No* 8
Vrijdag 23 Februari 1934
48e Jaargang
WEEKBLAD VOOR DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND*
UIT HET WOORD*
DADERS DES WOORDS*
ZEEUWSCHE KERKBODE.
REDACTIE: Ds. A* G HEIJ TE KOUDEKERKE.
MEDEWERKERS t D.D. L. BOUMA, W. M. LE COINTRE, F* J. v. d. ENDE, A. B* W. M. KOK, F. STAAL Pzn., A. SCHEELE en R, J, VAN DER VEEN
ABONNEMENTSPRIJS: per halfjaar bij vooruitbetaling 2.—.
Afzonderlijke nummers 8 cent.
ADVERTENTIEPRIJS15 cent per regelbij jaarabonnement
van minstens 500 regels belangrijke
reductie.
UITGAVE VAN DE
PERSVEREENIGING ZEEUWSCHE KERKBODE
ADRES VAN DE ADMINISTRATIE:
FIRMA LITTOOIJ 6 OLTHOFF, MIDDELBURG
Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot
Vrijdagmorgen 9 uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ
OLTHOFF, Spanjaardstraat, Middelburg.
TELEFOON 238. GIRONUMMER 42280
HET LAM GODS.
Zie het Lam Gods, dat de zonde der
wereld wegneemt
Joh. 1:29b.
Neen, dit woord is niet gesproken aan het
begin van de via dolorosa, den Lijdensweg, maar
aan het begin van Christus' ambtelijk optreden,
na Zijn doop in de Jordaan en na Zijn verzoe
king in de woestijn.
Maar aan dit woord willen we elkander her
inneren nu we ons hebben opgemaakt om het
lijden van den Christus te beschouwen. En wan
neer ons gevraagd wordt: „maar wat zijt gij uit
gegaan te zien", dan willen we antwoorden met
Johannes het Lam Gods dat de zonde der we
reld wegneemt.
Zooals Johannes den Christus voorstelt, heeft
de profetie Hem aangewezen.
Reeds het paaschlam door Israël geslacht bij
de uittocht uit Egypte, welks bloed als een be
veiligend schild het uittrekkende volk dekte,
duidde op het offer van den Christus.
En eeuwen daarna, wanneer Jesaja zijn lijden
beschrijft in de meest ontroerende taal, dan zegt
hij als een lam werd Hij ter slachting geleid.
En ook de honderde lammeren die jaarlijks op
het paaschfeest te Jeruzalem werden geslacht,
waren even zoovele aanduidingen van het Lam
Gods dat op Golgotha zou worden geofferd.
Neen, Johannes sprak en spreekt niet in on
duidelijke taal.
Alleen maar, hier is niet een lam dat de
mensch van zijn kudde neemt om het zijn God
te offeren, maar hier is hét Lam, dat God Zijn
wereld geeft tot een offer voor hare zonde,
want alzoo lief heeft God de wereld gehad dat
Hij zijn eeniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat
een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve,
maar het eeuwige leven hebbe. Joh. 3:16.
Het is het Lam dat God geeft en dat Zich-
zelve offert voor de zonde der wereld.
Der wereld
Ja, dat is groot en ruim
Niet, dat wereld hier moet worden genomen
als de som van al de menschen samen. Niet,
alsof Christus de zonde van ieder mensch, hoofd
voor hoofd, wegneemt. Maar wat Hij van de
zonde verlost, zijn niet maar wat menschengroe-
pen uit joden en heidenen, maar is de mensch-
heid, het menschelijk geslacht. Wat niet behou
den wordt, valt van de menschheid af. Johannes
geeft hier een getuigenis van den Christus dat
al de eeuwen omspant. Hij laat ons den Christus
zien, in de volle grootheid van Zijn werk.
