ARTSEN EN VERPLEEGSTERS
NAAR INDIË.
Artsen en verpleegsters naar Indië.
gedachte de kerk zou vervreemden van de zakelijke
verhoudingen der werkelijkheid, zal juist omgekeerd
het leven uit de antithese beslissen over zijn en niet
zijn van Kerk en Christendom.
Het is een noodlottige gedachte als zou de antithese
de bovenpartijdige strekking van het Evangelie onder
mijnen en daarom in den politieken strijd moeten
worden prijsgegeven.
Wat toch leert ons de geschiedenis van Kerk en
Christendom? Dit onomstootelijk feit, dat de eeuwen
door juist de poliiek, de respublicaj het meest geduchte
wapen is geweest van alle „heidendom" in den
mensch om de zaak van het Evangelie en van de
Kerk te bestrijden .(zie Nat.-Soc. Duitschland!)
Altijd weer is het de politiek geweest, nog veel meer
dan kunst en wetenschap, welke zich als een instru
ment van anti-christelijk wroeten heeft geopenbaard.
En die wereld zouden wij als christenen moeten be
naderen, daarin onze rol spelen met prijsgeven van
de antithese, dat is ons diepste levensbeginsel? Dat
zou niet anders beteekenen dan volstrekte weerloos
heid en verraad aan het Evangelie, dat zijn eigen
boodschap heeft^aan (tor staat.
Waar het Evangelie in al zijn volheid en conse
quentie gepredikt wordt, daar snijdt het alle vragen
en vraagstukken van deze wereld, ook, ja niet het
minst, de politieke. Het Evangelie is totalitair. En
daarom moet het tot een antithese komen tusschen
hen, die leven uit dat totalitaire Evangelie en hen, die
het verwerpen.
Men kan op het Evangelie nu eenmaal niet neutraal
reageeren. Het wordt met zijn beginselenvoor alle
levensgebieden öF aanvaard öf weersproken. Het
Evangelie is nu eenmaal meer dan een opvatting, een
meening, tegenover welke men sympathiek of antipa
thiek kan staan of onverschillig. Het is altijd een
offensief, dat eindigt met overgave en onderwerping
van den mensch of het lokt verzet uit.
Zoo is het de eeuwen door geweest.
Wat is heel de worsteling van het oudste Christen
dom met de antieke cultuurwereld anders geweest dan
een strijd op leven en dood, opkomend met innerlijke
noodzaak uit de antithese?
Kerk en Christendom van de eerste eeuwen konden
niet anders dan de antieke cultuurvormen, doortrokken
van de heidensche afgodenwereld, afwijzen.
Zij moesten zoeken naar een eigen christelijke
levensstijl. Zij moesten telkens „neen" zeggen tegen
allerlei practijken, tegen heel die wereld van vermaak
en ontspanning. Zij hebben daarbij haat en hoon,
laster en verdachtmaking moeten dragen. Ja sinds de
dagen van Luceanus en Celsus en al vóór dien tijd,
waren zij om hun antithese voorwerp van haat en
spot. Zij werden gescholden als verraders, als ver
stoorders van de zoo noodige eenheid en eendracht.
Het Christendom werd gezien als perduellio, als hoog
verraad. Het was staatsgevaarlijk, het beteekende im
mers afval van de stamgoden en de voorvaderlijke
zeden. Iedere Christen was een hostis publicus, een
vijand van het gemeenebest. Hij keerde zich immers
tegen de goden, de keizers, de wetten en zedeq,. In dezen
geest fulmineert men de eerste eeuwen tegen het
Christendom. Tacitus, Plinius, Lucianus, Celsus, Por-
phyrius, Julianus de Afvallige zijn de namen, waar
aan het verzet en de vijanschap der antieke wereld
blijvend verbonden is. Deze vijandschap kon niet uit
blijven en is gevolg van de ■antithese in het Evangelie:
Het Christendom beteekende breuk met de grond
slagen van het antieke cultuurleven, d.w.z. met allerlei
religieuze en sociale gewoonten. De Christenen
moesten een dagelijksche ergernis zijn voor de repre
sentanten en verdedigers der antieke cultuur. Zij kon
den in hen niet anders zien dan ellendige rustverstoor
ders. Immers zij wezen zoowat alles af, wat aan het
leven kleur en fleur gaf: de goden, de staatscultus,
de tempels, de beelden, de offers, de keizerscultus,
de feesten, de spelen, de lijkverbranding. Zij bouwden
positief een eigen levensstijl op, zoowel religieus en
sociaal. £ij kwamen met eigen eeredienst, eigen onder
wijs, eigen armenzorg en zorg voor de kranken, we
duwen, weezen en vondelingen. Tegenover dat alles
stond de antieke cultuurmensch vreemd. In dit alles
werkte de antithese, de onverzoenlijke tegenstelling
tusschen jong-Christendom en oud-heidendom.
