Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland.
43e Jaargang.
Vrijdag 6 Maart 1929.
No. 10.
RedactearenDs. P. VAN DIJK te Serooskerke (W,) en Ds. A. C. HEIJ te Koadekerke.
Persvereeniging Zeeuwsche Kerkbode.
UIT JiET WOORD.
De Droom van een Romeinsche Vrouw.
Kerkelijk en Geestelijk Leuen.
Het Persincident.
De komende Diaconale Conferentie.
Antlmonianen.
ZEEUWSCHE KERKBODE
Vaste medewerkersD.D. L. BOUMA, P. J. v. d. ENDE. B. MEIJER, P. STAAL Pzn., en R. J. f. d. VEEN.
Abonnementsprijsi
AdvertentfeprIJsi
per kwartaal bij vooruitbetaling f 1,—.
Afzonderlijke nummer® 8 oent.
15 oent per regelbij jaarabonnement van
minetena 600 regela belangrijke reduotie.
UITGAVE VAN DE
Adree van de Administratie:
Firma LITTOOU OLTHOFP, Middelburg.
Beriohten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiên tot Vrijdag
morgen 9 uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ Sc OLTHOFF
Spar\jaardstraat, Middelburg.
TELEFOON 2 3 8, GIRONUMMER 4 22 SO
„En als hij op den rechterstoel zat,
zoo heeft zijne huisvrouw tot hein
gezonden, zeggende: Heb toch niet
te doen met dien Rechtvaardige
want ik heb heden veel geleden jn
den droom om Zijnentwil.
Mattheus 27 10.
Een der merkwaardigste uitingen van ons
zieleleven is de droom.
Wanneer wij in diepen slaap gezonken zijn,
dan arbeidt onze geest niet meer, dan func-
tioneeren onze hersenen nog wel, maar zij
rusten. Dan is er van „droomen" geen sprake.
Anders is het bij 't inslapen en ook vlak
vóór 't ontwaken.
Dan houdt onze geest zich bezig met de
voorstellingen en gedachten, die in ons onder
bewustzijn leven en werken. Dan combineert
de verbeeldingskracht d!er ziel al die onder
bewuste voorstellingen tot een wonder li jk-
samengeweven complex van gedachten, waar
door het z.g.n. „droomen" ontstaat.
Zulk een droom hangt dan ook heel nauw
met uw' zieleleven samen.
Maar er zijn ook onzichtbare invloeden, die
van buiten al uit de onzien'lijke wereld op
ons droomleven inwerken. De droom is niet
enkel tc verklaren uit het gedrochtelijk spel
van denkbeelden, die uit ons natuurlijk leven
opkomen.
Daar zijn in de eerste plaats „de geeste
lijke boosheden in de lucht", die met hun
onheiligheden ons droomleven bezoedelen,
om, wanneer wij liet bestuur over onze ge
dachten verloren hebben, aan God de re
geering onzer ziel te betwisten.
Daar is echter ook De Heilige Geest.
g
De Heilige Geest Gods heeft ingewerkt op
het droomleven van Pilatus' huisvrouw1. In
het (Onderbewustzijn van deze Romeinsche
vrouw, die door de overlevering Claudia
Procla genoemd wordt, heeft de Heere den
openbaringsdroom als middel gebruikt om
haar man op ongewone wijze te waarschu
wen, waar andere wegen afgesloten waren.
De Joden hadden de Schrift. Pilatus niet.
Hij was een heiden. Hier is dan ook in den
droom van Claudia een aparte bemoeiing
Gods, opdat de landvoogd niet onwetend, on-
gewaarschuwd onrecht doen zou. Zoo heeft
de farao van Egypte zijn droomen Gods
gehad. Zoo heeft Nebucadnezar, de Baoy-
loniër zijn gezichten gezien. Voordat nu alle
bizondere openbaring afgesloten wordt
door de openbaring van het Nieuwe Testa
ment, ontvangt ook Claudia Procla, de Ro
meinsche haar openbaringsdroom, die niet
alleen tc verklaren is uit het eigen zieleleven
van een uerveuse vrouw, maar die bovenal
moet worden aangemerkt als een droom on
der invloed van den Heiligen Geest, Wicn
ook het onderbewuste moet gehoorzamen
en Die het onderwerpt aan Zijin Wil.
o
Drie dingen treffen mij in dezen droom.
Allereerst het tijdstip.
Pilatus was op Zijn Rechterstoel gezeten.
