ZEEUWSCHE KERKBODE
UITGAVE V Afl DE
DER GEREFORMEERDE
PA RTICU LIERE
K ERK EH I n
5 Y n O DE
Z E E L A M D
V
f7,ten pa a «ti uve voor Ho ven n
No. 48 VRIJDAG 7 JUNI 1946 1ste jaargang
Hoofdredacteur: Dr N. J. HOMMES. Redacteuren: Ds JOH. BOOIJ, Ds W. M. LE COINTRE, Ds A. A. OOSTENBRINK en Ds J. A. TIEMENS
Drukkerij LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg
Abonnementsprijs: per halfjaar bij vooruitbetaling f 2,50. Afzonderlijke nummers 10 ct. Advertentión 20 ct. per regel
Berichten, opgaven predikbeurten enz. tot Dinsdagmorgen te zenden aan de drukkers Littooij Olthoff, Middelburg, Spanjaardstraat 47. Telefoon 2438. Giro 42280
PINKSTERFEEST
Handel. 24a. En zij werden allen
vervuld met den Heiligen Geest.
Het Pinksterfeest is altijd weer een moeilijk
feest, en zwaar om te verstaan. De „natuur
lijke" mensch begrijpt er heelemaal niets
vanhet is hem dwaasheid. Het biedt niets
voor het natuurlijk oog.
Op het Pinksterfeest zwijgt dan ook de
wereld. Het is het feest van de Kerk, de
heilige vergadering der ware Christ-geloo-
vigen; het is het feest van den „geestelijken"
mensch, het feest van de komst des Geestes
in het midden van de gemeente van Christus.
Wij belijden het Pinksterfeest allereerst als
een werk van God den Vader. Immers nu
wordt vervuld de belofte des Vaders, waar
van Christus vóór Zijn hemelvaart tot Zijn
apostelen heeft gesproken. De Schepper van
hemel en aarde is ook de Herschepper,die
Zijn kinderen maakt tot nieuwe, wederge
boren menschen.
Maar Pinksterfeest is ook het werk van
den tweeden Persoon van het Goddelijk
Wezen, het werk des Zoons. Hij, die door
de rechterhand Gods verhoogd is in' den
hemel, stort nu op Zijn gemeente op aarde
uit Zijn H. Geest. En in Zijn Geest is Hij van
nu voortaan met Zijn gemeente al de dagen
tot aan de voleinding der wereld. Door Zijn
Geest giet Hij nu in ons, Zijn lidmaten, de
hemelsche gaven uit. Met Zijn Geest zalft
Hij Zijn discipelen; ze worden de zalving
van Christus deelachtig en bekwaam ge
maakt tot het drievoudig ambt van profeet,
priester en koning.
Pinksterfeest is echter in bizonderen zin het
feest van den H. Geest, den derden Persoon.
Hij maakt nu woning in Zijn Kerk. Hij komt
niet maar voor een tijd; Hij komt niet op
bezoek, maar Hij komt voor altoos, om
eeuwiglijk bij ons te blijven. Hij wil in ons
wonen en ons tot lidmaten van Christus hei
ligen, ons toeëigenende hetgeen wij in Chris
tus hebben, namelijk de afwassching van
onze zonden en de dagelijksche vernieuwing
van ons leven.
„En zij werden allen vervuld met den Hei
ligen Geest." Zoo is het geschied op den
lOden dag rïa de hemelvaart van Christus,
op den 50sten dag na Zijn opstanding. Ver
vuld werd eerst de dag, toen het huis, ten
slotte de menschen. Niet slechts enkelen
werden vervuld, niet alleen de 12 apostelen,
niet een aparte priesterkaste. Neen, in de
niéuwe bedeeling zijn alle geloovigen, grooten
en kleinen, ouden en jongen, voornamen en
eenvoudigen, profeten, priesters en koningen.
Dat is de heerlijke en rijke gave aan de Kerk
op het Pinksterfeest geschonken.
Maar deze Pinkstergave is ook tegelijk
onze(ppgave, onze roeping. Met het Pinkster
feest ^s de laatste bedeeling aangevangen.
