Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland. 40e Jaargang. Vrijdag 12 Maart 1926. No. 11. Redacteuren: Ds. P.VAN DIJK te Zaamslag en Ds. A. C. HEIJ te Koudekerke. Vaste medewerkersD.D. L. BOUMA, F. J. v. d. ENDE, B. MEIJER, F. STAAL Pzn., en R. J. v. d. VEEN. Persvereeniging Zeeuwsche Kerkbode. ÜIT HET WOORD JEZUS VOOR KAJAFAS. Kajafas behoorde tot de Sadduceeërs, de vrijdenkers van dien tijd. Zooals de meesten der 23 priesters uit het Sanhedrin loochende hij het be staan der geesteswereld. De lichamelij ke opstanding was hem een dwaasheid als voorstander van den vrijen wil ont kende hij in beginsel den invloed Gods op de menschelijke handelingen. Het stond voor Kajafas reeds van af de opwekking van Lazarus vastJezus moest het zwijgen opgelegd of hij moest dood. In een apart belegde raadsvergadering beraamden zij allen het plan om Jezus' invloed te fnuiken. Toen sprak in die vergadering Kaja fas, de hoogepriester het verlossende woord Ge weet en verstaat niets Het is nut dat één mensch voor het volk sterve en het geheele volk niet verloren ga. Een groote waarheid, maar met een verkeerde toepassing. Die hoogepriester is een man van de daadGij verstaat niets; 't kan niet schelen welke wonde ren die Jezus doet; hoe zijn prediking iswat zijn karakter ishij is een ge vaar voor onze positie Hij moet dood. Die man is hoogepriester. Opperher der, die ook voor het honderdste schaap zijn leven, z ij n leven in de waagschaal moet stellen. De man, die op de hooge feestdagen nog altijd gaat in het sym bolische kleed en met de gouden plaat op 't voorhoofdHeiligheid van Jehovah. De vertegenwoordiger van 's Heeren heilige wetDe wet der liefde. De schaal is nog dezelfde, maar de pit is verrot. Het bederf van het beste wordt het slechtste. In Jezus' dagen kunt ge om ongeloot te vinden het beste gaan naar den hoogsten bedienaar van het Heiligdom en het egoïsme bloeit het krachtigst in het Sanhedrin. 't Loopt met een godsdienst afwan neer de herders de wolven worden der kudde. Hier is er één Kajafas, die als hooge priester een goddelijke gedachte uit spreekt maar ze misbruikt als prikkel tot een snoode daad. Het Sanhedrin wil Jezus' dood, maar zit verlegen over de manier. Kajafas wil den dood en weet ook de manier. Wanneer godsdienst wordt tot een leegen vorm, zorgt de duivel wel dat die vorm opgevuld wordt met onge rechtigheden. Het onderzoek van Jezus heeft nu lang genoeg geduurd. Ook hier weet Kajafas, de hoogepriester raad. Het opzet is duidelijk. Het legt Jezus onder een eed; zoo is hij op elke ma nier gevangen. Of Hij zwijgtmaar dan buigt Hij niet voor de aanroeping van God als getuige en blijkt Hij een goddelooze, öf Hij geeft antwoord. Zegt Hij neen, dan is het uit met dat dwaze Messiasschapen is Hij onscha delijk gemaakt, ontmaskerd. Zegt Hij ja, dan kan Hij als Gods lasteraar veroordeeld worden en is het uit met de moeilijkheden. Kajafas houdt van opschieten Maar, lezer, verstaat ge nu ook iets van het lijden van den Heiland onder zulk een hoogepriester? Een Hoogepriester was type van Christus, den grooten Hoogepriester. Een type kunt ge noemen een portret. Alle hoogepriesters waren schaduwen, profetieën, typen van hem, die in de volheid der tijden komen zal, om met ééne offerande te heiligen allen die in Hem gelooven zullen. Onder den ouden dag zag elk geloo- vige dit typische in den man, die in 't heiligdom inging. Beter dan iemand heeft Jezus die voorschaduwen in tempel en priester schap gezien. Van Jezus was het niet den tempel te verachtenHij wist dat die vallen zou, maar reinigde hem en verweet de besmetting van het „Huis Zijns Vaders". Hij weende toen Hij Jeruzalems val profeteerde. Van Jezus was het niet de priesters te verachtennog was Hij Jood. „Gaat