Het gaat bij den Christus om de wereld, zooals
ze was en is en zijn zal. Hij trekt een lijn van
uit Adam die loopt over het altaar van Maria,
waar Abraham, de vader aller geloovigen, in
wien God beloofd heeft alle volken te zegenen
zijn éénige offert en over het altaar van Gol
gotha waar God zijn Éénige offert Die de ver
vulling der profetie van Abraham's éénige is en
die lijn laat hij uitloopen in het nieuw Jeruzalem,
in wier licht de volken, die zalig worden, zullen
wandelen. Openb. 21 24.
Nog meer Christus neemt de zonde der we
reld weg en niet alleen de mensch maar al het
schepsel zucht onder haar last en van dien last
maakt Hij de schepping des Vaders vrij.
Zoo trekt Johannes de lijn der verlossing van
uit het verloren paradijs tot op de nieuwe aarde
waarop gerechtigheid wonen zal.
En er is nog iets wat ons niet ontgaan mag
en dat aan Johannes' woord diepte geeft. Hij
spreekt van zonde en niet van zonden. Dat
woord zonde is dan uitdrukking van de totali
teit van al het kwaad waaronder de wereld zucht.
Maar ook drukt het uit de eenheid in schuld
aan dat kwaad van heel de menschheid.
Dat kwaad en die schuld neemt Christus weg.
Maar wat is Christus dan groot
Wat is Zijn werk dan verheven en heerlijk
De zonde der wereld wegnemen, ziet daar
met een enkel woord het werk van Christus in
al zijn volheid geteekend.
Wanneer eenmaal de zonde uit de wereld zal
weg zijn, dan is ze herboren tot eeuwige heer
lijkheid.
Maar daartoe moest Christus Lam Gods wor
den. Moest Hij als een lam worden geslacht.
Wanneer het paaschlam geslacht en zijn bloed
aan de deurposten der huizen gestreken is, dan
is Israël met God verzoend en dan kan het als
een bevrijd volk uit de slavernij van Egypte,
uittrekken naar het beloofde land.
Doch dat is slechts een afbeelding van de
verlossing door Christus, die als een lam op
Golgotha moest worden geslacht om alzoo zijn
volk te verzoenen met God, te verlossen van de
slavernij van Satan en zonde en in vrijheid te
leiden naar het Kanaan der eeuwige rust.
Waar wij nu opnieuw beschouwen het lijden
van Christus in de laatste dagen zijns levens,
zie Hem dan in de paaschzaal, in Gethsemané,
voor Kajafas, Herodes en Pilatus, op den weg
van Gabbatha naar Golgotha als het Lam Gods
dat ter slachting wordt geleid.
Wanneer ge Uw Heiland beschouwt in zijn
lijden onder hoon en smaad, onder geeseling en
bespotting, onder verguizing en onrecht, aan het
kruis in de felste smarten, door de wereld ver
worpen en van God verlaten, zie Hem dan, niet
als een martelaar, maar als het Lam Gods dat
de zonde der wereld wegneemt.
O, zie Hem als het Lam Gods dat Uw straf
draagt, Uw schuld betaalt, U met God verzoend.
Ja, het is wel goed om Christus te volgen op
Zijn lijdensweg met een hart vol deernis in be
wondering over de verhevenheid en zielegroot-
heid in Zijn lijden, als de Zaligmaker der wereld,
maar ach, als Hij Uw Zaligmaker niet is, wat
hebt ge dan nog.
Dan hebt ge persoonlijk aan Christus niets.
Dan moet ge nog Uw eigen zonden dragen
nu en tot in alle eeuwigheid.
Dat is vreeselijk
En daarom, wanneer ge in den lijdenden
Christus nog niet uw schuldbetalenden Borg
kunt zien, zoek Hem dan met ernst en met ge-
been opdat Hij met Zijn bloed ook Uw schuld
voor God bedekke.
Troostvol is het te weten, God heeft om
Christus wil mijn schuld uit Zijn boek gedaan,
ook ziet Hij geen van mijne zonden aan, want,
in Christus ben ik rechtvaardig voor God.
Hij is het Lam dat mijn zonde wegneemt.
Wegneemtnog alle dagen.
