ZEEUWSCHE i KERKBODE
UI TO AVE VAI1 DE
DER GEREFORMEERDE
PARTICULIERE 5YUODE
KERKEU in ZEELAMD
„EEC1 DAO |t1 UVE VOORHOVEPj |j j J_ B E T E DUlZCtlP t L t> E fc S
No. 38 VRIJDAG 29 MAART 1946 1ste jaargang
Hoofdredacteur: Dr N. J. HOMMES. Redacteuren: Ds JOH. BOOIJ, Ds W. M. LE COINTRE, Ds A. A. OOSTENBRINK en Ds J. A. TIEMENS
Drukkerij LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg
Abonnementsprijsper halfjaar bij vooruitbetaling f 2,50. Afzonderlijke nummers 10 ct. Advertentiën 20 ct. per regel
Berichten, opgaven predikbeurten enz. tot Dinsdagmorgen te zenden aan de drukkers Littooij Olthoff, Middelburg, Spanjaardstraat 47. Telefoon 2438. Giro 42280
OVERGEGEVEN TOT HUNNEN WIL.
Maar Jezus gaf hij over tot hunnen wil.
Luc. 2325.
Jezus is overgegeven aan den wil der Joden.
Dat beteekent overgegeven aan mensche-
lijke willekeur.
Prijsgegeven aan de brutale feiten van
den dag.
Alle duistere en lage hartstochten woelen
en koken rondom Jezus.
De menschelijke wil is boos, hij is een
pertinente onwil ten goede.
Hij is een huiverwekkende macht van
zondedriften.
Het leven bewijst het iederen dag.
De menschelijke wil is de duistere drift tot
zelfhandhaving.
Hij werpt zich als een atoombom op recht
en gerechtigheid.
Alle hartstochten razen zich uit tegen Jezus,
op kosten van den Heiland.
Jezus overgegeven aan den wil der rnen-
schen.
De menschen bijten zich vast in den wil
tot zelfhandhaving.
De Joden, het Sanhedrin, Pilatus.
Zij voeden en injecteeren elkander.
En zoo zenden zij Jezus den dood in.
Verraden door zijn eigen volk, wegge-
stooten uit Jeruzalem, de heilige stad. Ver
raden door het Recht, dat omgebogen wordt
tot het laagste onrecht.
Jezus mishandeld, gegeeseld, weggeduwd
in het gezelschap van misdadigers. Voorwerp
van hoon en verguizing.
Jezus goed genoeg voor de meest ont-
eerende doodstrafhet Kruis.
Dit is dan de vrucht van den menschelijken
wil, die te allen dagen alleenlijk baas is.
Er is reden voor ons om voor ons zelf te
huiveren.
Wij hebben gezien deze jaren waartoe de
booze wil der menschen in staat is. De con
centratiekampen zijn sombere getuigen.
Wij staan hier aan de grens. Wij kuunen
niet verder.
Deze duisternis is volkomen.
En toch, er is licht. Wij zien op Jezus.
Overgegeven aan den boozen wil der
menschen, volbrengt Hij Gods heiligen wil.
„Zie, Ik kom om Uw wil te doen!"
O, wij zullen het nooit doorgronden.
Maar in dezen poel van laagheid en onge
rechtigheid, volvoert de Heiland alle gerech
tigheid Gods.
Ten spijt van Pilatus, van de Joden, van
Uw en mijn boozen wil, zegeviert in het Kruis
door Jezus, Gods heilige wil.
O diepte des Rijkdoms
Door Jezus ben ik met mijn boozen wil
verzoend met Gods heiligen wil.
Mijn booze wil overgegeven aan Gods
heiligen wil.
M. N.J.H.
WILLIAM CAREY
HOOFDSTUK I
a. De tijden waarin hij leefde.
