Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland.
39e Jaargang,
Vrijdag 20 Februari 1925.
No. 8.
Redacteuren Ds. L. BOUMA te Middelburg en Ds. A. C. HEIJ te Koudekerke.
Persvereeniging Zeeuwsche Kerkbode.
UIT HET WOOflD
VERWOND EN VERBRIJZELD.
De lijdensweken doen ons bijzonder
stilstaan bij het lijden en sterven van
Christus. Hoe gaarne denken we ons
dat in. Met innerlijke ontroering pein
zen we daarover. Wat rijke zielsver-
troosting ligt daarin Vooral wanneer
we het oog slaan op het borgtochtelijke
van dat lijden en sterven. En dat is
altijd weer noodig. We zullen het nooit
recht verstaan, noch er de verkwikking
van genieten, indien we niet in het oog
houden, dat Christus hier optreedt als
onze Borg. Hij in onze plaats Hij ver
wond en verbrijzeld om onzentwil. Hij
lijdend en stervend om onze zonde.
Alle vernedering is er om de zonde.
Hoog had God den mensch gesteld,
rein hem geschapen. Maar de zonde
heeft hem vernederd, bezoedeld, ver
ontreinigd, en ook onder lijden gebracht.
Oorspronkelijk was er geen lijden.
Heerlijk leefde de mensch in het
paradijs en tot nog hooger heerlijkheid
zou hij moeten opklimmen. Dat was
zijn bestemming. Maar hij klom niet
opach hij daalde. Hij viel, en hij viel
diep in zonde en ellende, in lijden en
dood. De dood kreeg macht over hem
door de zonde en om der zonde wil.
Maar Jezus Hij had toch geen zonde
Hij heeft toch geen onrecht gedaan
Ën in Zijn mond is immers geen be
drog gevonden Had Hij dan geen
recht op het leven en op de volle
heerlijkheid O gewis. Maar zie, Hij
kwam als Borg. Hij kwam in onze plaats
Hij nam op Zich onze zonde en schuld.
Daarom moest Hij lijden en sterven.
Daarom is Hij verwond en verbrijzeld
Jesaja zegtHij is om onze overtre
dingen verwond, om onze ongerechtig
heden is Hij verbrijzeld. Wij hadden
dat lijden verdiend, Wij waren des
doods schuldig. Wij stonden doem
waardig voor God. En nu trad Hij in
onze plaats. Nu werd Hij onze Borg
Hij nam onze zonde op Zich, en boette
voor onze schuld.
O, erger u niet aan dat kruis, aan die
ruwe soldaten, aan die spottende
priesters, aan dat honende volk. Ver
ontwaardig u niet over het onrecht,
dat zij Hem aandoen. Maar denk aan
uw eigen schuld, aan uw eigen zonde.
Die heeft Hem aan dat kruis geslagen
Gij hebt Hem verwond en verbrijzeld
Zeker, 't was onrecht van Pilatus en
van de Joden. Zij hebben, tegen het
recht in, den Onschuldige veroordeeld
Maar voor God stond het anders Hij
merkte Jezus aan als met zonde be
laden, als met schuld bedekt. Hij zag
Jezus aan als Borg, intredend in de
plaats van Zijn volk. En daarom werd
Christus verwond en verbrijzeld
En hoe geschiedde dat Hoe werd
Hij vernederd en gedood Jesaja zegt
het in vier woorden verwond, verbrij
zeld, gestraft, gestriemd 't Ziet alles
op den kruisdood. Reeds het Oude
Testament heeft den kruisdood van
Christus voorspeld.
Verwond Zijn handen werden door
boord. Zijn voeten doornageld. Zijn
zijde doorstoken. En daarvan zijn wij
de oorzaak, door onze zonden en over
tredingen. De zonde verwondt. O, hoe
diepZiel en lichaam beide. Als er
geen zonden waren, er zouden geen
wonden zijn. Hoe kan het ouderhart
verwond worden door de overtreding
van het kind, door de zonden van zoon
of dochterHoe kan het broederhart
gegriefd worden door de zonde, waarin
een medebroeder valtHoe kan het
vrouwenhart gebroken worden door de
misdaad van den man Hoe kan ons
eigen hart verbrijzeld worden bij het
zien van eigen zondeEn nu is Chris
tus verwond om onze zonden.Hn figuur
lijken zin: door de loochening van
Petrusdoor het verraad van Judas
door de ontrouw van ons. In letterlijken
zin in zijn lijden aan het kruis. Ach,
wat lijden Ach, wat smarten In rech
terlijken zin niet als een moeder, die
lijdt door haar zoon, maar als een
misdadiger, die lijdt om zijn overtreding,
zóó hangt Christus aan het kruis Neen,
t was geen eigen zonde, die Hij Zelf
had gedaan, maar 't was opgelegde
zonde, die Hem werd toegerekend,
't Was de zonde der Zijnen!
