No. 18
Vrijdag 5 Mei 1939
53e Jaargang
WEEKBLAD VOOR DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND.
DADERS DES WOORDS.
VAN VERRE EN NABIJ.
ZEEUWSCHE KERKBODE
REDACTIEDs. A. C HEIJ cn Ds. A. H. OUSSOREN.
MEDEWERKERS: D.D. W. M. LE COINTRE, F. J. v. d. ENDE, A. B. W. M. KOK, F. STAAL Pzn., A. SCHEELE, R. J. VAN DER VEEN cn W. H. v. d. VEGT.
ABONNEMENTSPRIJS: per halfjaar bij vooruitbetaling 2.
Afzonderlijke nummers 8 cent.
ADVERTENTIEPRIJS15 cent per regelbij jaarabonnement
van minstens 500 regels belangrijke
reductie.
UITGAVE VAN DE
PERSVEREENIGING ZEEUWSCHE KERKBODE
ADRES VAN DE ADMINISTRATIE
FIRMA LITTOOIJ OLTHOFF, MIDDELBURG
Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot
Vrijdagmorgen 9 uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ
OLTHOFF, Spanjaardstraat, Middelburg.
TELEFOON 238. GIRONUMMER 42280
MOGEN WE WEL BIDDEN OM DEN
VREDE?
De Classis 's-Gravenhage riep nog zeer on
langs de kerken op tot een bijzonder biduur voor
den vrede en aan dezen oproep zal, naar we ver
trouwen, wel door alle kerken zijn voldaan. En
bij den voortduur zal in onze kerken het gebed
om den vrede wel worden opgezonden. Terwijl
ook in de huiselijke godsdienstoefeningen de
nood der volkeren wel steeds zal worden ge
bracht voor Gods troon.
Daarom kan het goed zijn ons te bezinnen op
de vraag of we wel om den vrede mogen bid
den Of we mogen vertrouwen, dat we met die
bede den weg tot Gods troon gebaand zullen
vinden
In den tijd van Israels nood bij het beleg van
Jeruzalem verbood de Heere aan Jeremia om voor
het volk te bidden. Zelfs tot driemaal toe Jer.
7:16; 11:14; 14:11.
Wij hebben niet door een bijzondere openba
ring des Heeren zulk een verbod, dat ons den
toegang tot Gods troon zou versperren.
Maar we moeten toch zeker zijn, of wij om
den vrede mogen bidden want alleen als we
bidden naar Gods wil, zal Hij ons verhooren.
Buiten de onderwijzing der Schrift om mogen we
dat maar niet zoo zonder meer vaststellen.
Vrede is een groot goed, maar niet het hoog
ste goed. We mogen niet aldus denken, dat het
allervoornaamste is, dat de vrede maar besten
digd blijft. God zelf heeft Israël ook geroepen
om te strijden. Zijn Naam is ook: Heere der heir-
scharen.
In onze eigen vaderlandsche geschiedenis vin
den we perioden, waarin er strijd was en nie
mand zal willen beweren, dat die tijden onge
zegende waren. In de vruchten van dien strijd
mogen we ons dagelijks verheugen.
Vrede moet met gerechtigheid gepaard gaan.
Ongerechtigheid kan verstoring van den vrede
vorderen.
Daar moet nog een overlegging bij. Wij we
ten, dat God alle dingen leidt naar het einddoel.
En we weten ook, dat dit einde komen zal door
oorlogen en vreeselijke gerichten, en dat die ge-
richten zullen komen mede door de gebeden der
heiligen.
Openb. 8 spreekt van een Engel, die in een
gouden wierookvat veel reukwerk deed om dat
met de gebeden der heiligen te leggen op het
gouden altaar, dat vóór den troon is. En toen
nam die Engel dat wierookvat en vulde dat met
het vuur van het altaar en wierp dat op de aarde
en toen geschiedden er stemmen en dondersla
gen en bliksemen.
Als nu die tijd zou aangebroken zijn, zouden
we dan nog mogen bidden om bewaring van
den vrede Zouden we dan de ontplooiing van
Gods Raad met onze gebeden mogen zoeken te
gen te houden
Zoo moet duidelijk zijn het klemmende van
de vraag, of wij mogen bidden om den vrede,
om afwending van de ramp van een oorlog
Op die vraag, zóó gesteld, behoeft dan het
antwoord niet twijfelachtig te zijn.
