Voor Kinderen.
De beteekenis der Christelijke Sociale
beginselen voor dezen tijd.
in.
Een Sprookje.
KERKNIEUWS.
Officiëele Berichten.
In dit opzicht is opmerkelijk, dat ook Prof.
Haitjema zooveel bezwaren heeft tegen de
beslissing der Synode, die zelfde Prof. Hait
jema, die een zoo groot bewonderaar is van
Barth. En hoe voorzichtig we moeten zijn
\rnet de beweringen van dezen op dit
.oogenblik beroemden Duitschen hooglee
raar, wordt wel lieel duidelijk aangetoond in
de leerzame artikelen van Ds. Schilder over
„Het Paradoxe in de religie", in De
Reformatie.
Wat dan ook tegen de beslissing der Sy
node is ingebracht en heel veel daarvan
hebben we gelezen heeft ons niet in onze
overtuiging kunnen schokken, maar integen
deel daarin versterkt.
Intusschen zijn we daarmee niet klaar.
Dat ware wel zoo geweest, wanneer de be
slissing der Synode ook bij allen instemming
had gevonden en gezegd was het is ons
duidelijk geworden, dat we bij ons verder
nadenken over de rechte Schriftbeschouwing
niet in die richting moeten gaan. Maar dat
is niet zoo. Integendeel daar waren er, die
zich beslist tegenover die uitspraak der Sy
node stelden. Hoewel zij zelve zeggen, dat
zij met hun Schriftbeschouwing nog lang
niet klaar zijn, meenen zij toch wel
dit te kunnen, zelfs te moeten uitspreken, dat
Assen in elk geval op een dwaalspoor is dat
Assen met zijn uitspraak het Gereformeerde
spoor verliet, en dat om het Gereformeerde
beginsel te bewaren noodig is een nieuw
kerkverband. Het is wel wonderlijk, dat men
schen, die zelf zeggen dat zij' nog lang niet
klaar zijn, en nog heel veel studeeren moeten,
zulk een uitspraak aandurven en daarop zelfs
durven gronden een scheuring van het kerk
verband. Eerder zou men mogen verwacht
hebben dat zij zeiden wij moeten nog stu
deeren, omdat wij het nog niet goed weten,
en daarom houden we vooralsnog onzen
mond. Maar neen dat doen zij niet. Zegt
men dan ja, maar bij hen is er een be
sef, dat de richting van Assen niet deugt,
dan is te antwoorden laat dat zoo zijn, en
laat dan eens buiten beschouwing de Schrif
tuurlijke gronden, die de Synode voor haar
uitspraak bijbracht, dan is toch zeker meer
waarde te hechten aan de uitspraak van een
geheele Synode, die weerklank vond bij! zoo
goed als alle kerken, en dan zou reeds deze
overweging alleen hen tot bescheidenheid
moeten manen. Dit is echter niet het geval.
Daar is een kerkverband gecreëerd, dat
bewust positie koos tegen onze kerken om
de uitspraak die de Synode onzer kerken
deed.
Daarmee moeten wij rekening houden. Im
mers nu gaat door de propaganda voor al
lerlei meeningen, die met een goede Gere
formeerde Schriftbeschouwing niet overeen
komen.
Daarbij is zeker zooals de Amsterdam-
sche Kerkbode opmerkt een voordeel van
de betreurenswaardige scheuring, dat nu die
beschouwingen worden voorgedragen niet
meer voor rekening van de Gereformeerde
Kerken, maar door menschen, die buiten haar
staan.
Maar al is het dan door mannen, die buiten
de Gereformeerde Kerken staan, ook zóó
gaat die propaganda dan door, en ook zoo
is daarmee te rekenen.
Met het oog daarop is van belang het
slotwoord van de praeses der Synode, waarop
we dan een volgend maal hopen terug te
komen. HEIJ.
In betrekking nu tot dat sociale leven
spreken we van beginselen, en wel van
C h r i s t e 1 ij k e beginselen.
Een beginsel is een stelling, waarvan men
bij zijn denken uitgaat, waardoor men zich
laat leiden. Een stelling dus die men voor
waarheid houdt.