heen tot de priesters" zeide Hij tot de gewezen melaatschen. En nu voor het eerst in zijn leven staat Jezus voor de intieme heiligheden, die de eerwaardigheden hebben van eeuwenoude traditie. Veel meer dan in 't hart dier één en zeventig mannen van 't Sanhedrin leefde in 't hart van den Heiland de eerbied voor al deze dingen, voor al de instel lingen, die Zijn Vader als den symbo- lischen inhoud van Israëls eeredienst op den berg naar hemelsch voorbeeld had doen maken en geschonken. Tot hiertoe was Jezus' leven geweest ééne vervulling ook van die Oudtesta mentische gerechtigheid. Hier voor 't eerst staat de Middelaar voor den hoogsten, den in zijn ambt heiligsten vertegenwoordiger Zijns volks. In hem en in 't Sanhedrin is heel Israël hier vergaderd Helaas, wat een wonderbaarlijke om laagdaling was dit geworden Hoe bleek in deze cynische wetsver krachting en heiligheidsmisbruiking de heerlijkheid waarvan Aarons voorhoofd sprak gebluscht Hier was wat heilig ingesteld was in de woestijn melaatsch geworden van hoofdschedel af tot den voetzool toe. Zie, uw huis wordt u woest gelaten, had Jezus weenend gezegd bij Jeruza lems muren. Hoe verweert het van binnen reeds was, krijgt de Heiland hier te aanschou wen in den leugen en de verachting van wet en zedelijkheid bij de edelsten des volks. Het portret van den Hoogepriester was tot een duivelsch karikatuur ge maakt Ik bezweer u bij den levenden God! Verstaat gij ook het lijden van Jezus door die eedsvraag? Een Sadduceeër, die feitelijk aan Gods bestuur de wereld onttrekt, legt Christus onder een eed bij den eeuwig levenden God, die eeuwige vonnissen velt. Een hoogepriester, die over valsche getuigen beschikt om zijn leugenach tige handelingen te bemantelen be zweert den Zoon des Vaders om de waarheid te spreken, opdat hij hem met die waarheid verderven kan. Hij roept den levenden God aan om voor de menschen zijn moord te kun nen goed praten. Hij lastert God in zijn bezwering om door zijn eed den Heiland, dien Hij reeds van Lazarus' opstanding af doo- den wil, van godslastering te kunnen beschuldigen. Bij dit samenstel van leugen en god deloosheid ruikt ge den walm van de hel, hier in een zaal of een bijgebouw van den heiligen tempel. En trawant van den Vader der leugenen is Kajafas, de hoogepriester. En Christus, die de waarheid is, en gekomen om der waarheid getuigenis te geven, gehoorzaamtniet aan den man, maar aan het ambt. Niet aan Kajafas, maar aan Zijn Vader. Zijn lijden moet ook dit zijn, dat Hij niet op zijn Woord geloofd wordtof wel geloofd, maar dan om zijn waarheid wordt verdorven. Het staat te voren bij hen vastHij wordt van meineed beschuldigdnaar vorm en inhoud„Hij heeft immers met eede betuigd wat niet waar is meineed is godslastering." „En de inhoud van zijn leugen wordt ook godslastering geachtIk ben Gods Zoon." Er is in Zijnen mond nooit bedrog ge weest doch zijn Borglijden is dat Hij den smaad van den schrikkelijksten leugen moet dragendat Hij door zijn volk in het Sanhedrin vertegenwoordigd op grond van godslasterlijk liegen is veroordeeld Maar nu is het ook met het typi sche hoogepriesterschap gedaan. De scheur die de Hoogepriester trekt in zijn kleed is profetiedenzelfden dag zal er gewichtiger kleed het voor hangsel scheuren binnen weinig jaren scheuren de muren van Jeruzalem scheuren de grenzen van het niet meer heilige land. Maar wie uit de waarheid is, hoort ook hier vóór Kajafas de stem van den trouwen Getuige. De Heiland heeft niet gezwegen toen zijn belijdenis dat Hij de Zone Gods was hem den dood bracht. Allen die in Hem gelooven buigen zich in den geest ook hier dankend voor Hem neer. Belijden doen ze, dat ook zij eertijds in de strikken van den Vader der leugenen gevangen zaten dat het om