DE MEISJESBOND OP DEN
TWEESPRONG.
De crisis in onzen Meisjesbond.
JAARVERGADERING V-IL TE
AMSTERDAM.
.idees-der'--/veBendepstelde wedergeboorte dreigden de
ons gestelde grenzen niet te eerbiedigen.
Een onpartijdige aandachtige lezer zou met verwon
dering de vraag' kunnen stellen, hoe is het toch moge
lijk, dat deze br. S. van een zoo Synodaal mensch
als Dr. Hommes kan gaan denken dat hij ooit zou
leeren een verzegeling van reeds geschiede genade en
dat hij een uitdrukkelijke ontkenning van de zijde van
Dr. Hommes bezwaarlijk aanvaardt, ja eigenlijk wan
trouwt. Dit is inderdaad zoo voor het 'oog een raadsel.
En toch is er een verklaring. Onze br. S. is slacht
offer '.geworden van een heel gevaarlijke en leugen
achtige berichtgeving. Weer een vergiftigde padde
stoel, handig neergezet in den Synodalen moestuin.
Vanwaar komt deze en wie heeft hem uitgezet?
Ik zal den lezer nog een oogenblik in spanning
houden én eerst afschrijven wat br. S. nog zegt in
zijn brief van 2 October 1945.
Daar staat het volgende: Nu las ik juist weer een
uitspraak van den Kerkeraad te Baarn: dat alléén
hij, die belijdt, dat de Kinderdoop een reeds geschiede
'wedergeboorte is, een reeds aanwezig geloof verze-
gelte... conform Schrift en Belijdnis is!
Dat alleen hij, die belijdt het het „in Christus ge
heiligd'-'' van de le doopvraag spreekt van die heer
lijkheid, welke de zaligheid insluit (weshalve de 1ste
doopvraag alleen spreekt van de uitverkoren kin
deren) in ovreenstemming is met Schrift en Belijdenis!
Inderdaad dit alles heeft onze broeder S. gelezen,
zwart op wit en het heeft niet alleen bij hem, maar
bij velen verbazing -en onrust gewekt en het reeds
aanwezige wantrouwen tegen de Synode nog een
extra injectie gegeven.
Alles o zoo begrijpelijk.
Maar nu de vraag, waar heeft br. S. dat „juist
weer" gelezen? Heeft onze Synode dat zwart op wit
gezet? Gelukkig niet. Maar wie dan? Wel een
„Synodale" Kerkeraad, die natuurlijk in den geest
van de Synode handelt en onbarmhartig als een
slager met het hakmes der schorsing rondslaat.
Hoe weet br. S. dat zoo van dien boozen Syno
dalen Kerkeraad te Baarn? Ja dat is juist de kwestie.
Hij heeft al dit fraais gelezen in een weekblad
„Kerknieuws", waarvan hoofdredacteur is de Heer
W. C. F. Scheps, die tegenwoordig voor een „be
trouwbare en snelle" berichtgeving zorgt. Dat is in
de huidige crisis van ons kerkelijk leven toch zoo
buitengewoon mooi, zoodat Uw hoofdredacteur dat
weekblad ook leest.
Ja, hij ziet dat blad iedere week ook in, maar
hij zal het nu maar eens uitspreken en wel ronduit
met toenemende afkeer en ergernis over de ongeloof
lijke journalistieke" handigheid en geraffineerdheid,
waarin daar iedere week gegoocheld en gewerkt
wordt met de gemakkelijke formule: „menbericht
ons", „men meldt ons" „naar wij vernemen" enz.
Natuurlijk kan men zoo noodig met al deze be
richten later weer laveeren en retireeren al naar om
standigheden.
Ondertusschenkan. de Heer Scheps, de journalis-
tieke vermoorde onschuld spelen. Jammer voor hem,
dat velen dit spel al lang door hebben en nu eindelijk
\un lang getergd geduld uitgeput is.
Het was mij dan ook uit het hart gegrepen, dat
Prof. H. 'N. Ridderbos deze fatale berichtgeving van
den journalist Scheps eens zonder aanzien des per-
soons in het Geref. Weekblad van 6 October heeft
ontmaskerd.
Laat onze br. S. nu eens goed lezen en overdenken,
wat ik uit het requisitoir van Prof. Ridderbos aan
haal. Dan kan hij tastbaar zien, waar de oorzaak
van zijn wantrouwen ligt tegen de Synode en Wcfar-
door hij, en vele anderen met hem, zoo moeilijk te
overtuigen zijn.
Dan, kan hij ook ontdekken, wie de oorzaak zijn,'
dat wij oprechte en trouwe verdedigers der Synode,
handen vol werk hebben om telkens weer massa's
misstanden en misverstanden uit te roeien tot moe
wordens toe.