I. De 18e eeuw in het algemeen.
Om aan te toonen, dat deze gevallen niet apart
staan, willen we Dr Stroughton aanhalen: „Het
publiek heeft reeds langen tijd met verontwaar
diging opgemerkt, dat sommige van de meest
opvallende fatten, dronkaards en dobbelaars, die
figureeren bij waterpartijen en allerlei plaatsen
van publieke vermakelijkheid jonge menschen zijn
uit de geestelijkheid". 14) Hoe meer boeken men
U9UI IPIOM J99UI O} sop 'opOTJOd 9Z9p .I9A0 1S99I
overtuigd, dat er geen overdrijving zit in de
bovengenoemde beweringen. Integendeel: de
manier waarop het volk leeft, is een goede spie
gel van den lagen stand van de geestelijkheid.
Ten tijde van den dood van Wesley waren er
II.164 parochies in Engeland en Wales, maar
slechts 4412 waren bezet door geestelijken, dus
iets meer dan een derde. Dat bewijst hoe enorm
veel cumulatie van ambten er was en hoe gewel
dig veel plaatsen vacant waren, hoewel het toch
weer een geweldige verbetering was vergeleken
met den toestand aan het begin van die eeuw. 15)
Burnet, die dat alles heel goed zag, schrijft in
het vroege begin van deze eeuw: ,,Tk kan niet
anders dan met de diepste bezorgdheid zien naar
de dreigende ramp die over de kerk hangt en
bijgevolg op de geheele reformatie. De uitwen
dige toestand is heel zwart, dat weet God: maar
wat mijn vrees nog grooter doet zijn, is voorna
melijk den inwendig verdorven toestand waarin
we zijn vervallen. Het grootste gedeelte van hen,
die in het ambt bevestigd worden, zijn zóó on
wetend, dat zij, die niet met hen te maken heb
ben het niet kunnen begrijpen hoe erg het is.
Het meest eenvoudige Schriftgedeelte kennen ze
niet. Velen kunnen niet een dragelijk verslag
geven van den hoofdinhoud van den catechismus.
Dat verscheurt dikwijls mijn hart". 16)
Natuurlijk was er niettegenstaande deze feiten
nog een leger van mannen, die vochten aan de
zijde van de geopenbaarde waarheid tegen de
beginselen van rationalisme en deïsme. Namen
zooals Dr Richard Bently, Warburton, Dr Samuel
Clarke, Sherlock, Joseph Butler en anderen, 17)
zijn mannen van naam gedurende alle eeuwen,
door hun verdediging van de Schrift tegen deïsme
en rationalisme. Maar hun boeken, van hoeveel
waarde ze ook mogen zijn, veranderen niet de
ondeugden en immoraliteit en het schandeleven
en de zonde van de menigte. De boeken, die ze
uitgaven, waren vol van argumenten, maar ze
spraken weinig of niet van Jezus Christus en
Dien gekruist en ze riepen den mensch niet op
tot een nieuw leven, noch om te gaan naar de
heidenen en het Evangelie te prediken.
In deze periode waren John en Charles Wesley
en George Whitefield de instrumenten in de hand
van God om de kerk te doen herleven, om de
kerk, die verhongerde, aan te vuren en te stimu-
leeren. De oorsprong van hun oproep tot zuiver
heid en heiligheid kan worden gevonden in hun
Holy Club te Oxford. Tesamen met bovenge
noemde mannen stond er een groot aantal be
gaafde mannen op, die de kerk begeerden en die
gezegenden invloed uitoefenden op de kerk als
geheel en in het bizonder op de geestelijkheid.
In deze periode werd William Carey geboren.
Na de periode van droogte en honger kwam er
een wolkje uit de zee als eens mans hand. Na
een korten tijd was de hemel zwart van wolken
en wind en was er een zware regen. 1 Kon. 18 44.
14) Dr Stroughton, Religion in England VI, 206,
Townsend a.w. p. 118.
15) Townsend a.w. p. 364.
16) Ib. p. 120.
17) Ib. pp. 129/130.