De Kerk heef toen in haar eminente leiders, waar
over zij beschikte, onverbiddelijk aan de antithese
vastgehouden. Zij heeft toen scherp en zonder aanzien
des persoons positie gekozen. Zij heeft den strijd op
leven en dood aangebonden in het bewustzijn van een
onverzoenlijke antithese. Heeft de Kerk zich toen in
de eerste eeuwen vervreemd van de zakelijke ver
houdingen der werkelijkheid? Neen, duizend maal neen!
Zij heeft die werkelijkheid juist wel scherp onderkend
en daarop gerageerd. Niet alleen negatief door isolatie,
maar ook positief door Christelijke levensvormen te
scheppen.
De kracht van de Kerk is toen geweest haar leven
uit de antithese. Daardoor wist zij zich te verdedigen
en van zich af te slaan.
- f In fiere zelfbewuste taal spreken haar verdedigers.
Zoo roept een Tertullianus fier uit: „Wij zijn inder
daad vijandpn, alleen niet van het menschelijk ge
slacht, maar veel meer van de menschelijke dwaling."
Deze strijd op leven en dood tusschen Christendom
en antieke cultuurwereld is door het Christendom ge
wonnen, dank zij het sterke besef der antithese.
De Kerk streed toen in de wapenrusting der anti
these. Dat is haar kracht geweest en gaf tevens aan
dien strijd een adembenemende allure en spanning.
Heeft de strijd toen de Kerk in die dagen vervreemd
van de zakelijke verhoudingen der werkelijkheid?
Het tegendeel is waar. Juist door de onverzoenlijke
antithese stond zij midden in de werkelijkheid van het
leven. Zij heeft toen onbarmhartig de vinger gelegd
op de vele wonden van het sociale leven. Ontstellend
hard en bitter waren toen de sociale tegenstellingen.
Heel de Grieksch-Romeinsche cultuurwereld was een
elite-centrum, waarvan de groote massa was buiten
gesloten met al de gevolgen van dien.
De geest van de antieke cultuur heeft de dichter
Horatius vierkant blootgelegd in de beroemd gewor
den versregel: Odi profanum vulgus et arceo. Ik haat
het gemeene 'volk en weer het af. Met die wereld
heeft het Christendom ook cultureel en sociaal den
strijd aangebonden, zich bewust van de onverzoenlijke
antithese. De Kerk heeft ook in sociaal opzicht toen
het gelaat der wereld veranderd Door werken der
barmhartigheid heeft -zij de harde rimpels der ongelijk
heid trachten weg te nemen. Strijdend in de wapenrus
ting der antithese heeft de Kerk ons haar rijpste en
diepse geschriften geschonken. Dank zij het beSëf der
antithese bezitten wij de vonkende geschriften van een
Tertullianus, waaronder zijn meestrlijk apologie.
Dank zij de antithese-gedachte, is ons het groote
apologetische werk van Origenes Tegen Celsus ge
schonken. Dank zij de nu zoo gesmade antithese
mogen wij hebben het geniale werk van Augustinus
over De Stad Gods.
Heel de kerkgeschiedenis is één doorloopend bewijs,
dat het steeds weer de antithese-gedachte is geweest,
welke aan Kerk en Christendom diepgang heeft ge
schonken.
v De machtige dramatische worsteling tusschen het
jonge Christendom en het oude heidendom werd ge
boren en gevoerd uit de onverzoenlijk antithese
gedachte. Zou de Kerk, zou het christelijk leven daar
nu vandaag buiten kunnen?
Deze.suggestie te voeden, zooals de Amsterdamsche
predikanten doen, is niet alleen naief, maar zeer ge
vaarlijk.
Bedriegen de voorteekenen niet, dan staan we juist
voor de laatste ronde van de groote worsteling
tusschen Christendom en Heidendom.
Een nieuw heidendom breekt baan en gaat over tot
den aanval. Onze 20ste eeuw" toont in dat opzicht
overeenkomst met de worsteling tusschen Christen
dom en antieke cultuur uit de eerste eeuwen.
Toen was het een strijd tusschen jong-Christendom
en oud-heidendomr Nu gaat de laatste ronde beginnen.
Een nieuw heidendom gaat het eeuwenoude Christen
dom bestrijden. In deze worsteling kunnen wij als
Christenen alleen sterk staan in de wapenrusting der
antithese. Waar deze niet meer wordt begeerd of zelfs
genegeerd, daar zal agn het einde een weerloos
Christendom staan en gedwongen worden stuk voor
stuk terrein prijs te geven, om tenslotte geheel en al
uit het openbare leven te verdwijnen ten spijt van alle
mooie theorieën over het zuurdesem, dat in het ver
borgen heel het meel doortrekt.