hun leugen is, dat Jezus moet lijden wat hij voor Kajafas leed. Maar door dien eed worden zij mede bevestigd in hun geloof: Waarlijk deze mensch is Gods Zoon. En in de helsche openbaring van die ongerechtigheid der onwaarheid van het Sanhedrin, leeren zij het vermaan ver staan om als Christus' discipelen de waarheid lief te hebben en den leugen te haten. Zijn lijden draagt voor allen wien het door genade gegeven is in Hem te gelooven deze vrucht, dat zij tegenover God, hun naasten en zichzelf door de kracht des Heiligen Geest de waarheid leeren betrachten in liefde. v. D. Kerkelijk en Geestelijk Leuen. Vrees voor Formalisme. ZEEUWSCHE KERKBODE Abonnementsprijs: por kwartaal bij vooruitbetaling f 1, Afzonderlijke nummers 8 oent. Advertentieprijs: 15 oent per regelbij jaarabonnement van minstens 500 regels belangrijke reduotie. UITGAVE VAN DE Adres van de Administratie Firma LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg. Beriohten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot Vrgdag- morgen 9 uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ Sc OLTHOFF Spanjaardstraat, Middelburg. TELEFOON 2 3 8. GIRONUMMER 4228 0. En de Hoogepriester antwoordende, zeide tot HemIk bezweer u bij den levenden God, dat gij ons zegt, of gij zijt de Christus, de zone Gods. Jezus zeide tot hem Gij hebt het liet is in deze omgeving geen beste tijd, voor hen, die in den herfst er gaarne op uit gaan om eens een haas te schieten, want deze snelle loopers zijn er bijlna niet meer. Met zulke mannen kan ik te doen hebben. Hoewel zij bijlna nooit eenige buit bemach tigen, trekken zij er toch altijdi maar weer op uit. Er zijn ook velen, die er niets voor gevoelen, wijl zij op hun beurt zeggenwel, laten zij dan thuis blijven. Doch dit is niet juist. Als eenmaal de lust om te jagen iemand te pakken heeft gekregen, dan hebben zij geen rust. Zij moeten er op uit, de ambitie drijft hen voort en hoe vaak zij ook teleurgesteld zijn, toch gaan zij weer. Heel den dag dwa len zij door en dit is vermoeiend en eiken avond komen zij platzak weer terug. Alzijin inspanning is te vergeefs en zij worden op den koop toe nog uitgelachen ook. In mijn oog zijn het lieden, met wie men deernis moet hebben. "Wanneer zij eens diezelfde lust hadden om een of anderen meer loonenden arbeid te verrichten, dan zouden zij het ver brengen, terwijl zij nu moeten denken, dat het alles schier vruchteloos is. Op de erve der gereformeerde kerken zijn er ook eenige menschen, die in zeker op zicht igfelijken op genoemde jagers. Ik kan niet zeggen, dat er velen zijn, ik geloof dat ook niet, maar een enkele heb ik er wel eens ontmoet. Zij hebben voortdurend lustom te strijden tegen het formalisme, en het heeft den schijn, dat zij ook slechts een vijand kennen. Daarover hebben zij het altijd weer, daarmee houden zij zich voortdurend bezig en als ge hen gelooven wilt, dan krijgt ge den indruk, dat dit kwaad niet hier en daar voor komt, maar dat het allerwege voorradig is dat het met macht moet worden bestreden, De verschijnselen zijn verschillend!. Een er van is doode rechtzinnigheid. Menschen, die hieraan lijden, houden met liand en tand vast aan de overgeleverde leer en zyn spoedig ge reed om iemand die het waagt een geijkte term te kritiseeren, te verketteren. Zijhoudien zich vast aan de letter en dulden niet, dat iemand ook maai* in 't geringste (afwijkt van hun eigen voorstelling. Zij hechten in dien regel veel sterker aan een uitdrukking, welke een of ander voor hen gezaghebbend man gebezigd heeft dan aan wat in belijdenis zelf staat. Waarlijk zij moesten wel eens nauw keurig letten op wat Jezus in de Bergrede gezegd heeft: Gij hebt gehoord, wat van de onzen gezegd is, maar Ik zeg U en dan komt er heel iets