijve achter. Je hebt er alleen jezelf meer. Z. - G. ZATERDAG 17 JULI. Dat zal een grote dag worden voor onze meisjes. Dat moef ook een grote dag worden. Als onze Zeeuw se meisjes in provinciale vergadering bijeen komen in de Geref. Kerk in Terneuzen. Als ik zo het programma eens inkijk belooft het goed te worden. Het onderwerp voor de morgenver gadering zal worden ingeleid door Dien Jonkheer, 'k Heb haar een paar keer ontmoet en 'k zou zeggen al was zij de enige, die 't woord zal voeren, dan alleen is 't al de moeite waard om te komen. Haar onderwerp is „Vele wegen leiden naar Rome". Dat moet ook voor Terneuzen gelden op die dag. Uit alle hoeken en gaten van Zeeland moeten op die Zaterdag de wegen naar Terneuzen leiden. Niet alleen uit Zeeuws Vlaanderen, niet alleen van Walcheren en Zuid-Beveland. Ook van Noord-Beveland, ook van Tholen en ook van Schouwen-Duiveland en St. Filips- land. 't Is dan wel een hele reis, maar waar een wil is, is een weg. Laat de wil er zijn, dan wordt de weg gevonden. Er zullen ongetwijfeld bezwaren rijzen. Je moet dan wat vroeg op, maar dat is toch zo erg niet voor een keer. Ook zal de Zaterdag menigeen niet zo geschikt uitkomen, maar als je wilt kun je toch wel in de meeste gevallen vooruit werken. Als je alles op alles -zet kan dat wel voor een keer. Ben je niet thuis, maar in betrekking, dan wordt het moeilijker. Met overleg is er echter heel wat te bereiken. Samen moet je de schouders er onder zetten. En dan niet denken „och, 't is zo'n drukte, ik blijf maar thuis". Velen konden wellicht niet naar de Bondsdag in Rotterdam. Nu is hier een pracht gelegenheid om de schade in te halen. 's Middags heeft Ds van Strien een rede over Leven uit het geloof. Dat woord zal jullie midden in de strijd plaatsen, maar ook tegelijk nieuwe bezieling geven. Op meerdere plaatsen is 't met 't verenigings leven nu juist niet zo rooskleurig gesteld. Een zekere matheid heeft de gemoederen bevangen, 't Loopt niet met het werk en dan komt tenslotte de moedeloosheid. De fut gaat er uit. Juist als dat zo is heb je een frisse injectie nodig. Dan vooral niet thuis blijven. Laat er dan één wezen, die de zaak opwarmt om de handen in elkaar te slaan om samen op te trekken naar 't Zeeuws Vlaanderense. 't Zal jullie zo goed doen met elkaar de moeilijkheden eens te bespreken. Vooral als de lauwheid de harten in beslag genomen heeft is 't zo nodig zulk een toogdag te bezoeken. En denk zeker niet dat 't een droge boel zal wor den. Dat is al uitgesloten, omdat er allemaal meisjes bij elkaar komen. Op zichzelf is dat al een bezielend iets. De bloem van Zeeland bijeen in een grote ver scheidenheid van zomertoiletjes. IN GEEN DING BEZORGD. Uit de nalaten schap van Dr H. A. van Andel te Solo. J. N. Voorhoeve, den Haag. Voor in dit fijne boekje vindt ge een foto van Dr van Andel, die hem U doet kennen als een warm meelevend man. Daarop volgt een voorrede van Mevr. J. C. van AndelRutgers, waarin zij haar in Japanse gevangenschap overleden man met droefheid gedenkt, maar ook tegelijk met grote dankbaarheid noemt al de vriendschap, die hij in het werk der zending heeft ondervonden. Het boek zelf behelst een 23-tal kamptoespraken en één meditatie, een Kerstoverdenking die in 1935 in de „Locomotief" te Solo verscheen. In deze toespraken hebben wij een afscheidswoord van' een zeer bemind zendingsman, waarin hij nog spreekt, nadat hij gestorven is. Zij zijn gevonden na de Japanse capitulatie. x Telkens vindt ge eerst een Psalm afgedrukt, waar aan wij „herinnerd worden". Dan een Bijbelgedeelte, waaruit de text voor de toespraak genomen is, ver volgens de* toespraak zelf. Nu heb ik, zoals menig predikant, indien niet allen, verscheiden werken van Dr van Andel in mijn boekenkast. Maar geen daarvan kan halen bij dit kleinste, maar ook fijnste van alle. Telkens weer treft U de tere kinderlijke godsvrucht van de spreker. Daarbij zijn ze helder en klaar als kristal, en direct aansluitend bij het leven. Met al -zijn moeiten, zorg en strijd, zoals dat vooral in een con centratiekamp sterk naar voren kwam. Aan het slot van de toespraak is ook het gebed opgenomen, dat daarna uitgesproken werd of nog een Psalm of Ge zang. In dit alles voelt ge, hoe de vrucht van het leven gerijpt is om binnengedragen te worden in de schuur van de hemelse Landman. Dit is echter vroom heid. Dit boekske is een juweel, met recht een „gouden kleinood" te noemen. Z. G. DE ZEVEN KRUISWOORDEN door H. Th. van Munster. S. J. P. Bakker, Amsterdam, 1947. Een boekje van even 100 blz., waarin de Gorcumse predikant het lijden van onze Heiland aan het kruis, zoals dat tot uitdrukking komt in de kruiswoorden, vgor ons wil doen leven, inzover wij mensen daar zou kunnen indringen. Wanneer wij aan zijn hand het heiligdom van het lijden binnengaan, ontdekken wij telkens weer nieuwe schatten voor het arme zon- daarshart. Zowel in uitlegkundig opzicht als in prak tische uitwerking een boekje dat, vooral in de lijdens- tijd, onze overdenking van Christus' worsteling tot ons behoud in zuivere banen leidt en de liefde tot de Heiland zeker nog zal versterken. Z. G. OVER DE BEVOEGDHEID TOT SCHOR SING EN AFZETTING VAN OUDER LINGEN EN DIAKENEN door Dr W. A. van Es. Kok, Kampen, 1946. Een brochure van een 60 blz., die zijn ontstaan te danken heeft aan de kerkelijke moeilijkheden, waarin wij de laatste jaren hebben geleefd en die, wat de bevoegdheid tot schorsing en afzetting juist van ouder lingen en diakenen, nog niet tot een oplossing is ge komen. Reeds in de kwestie „Geelkerken" bleek er op dit punt geen 'eenstemmigheid onder ons te zijn en dit werd nog zeer versterkt door de jongste kerkscheuring. Na aanleiding en doel van het geschrift te hebben uiteengezet memoreërt de schrijver enkele misvattingen die er op dit terrein nog steeds z.i. bestaan. De schrij ver toch komt heel sterk op voor het feit, dat alleen de plaatselijke kerk in casu kerkeraad het recht heeft om ouderlingen en diakenen te schorsen en af te zetten. Hij grondt dit in de eerste plaats op onze Kerken ordening en vervolgens op de praktijken, zoals die reeds van voor de Dordtse Synode is geweest. Ook in de tijd na de grote Synode van Dordt, waarvan in de laatste tijd nog al eens gezegd, dat toen de Sy node zelf meerdere kerkeraden zou hebben afgezet, die persé in Remonstrantse wateren wilde blijven zei len, blijkt volgens de naspeuringen van Dr van Es maar in één geval, dat een classis heeft ingegrepen

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1948 | | pagina 2