ZEEUWSCHE t KERKBODE
m
UITGAVE YAM DE
DER GEREFORMEERDE
PARTICULIERE
M KERKEM I El
5 Y M O DE
Z E E L A M D
BELANGRIJKE CONFERENTIE OVER
INDIË VOOR ONZE PREDIKANTEN
TE ROTTERDAM.
J.">vy
„EEn DAQ in UVE VOOR
Hovei is J[: //JflMiL;4-i- B
No. 49 VRIJDAG 14 JUNI 1946 1ste jaargang
Hoofdredacteur: Dr N. J. HOMMES. Redacteuren: Ds JOH. BOOIJ, Ds W. M. LE COINTRE, Ds A. .A. OOSTENBRINK en Ds J. A. TIEMENS
Drukkerij LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg
Abonnementsprijs: per halfjaar bij vooruitbetaling f 2,50. Afzonderlijke nummers 10 ct. Advertentiën 20 ct. per regel
Berichten, opgaven predikbeurten enz. tot Dinsdagmorgen te zenden aan de drukkers Littooij Olthoff, Middelburg, Spanjaardstraat 47. Telefoon 2438. Giro 42280
TE JERUZALEM
En als Hij met hen vergaderd was, beval
Hij hun, dat zij van Jeruzalem niet scheiden
zouden, maar verwachten de belofte des
Vaders, die gij (zei Hij) van Mij gehoord
hebt. Handel. 1 4.
Het is niet zonder reden, dat onder de
dingen, waarover Jezus met Zijn discipelen
in de dagen vóór Zijn hemelvaart bezig was,
bovenal genoemd wordtde belofte des
Heiligen Geestes.
Immers op de komst van den Geest wachtte
nu alles.
Het verzoenend werk van Christus is vol
bracht. Het ligt gereed. Nu moet het worden
toegepast. Wie zal dat doen? Wie alléén
kan de oogen voor Christus openen en het
hart voor Zijn Evangelie ontsluiten?
Nu komt de belofte des Heiligen Geestes.
Want het zou die Goddelijke Geest zijn, die
straks van boven kwam om het kruis van
Christus met onweerstaanbare kracht in de
wereld in te dragen, om aan de menschheid
het Evangelie te prediken, om haar Christus
en al Zijn weldaden deelachtig te maken.
Maar waar zal die Geest nederdalen?
„En als Hij met hen vergaderd was, beval
Hij hun, dat zij van Jeruzalem niet scheiden
zouden."-
Het zou heel begrijpelijk geweest zijn, als
zij straks van Jeruzalem wél zouden scheiden.
Alles herinnerde daar immers aan het lijden
en sterven van den Meester. Daar was de
Herder geslagen en waren de schapen ver
strooid. Daar had het kruis gestaan. En daar
hadden de discipelen de deuren moeten
sluiten vanwege de vreeze der Joden. Zou
het dan niet beter geweest zijn de jongeren
naar veiliger oord te geleiden, om hen aan
te doen met kracht uit de hoogte?
Deze overwegingen hebben zeker geleefd
in het hart der discipelen.
Maar op dat alles is het bescheiddat zij
van Jeruzalem niet scheiden zouden want
daar zal de Geest nederkomen.
Waarom juist daar, te Jeruzalem
Juist omdat die plaats het tooneel was ge
weest van Christus' lijden en sterven; om
dat daar het werk van den Middelaar vol
bracht was daarom zal de Geest daar
nederkomen. Waar het tarwegraan in de
aarde valt en sterft op die plaats schiet
ook de halm en draagt haar vrucht.
Om de éénheid te prediken tusschen het
werk van Christus en het werk des Geestes.
Om te doen zien, dat de Geest niets uit zich
zelf geeft, maar het alles uit Christus neemt.
Daarom is de orde in het Koninkrijk Gods
aldus, dat waar de verzoening is aangebracht
aldaar ook de Geest nederdaalt.
Hier is onderwijzing ook voor ons.
Wij leven wel in den tijd na: de komst des
Geestes, en wij hebben geen nieuwe uit
storting te verwachtenmaar de werkzaam
heid van den Heiligen Geest is nog altijd
dezelfde. Hij is het, en Hij alléén, die ons
Christus deelachtig maakt.)
Niemand aanvaardt uit zichzelf het heil in
Christus. Niemand kiest uit eigen begeerte
Jezus tot zijn deel.
Daar ligt nu het Evangelie, de schat der
genade Gods in Christus. |En nu heeft nie
mand ooren om te hooren, niemand een hart
om te waardeeren tenzij de Heilige Geest
hem daarmee begiftigt.
Dit is eenbeschamende gedachte, maar
óók een heilzame gedachteeen gedachte,
die wij te hóóren hebben dagelijksWe
zullen den Geest moeten noodig hebben, als
wij Christus willen aannemen.
Maar wanneer we deze waarheid dan
gaan verstaanwanneer het onze belijdenis
wordt„Gansch hulpeloos tot Hem^evloden"
dan krijgt ook die beschikking van Jezus
.zoo'n groote waarde voor onsdat zij van
Jeruzalem niet scheiden zouden. Dan wijst
ons de Schrift ook nu nogj waar de Heilige
Geest komen zal.
Neen, nu niet meer alleen in het plaatselijk
Jeruzalemmaar wél nog altijd daar waar
het verzoenend werk van Christus is, waar
men blijft bij Zijn kruis, waar men niet schei
den wil van Zijn aangebrachte gerechtigheid.
Dit is de blijvende waarheid van Jezus'
aanwijzingdat zij van Jeruzalem niet schei
den zouden.