In Fil. 4 6 vinden we het woord laat uwe
begeerten in alles door bidden en smeeken, met
dankzegging bekend worden bij God.
Wij weten Gods tijden niet. Het is ons niet
geopenbaard of die tijd van Gods oordeelen nu
al zou aangebroken zijn. Daarom is er een plaats
voor het gebed om den vrede.
Zullen we, als één der onzen ziek wordt, heel
ernstig ziek wordt, niet bidden om z'n herstel,
omdat misschien in Gods raad zou besloten zijn.
dat nu het levenseinde komen zou Maar dan
bidden we toch om dat herstel en we bidden te
vuriger naarmate het gevaar grooter wordt. En
dan mogen we zoo ook bidden, omdat Gods
raad voor ons verborgen is.
Zoo is het ook hier. De vrede onder de vol
keren is een groot goed, een goed, waarnaar de
begeerte van ons hart uitgaat, en dan mogen we
die begeerte ook in het gebed voor God bren
gen, als we het maar doen op de rechte wijze.
Het gebed om herstel van een zieke is geoor
loofd het mag zijn een vurig gebed, een gebed,
waarin het hart zich uitstort, zóó, dat het om
zoo te zeggen den Heere duidelijk moet wor
den, hoe zielsinnig we begeeren, dat onze kranke
geneze en hoe we daarover als over een heel
groote genade ons zouden verheugen en Hem
daarvoor danken.
Maar dat bidden moet dan toch zijn een bid
den onder de voorwaarde, dat het moge zijn naar
Gods raad en in Zijn gunst.
Om bewaring van den vrede mogen we bid
den en met allen aandrang van ons hart, maar
dan onder de voorwaarde, dat het moge zijn
naar Gods raad en in Zijn gunst.
Wij kunnen het niet anders zien, dan dat een
oorlog een onzegbare ramp en dat de bestendi
ging van den vrede een groot goed zou zijn,
maar, wanneer die vrede niet zou zijn in Gods
gunst, dan zou die niet een goed zijn, maar een
kwaad.
Er zijn hooger goederen dan die van den
vrede onder de menschen. In den weg van een
oorlog, hoe vreeselijk ook en af te bidden, zou
het wel eens kunnen zijn, dat God ons temid
den van alle verschrikkingen groote en rijke
zegeningen zou schenken.
Wij mogen niet door ons bidden den Heere
den weg willen voorschrijven, waarin Hij ons
zegenen moet. Aan Hem blijve de bepaling van
dien weg en aan ons het ootmoedig ons onder
werpen aan Zijn wil.
Maar als we zóó bidden om den vrede onder
de volkeren, dan mogen we daarom ook bidden,
bidden zóó, dat het den Heere om zoo te
zeggen wel heel duidelijk blijkt, hoezeer we
de gave van dien vrede met heel ons hart be
geeren.
Laat ons zóó om den vrede blijven bidden.
Dan hebben we niet de zekerheid, dat de vrede
ook zal bewaard blijven, maar, als we ons wen
den tot Hem, die alle dingen regeert, zien we
het ook niet als een onmogelijke zaak, dat de
vrede blijft, ondanks het beraadslagen der mach
tigen.
En zou 't dan zijn, dat de Heere den vrede van
de aarde ging wegnemen en de machten der ver
nieling werden ontbonden, dan zouden we mogen
kennen den hoogsten vrede, den vrede met God.
Dan zouden we mogen kennen het groote
goed, dat we ons in alle ootmoedigheid en lijd
zaamheid aan Hem onderwerpen en dan nog van
Hem alles goeds verwachten.
HEIJ.
PROF. Dr K. SCHILDER WEER IN ONS
LAND TERUG.
Ook als Kerkbodelezers willen we onze blijd
schap uitspreken over 't feit, dat de Heere onzen
,,K. S." weer in het land heeft teruggebracht.
Door dezen reis is het een en ander wel dui
delijk geworden.
Verhoudingen in Amerika, verhoudingen in
ons land zijn openbaar geworden in hun ware
gedaante.