anders dan de uitspraken van de oude Rabbijnen. Het blijkt bovendien dikwerf, dat zij niet grondig verstaan, wat de mannen geschreven hebben, op wie zij zich gaarne beroepen. Meer behoef ik er niet van te zeg gen. Wiat ik neer schreef, is dunkt me vol doende om duidelijk te maken, dat ik in 't ge heel niet een bewonderaar ben van zulk een orthodoxie en ik geloof ook niet, dat ik dit ooit zal worden. Alleen als men mij vraagt: hebt ge dit kwaad onder de gereformeerden veel aangetroffen, dan is het mij een genot om te antwoorden, dat dit niet het geval is. Het is mij schier nooit gebeurd, dat ik iemand heb aangetroffen, die zulk een rechtzinnig heid prees en die er zich op beroemde. En ik vergis me niet, als ik zeg, dat er ook zulke menschen onder ons bijna niet zijn. Heel de actie van onzen kant heeft dit vrij wel onmogelijk gemaakt. Dit wil natuurlijk niet zeggen, dat het verschijnsel in de practijk nimmer voorkomt, dit zou niet passen, maar over het algemeen is het sporadisch. Het gaat er mee, als met wat men hier in 't Noorden noemt de Zeeuwsche koorts en het voorstelt, dat het niet geraden is voor iemand uit deze oorden om naar uw gewest te gaan, want zoo is de gedachte een kwijnend leven zal er het gevolg van zijn. Maar allen, die een tijdlang in Zeeland gewoond hebben, weten wel beter, want zij hebben van deze ziekte weinig gemerkt en zelf waarschijnlijk er nooit iets van ondervonden. Het komt mij dan ook voor, dat zij' die er altijd op uitgaan om dit wild op 't spoor te komen, te beklagen zijn, want waarlijk de vangst zal al heel pover zijn. Er is wel iets anders te doen, waaraan men zijn tijd en krachten beter kan besteden. Een ander verschijnsel, waartegen men schrikkelijk te velde trekt, wordt aangeduid met den naam van dogmatisme. Wat men er onder verstaat? Onlangs las ik een boek, waarin o.a. gezegd werd, dat het dogma der uitverkiezing door Calvijn zoo krachtig naar voren gedrongen in die dagen een zeldzamen invloed had uitgeoefend op de mannen en do vrouwen, die het geloovig aanvaard had den. Het had ontegenzeggelijk een belangrijke plaats ingenomen. Hier was blijkbaar iemand aan 't woord, die een open oog had voor de heilzame werking, welke deze waarheid had veroorzaakt. Doch er kwam nog iets achter^ aan, dat minder aangenaam was voor de be wonderaars van den grooten Reformateur. Er ging n.l. mee gepaard een zekere koelheiden hardheid des harten. Bij al wat er in zulke mannen en vrouwen te waardeeren viel, en dit was veel, kon men toch niet ontkennen dat het menschelijke gevoel er onder geleden had. Dit was wel niet opzettelijk en daarin verschilde 'Calvijn van de beidensche Sto ïcijnenmaar het was niettemin zoo. Was dit juist gezien? Wij oordeelen, dat hetnoo- dig is om niet kortweg bevestigend of ont kennend' te antwoorden. Een waarheid als die der verkiezing moet met groote omzichtigheid gebruikt worden. Als een mensch haar aanneemt, gelijk wij aannemen dat Napoleon I te St. Helena ge storven is, dan zal zij ons niet ten zegen zijn. Men komt er niet toe in den weg' van verstan delijke redeneering, maar den weg van geloofs werkzaamheid. Als men haar losmaakt van het verband, waarin God haar gegeven heeft, dan komt. men verkeerd uit. Eerst langzamerhand krijgt zijl in de bizondere openbaring haar eigen plaats, eerst van lieverlede komt zij in 't volle licht. Ook hier geldt het veel'be- teekend© woord van den ApostelGod heeft in den vroegeren tijd vele malen en op zeer onderscheiden wijze tot de vaderen gesproken maar in den laatsten tijd heeft Hijl tot ons gesproken door den Zoon. Het licht over deze waarheid is al de eeuwen door opgegaan, het is steeds bekender geworden, totdat hef

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1926 | | pagina 1