Kinderkens, zoo zegt de apostel Johannes,
het is de laatste ure. Nu gaat de H. Geest de
herschepping voltooien. Hij wil dat gij, ver
vult met den H. Geest, in uw ambt der ge
loovigen, als profeet den naam van Christus
alom belijden gaat, dat gij als priester uzelf
uw Heiland tot een levend dankoffer gaat
offeren, en als koning met een vrije en goede
consciëntie in dit leven te<gen de zonde en
den duivel gaat strijden om hiernamaals in
eeuwigheid met Hem over alle schepselen te
regeeren.
Zoo wordt het Pinksterfeest een heerlijk
feest. In deze wereld werken allerlei booze
geesten, de geesten van ongeloof en revo
lutie, de geest uit den afgrond. Maar de
Heilige Geest is de Geest, die uit God is en
die aan Gods Kinderen is geschonken. Hij
is de Geest der aanneming tot kinderen, door
welken wij roepenAbba, Vader. Hij is de
Geest, die ons toeëigent hetgeen wij in Chris
tus hebben.
Hij is de Geest van den Vader en den
Zoon.
Hij is ook mij geschonken, zoo belijdt het
Kind des Heeren. Hij is n -et aan de wereld
gegeven. Hij gaat ongeloovigen voorbij.
Maar Hij is gegeven aan hem, wiens eenige
troost in leven en sterven is, dat hij het eigen
dom is van zijn getrouwen Zaligmaker Jezus
Christus. Dit zij, mijn broeder en zuster, ook
uw troostDan wordt ook gij vol van den
H. Geest, vol van geloof, hoop en liefde
Colijnsplaat. N. VEENSTRA
DE VRIJZINNIGEN EN DE SCHUILKELDERS
DER DOGMA'S
In de dagbladen hebben we kunnen lezen, dat een
groep Vrijzinnig-Hervormde predikanten onder leiding
van Ds. H. van Lunzen en Ds. J. van Mulleen geprotes
teerd hebben tegen het feit, dat de Vereeniging van
Vrijz. Hervormden de formuleering heeft aanvaard,
welke inhoudt, dat de Herv. Kerk en haar Gen. Synode
zullen werken „in gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift
en op den bodem van de Belijdenisgeschriften." Zij be
schouwen deze formule een compromis, dat strijdig is
met het vrijzinnig beginsel, ook met dat van'een figuur
als de rechtsmoderne Prof. Roessingh.
Immers ook voor wijlen Prof. Roessingh is terugkeer
tot Christus en het Evangelie niet hetzelfde als terugkeer
tot de belijdenis van deze of gene kerk of een terugkeer
tot den Bijbel in den ouden zin als het Woord Gods.
De Bijbel toch is voor de Vrijzinnigen een reeks oude
geschriften, niet de Schrift, niet het Woord.
Deze groep acht de ontwikkeling der dingen beden
kelijk. De „zuiging naar rechts" is niet gevolg van ver
diept religieus bewustzijn. Deze Vrijzinnige predikanten
stellen een heel andere diagnose. Zij achten „de vlucht
naar de veiligheid der geestelijke schuilkelders van
dogma, mythe, de „Heilige Schrift", de belijdenisge
schriften etc. een natuurlijke reactie op de explosieve
gebeurtenissen van de wereldhistorie
Dit protest der Vrijzinnigen verbaast ons niet, even
min als ons de vorm verbaast, waarin zij het hebben
gegoten. Het protest heeft zijn pijnlijke verdiensten. Het
geeft een klaar geluid. Temidden van broederschaps
dronken en bedwelmende oraties van het driemanschap
Banning, Gravemeyer en Kraemer, zegt het ons nuchter
dat er een onverzoenlijke vijandschap is tusschen ortho
doxie en Vrijzinnigheid.
Dit protest is tegelijk profetie en waarschuwing dat
het „avontuur" der Ned. Herv. Kerk en haar voorloopige
Synode verkeerd moet afloopen. Ook in de Ned. Herv.
gaan bij velen de oogen open. Er komt steeds meer
zorg en reserve tegenover het offensief op alle fronten
door de Synode ingezet.