De beginselen nu die wij bij het sociale
leven willen geldend gemaakt zien, zijn de
Christelijke beginselen.
„Daar zijn ook andere beginselen. Met name
is hier te denken aan de beginselen van het
ongeloofvan hen die zich laten leiden door
de rede die het bestaan eener Godsopen
baring ontkennen.
Deze menschen. hebben ook hun beschou
wing, hun denkbeelden, over het sociale le
ven. En in die denkbeelden zit ook een
deel waarheid. Daar is immers ook een a 1-
g e m e e n e openbaring Gods in de nat n u r
en in de consciëntie en in de Ge-
(Slot.)
Het was op een laten namiddag, dat een
man in bedelaarskleeren, maar met een vrien
delijk, open gezicht de woning der arme
weduwe naderde. Hij viel neder op een bank,
die voor het huisje stond en vroeg een
dronk water.
De weduwe haastte zich het verlangde te
halen en vroeg daarna, of de man geen hon
ger had.
Honger heb ik wel, luidde het antwoord,
maar gij behoeft me niets te geven, want gij
zijt zelf arm.
Ja, zeidie de vrouw, dat is waar, ik ben
arm, maar mijn kinderen en ik hebben toch
altijd wel zooveel, dat we iets kunnen af
staan aan hen, die behoeftiger zijn dan wij.
Toen ging ze heen en kwam weldra terug
met eenige sneden broods.
Terwijl de vrouw aan den arbeid ging,
nuttigde de man met smaak zijn brood, niet,
voordat hij echter eerst zich tot God had
gewend in gebed. Terwijl hij at, keek hij
rond hij wierp door de ramen een blik in
het huisje en merkte op de netheid en zin
delijkheid, die daar heerschten.
s c h i e d e n i s. Daarin deelen ook de on-
geloovigen. De vrucht daarvan wordt ook
door hen genoten, ook al ontkennen zij1, dat
die vrucht groeit aan den boom der Gods
openbaring.
Aan de beginselen der algemeene open
baring hebben wij echter niet genoeg. Het
redelicht zoo gelooven we is door de
zonde verduisterd. We hebben om met
Calvijn te spreken noodig den bril der
bijzondere openbaring, om de algemeene
openbaring te verstaan en we hebben die bij
zondere openbaring ook noodig om te Ken
nen wat voor den mensch die in zonde viel,
noodig is om weer verzoend te worden met
God en alzoo de waarheid te leeren kennen.
Die bijzondere openbaring Gods is ons
nu toegekomen door den Heere Jezus Chris
tus en Christus is ook zelf de eigenllijike
inhoud van die bijzondere openbaring. Hij
is gelijk Hij zelf zeide de weg, de
waarheid en het leven.
En omdat het ons nu bij de beschouwing-
van het sociale leven maar niet te doen is
om beschouwingen, maar om w a r e be
schouwingen, om de waarheid in deze
beschouwing, daarom laten we ons leiden
door die bijzondere openbaring.
En die beginselen nu, die we aan de, door
en in Christus ons geworden, openbaring
ontkenen, noemen we de Christelijke be
ginselen.
Dat hier nu op het breede veld van het
Christelijk denken nog weer heel wat ver
schillen zijn, b.v. tusschen de protestanten
om dat woord te gebruiken en de
Roomschen tusschen de verschillende groe
pen, die allen zich bevinden op het protestanf-
sche erf dat alles laten we nu rusten.
Daar is bij allen ook iets gemeenschap-
Door die Christelijke beginselen nu willen
we ons laten leiden bij het denken over het
sociale leven.
Daarbij moeten we dan bedenken, dat wij
in het vaststellen van wat een beginsel is,
ons wel eens kunnen vergissen. Daar is wel
voor een Christelijk beginsel uitgegeven wat
op den duur bleek geen Christelijk beginsel
te zijn. Vast te stellen wat een beginsel is, is
niet zoo gemakkelijk.
Toch zijn er ook beginselen, die zoo dui
delijk in Gods Woord geleerd worden, dat
daarover geen verschil van meening kan zijn,
en van die uitgaande, moet gezocht worden
ook tot de meer afgeleide beginselen te be
sluiten.