De historie geeft hier waarschuwende exempels,
Wat zou de invloed en de kracht van het Christelijk'
beginsel in ons vaderland geweest zijn, indien de
Christusbelijders niet Groen, Kuyper, Lobman gevolgd
waren, maar Chantepie de la Saussaye en den mystie
ken Gunning hadden gekozen? Feitelijk zou ten spijt
van alle hoop op en verwachting van den invloed
der Christelijke persoonlijkheid, de kracht van het
Christelijk beginsel in het politieke en maatschappe
lijke leven volkomen zijn gebroken!
Wij hebben Gunning lief. Wij danken God voor
wat Hij ook in dit teedere kind Gods ons volk ge
geven heeft. Ja wij danken God voor vele van zijn
geschriften, die zulk een diepen toon van vroomheid
hebben, dat ze nog steeds zuiverend en louterend
werken op hart en wandel. Maar niet minder danken
wij God, dat Hij, naast den mystieken Gunning, die
naar eigen woord zwak was om partijman te zijn en
daaronder geleden heeft, ons andere mannen ge
schonken heeft. die. zich van Godswege geroepen
wisten om ook in partij- en organisatieverband te
strijden in christelijke wapenrusting.
Wat zij ons daarin geschonken hebben op politiek,
sociaal en onderwijsgebied, is en blijft van onschat
bare waarde. Mannen als Groen, Kuyper, Lohman,
Talma hebben onder smaad en hoon,\door kwaad en
goed gerucht heen gestreden en honderdduizenden
Christenen ontvonkt en gesterkt in de rotsvaste over
tuiging, dat zij met het Evangelie moesten'staan in alle
vragen en op alle terreinen van het leven.
Is dat ijdel geweest? Is dat verkeerd geweest?
Durven zij dat nu aan met het oog op de feiten uit de
bange jaren achter ons?
Wat hebben wij gezien tijdens het demonische
schrikbewind der Duitschers, toen de Gestapobenden
ons volk lichamelijk en geestelijk wilden binden en alle
christelijke actie en organisatie bewust gingen kapot
maken?
Stonden zij en dat waren honderdduizenden
die opgevoed waren bij de antithese-gedachte, toen
vreemd tegenover de zakelijke verhoudingen der wer
kelijkheid?
Ik weet, dat durft, kunt en wilt gij ook niet beweren.
Gij weet dat daar, waar de antithese-gedachte het
diepst wortel had geschoten, een onwrikbaar, de Duit
schers tot razernij brengend verzet openbaar is ge
worden! Men had' daar een scherp oog voor de toen
malige „zakelijke verhoudingen der werkelijkheid".
Neem het Christelijk Onderwijs, een der vruchten
van de antithese-worsteling. Toen de Openbare School
als een gemakkelijke prooi besprongen werd door het
Nationaal Socialisme ze was immers van den Staat
en daarom waren de muren van de schoolgebouwen
volgeplakt met propagandaplaten o.a. van de Jeugd
storm! toen hebben de'Christenouders en de School1
besturen hun toornig „neen" gesproken, zij „het in'
vreeze en beving. Zij hebben de deur dichtgesmeten
voor iederen Nationaal-Socialistischen indringer. Zij
hebben enkele'ontsierende zwakken daargelaten t
met hun kinderen de wacht bij het Kruis betrokken.
Op de schoolmuren werden de propagandaplaten van
den Jeugdstorm geweigerd waar heimelijk aange
bracht zonder meer verwijderd.
Dit onverbiddelijke verzet werd in de bange jaren
'40'— '45 bij duizenden Christenen gevoed door de diep
gewortelde antithese-gedachte.
Het zal bij de Amsterdamsch predikanten niet op
tegenspraak stuiten, dat de antithese kerkelijk het
diepst bij de Gereformeerden heeft wortel geschoten,
politiek het sterkst beleefd wordt door de Anti-revo
lutionairen.
Het is mij bekend, dat van de zijde der Duitsche
tyrannen meer dan eens verklaard is, dat men hier in
ons land zich vergist had. Men was begonnen met de
Joden te vervolgen, maar men had de Gereformeerden
en de Anti-revolutionairen moeten aanpakken. Ik be
weer allerminst dat dezé menschen alleen maar dapper
zijn geweest .Ik weet ook, dat er onder hen heelaas
hier en daar jammerlijke slappelingen zijn geweest.
Ook weet ik, dat er dappere Communisten en Socia
listen zijn geweest, die onverschrokken den tyran tegen
getreden zijn en hun verzet met den dood hebben
geboet.
Maar daarnaast weet ik, dat dit getuigenis onzer
beulen een eere is voor wie het aangaat en dat het
hartstochtelijke verzet tegen de Duitsche bloedhonden
diepste vrucht was van de nu gesmade en veroor
deelde antithese.