Ik denk slechts aan de critiek van een Ds. Noord
mans, die de opdrachten van de Synode noemde als
gesproken in den stijl van een onderneming, haar bood
schappen karakteriseerde als programma's uit een be
weging, die de Kerk niet passen en die den Bedienaar
des Woords tot een ambtenaar maken.
En deze vrijzinnigen hebben gelijk. De formule
„in gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift en op den
bodem van de Belijdenisgeschriften", eerlijk bedoeld en
genomen na'ar den zuiveren ijk der woorden, is in strijd
met het vrijzinnig beginsel. De Vrijzinnigen kennen
strikt genomen geen „Heilige Schrift" en geen „belij
denisgeschriften". Hoe kan men dan aan de eerste
gehoorzaam zijn en op den bodem der laatste staan
Deze protesteerende Vrijzinnigheid heeft gelijk met haar
bewering dat dit alles, wat nu gaande is, ook in strijd
is met de theologie van den rechtsmodernen Roessingh.
Wie de theologie van Roessingh kent, die weet, dat
deze theologie ten spijt van alle orthodoxe klanken,
uitgaat van de autonomie der menschelijke rede. Inder
daad is de zwenking en kentering van het modernisme
onder Roessingh geen terugkeer naar de theologie der
Reformatoren.
De klooi'is gebleven en het is dwaas en noodlottig
om daar de oogen voor te sluiten.
De hier protesteerende Vrijzinnigen brengen dat ook
in herinnering. Hun protest is een waarschuwing, dat
men toch ophoude met langer „droomen te droomen"
maar de werkelijkheid onder de oogen zie.
En wanneer hier de „zuiging naar rechts" genoemd
wordt een vlucht naar de veiligheid der geestelijke
schuilkelders van dogma en mythe, dan is met één slag
duidelijk hoe sterk de antithese is tusschen orthodoxie
en vrijzinnigheid.
En wat hier uit de hoogte genoemd wordt, een vlucht
naar de veiligheid der geestelijke schuilkelders, dat is
voor allen, die waarlijk gehoorzaam zijn aan de Heilige
Schrift, een wonen in Sion, waarvan zij in blijdschap
des geloofs jubelen„Gaat rondom Sion en omringt
haartelt hare torenszet uw hart op hare vesting."
Er zullen stellig Vrijzinnigen, zijn, die de sterke vestingen
der dogma's weigeren te disqualificeeren als geestelijke
schuilkelders, gelijk in dit protest wordt gedaan. Ik
vermoed ook dat Banning dit zal weigeren, maar dat
is niet beslissend. Beslissend is of wij willen wonen
in het Sion van het Woord Gods met haar torens en
vestingen der belijdenisgeschriften.
En dat weigert de rechtsmoderne niet minder dan
de links-moderne.
Het gaat om de gronddogma's van het Christendom.
-Men mag deze smalend noemengeestelijke schuil
kelders. Allen die het Evangelie der Verzoening belijden,
zij staan en roemen daarbinnen in de hope der heer
lijkheid Gods. De crisis in de Ned. Synode moet komen.
Het heen en weer praten moet vastloopen.
Kuyper sprak reeds van de ijdele poging om ijzer
en leem te verbinden.
Men is geladen tegen Kuyper. Dat is de man van
de halsmisdaad. Het zij zoo.
Men luistere dan naar den humanist Goethe. In het
avontuur van vrijzinnigheid en orthodoxie liet hij in zijn
tijd reeds het diepzinnige woord vallen
Twee tegenstanders zijn het, die met elkander boksen.
De Arianen en de Orthodoxen.
Het is altijd weer dezelfde twist
En duurt tot aan het jongste Gericht.
Het is nog dezelfde twist, waarbij de eene partij uit
de hoogte spreekt van schuilkelders, van dogma's, de
andere jubelt van torens en vestingen.
M. N.J.H.
ARME DOMINEE
In een Amerikaansch blad lazen we de volgende
vroolijke commentaar op de dominees. Wij hadden er
plezier in en hopen van onze lezers hetzelfde. Daarom
kunnen we de verzoeking niet weerstaan om het geval
door te geven. -Het is zelfs om met Paulus te spreken,
„nuttig tot leering en wederlegging".