Telkens weer, na iedere oprechte schuld
belijdenis.
Zoo willen we achter Christus aangaan op
den weg naar het kruis.
Als zijn discipelen en discipelinnen.
Als bondelingen die in Zijn Naam zijn ge
doopt, ouders en kinderen, niet weenende over
Hem maar weenende over onszelven, over onze
zonden, met de belijdenis in het hartLam Gods
dat de zonde wegneemt Lam van God voor ons
geslacht.
W. VAN HEININGEN.
ONZE ZENDINGSTAAK IN DEZEN TIJD,
II.
In ons vorig artikel spraken we over de uit
zending van een tweeden missionairen dienaar
des Woords naar ons Zendingsterrein en over
het offer, dat onze kerken zouden moeten bren
gen, zou die uitzending mogelijk zijn. Met niet
meer dan hoogstens 5 zouden zé dan de bij
drage voor de Zending, n.l. voor den hoofd
dienst, mogen verminderen.
Allicht is de vraag opgekomen, of met een
eventueele uitzending van een tweeden missio
nairen predikant zou beslist zijn, dat er voortaan
op ons Zendingsterrein altijd twee naast elkaar
zullen arbeiden.
Alvorens we het beloofde citaat uit den brief
van Ds. Merkelijn geven, willen we die vraag
bespreken en beantwoorden, omdat de kerken
recht hebben te weten, hoe de zaken staan en
welke beslissing nu van haar gevraagd wordt.
Dat antwoord nu moet aldus luiden, dat wan
neer zoo spoedig mogelijk een tweeden missio
nairen predikant wordt uitgezonden, daarmee
niet beslist is, dat er voortaan op ons Zendings
terrein twee predikanten zullen arbeiden.
Onder dateering van 11 October 1933, werd
aan Ds. Merkelijn, in antwoord op zijn brieven
van 21 Juni en 15 Augustus, namens de Zen
dende Kerk en Zendingsdeputaten o.m. dit ge
schreven
„Om de zaak voor ons zelf niet moeilijker
te maken dan hoogst noodig was, hebben
we ze zoo gesteld, dat uitzending van een
miss. predikant nu niet insluit, dat daarmee
voor de toekomst zou vaststaan, dat er
voortaan twee miss. predikanten op ons
Zendingsterrein zullen arbeiden. De beslis
sing over die vraag leek ons nu absoluut
onmogelijk en ook nog niet noodig".
In zijn antwoord van 4 Dec. '33 komt Ds.
Merkelijn daarop terug en schrijft dan
„Natuurlijk draagt dit plan van een twee
de Ds. slechts een tijdelijk karakter, wan
neer ik tenslotte repatrieer zal de vraag
onder de oogen gezien moeten worden of
er blijvend twee dominé's op het Zendings
terrein zullen zijn."
Maar zoo wordt misschien een tegenwer
ping gemaakt als het niet de bedoeling is nu
al te beslissen, dat er voortaan twee predikan
ten op ons Zendingsterrein zullen arbeiden,
waarom wordt dan gesproken van een tweeden
predikant, en waarom bepaalt men zich dan niet
tot het zoeken en uitzenden van een eventueelen
opvolger van Ds. Merkelijn
Ter toelichting daarvan moge het volgende
dienen.
In het belang van den arbeid op ons Zendings
terrein is het gewenscht dat Ds. Merkelijn zoo
spoedig mogelijk hulp krijgt en wel door de uit
zending van een tweede miss. predikant.
Aan die uitzending zou evenwel niet gedacht
kunnen worden, wanneer de lasten daarvoor ge
heel voor de Zendende Kerken zouden moeten
komen. Ware dat het geval, dan had aanstonds
aan Ds. Merkelijn moeten worden bericht, dat
die uitzending ons onmogelijk was, hoeveel leed
het ons ook zou gedaan hebben, dat besluit te
nemen.