Dit loon is zij niet waardig!
M. N. J. H.
Onze beroepen miss. Dienaar des Woords, Ds.
Popma, zendt mij enkele indrukken van den Dienst
in de Waalkerk te Amstredam, waarbij van onder
scheiden artsen en verpleegsters, die naar Indië zuilen
worden uitgezonden, afscheid werd genomen. Gaarne
'geven wij hem daarvoor ruimte, opdat zoo het mede
leven met het groote Zendingsgebeuren wordt gevoed.
Ds. Popma schrijft aldus:
Ze stonden aangetreden, 8 artseö en 15 verpleeg
sters, om uit te gaan naar het Zendingsveld in dienst
van Jezus Christus, Wien alle macht gegeven is. Ze
stonden daar als een kleine groep menschen, zwak en
onbekwaam uit zich zelf, geroepen om de barmhartig
heid van Jezus Christus te oefenen in een wereld, on
der een volk dat in groote geestelijke en lichamelijke
nood verkeert. Wat moeten ze beginnen deze 23 men
schen, wat denken ze te kunnen lenigen waar de
ellende onder een millioenenvolk zoo verbijsterend is?
Ze stonden daar en het klonk over hun hoofden: in
naam der kerken, ja, in naam van de drieëenige God
Ik zend U uit, gaat heen! En Ik ben met ulieden
Het was een ontroerende dienst op Maandagavond
24 September in de Waalkerk te Amsterdam. Tref
fend was hoe de Heere Zijn trouw toonde, daarin
dat Hij Zijn kerk heeft bewaard bij de Zendingsop
dracht en menschen bereid gemaakt heeft -srls Zijn
getuigen uit te gaan. De trouw des Heeren dwars door
oorlogsellende en kerkelijke misère heen, de trouw van
Hem Die gisteren en heden Dezelfde is en tot in
eeuwigheid. Trouw, ja, die lag uitgedrukt in den open
geslagen Bijbel, in 't opgesteld doopvont in de avond
maalstafel daarin sprak de Heere: Ik laat Mijn
werk niet varen. Om Woord en Sacramenten stonaen
artsen en verpleegsters geschaard en om hen heen in
een halven cirkel stond de gemeente van Christus.
Daarin sprak de kerk uit: wij behooren bij U die
gaat, Uw werk is ons werk, Uw roeping onze roeping,
Uw uitgaan in ons gaan en samen spraken ze het uit,
aemeente en uitgezondenen: wij behooren bij Woord
i;n Sacramenten, wij zoeken onze kracht, onze moed,
onze toewijding in Hem, Die de levende God is, de
Heer van Zijn kerk. En daarboven uit klonk het ko
ninklijke woord van den Heiland, niet gij hebt Mij,
maar Ik heb U uitverkoren opdat gij zoudt heengaan
en vruchten dragen.
De koninklijke ambtsbediening van Christus kwam
in de uitzending zoo prachtig tot uiting, ingeleid door
een predikatie over Marcus 13 1315: Jezus riep
tot Zich, die Hij wilde en Hij stelde er twaalf opdat
zij met Hem zouden zijn en opdat Hij hen zou uit
zenden. ^Jezus is souverein, Hij kiest wie Hij wil, Hij
maakt ze. tot Zijn discipelen en zendt ze uit als
apostelen. Het dicipelschap, het verkeeren met Jezus
is noodzakelijk voorwaarde van en vindt tevens zijn
bestemming in het apostolaat, in het uitgaan als ge
zondenen des Heeren. Een heerlijke werkelijkheid in
een wereld die kapot geslagen is, die geen koers
houden kan, die ontredderd is, heerlijk voor hen die
uit moeten gaan een wereld van moeilijkheden tege
moet, van teleurstelling, van kleine en groote onaan
genaamheden, van moedbenemende ervaringen. Disci
pelen en apostelen, beide omdat Jezus Christus tot
Zich riep die Hij wilde, omdat Hij Zijn gemeenschap
geeft in 't Woord, omdat Hij de kracht is van 't apos
tolaat. Zoo mogen deze artsen en verpleegsters hun
moeilijk werk zien als tempelarbeid in een verworden
wereld, koningsdienst onder bescherming van Hem Die
alle macht heeft.
Eén voor één worden hun namen afgeroepen, waar
onder ook die van H. Merkelijn, Uw Zendingsarts.
Namens de Gereformeerde Kerken, ook die van Mid
delburg, en samenwerkende kerken in de provincie
Zeeland, Brabant en Limburg, namens U allen, werden
ze uitgezonden; die'kerken stonden in dichte haag rond
hen heen en mede in opdracht van U, in naam van
den Almachtigen God sprak de voorganger: ik zend
U uit. Het was even stil, samen zongen we: de Heer
zal U steeds gadeslaan. Met deze bede hebben de