Om de vreeze der Joden durfde hij niet tot
vrijspraak van Jezus coneludcercn. Deze Ro
mein was een lafaard. Hijl wil neutraal
blijven tegenover Jezus Christus en laat
daarom de einduitspraak aan de schare over.
Hier is een Rechter, die de beslissing over
den beklaagde in handen der publieke tribune
legt, om aldus aan alle moeilijkheden tc
ontkom en. Zoo worden de Joden voor de
keuze gesteld tusschen Jezus, den Zoon van
God, den onschuldigen Bar-Abbas den schul
dige. Naar de gewoonte dier dagen zou één
der gevangenen worden losgelaten.
Zoo is dus Pilatus op zijn rechterstoel ge
zeten en wacht hij de belangrijke beslissing
der publieke tribune af.
Welk een gewichtig oogenblik
Nit zal 't er oin gaan Bar-Abbas óf Jezus!
Nu wordt de teerling gtraks ^geworpen
Heeft liet volk eenmaal uitspraak gedaan,
dan kan de karakterlooze rechter niet meer
terug.
Daarom is de korte pauze, waarin Pilatus
zijn afwachtende houding aanneemt van z»o
grootc bete eken is voor hem.
Hij k a n het onrecht nog voorkomen.
Hij k a n Christus nog loslaten.
Hit k a n zichzelf en zijn eer nog redden.
Enjuist op dit spanningsvolle tijd
stip komt door middel van Claudia's droom
de stem Gods tot Pilatus „Heb' toch pietg
te doen met dien .Rechtvaardige".
Het tweede, dat ons treft, is de inhoud
van dezen droom.
Wat Claudia precies doorworsteld heeft,
is moeilijk te zeggen. Vast staat echter dat
ontzettende angsten over haar ziel zijn ge
gaan „Ik heb heden VEEL GELEDEN".
Om Jezus' wil leed zij benauwdheid ,cn
schrikking.
Ook hier zien wij hoe heel de wereld zich
concentreert om den Christus Gods, Die het
gansche leven zaligt en oiok het onderbewus
te leven der droomen heiligen wil.
God toonde deze Romeinsche vrouw het
onschuldig lijden van den Na/arener. God
toonde haar niet minder de groote ongerech
tigheid van haar lafhartigen man. In haar
droom zag zij het oordeel dat den onschuldi
gen Jezus maar ook het oordeel dat den
schuldigen Pilatus treffen zou. Door deze
droom aanschouwing werd bange onrust op
haar ziel geworpen.
Toen is zij ontwaakt en zond een bode om
haar man te waarschuwen.
Zij heeft zich niet lichtzinnig over haar
droom heengezet maar zonder zich te sto
ren aan de etiquette, die haar verbood! den
rechter lastig te vallen tijdens een procedure,
laat zij wat het zwaarste is het zwaarste we
gen. Zij moest Pilatus en Jezus trachten te
redden. Haar droom was geen bedrog. Het
was een openbaringsdroom.
Pilatus' vrouw zij ons ten voorbeeld.
Wij Zjiju zoo schuchter.
Wij spreken zoo weinig met elkander.
Vooral in de gezinnen
Als Gods genade in ons geopenbaard is,
dan hebben wij zoo veel te vertellen.
Over Jezus' Ijjden om onzentwille.
Over ons lijden om Jezus' wille.
Wij moeten elkander vertellen wat God
aan onzen geest gedaan heeft.
Ik heb geloofd - daarom heb1 ik gespro
ken.
Wij moeten ook de onzen waarschuwen,
wanneer zij zich aan Jezus dreigen te ver
grijpen.
Wij moeten elkander's lasten dragen.
Eindelijk de bedoeling van dezen
droom.
Naar Gods eeuwig verlossingsplan móest
Jezus veroordeeld worden.
Maar dat ontslaat Pilatus niet van zijn
verantwoordelijkheid. Hij heeft den hemel
bode, den openbaringsdroom afgewezen en
al gaat hij straks zijn handen wasschen
er blijft onschuldig bloed aan kleven.
Pilatus staat schuldig aan .„dien Recht
vaardige".
De droom van zijn vrouw „Laat U. toch
niet met de valse he aanklacht in moest
zijn oordeel verzwaren. Maar de goddelijke
bedoeling met dezen droom gold ook J e-
z u s, Die de tnedcdeeling ervan aanhoorde
en voor Wien het een verkwikking geweest
is aldus openlijk Zijn onsehuid tc hoppen
betuigen. Claudia Procla heeft Jezus' Naam
van smet gezuiverd. Een Romeinsche hcidin
heeft den Koning der Joden gerechtvaardigd.