Opmerkelijk is, dat het laatste Bannernummer
reeds vermeldde van een vereenigingspoging tus-
schen de Gereformeerde- en Christelijk Gerefor
meerde Kerken in Amerika.
We hopen, dat ook in ons vaderland men er
kennen moge, welk een gave God in dezen broe
der ons gegeven heeft.
Moge veel belangstelling ook blijken bij het
jubileum, dat Prof. Schilder binnenkort zal vie
ren
RONDOM NEDERLAND—BELGIË.
Een sportgebeurtenis, welke
ook een stedelijk belang is.
Onafzienbare massa auto's.
Het was gisteren de dag van Nederland
België. In Amsterdam. In het Stadion aan den
Amstelveenschen weghet bouwwerk, dat de
hoofdstad geschonken werd ten dienste van de
Olympische Spelen in 1928.
Er is een onderbreking geweestde voetbal
wedstrijd is den laatsten tijd ook aan Rotterdam
toegewezen, omdat daar in 't Feijenoord-stadion
ook een gelegenheid geschapen is om meer dan
een halve ton toeschouwers te bergen.
Meer dan 50.000 menschen
Inderdaad, zooveel hebben er ook gisteren
weer hun penningske en méér dan dat ge
offerd, om gedurende tweemaal 45 minuten naar
22 voetballende jongens te kijken. We leven in
een rare wereld. We praten over malaise en we
hebben het naar wij meenen allemaal even
slechttoch brengen die bijna zestigduizend
menschen tegader ruim een ton gouds ten offer
voor eenpartijtje voetbal.
Awel", het zij zoo.
Het was dan gisteren de dag van Nederland
België. En de stad was er vol van. Die stad
gonsde den heelen morgen van boeren, burgers
en buitenlui, van eigen inwoners, die zich op het
pad bevonden ook al.
Want zulk een wedstrijd brengt leven en ver
tier in een stad als Amsterdam. De hotels, de
restaurants, groote en kleine, loopen vol. Alles
profiteert, omdat het publiek, dat op straat komt,
verteert. Taxi's beleven een gulden dag de tram
is tot stikkens toe vol. In alle opzichten is een
dergelijk sportgebeuren een belevenis en... een
stedelijk belang. Men praat wel eens over wijzi
ging van de Zondagswet en over het verplaatsen
van dergelijke gebeurtenissen naar den Zaterdag:
het lijdt geen twijfel of dan zou het aantal toe
schouwers zeker heel wat minder zijn dan thans
op een Zondag.
Prins Bernhard heeft zijn aangekondigd bezoek
aan den wedstrijd NederlandBelgië inderdaad
gebracht. Hij arriveerde even na tweeën in het
Stadion, waar Hij ontvangen werd door den
voorzitter van den Koninklijken Nederlandschen
Voetbalbond, door den directeur van het Ne-
derlandsche Sportpark, den heer J. J. van den
Berg en door den Amsterdamschen wethouder,
den heer E. Boekman, en waar Hij in de voor
hem en zijn gevolg gereserveerde stoelen in de
koninklijke loge plaats nam. Vele sport-hoog-
waardigheidsbekleeders, niet alleen op voetbal-
gebied, hebben daar de gelegenheid gehad om
met Z.K.H. zich te onderhouden.
Het publiek reageerde voortreffelijk. Men was
begrijpelijkerwijs een beetje nieuwsgierig en uitte
die nieuwsgierigheid even bij Zijn aankomst.
Maar daarna kon Prins Bernhard ongehinderd
en haast onbespied volop zijn aandacht geven
aan het spel, dat inderdaad blijkbaar Zijn volle
aandacht had. Zoo, dat Hij den ganschen tijd
bleef.
Deze belangstelling van een lid van ons Ko
ninklijk Huis is zonder twijfel door de vele dui
zenden, die het stadion bevolkten, op zeer hoo-
gen prijs gesteld.
Aldus een liberaal blad.