Nu bestond echter de mogelijkheid die uit
zending te overwegen, door een bijzonder aan
bod van de Europeesche Geref. Kerk te Mage-
lang, waardoor het mogelijk zou worden dat er
althans tijdelijk twee miss. predikanten op ons
Zendingsterrein zouden arbeiden.
De zaak is n.l. deze, dat de Geref. Kerk te
Magelang ook bearbeiding noodig heeft door
den dienst des Woords in prediking, catechisa
tie, huisbezoek en ziekenbezoek.
De Hollandsche Gereformeerden, die daar
wonen, kennen lang niet alle de taal, waarin
voor de inlanders gepreekt wordt. Zij hebben
behoefte aan de prediking in onze eigen taal.
Ter voorziening in den dienst des Woords ze
kunnen niet altijd leeskerk hebben wordt de
hulp ingeroepen van de miss. predikanten, terwijl
Ds. Merkelijn hen helpt voor de catechisatie en
zieken- en huisbezoek.
Zoo kwam het plan op, dat wanneer een
tweede miss. pred. beroepen werd en dat
in overleg met een paar broeders in Holland,
die door de Geref. Kerk van Magelang zouden
worden aangewezen deze dan hulpdiensten
in die kerk zou verrichten. De helft van zijn
tijd zou hij dan moeten wijden aan de Holland
sche gemeente en de andere helft aan het Zen
dingswerk. Jaarlijks zou die gemeente daarvoor
dan een belangrijke bijdrage geven en ook een
bedrag ineens beschikbaar stellen voor de over
tocht.
Door ons werd met groote erkentelijkheid van
dit voorstel der Geref. Kerk te Magelang, dat
van den kleinen kring der Gereformeerden daar
groote offers zou vragen, kennis genomen omdat
op die manier de mogelijkheid werd geopend
althans tijdelijk naast Ds. Merkelijn een tweeden
miss. predikant te zenden.
En die mogelijkheid moest zoo oordeelden
we met beide handen worden aangegrepen.
Al staat het nog niet vast, dat Ds. Merkelijn
over twee a drie jaar z'n emeritaat moet aan
vragen en al hopen we, dat het hem mogelijk
zal zijn, na een hernieuwd verlof weer naar
Magelang terug te gaan, toch moeten we er ook
mee rekenen, dat zijn gezondheidstoestand dan
wel eens van dien aard zou kunnen zijn, dat
een ander zijn plaats zou moeten gaan innemen.
En voor hem, die dan Ds. Merkelijn zou moe
ten opvolgen zou het dan van heel groote be-
teekenis zijn, dat hij een tijdlang naast hem had
kunnen arbeiden en zoo in het Zendingswerk
in z'n geheelen omvang was ingeleid.
Als toch die opvolger ineens kwam te staan
voor de omvangrijke taak, die ons Zendingster
rein vraagt, zou hij een heelen tijd noodig heb
ben vóór hij zich daar had ingewerkt. Het werk
zou daardoor natuurlijk groote schade lijden.
En omgekeerd, als hij reeds naast Ds. Merkelijn
heeft gearbeid, gaat het werk rustig door.
De vraag, of er bij terugkeer van Ds. Mer
kelijn naar Magelang, twee missionaire predikan
ten zullen blijven kan nu nog niet beantwoord
worden en behoeft ook nu nog niet beantwoord
te worden. De mogelijkheid bestaat, dat dan
weer voor den tijd van enkele jaren een over
eenkomst wordt aangegaan met de Geref. Kerk
te Magelang, waarbij één van de twee predikan
ten de helft van zijn tijd geeft aan die kerk.
Er bestaan ook andere mogelijkheden.
In elk geval is nu wel duidelijk, hopen we,
dat zoo spoedig mogelijk een tweede miss. pre
dikant kan worden uitgezonden, nu dat door het
aanbod van de Geref. Kerk te Magelang moge
lijk wordt, als althans de kerken in Zeeland,
Noord-Brabant en Limburg bereid zijn haar bij
drage op het oude peil te handhaven of althans
zeker met niet meer dan 5 te verlagen.