Doch meer nog.
De Man van Smarten vernam in dezen
droom ook de stem des Hemels, de stern der
Vaderlijke vertroosting.
Evenals de Engel in Gethsemané en Simon
van Cyrene op den kruisweg is de droom
tijd ing van Pilatus' huisvrouw een lichtstraal
geweest in den donkeren lijdensnacht van
den Zoon des Menschcn.
Onze Zaligmaker moest de pers alléén
treden.
Toch heeft de Hemelsche Vader Zijn aan
dacht niet ontzegd aan het werk van j£n
Zoon.
Eindelijk. De droomtijding van Claudia gaf
oponthoud. Van deze stagnatie hebben de
farizeërs handig misbruik gemaakt. Terwijl
Pilatus den bode Zijner vrouw aanhoort,
schuifelen de Schriftgeleerden onder de scha
re om propaganda te maken vóór Bar-Abbas.
Hun toeleg gehikte
Zoo moest de droom eener Romeinsche
vrouw medewerken om den Raad Gods te
volvoeren „Kruis Hein „Kruis Hem
Zoo loopt alles samen om den dood over
Jezus en het leven over de Zijnen tc brengen.
Hebt gij reeds dat eeuwige leven
,Wie niet zooals Pilatus,. maar wie in goe
den zin met „den Rechtvaardige te doen
heeft", wie in den Zoon gelooft, die
heeft het eeuwige leven.
Dat is geen droombeeld.
Dat is zalige werkelijkheid.
Middelburg. D. RINGNALDA Jr.
Men heeft de begeerte uitgesproken, dat
ook onze Zeeuwsche Kerkbode zich mengen
zou in het droeve persconflict, dat tusscnen
Prof. Hepp en Dr. van der Vaart Smit is ge
rezen. Onze kerkeraden hebben dienaangaan
de een missive ontvangen.
Een enkele kerkeraad heeft een publiek
oordeel over deze zaak uitgesproken.
Wat is, zoo vraagt men, uw meening?
We willen ze hier uitspreken.
Wel te verstaan niet over de kwestie, maar
over de vraag wat de kerkeraden daarmee
te maken hebben.
Wanneer in mijn gemeente een broeder
met een broeder uit een naburige gemeente
overhoopt ligt, dan raad ik liem op grond
van de Heilige Schrift aan dat hij beginnen
zal zijn broeder in zijn hart vergiffenis te
schenken.
En als hij dat gedaan heeft, vraag ik
Fiets even naar hem toe en zie dit het uit
den weg raakt. Een gesprek van Christenen'
onder vier oogen je weet niet hoe goed
dit werkt
Blijft dit kwaad dan toch maar voortwoe
keren, natuurlijk dan komt hij op den duur
naar den kerkeraad van die naburige ge
meente.
Dit valt voor zoo'n kerkeraad niet altoos
mee, maar het is toch de weg.
Trekt zich onverhoopt deze kerkeraad te
weinig van de zaak aan, dan is er vervol
gens ook nog een classis, en een Synode.
Maar wat ik heel verkeerd van den ver
ongelijkten broeder zou achten, dat is, dat
hij huis aan huis in de gemeente op bezoek
zou gaan en van de public k e opinie
zijn zaak afhankelijk zou stellen.
Want wat die publieke opinie betreft
men neme mij niet kwalijk
Wanneer uw broeder tegen u gezondigd
heeft, of dat mondeling of in de pers ge
schied is, blijft om het even is de voorge
schreven weg de kerkelijke weg, dien
ik aangaf.
En of nu die twistende broeders eenvou
dige dorpelingen zijn of dat ze beiden den1
dokterstitel hebben ik geloof niet, dat
Mattheus 18 daar een onderscheid tusschen
maakt.
We mengen ons natuurlijk in de kwestie
zelf niet.
De Heraut zegt Geeft elkaar royaal de
hand en laat het uit zijn. Daar zijn we 't
van harte mee eens
Maar wanneer men vraagt Hebben onze
kerkeraden over 't ge heel e land de officieelc
medcdeeling van noode, dat er een tuchtzaak
tusschen een paar broeders aanhangig is,
dan zeg ik Heelemaal niet
Of wanneer men vraagt Moeten de ker
keraden in Nederland daarover hun meening
vormen, laat staan inoties publiceeren, dan
antwoord ik Nog veel minder
Zelfs wanneer liet een zaak van de Gene
rale Synode zou worden wat natuurlijk
niet te hopen is en wat ik ook niet geloof -
dan zou de b e h a n d e 1 i n g van dit pu
bliek conflict als tuchtzaak nog in comité-
ver g a d e r i n g dienen te geschieden.