In dien weg van studie en geheiligd na
denken, vinden we de beginselen, van de
openbaring Gods, die ons leiden moeten bij
onze beschouwing van het sociale leven of,
wil men de Christelijk-sociale beginselen.
HEIJ.
TWEETAL TE
Enschedé J. van Herksen te Hillegom.
D. Ringnalda te Leimuiden.
Delft S. W. Bos te Dokkum.
A. J. Bouma te Wanswerd.
Ede J. H. Knijper te Drachten.
C. v. d. Woude te Gorredijk.
Franeker J. H. Meuleman te Hoogersmilde.
S. J. Popma te Engwierum.
BEROEPEN TE
Paesens H. de Jong te Boerakker.
Hilversum W. H. den Houting te Huizum.
H. A. Munnik te Zwolle.
Hillegersberg-Straatweg (2e m.)
D. J. Couvee te Brussel.
Ede C. v. d. Woude te Gorredijk.
Zierikzee D. Ringnalda te Leimuiden.
Heemstede (2e maal) J. H. Bavinck, met
verlof hier te lande.
AANGENOMEN NAAR
Emmen J. H. Binnema te Kielwindeweer.
Heemstede J. H. Bavinck, met verlof hier
te lande.
BEDANKT VOOR
Ede, Koog-Zaandijk W. Seinen te Opper
does.
Hijlaard W. H. v. d. Vegt te Drachtster-
Compagnie.
Afscheid en Intrede.
Leeuwarden. Zondagavond nam Ds. H. S.
Bouma afscheid met een predikatie over
Jesaja 59:21. Spr. liet uitkomen dat het
bezit der gemeente van des Heeren Geest
en wonder is le. een zéker bezit, 2e. een
verantwoordelijk bezit en ten 3e. een blijvend
bezit.
Toen hij op wilde staan om heen te gaan,
hield de vrouw hem tegen en drong er zeer
op aan, dat hij den nacht in haar huis zou
verblijven, want hij zag bleek van vermoeid
heid. Tenslotte bewilligde de man en bleef.
Dien avond lagen in de hut, voor het ter
ruste gaan, niet negen menschen op de knieën,
maar tien. En toen was het niet de moeder,
die vertolkte, wat in aller hart leefde, maar
was het de bedelaar, die God dankte voor
den ongekenden rijkdom, die het eigendom
is Zijner kinderen.
Toen de moeder den volgenden morgen op
stond, was de bedelaar reeds vertrokken. Op
de plaats, waar hij dien nacht gerust had, lag
een groote som gelds en een briefje, waarop
geschreven .stond, dat hij', die den nacht bij
haar had doorgebracht, wel bedelaarskleeren
droeg, maar toch rijk was en het land rond
ging om van zijn schatten mede te deelen'
aan hen, die werkelijk arm zijn.
Het verhaal van den rijken bedelaar ver
spreidde zich spoedig in den omtrek en ook
den bewoner van het kasteel kwam het ter
oore. Vlug was zijn besluit genomen. Hij
informeerde, in welke richting de bedelaar
zich had begeven en joeg hem toen met
paard en wagen achterna. Spoedig had hij
hem ingehaald en vroeg hem heel dringend
om toch op zijn kasteel uit te rusten. De
bedelaar keek niet vriendelijk en antwoordde,
Na de „afscheidspreek" sprak hij enkele
persoonlijke woorden tot de broeders met
wie hij zitting had in den kerkeraad, predikan
ten, ouderlingen en diakenen, en voorts tot
allen, die hij ontmoette op de meerdere ker
kelijke vergaderingen, tot catechisanten van
nu en vroeger, en ten slotte tot de gemeente.
Hierna bracht Ds. J. Mulder, praeses van
den kerkeraad, Ds. Bouma dank voor wat hij
in Leeuwarden gedaan heeft, in 't bijzonder
in zijn wijk. Toegezongen werd Psalm 121:4.
Namens de classis sprak Ds. H. P. M.. G.
de Walle woorden van afscheid, waarbij hij
wees op de heldere adviezen door Ds. B.
ter classisvergadering uitgebracht. Op zijn
verzoek werd toegezongen Ps. 81 :12. Nadat
Ds. Bouma met een enkel woord gedankt
had voor de hartelijke toespraken, zong de
gemeente nog toe Psalm 134:3.