Wat het laatste van dit bericht betreftdat
doet ons zeer als Colvinistisch volksdeel. De
warme liefde, die wij, Nederlanders, hebben voor
ons Vorstenhuis, en voor welk huis we zooveel
gebeden opzenden in dezen tijd, zullen door een
dergelijke gebeurtenis vuriger worden. Maar ook
zal gevraagd worden of de Heere de harten van
hen, die voorbeelden moeten zijn, zoo wil nei
gen, dat ze publiek toonen de wet des Heeren
niet te breken.
Want het ergste is niet, dat wij ons door zulk
optreden gekwetst gevoelen in heilige overtui
gingen, maar dat des Heeren gebod geschonden
wordt.
Jammer, droef, en te betreuren.
Nu maakt het echter weinig verschil of men
des Zondags in het stadion zit, en daar met en
thousiasme de Zondagsontheiliging gadeslaat, dan
wel of men achter zijn radiotoestel met geest
drift luistert naar den reporter.
Beide zijn in wezen hetzelfde.
Beide vallen ze onder het oordeel Gods.
Beide komen ze voort uit een geest, die niet
vraagt wat de Heere wil dat we doen zullen.
Gods gebod gebiedt ons positief heiliging van
den dag des Heeren. En die heiliging kan niet
samengaan met wereldsche ontheiliging. Natuur
lijk zit de zonde niet in het voetbalspel. De zonde
ligt in het feit, dat men Gods dag niet heiligt en
in plaats van dien dag te besteden in Zijn dienst,
zijn belangstelling toont, bij de radio of in het
stadion, voor schenders van des Heeren dag.
Er is mij gezegd, dat op sommige scholen kin
deren des Maandagsmorgens precies weten te
vertellen wat des Zondagsmiddags de voetbal
stand is. lederen Zondagmiddag zouden kinde
ren des verbonds, luisteren naar een verslaggever
en zóó den dag doorbrengen.
Het is haast niet te gelooven, dat er zulke
ouders zijn. En als het waar is, dan bewijzen ze
in elk geval wel heel weinig ernst te maken met
hun doopbelofte. Zulke ouders verbergen dan
nog voor de buitenwereld wat ze in feite toe
staan dat hun kinderen meedoen aan de onthei
liging van des Heeren dag. Meer open en eerlijk
zou het zijn, indien ze hun kinderen naar het
voetbalveld lieten gaan. Dan kweekt men de
huichelarij althans niet in de hand.
Wie het bovenstaande goed gelezen heeft, kan
in iedere regel bijna proeven, hoe de duivel zich
vermaakt dooor zulk een sportfestijn
60.000 menschen brengen een ton gouds ten
offer, op des Heeren dag
Hotels en restaurants hebben volop werk, op
des Heeren dag
Taxi's hebben het druk, beleven een gulden
dag, op des Heeren dag
De trams tot stikkens toe vol, op des Heeren
dag
Wat een gruwel, wat een afgoderij voor het
spel op des Heeren dag
We zijn langzamerhand gewoon geraakt aan
dat schenden van des Heeren dag. Maar het is
goed, dat we tegenover dit alles weer eens plaat
sen gedenkt den Sabbatsdag, dat gij dien heiligt.
Dat wij die massa's zeggen, dat ze met het
verwerpen van des Heeren Woord op Zijn dag
en het zoeken van het spel, behooren tot de
woord verachters, over wie de Heere op bijna
iedere bladzijde van de Schrift zijn oordeel uit
spreekt.
Hier komt nog bij, dat het in dezen tijd ge
beurt
Het „neutrale" blad, waar dit fraais in stond,
moest zelf bekennen een rare wereld. Maar het
wenscht die rare wereld toch niet te veranderen!
Neen, alsof God met deze tijden niets zegt tot
ons en ons niet waarschuwt moet de Zondags
ontheiliging doorgaan en mag niemand spreken
over het verzetten van zulk een sport,.evene
ment" op Zaterdag.
Waaruit ook weer duidelijk blijkt, hoe verder
felijk het is „neutrale" bladen te lezen.
Ieder versta ook in deze zijn roeping en moge
uit dit alles dit geboren worden dat wij met
onze kinderen trouw zijn. Ouders aan het doop
belofte en de kinderen den Heere zoeken zooals
in hun doop beteekent en verzegeld is.
Op verzoek wordt voor het onderstaande in
de Kerkbode gaarne een plaatsje ingeruimd.