Hij hoore wat Prof. Ridderbos dan schrijft over
wat br. S. ook zoo „juist weer" gelezen heeft en wat
hem met nieuw wantrouwen vervult, aldus: „Laat
ik er op mogen antwoorden, dat, indien het waar was,
dat de Kerkeraad van Baarn en Soestdijk, zulk een
besluit hadden genomen, het ongetwijfeld een treurige
zaak zou zijn en scherpe afkeuring zou verdienen.
Toch zou het den geschorsten Ambtsdragers (die zich
natuurlijk prompt vrijgemaakt en als de „wettige
Kerkeraad" van Baarn hebben uitgeroepen nog niet
het recht hebben gegeven de Kerk te verscheuren.
Indien zij met zulk een besluit stel, dat het ooit
genomen zou zijn zich tot eenige meerdere ver
gadering hadden gewend, zouden zij terstond tegen
over hun Kerkeraad gerechtvaardigd zijn. Want deze
„uitspraak" is zoo falicant in strijd met letter en geest
van de belijdenis en de uitspraken onzer Kerken, dat
zij overal den scherpsten tegenstand zou ontmoeten...
Doch nu voorts, wat wij bij het eerste lezen al
terstond vermoeden en wat ons bij eerste informatie
terstond bevestigd werd,' is dit en zie hier het ont
stellende van de berichtgeving! dit alles is dezen
broeders in het geheel niet overkomen en al wat hier
in het Kerknieuws van Scheps als een uitspraak van
de Kerkeraden van Baarn en Soestdijk wordt afge
drukt, is infeite heelemaal geen uitspraak van deze
Kerkeradert
Het is slechts een staaltje van „vrijgemaakte" pro
paganda."
We kunnen heejpas niet verder citeeren, wat Prof.
Ridderbos schrijft," maar wij danken hem voor de
scherpe afstraffing, die hij verder den Heer Scheps
toedient.
Het werd waarlijk tijd dat dit minderwaardige^ spel
openlijk weïd ontmaskerd.
- Hoe wij óns, -indien het wordt voortgezet, ons daar
tégen moeten wapenen, dient nog nader overwogen.
In elk geval, raad ik mijn broeder opponent S., die
ondanks zijn ru6tigen toon heelaas belast is met een
diep wantrouwen tegenover de Sytiode, ten zeerste
aan het heele artikel van Prof. Ridderbos te lezen en
minder af te gaan op Kerknieuws van den Heer Scheps
en mee* aandach te Wijden aap de nadrukkelijke
verklaringen der Synode.
Wij schreven hierboven „misstand en misverstand
rondom 1905" en deden dat met opzet. Dat er over
de heilige doctrina der Kerk gestreden wordt is niet
zoo erg, maar wel erg is dat men op, allerlistigste
wijze de uitspraken der Synode bewust onzuiver weer
geeft en zoodoende onder het eenvoudige volk einde-
looze misverstanden kweekt en wantrouwen zaait.
Hier is' een misstand, bewuste onwil, die voert tot
misverstand, onbewuste vergissing en verkeerde be
oordeeling der Synode.
De ridders, die hier het Steekspel tegen de Synode
voeren, mogen zich met pathos als Reformatoren aan
dienen, wij kunnen alleen met schaamte van hun spel
getuigen: Ikabood, de eer is weg.
M. N. J.. H.
Onze Meisjesbond verkeert tengevolge van de ker
kelijke scheuring in groote interne moeilijkheden.
A.s. Woensdag 17 October zal beslissen over een
heid ofsplitsing.' Het bestuur is gekomen met voor
stellen, die neerkomen- op boedelscheiding. De kerke
lijke strijd grijpt zoo diep in, dat naar het oordeel
van het bestuur een vreedzame scheiding, hoe smarte
lijk ook, het beste is.
Uit de boezem van den Meisjesbond komen ook
andere stemmen. Zij verzetten zich en willen dit nog
niet zien en aanvaarden als het onvermijdelijke.
Het is begrijpelijk. Toch zien wij, gelet opTheel de
mentaliteit der kerkscheuring, de breuk als onver
mijdelijk. Elke breukband hier zal teleurstellen.
Dit is de bittere consequentie van de schandelijke
actie van „Vrijmaking".
In het „Geref. Weekblad" van 5 October schrijft
Prof. den Hartogh, wat wij gaarne willen doorgeven,
daar het ook onze opvatting weergeeft. We lezen:
In het pasverschenen nummer van „Bouwen en
Bewaren", het orgaan van den Bond van Meisjes-
vereenigingen op Gereformeerden grondslag deelt
het bestuur mee, dat het vruchtbare samenwerken in
één organisatie van wie in het kerkelijk conflict aan
verschillende zijden sthan, wanneer zij ten aanzien
van de omstreden kwestie gelijke rechten zouden heb
ben, principieel en praétisch onmogleijk acht.