Als er dan een uitzien bij ons is-naar de
werking des Geestes, naar Zijn gaven en
krachten; als in ons hart de overtuiging
leeft, dat wij de hulp van den Heiligen Geest
noodig hebben om te komen tot bekeering
en geloof, tot vrede met God en vreugde des
heils dat we ons hier dan den weg laten
wijzen, waarin de Heere ons Zijn Geest
schenken wilen laat ons met heel onze
ziel en al onze gedachten blijven bij Christus
en Zijn gerechtigheid; laat ons (om het in
de woorden van onzen tekst te zeggen) te
Jeruzalem blijven, om daar den Heiligen
Geest te verwachten.
Hoe vaak gaan we, om troost en vrede en
zekerheid te zoeken, den verkeerden weg.
We onderzoeken en peilen ons hart, om daar
grond te vinden. We zien steeds naar binnen,
en dan vinden we daar niets, dat ons helpen
kan. En hébben we vandaag al iets, dan
zijn we het morgen weer kwijt. En dan blijven
we tobben en klagen. v
Dat is ook geen „blijven te Jeruzalem".
Dat is den Heiligen Geest ook niet welbe-
hagelijk. Dat is eigenlijk aan Christus de eer
ontnemen. Want Jezus heeft niet gezegd
„Die zal het uit het uwe nemen" maar
„Die zal het uit het Mijne nemen." Uit Christus
wil de Geest ons rijk maken. Welnu, dan
hebben we ook bij Christus den Heiligen
Geest te verwachten.
Daaromniet scheiden van Jeruzalem,
maar blijven bij het werk, bij de genade, bij
het Evangelie van den Heere Jezus. Al duurt
het misschien wat lang niet uit Jeruzalem
wegzwerven naar andere plaatsen, gelijk de
discipelen dat niet mochten, maar blijve^n bij
het priesterlijk Middelaarswerk van Jezus
Christus. Daar mogen we verwachten de be
lofte des Vaders, die ook wij van Hem ge
hoord hebben.
Kruiningen. J. KOOLSTRA.
A.s. Woensdag 19 Juni zal er te Rotterdam een
belangrijke vergadering worden gehouden voor onze
predikanten, alwaar het Indië-vraagstuk, dat de ge
moederen zoo beroert, ran twee zijden zal worden
belicht.
Het is bekend en waarlijk niet zonder zorg consta-
teeren we dit, dat de kloof tusschen vele onzer voor
aanstaande zendingsrnenschen en onze politieke leiders
inzake Indië steeds grooter wordt. Dit werkt op onze
menschen bedenkelijk en verwarrend. Vele eenvoudigen
weten niet meer wat ze er van denken moeten.
Onze politieke leiders veroordeelen in scherpe be
woordingen de politiek van Van Mook. Een man als
Ds Verkuijl komt per vliegtuig over en geeft hier aan
journalisten een interview, waarin hij zich ronduit
achter Van Mook stelt en zelfs „met diepe eerbied"
voor hem vervuld is.
Begrijpelijk dat de partij van den Arbeid juicht en
dat alom reclame wordt gemaakt met Ds Verkuijl.
Dit zet weer kwaad bloed en zoo wordt de ver
warring en verwijdering onder ons grooter.
In Nieuw-Nederland van 7 Juni, het Christelijk cul
tureel sociaal weekblad, wordt reeds veel tegen Ds
Verkuijl geopponeerd. We lezen daar in een artikel
Het spel achter de schermen o.a. „Waar staat de
Zending Achter de republiek van Soekarno of er
tegenover
En is wat voor Nederlandsche christenen principieel
juist is, onjuist ten aanzien van Indische christenen?...
Even verder heet het„Maar dat de voorlichting
van Ds Verkuijl op deze wijze een gelukkige is, wagen
wij sterk te betwijfelen. En deze Ds is n.b. nog wel
speciaal naar Nederland gezonden om ons ook nu eens
goed in te lichten en de „feitelijke onkunde van de
leiding der anti-revolutionnaire partij, waarover hij
met „zorg en verdriet" vervuld is, aan de kaak te
stellen. Wat een taak voor een dominee, wiens roeping
in Indië ligt. Wie bepaalt dat
Tot zoover de reactie in Nieuw-Nederland.
Het is duidelijk dat we staan voor een ernstige en
gevaarlijke verdeeldheid van inzicht inzake Indië.
Daarom is de conferentie Woensdag 19 Juni te
Rotterdam belegd voor onze predikanten, een zeer
gelukkige daad. In het gebouw „Pro Rege", Oude-
dijk 113 zullen daar over de Indië-politiek spreken
Prof. Bavinck en Ds Verkuijl eenerzijds. Anderzijds
zullen de Heeren Meijerink (kamerlid en lid van de
commissie van Poll) en Mr van Andel (Secr. v. d.
comm. van Poll), hun zienswijze uiteenzetten. In de
morgenuren zullen de sprekers gelegenheid hebben hun
standpunten uiteen te zetten. Des namiddags zal de
gedachtenwisseling plaats vinden. De datum 19 Juni
gekozen, den dag vóór de Theol. Schooldag, om zoo
veel mogelijk predikanten in staat te stellen te komen.
Wij wekken de collega's op deze zeer belangrijke
vergadering niet te verzuimen en sluiten ons van harte
aan bij de gedachte der initiatiefnemers, lie den wensch
uitspreken, dat de kerkeraden de predikanten finan
cieel in staat stellen deze vergadering bij te wonen.
Er staan groote belangen op het spel voor Land
en Kerk en Zending. Wij mogen wel bidden met den
Psalmist„Zend Heer, Uw licht en waarheid neder."
N. J. H.