De kerken hebben nu de gronden om te over
wegen dat het niet zou vrijstaan haar bijdragen
zoodanig te verlagen, dat door die verlaging de
uitzending van een tweeden miss. pred., ondanks
het aanbod van de Geref. Kerk te Magelang,
niet zou kunnen doorgaan.
Een volgend maal dan D.V. nog wat Ds. Mer
kelijn ons schreef, opdat een ieder overtuigd
worde van de noodzakelijkheid om de uiterste
krachten in te spannen.
HEIJ.
COLLECTEN EN KERKBEZOEK.
Het Februarinummer van Missionary Monthly,
het ook in ons vaderland zoo bekende Gerefor
meerde Zendingsblad van Dr. H. Beets bevat
het typisch verhaal van een Amerikaan Stanly
Buck, die op een kouden Zondagmorgen te Rot
terdam een kerk binnenliep.
Achter in de kerk staande, wachtend tot de
dienst beginnen zou, merkte hij op dat sommigen,
die binnenkwamen dadelijk gingen zitten ande
ren wachtten. Precies om tien uur ging er een
rood licht aan boven het altaar terstond grab
belden allen die stonden naar een plaatsje.
Alle zitplaatsen zijn verhuurd niemand die
geen eigen plaats heeft, mag gaan zitten voor
het tien uur is.
De heele kerk bleef onder het zingen zitten
alleen stonden bij het gebed de mannen op.
Ik zat nog maar even of daar begonnen twee
kerkdienaars met een groote glazen bak (a glass
eau) rond te loopen iedereen hielden ze dien
voor en ieder deed er wat in.
Toen het mijn beurt werd, deed ik er een
rijksdaalder in het was al wat ik kon missen,
om dan nog naar mijn logies terug te kunnen
gaan.
Toen hielden ze de bak mijn makker voor.
Wij betaalden echter gedurende de heele reis
uit gemeenschappelijke beurs, en dien morgen
was ik het, die alles bij me droeg, wat we sa
men hadden.
Toen ik dien rijksdaalder betaald had, dacht
ik dat het voor ons allebei wel genoeg was.
Maar neen hoor, de kerkdienaar hield ook
mijn reisgenoot de glazen bak voor en wees
daarbij op een bordje, dat in de buurt ophing
en waarop stond „Vijftien cent".
In Hollandsche kerken moet ge n.l. betalen
voor uw zitplaats, als ge naar kerk gaat.
Na dit incident dachten we dat het nu uit
was met die collectes. Maar jawel, er werden
nog drie andere collectes dien morgen gehouden.
En geen mensch zag ik weigeren.
Het toppunt van alles was, dat er toen de
kerk uitging nog eens weer twee menschen bij
de deur gingen staan met een collecteschaal, die
ze ieder die passeerde voorhielden.
Ik zat onder dien dienst een uur en veertig
minuten en was bijna bevroren. Van alles wat
de dominee zeide, begreep ik geen woord, en
daarom besloot ik maar weg te gaan. Hij had
toen al een uur en twintig minuten gepreekt,
en ging nog dapper voort ik had er geen idee
van hoelang het nog zou kunnen duren. Ik ging
dus naar de deur maar die was op slot.
De kerkdienaar kwam en maakte me duidelijk,
dat ik niet weg kon. Het schijnt dat de deuren
op slot gaan nadat de dienst is begonnen, en
niemand er in of er uit mag tot de dienst af-
geloopen is.
Het resultaat was, dat ik nog een half uur
langer bleef
De Mission-Monthly vraagt aan het eind van
dit curieuze verhaal„Vrienden in Nederland,
is dit naar het leven geteekend
Ik zou zonder Rotterdamsche kerken te ken
nen, gerust durven zeggen Het ligt er wel wat
dik op. Vooral de onmogelijkheid om de kerk
te verlaten of er wat later dan tien uur binnen
te komen is zeer onwaarschijnlijk.