Het opvoedende Jcardkter van het Bonds- en ver-
eenigingswerk brengt 'mee, dat men inzake de7 leer
naar Schrift en belijdenis eenheid en vastheid behoeft
en geen tegenover elkaar staande leiding en voor
lichting kan aanvaarden.
En op verschillende: plaatsen is al gebleken, dat
goedbedoelde pogingen tot bijeenblijven op de harde
werkelijkheid zijn gestrand.
Ondergeteekende deelt dit gevoelen en heeft het
reeds een half jaar geleden bepleit. Maar hoe nu de
in de gegeven omstandigheden noodzakelijk geworden
regeling te treffen?
De Commissie van Advies van den Meisjesbond,
bestaande uit Mevr. Abels-Torenbeek, in vroeger
jaren Bondspresidente, Mevr. G. Kraan-van den Burg,
Mr. Eling Visser en ondergeteekende, heeft zich op
het standpunt gesteld, dat er voor de hoofdzaak een
regeling is.
Als nadere verklaring van Art. 2 der statuten: „De
Bond heeft den Bijbel als Gods onfeilbaar Woord
tot grondslag en aanvaardt de belijdenisschriften van
de Gereformeerde kerken in Nederland, als zijnde de
zuiverste verklaring van Gods Woord", heeft de Bond
in zijn jaarvergaderingin 1927 uitgesproken, dat de
belijdenisvoorschriften van de Gereformeerde kerken
in Nederland genoemd in art. 2 der Statuten, te ver
staan zijn overeenkomstig de verklaring, daarvan door
„de officieel erkende Gereformeerde Kerken in Ne
derland" gegeven. -
De Comimssie van Advies achtte het recht, dat de
Bond krachtens deze nimmer ingetrokken uitspraak
zich; ook nu, fh al zijn geledingen voor de uitlegging
van de belijdenisschriften zou houden aan de uitspra
ken der Geref. 'Kerken in Synode bijeen. De vereeni-
gingen, die overtuigd zouden zijn, zich daarbij niet te
kunnen neerleggen, zouden uit den Bond kunnen
treden. Ging de uittreding langs den weg van een
vriendschappelijke scheiding, dan zou de Bond naar
evenredigheid van het totale getal uitgetreden meisjes
aan een nieuwe organisatie een deel van zijn be
zittingen kunnen afstaan.
Het Bondsbestuur was op dit punt niet eenparig.
5 leden, allen in het moderamén, die zieh bij de „vrij
gemaakte" kerken hebben gevoegd, wilden het besluit
van 1927 beslist niet laten gelden. De 6 in het oude
kerkverband gebleven leden, die niet steeds allen op
de bestuursvergaderingen konden zijn, hebben blijk
baar niet meer gedaan kunnen krijgen dan dat het
Bondsbestuur in" zijn geheel aan den Bond de voor
stellen deed, 'die thans zijn gepubliceerd.
Voorstel I spreekt na een inleiding uit,
„le. dat de vruchtbare samenwerking in een en
dezelfde plaatselijke Meisjesvereeniging van „syno
dale" en „vrijgemaakte" meisjes niet mogelijk is;
2e. dat het onder le genoemde ook geldt met be
trekking tot den Bond zelf."
Dit voorstel moet, naar het oordeel der Commissie
van advies, door de vereenigingen, die naar ge
woonte haar stem in haar eigen plaatselijke verga
dering bepalen, worden aangenomen. Het bedoelt
niet te zeggen, dat op-het-bepaalde-punt-anders-
denkende meisjes niet in de vereeniging kunnen worden
geduld. Dat gold tot dusver ook niet van Herv. of
Chr. Geref. meisjes. Men heeft zich. alleen te schikken
naar de uitspraak van den Bond. Over het bezwaar
tegen het woord „synodale" in dit verband kan ge
voegelijk worden heengestapt.
Om groote en schadelijke verwarring te voorkomen,
is het r\podig, dat voorstel I wordt aanvaard.
Dan komen:
Voorstel Ha:
De Eond van Meisjesvereenigingen, enz. in Alge-
meene vergadering bijeém op den l7den October 1945
te Amersfoort, spreekt uit:
„De belijdenisschriften der Gereformeerde Kerken in
Nederland, genoemd in artikel 2 der Statuten, zijn te
verstaan overeenkomstig de verklaring- daarvan door
de Gereformeerde Kerken in Nederland in haar Gene
rale Synodes, laatstelijk in die van 1942 en 1943'—1945
gegeven."