HET ZILVEREN JUBILEUM DER
CHRISTELIJKE BESTURENBOND.
Zoo zal dan de Christelijke besturenbond te
Middelburg op Maandag 8 Mei a.s. des avonds
te 8 uur in de Hofpleinkerk, het feit herdenken,
dat hij 25 jaar geleden werd opgericht.
Het is een goede gedachte geweest van het
bestuur deze herdenking in een kerk te houden.
Er is alle aanleiding om dien avond Gode dank
te brengen voor de zegeningen, die dezen bond
heeft mogen ontvangen. Opgericht als orgaan
om aanvankelijk een tegenwicht te bieden tegen
de socialistische terreur, die tijdens een werk
staking in de schildersbedrijven in 1914 bestond,
is het geworden, een orgaan dat zeer positief de
christelijke levensbeschouwing heeft gepredikt.
Van klein orgaan is hij in die 25 jaar uitge
groeid tot een flink lichaam, dat nu in alle com
missies zijn mannen heeft afgevaardigd.
Voor dien zegenrijken arbeid wil de bond nu
danken. Danken, in blijde stemming. Het bestuur
heeft daarvoor een kostelijk program weten sa
men te stellen.
Als feestredenaar zal optreden de Heer H.
Amelink, Secretaris van het Christelijk Natio
naal Vakverbond.
Verder zal de avond opgeluisterd worden door
schoone zang van de Chr. Gemengde Zangver-
eeniging „Looft den Heer" te 't Zand, Dir. de
Weled. Heer Bommeljé. Deze medewerking zal
den avond rijk maken aan schoonheid, want de
directeur heeft een schitterende keus van liede
ren gedaan.
Verder zal de Weleerwaarde Heer Ds. J.
W. Dippel het slotwoord spreken.
Alles bijeen genomen, een fijn programma.
Wij wekken alle christenen op, dezen avond
niet te verzuimen, doch met ons te genieten van
dit jubileum. De toegang is vrij.
Laten wij als christenen, in deze bewogen da
gen uiting geven van de vastheid, welke de chris
telijke beginselen bieden voor het maatschap
pelijk leven. De christelijk sociale beweging in
ons vaderland kan onze maatschappij helpen in
zijn worsteling om organischen opbouw. De
doorwerking dezer beginselen zullen rijke vruch
ten afwerpen voor het geheele volksleven. Daar
om heeft deze arbeid recht op den steun van het
geheele christenvolk. Komt daarom op 8 Mei
naar de Hofpleinkerk en viert feest met ons
Gode tot lof
P. MELIEFSTE, Voorzitter.
A. H. OUSSOREN.
BIJ DE EMERITEERING VAN
Dr. VAN LONKHUIJZEN.
Waar de Classis Zierikzee in hare vergadering
van Woensdag 3 Mei j.l„ eervol emeritaat heeft
verleend aan den bedienaar des Goddelijken
Woords van de Gereformeerde Kerk te Zierik
zee, den Doctor Theologiae J. van Lonkhuijzen,
daar is het heel vanzelfsprekend, dat wij dezen
merkwaardigen figuur niet kunnen laten heen
gaan, zonder van zijn arbeid en persoon dank
baar in onze Zeeuwsche Kerkbode te gewagen.
Zijn levensgang zullen wij nu niet nagaan, dit
geschiedde, zij het zeer in het kort, in het num
mer van 14 April j.l. van onze Kerkbode, toen
de Kerkeraad, waarvan Dr. van Lonkhuijzen het
laatste decennium Voorzitter was, ter gelegen
heid van diens 40-jarige ambtsbediening op 23
April j.l., dezen gang beschreef. Die overigens
geen rechtlijnige was, gaande van Holland naar
Argentinië, later van Holland naar Noord-Ame-
rika, van welk land smartelijke levenservaring
hem terugdreef naar het land der vaderen, om
dan verbonden te worden aan de Kerk te Zie
rikzee, waarbij ook voorts de Zeeuwsche Ker
ken van zijn rijke kennis, wijsheid en praktischen
zin in menigerlei opzicht hebben mogen profi
teered
Of door de Zeeuwsche Kerken genoegzaam
profijt is getrokken van de rijke gaven, Dr. van