A. H. O.
EENHEID VAN KERKEN OP JAVA
Overal ter wereld is een geweldig streven merk
baar om tot eenheid te komen. In Mohammedaan-
sche landen wil de christelijke kerk een front
maken tegen het fanatisme van den Mohamme
daan. In Hindoeïstische landen wil de kerk ge
zamenlijk een actie gaan ontwikkelen om tot den
aanval over te gaan. In Mandsjoerije en China,
in Afrika, ja over de geheele wereld ziet men
in dat eendracht alleen macht kan maken. Niet
alle eenheid kunnen we en mogen we goedkeu
ren. Maar het streven van het verscheurde en
gedeelde christendom naar meerdere eenheid op
basis van Gods Woord en belijdenis is een ver
heugend verschijnsel. Op Java hebben Chineesche
kerken een eenheid gezocht en gevonden. De
drang daar van de inheemsche kerken is te ster
ker, omdat men als een zeer kleine minderheid
staat midden in de zee van het Mohammedanis
me. Er gebeuren door Gods Geest machtig groote
dingen. De jonge kerken zijn in actie. Ze willen
zelfstandig zijn en zelf zending drijven. Wat
doen de oude kerken? Gode zij dank: er is ook
beweeg. Maar weet u, dat het aantal menschen,
dat per jaar bekeerd wordt 1 a 2 millioen is en
dat het aantal „heidenen", dat per jaar geboren
wordt 20 tot 25 millioen is? Wellicht heeft dit
u iets te zeggen. A. H. O.
GROOTE BIJBELDAG TE ANTWERPEN
Op 2en Paaschdag, Maandag 22 April, zal D.V.
te Antwerpen een groote samenkomst worden ge
houden, waarin verschillende sprekers uit België
en ook uit Nederland zullen optreden.
Het allesbeheerschende onderwerp zal daar zijn:
de Plaats en de Beteekcnis van den Bijbel. Wij
willen zeer gaarne op verzoek de aandacht ves
tigen op dezen groot en goed georganiseerden
Bijbeldag en drukken daarom het Programma
hier af.
Wie geregeld het voorrecht heeft om de Kruis
banier te ontvangen, het zoo uitstekend geredi
geerde Algemeen Evangelisch Weekblad in België,
die kan niet anders dan bewondering hebben voor
de groote activiteit van het zoo kleine, maar toch
zoo dappere Protestantsche smaldeel in het aan
Roomsche suprematie en bijgeloof overgeleverde
België. Schouder aan schouder trekken alle'
Evangelische Christenen daar op en wagen daar
een geestdriftig offensief op de Roomsche wereld.
Wij verheugen ons daarover van harte. Wie denkt
aan de eens zoo machtige golfslag van het Evan
gelie over Vlaanderenland in de 16e eeuw, diens
hart wordt met weemoed vervuld over wat in
later eeuwen verkommerde.
Maar tegelijk moet die groote periode uit ons
gemeenschappelijk verleden voor alle waarachtige
kinderen der Reformatie een blijvende bron van
inspiratie zijn tot den strijd om de heerschappij
van het Woord Gods in Jezus Christus. Wij zijn
dankbaar voor het prachtige élan dat onze broe
ders en zusters in den Heere in het schoone Vlaan
derenland openbaren. God zegene hun arbeid,
die met zooveel vaart gedaan wordt.
Moge mede door hun werk het roemruchte
Vlaanderen, dat nu bedolven ligt onder het stof
van bijgeloof, van allerlei doe- en werkheiligheid,
weer heerlijk uitstralen het licht van Gods souve-
reine genade voor zondaren!
Daartoe is noodig een hernieuwde fundamen-
teele kennis van het Woord Gods. Ja, heel onze
moderne wereld, die sterft aan haar eigen nood
en medicamenten, heeft noodig als dagelijksch
brood den Bijbel. Terug naar den Bijbel! Dat is
het parool, dat aan heel onze kreunende en van
schuld doorvreten wereld moet worden doorge
geven. Alle wijsheid der menschen doorleeft het
stadium van faillissement.
Wij moeten in deze noodsituatie alleen weer
gaan luiden de klokken van den Bijbel.
Mogen ze op 22 April helder en doordringend
luiden over Vlaanderen als een kloeke Roelant.