Woimmels. Ds. A. B. W. M. Kok nam
afscheid met een predikatie over 1 Cor.
2:15. Namens den kerkeraad en de' ge
meente werd hij toegesproken door ouder
ling S. Zandstra en namens de classis door
Ds. B. Roorda, van Oosterend. Toegezongen
werd Psalm 121 :4.
Bierum. Zondag deed Ds. Wiersma, van
Musselkanaal overgekomen, intrede, na door
Ds. Visscher, van Spijk, bevestigd te zijn
met een predikatie over Ps. 134. Des middags
deed Ds. Wiersma intrede met een predikatie
over Jak. 1 :21b Ontvangt met zachtmoedig
heid het Woord, dat in u geplant wordt, het
welk uwe zielen kan zalig maken. Gewezen
werd op het heerlijk ambt van den Die
naar het Woord te mogen planten in de
harten van zondaren, op het heilig voorrecht:
het Woord te mogen ontvangen, en op de
schoon e vrucht de zaligheid der zielen.
Andel. Ds. H. H. van Kapel Jr. nam we
gens vertrek naar Kooten (Fr.) Zondag j.l.
afscheid met een predicatie over Hebr. 13:20,
21, daarbij handelende over de volmaking
der Gemeente van Christus.
Amsterdam. In de Parkkerk en in de
School aan de Speerstraat, waar de Ned.
Geref. Kerk van Amsterdam-Zuid hare dien
sten houdt, waren deze week nog meer dan
200 plaatsen beschikbaar om als z.g. vaste
zitplaatsen te worden uitgegeven. Toch was
verschillende malen in de „Overtoomsche
Kerkbode" meegedeeld, dat de plaatsen zou
den worden uitgegeven.
In „Salvatori", waar de Ned. Geref. Kerk
van Amsterdam nu eiken Zondag samen
komt, komen 's morgens in den regel plm.
300 menschen, 's avonds minder.
Ds. L. A. Smilde, predikant van Om
men, vierde zijn 40-jarig ambtsjubileum.
De jubilaris werd 25 Aug. 1859 geboren.
Hij werd in 1886 candidaat, om 5 December
van dat jaar te Leerdam zijn intrede te doen.
5 Maart 1894 verbond Ds. Smilde zich aan
de Kerk van Ommen, die hij nu reeds meer
dan 30 jaar dienen mocht. Van zijn hand
verschenen ook een bundel schriftoverden
kingen.
Deze week vergaderde wederom de clas
sis Haarlem. Voorzitter was Ds. Groenewe-
gen. Aanwezig zijn o.a. de deputaten der
provincie naar art. 49 K.O. Ds. Breukelaar
tevens als deputaat van de Generale Synode.
De vergadering werd het grootste deel van
den dag in comité gehouden. De avondver
gadering was toegankelijk voor belijdende
leden der Geref. Kerken. De Kerk van Heem
stede verkreeg toestemming om voor de
tweede maal een beroep uit te brengen op
Dr. J. H. Bavinck van Bandoeng, thans met
verlof hier te lande.
Dr. J. Brinkman.
Inzake Dr. Brinkman, vroeger predikant te
Haarlem, nam de vergadering het volgende
besluit
De Classis gelezen het schrijven van Dr.
J. Brinkman, waarin hij meedeelt, om zeer
gewichtige persoonlijke redenen het ambt te
hebben neergelegd
gehoord de mededeelingen van den Kerke
raad van Haarlem dat hij breedvoerig met
Dr. Brinkman heeft gesproken en hem ern
stig heeft vermaand, maar dat hij zich ten
slotte bij het voldongen feit heeft neergelegd;
spreekt uit, dat zij met nadruk afkeurt de
wijze waarop Dr. Brinkman het ambt neer
gelegd heeft en constateert, dat Dr. Brink
man door zijn daad het recht tot den dienst
des Woords in de Geref. Kerken heeft ver
loren en besluit daarvan kennis te geven
aan Dr. Brinkman en de Kerken.
D s. W. E. van D u i n.