Naar onze meening was het niet noodig
geweest van dit pers-conflict een tuchtzaak
te maken.
Maar op het moment, dat het tuchtzaak
werd behoorde ze op alle manier aan de
publiciteit hetzij die door de pers, hetzij
ze door circulaires aan kerkcraden geschied
de onttrokken geworden te zijn.
Gaarne voldoen we aan het verzoek de
aandacht van onze Diakonieën in Zeeland te
vestigen op de a.s. Zeeuwsche Diaconale
Conferentie.
Het Comité ter voorbereiding, zou ^gaarne
zien, dat aan 'het adres van Zijn secretaris
dhr. B. J. v. d. Berg te Goes vraagpunten
voor het Agendum o? ook belangrijke mede-
declingen werden ingezonden.
Er komt in het tijdsverloop van een jaar
onder al de drie en vijftig diaconieën in Zee
land ongetwijfeld wel eens een zaak voor,
waarvan kennisneming in 't belang van alle is.
Of men ziet zich voor moeilijkheden ge
plaatst, waarbij het oordeel van een provin
ciale conferentie van grootc waarde moet
worden geacht.
Laten onze diaconieën daarom van het ver
zoek van het comité goede nota nemen.
Hier is wisselwerking. Hoe meer het ge
wicht van een Diaconale Conferentie wordt
ingezien, des te meer zal men met een mloei-
lijke kwestie tot die jaatiijksche samenspre-
king zijtn toevlucht nemen.
En omgekeerd hoe meer men van zulke
vragen of inededeelingen verstrekt, des te
meer zal de noodzaak en de wenschelijkheid
van die jaarlijksche conferenties worden in
gezien.
Men kan ook zeer geschikt een interessant
beleefd geval in den vorm van een vraag in
dienen men bedoelt dan wel een mededee-
ling maar ze wordt op die manier meer een
oorzaak van een soms zeer aangename be
spreking.
Laten onze Zeeuwsche Diaconieën vooreen
rijk agendum zorgen
VI.
Wanneer in ons historisch overzicht voor
sommigen onzer lezers nog niet geheel dui
delijk geworden is, wat eigenlijk onder een
Antinomiaan moet worden verstaan, dan vlei
ik mij dat dit beter zal gaan na kennisneminig
van het z.g. H a 11 e m i s m e.
Pont i aan van Hat tem werd op 31-
jarigen leeftijd in 1672 te St. Philipsland op
Tholen in het ambt van predikant bevestigd.
Hij was een man van onbesproken wandel,
en bezat een werkzamen geest.
Het zijn vooral zijn Lessen over den
Catechismus, waaruit reeds in 1680 zijn
onrechtzinnigheid bleek.
Na allerlei vergaderingen, die de adviezen
van zich overigens wel eens tegensprekende
godgeleerden inriepen, wordt hij in 1683 uit
zijn ambt gezet wegens ketterij.
Hij vestigt zich metterwoon te Bergen op
Zoom waar hij een niet zoo kleinen kring
van geestverwanten om zich weet te vor
men, van welke er trouwens ook in Zeeland
niet het minst onder de aanzienlijken zeer
veel te vinden waren.
Daar de preekstoel niet voor hem open
stond, hield hij conventikels.
In Zeeland werden die conventikels van
Hatteinisten bij Resolutie van 21 Maart 1692
verboden, maar de arm van de Staten van
Zeeland reikte niet tot Bergen op Zoom, en
daarom werden ze hier toegestaan.
V a n 11 at t e m wist echter ook in Zeeland
nog wel van die vergaderingen of conventi
kels te leiden, en wat hij niet mondeling kon
toelichten stelde hij schriftelijk op. In 1706
is hij overleden.
Waar bestonden die Hattcmistische kette
rijen in
We bespreken hier alleen dat gedeelte van
zijn leer, dat handelt over den stand van den
geloovigc tegenover Gods wet. Zeer duide
lijk is nu dat Pontiaan van Hattem een Anti
nomiaan was.
Vooral' moge de opmerking gemaakt wor
den, dat het anti-nomianisme van Pontiaan