Voorstel lib:
De Bond, enz. spreekt uit:
„De belijdenisschriften der Gereformeerde Kerken in
Nederland, genoemd in artikel 2 der Statuten, zijn te
verstaan overeenkomstig de opvattingenvan de Ge
reformeerde Kerken vrijgemaakt naar artikel 31
D.K.Ö."
We gaan nu voorbij, dat een officieele „opvatting"
van de gezamenlijke „vrijgemaakte kerken" nog niet
bestaat.
We willen er den nadruk opleggen, dat door aan
vaarding van voorstel Ila, ondersteund door 6 Bonds-
bestuursleden, feitelijk op duidelijke wijze het besluit
van 1927 gehandhaafd wordt en de Bond op den be
proefden, ouden grondslag zijn nieuWe roeping zal
kunnen vervullen.
De Commissie van Advies, die geen gelegenheid
ontving om voor de beslissing van het Bonasoesoiur
haar meening over de voorstellen kenbaar te maken,
heeft eenparig in een circulaire de vereenigingen met
den meesten aandrang opgewekt te stemmen voor
voorstel 11a.
Laten de leden der vereenigingen, en ook de ouders
en de predikanten en andere ambtsdragers zich be
ijveren om alle geoorloofde middelen aan te wenden,
opdat bereikt worde:
le."dat zooveel mogelijk plaatselijke vereenigingen
zich voor voorstel I en voorstel Ha uitspreken;
2e. dat deze vereenigingen elk een afgevaardigde
kfezen, die opdracht krijgt het stembiljet in den onaer
le aangegeven zin in te vullen;
3e. dat indien het volstrekt onmogelijk is om een
afgevaardigde te zenden, vóór 8 October een stem
biljet wordt gevraagd bij het Bondsbureau;
4e. dat op plaatsen, waar vereenigingen reeds uit
eengegaan zijn, de vereenigingen van leden, die binnen
het kerkverband zijn gebleven, terstond met toezen
ding van regiement, opgave aantal leden, naam en
vergaderplaats der vereeniging en adres van secre
taresse en penningmeesteresse aan hét Bondsbureau
berichten, dat zij zichzelf als de voortzetting van de
vroegere vereeniging beschouwen, terwijl zij verder
handelen overeenkomstig 1, 2 en 3.
Het behoeft geen betoog, dat het van zeer groot
belang is, dat van de in totaal' plm. 25000 leden
tellende vereenigingen een zoo groot mogelijk getal
zich uitdrukkelijk voor de leer der Gereformeerde
Kerken verklaart, die in gebondenheid aan den Heere
en Zijn Woord vrij zijn gebleven en niet „vrijge
maakt" behoeven te worden.
Laten allen, die iets of veel in de goede richting
kunnen doen, aan het bidden het werken paren. Met
diep leedwezen over de onvermijdelijk geworden
breuk, maar ook met groote trouw om met alle macht
te bouwen en te bewaren!
God zegene onzen kostelijken meisjesbond en brenge
haar'door de crisis heen tot meerderen bloei, Zijn
Naam ter eer!
De eerste jaarvergadering van onze Vrije Universi
teit na de bevrijding was wél heel belangrijk, 'k Had
dé week van 1% October als vacantieweek bestemd en
kon daardoor deze bijeenkomsten bijwonen trots de
primitieve reisgelegenheden. Met de heen en terugreis
zijn. twee volle ^dagen gemoeid. De redacteur wilde
eenige plaatsruimte beschikbaar stellen opdat ik onze
vele vrienden van de V.U. in Zeeland een en ander
zou kunnen mededeelen. Zooals, ook vooral door, de
moeilijke reis, te vermoeden was, hebben slechts enkele
Zeeuwen het voorrecht met me gedeeld, 'k Hoorde
twèe namen: Buitenhuis, Kloetinge en Bosselaar, Elle-
woutsdijk. Wellicht- waren er meer. Wel ontmoetten
wij verschillende oud-Zeeuwen o.a. predikanten.
Aan den vooravond leidde Ds. J. B. v. d. Sys den
bidstond in de Keizersgrachtskerk. Z.Eerw. had tot
tekst gekozen Gen. 35 5: En zij reisden heen; en
Gods verschrikking was over de steden die rondom
hen waren zoodat zij de zonen van Jacob niet achter
na jaagden. De Heere betoonde zijn trouw in de be
waring van Israël, die de afgoden had weggedaan;
en Hij verhinderde den vijanden hen kwaad te doen.
Door het geloof in denzelfden trouwen Verbonds
god moeten ook wij onzen arbeid voortzetten. Niet
steunen alleen op menschen, onze afgoden varen laten.
Dan zal blijken de machteloosheid der vijanden en de
wondere bewaring des Allerhoogsten.