Ook kwam ter sprake de zaak van Ds.
Van Duin. Gelezen werd het schrijven van
dat hij liever doorging. Hij kende den rijken'
gierigaard wel ën wist dus, dat deze hem al
leen uitnoodigde om groote geschenken te
ontvangen. Hij begreep dadelijk, dat de kas
teelbewoner gehoord had, wat hij aan de
weduwe gegeven had. De heer hield echter
niet op, maar smeekte hem om mee te gaan.
Tenslotte gaf de bedelaar toe en ging mee.
Op het kasteel werd hij vorstelijk onthaald
en 's avonds hoorde hij, hoe de kasteelbe
woner tegen de huishoudster zei, dat ze
vooral aan den bedelaar moest geven, wat
deze verlangde, want dat de bedelaar dan
wel zeer veel geld tot belooning zou geven.
Den volgenden morgen wilde de gast ver
trekken, maar de gastheer wist hem te be
wegen nog een paar nachten te blijven.
Nadat hij drie nachten op het kasteel had
doorgebracht, maakte hij zich gereed te ver
trekken. Zijn gastheer stond vlak bij hem,
zeer benieuwd wat toch wel de belooning
voor zijn gastvrijheid zou zijn. De bedelaar
echter bedankte met een effen gelaat voor
de genoten gastvrijheid en ging heen zonder
iets te geven. Dat was onze rijke man toch
al te kras.
Hij ging hem achterna en zeide
Bij de weduwe hebt gij maar één dag door
gebracht en haar geeft ge een groot ge
schenk bij mij zijt gij verschillende dagen
geweest en mij geeft ge niets. Hoe komt dat
de Generale Synode het voorstel van de
Kerk te Oostzijde om Ds. v. Duin thans af
te zetten en een schrijven van Ds. Van Duin
zelf.
Met 17 tegen 8 stemmen en 3 blanco (de
afgevaardigden van Oostzijde stemden niet
mede, maar conformeerden zich), werd het
volgende voorstel aangenomen
De Classis, gehoord het schrijven van de
Generale Synode en de nadere toelichting van
den deputaat der Synode, Ds. Breukelaar,
besluit van haar beslissing tot opheffing van
de schorsing van Ds. v. Duin terug te komen.
Nadat daarna advies ingewonnen is van alle
aanwezige deputaten, die met Ds. Van Duin
tevoren hadden samengesproken, werd met
18 tegen 7 stemmen en 3 blanco besloten
Ds. Van Duin uit het ambt te ontzetten, op
grond van valsche leer, naar artt. 79-80 K.O.
Ds. Van Duin had geweigerd de volgende
verklaring af tc leggen Ds. Van Duin, in
stemmende met de uitspraak der Generale
Synode van Assen, dat ae boom der kennis
des goeds en des kwaads, de slang en haar
spreken en de boom des levens naar de klaar
blijkelijke bedoeling van het Schriftverhaal
van Genesis II en III in eigenlijken of let
terlijken zin zijn op te vatten en dus zintuig
lijk waarneembare werkelijkheden waren en
dat derhalve de meening als zou men dispu
tabel kunnen stellen of deze zaken en feiten
zintuiglijk waarneembare werkelijkheden wa
ren, zonder met het in artt. 4 en 5 der
Ned. Geloofsbelijdenis beleden gezag der H.
Schrift in strijd te komen, moet worden af
gewezen,
verklaart het Schriftverhaal van Gen. II
en III naar zijn in de uitspraak der Synode
aangegeven zin zonder eenig voorbehoud te
aanvaarden en ten grondslag te zullen leg
gen aan hetgeen hij in dezen leeren zal.
D s. J. C. B rus s aa r d'.
In de avondvergadering, waarin de aan
wezigheid van de deputaten naar art. 49
K. O. niet noodig werd geoordeeld en dus
alleen Ds. Breukelaar tegenwoordig was als
deputaat der Generale Synode, werd behan
deld het schrijven der Synode omtrent de
gevoerde discussie tusschen Prof. Ridderbos
en Ds. Brussaard. Ds. Brussaard legt een
verklaring af. Door het late uur en op uit
drukkelijk verlangen van den deputaat dei-
Synode werd de bespreking daarvan uitge
steld tot Dinsdag 14 Dec.
Ontvangen collecten voor de Theologische School
van de Kerken in de Classis Middelburg
Arnemuiden f 25 59 Domburg f 14,Gapinge
f 11,05 Grijpskerke f 30,50; Koudekerke f 20,45;
St. Laurens f 15,75Meliskerke f 17,08 Middelburg
f 131,66 Oostkapelle f 12,60; Serooskerke f 41,03;
Soubnrg f 36,28Veere f 19,90 Vlissingen f 59,27
Vrouwepolder f 14,60; Westkapelle f 6,04.
De Classic. Correspondent,
S. den Hartigh.
Middelburg, 10 November 1926.
KERKERAAD (Smal), Middelburg 9-12-'26.
Begin, Notulen, Woensdagavondrapport als gewoon
lijk.
Absent 4 leden
Ingekomen stukken. Een schrijven van de Geref.
Zending onder de Jodenwordt in handen onzer
Commissie ad hoe gesteld. De Mannen Vereen, be
richt haar constitueering en bestuurssamenstelling.
Een br. noemt den naam van een pred. voor een
eventueel taldat schrijven wordt in handen der
beroepingscommissie gesteld. Br. Koole bericht, in
verband met zijn candidatuur, zijn aanstaand vertrek
naar Terneuzen. De nominatie voor ouderling wordt
ingetrokken en de stemming voor oud. en diak.
wordt uitgesteld. Afd. Middelburg van Pro Rege
geeft bericht over een dooplid.
Rapporten Sectie IIISecundi-voorlezers de brs.
Fanoy en Joosse; een dooplid wordt aan de jeugdoud.
opgedragen. Sectie IIeen gedeelte van wijk Q
wordt aan een paar andere ouderl. overgedragen om
een billijker verdeeling te krijgen. Sectie Ieen
dooplid wordt aan de jeugdoud. overgedragen. Rap-
port-jeugdoud.2 doopleden worden van het toe
zicht der jeugdoud ontslagen wegens verbetering-
van levenswandel. Een aanvraag om toelating tot.
onze kerk zal later nog eens behandeld worden..
Een dergelijke aanvraag en een om opheffing van:
de censnnr worden afgewezen.
Volgende week Smal.
De Heer J. Dols zal Vrijdag 17 Dec. spreken iiv
de Hofpleinkerk over zijn arbeid in China.
In de Noorderkerk zijn Zondag a.s. de zitplaatsen-
vrij.
Dankzegging sluiting.
Geref. Kerk Middelburg
Ingekomen met attestatie van: Bergen
op Zoom, Margaretha Snijders, O. Kerkstraat B 85
Goes, Suzanna A. Kodde „Gasthuis" 'sflGravenhage,
Cornelis J.tHeemskerk en 1 kind, Koepoortstraat E 63
toch
Dat komt, omdat dc weduwe zich voor mij
heeft opgeofferd uit liefde, zonder bijbedoe
lingen daarom heb ik haar beloond gij,
echter, hebt mij niet verzorgd, omdat ge
van mij houdt, maar enkel en alleen om er
wat mee te verdienen. En daarom krijgt gij
niets.
Ik zie niet aan wat men mij geeft, maar
hoe de gesteldheid van het hart tegenover
mij is.
Aan bovenstaand sprookje denk ik dikwijls,
wanneer ik lees over Kaïn en Abel.
Beiden geven ze God iets.
Wat Abel geeft, vindt God aangenaam.
Het offer van Kaïn ziet hij niet aan.
Hoe komt dat
God ziet, hoe ons hart is, als we Hem
iets geven.
Hij lette er niet op, wat Kaïn en Abet
brachten, maar wat ze er bij dachten.
Abel bracht geen offer uit gewoonte of
bevel, maar, omdat hij den Heere werkelijk
lief had en Zijne vergeving en Zijne gunst
zocht.
Kaïn miste de liefde.
Daarom zag God Kaïn en zijn offer niet
aan.
Als twee menschen hetzelfde doen, dan
is dat voor God nog niet hetzelfde.
BRANDSMA.