Verbijzeld. Ook dat wijst op Zijn kruis-
lijden. Een gewelddadige dood trof Hem
Niet in één oogenblik viel Hij, maar
uren lang duurde het lijden en sterven.
Na al het voorafgegane hangt Hij 6
uren, 6 lange, bange uren aan het kruis.
Om onze overtredingen. Om onze
ongerechtigheden. Kunnen wij dan nog
de zonde liefhebben Neen, onmogelijk.
Als we 't recht inzien en voor eigen
hart en leven verstaan, als ons geloof
op de rechte wijze daarmee werkzaam
is, dan moeten we wel de zonde ver
foeien.
Gestraft. De straf, die ons den vrede
aanbrengt, was op Hem. De dood is
als straf bedreigd op de zonde en ook
gekomen. Derhalve moest ook onze
Borg, die in onze plaats kwam, die straf
dragen. Straf wijst op schuld Straf is
het voldoen aan het geschonden recht
Gods. W ij hadden dat recht Gods ge
schonden. Maar wij konden het niet
herstellen. Daarom kwam Christus. De
volle straf droeg Hij. Zoo is Hij het
rantsoen voor velen.
Gestriemd. Hier denken we aan de
geeseling. Pilatus nam Hem en geeselde
Hem. Met geeselriemen werd Hij ge
slagen en daarna met doornen ge
kroond. En zóó ten toon gesteld. Ziet,
de mensch Ach, wat lijdenHeel Zijn
leven door. Maar inzonderheid aan het
einde van Zijn leven. Wat heeft onze
zonde Hem gekost
Wij sloegen Hem die wonden, 't Was
om onze overtredingen, dat Hij werd
verwond, verbrijzeld, gestraft, gestriemd.
Dat lijden en sterven van Christus
draagt dan ook voor ons rijke vrucht.
Dat kan niet anders. God heeft het over
Hem gebracht, en dat niet zonder doel
en niet zonder vrucht. Jesaja spreekt
hier van vrede en genezing. De straf,
die ons den vrede aanbrengt, was op
Hem, en door Zijne striemen is ons
genezing geworden.
Vrede, dat is de zaligheid, die wij
genieten mogen door de verzoening
onzer schuld. Er lag schuld op ons,
zware schuld. En derhalve straf. En
zoo hadden we geen vrede. Geen vrede
met God. Geen vrede voor ons hart.
Maar door Christus' lijden ontvangen
wij vrede De Vader bedoelde in het
opleggen van onze straf op Christus
den vrede en de zaligheid van Zijn volk.
En Christus heeft daartoe, om dien
vrede te verwerven, onze straf op Zich
genomen. Wij zijn strafwaardig, maar
Hij heeft die straf gedragen. Wij zijn
overtreders, maar Hij is om onze over
tredingen verwond. Wij zijn ongerech-
tigen, maar Hij is om onze ongerech
tigheden verbrijzeld. Zoo is er voor
ons vrede.
En genezing ook Schuldig zijn we
en krank, doodelijk krankbesm3t,
onrein, van de hoofdschedel af tot de
Aoetzool toevol striemen en wonden
en etterbuilen, die niet uitgedrukt zijn,
noch met olie verzacht Maar Christus
is ons ook tot heiligmaking. We worden
door Hem gerechtvaardigd en gehei
ligd. Ja, ook geheiligd. Genezing is er
bij Hem en door Hem. Genezing van
zondelust, van de afkeeringen van ons
hart, van de breuk onzer ziel. En dat
door Zijne striemen Wonderlijk toch
Wij waren gewond, en nu wordt Hij
gewond tot onze genezing. Z ij n strie
men, Zijn lijden, Zijn geeselslagen
dienen tot onze heelingGeen genees
heer, die zoo doet Die wordt niet krank,
om ons van krankheid te genezen. Geen
chirurg, die zoo handelt Die wordt niet
verwond om onze wond te heelen. In
het natuurlijke gaat dit niet op. Maar
hier is 't anders. Hier hebben wij een
Borg, Die voor ons intreedt in onze
plaats De zonde is de oorzaak van onze
krankheid De zonde is zelve de krank
heid onzer ziel Welnu, die zonde ver
zoent Jezus door Zijn dood Ook heeft
Hij alzoo den levendmakenden Geest
verworven, Die ons heiligt en vernieuwt.
Kent gij deze vrucht? Vrede en ge
nezing Ken eerst uw straf, uw zonde,
uw doodelijke krankheid. En vlucht zoo
tot Christus, tot den lijdenden Berg.
Jesaja spreekt van onze genezing.
Zoo mogen allen spreken, die eerst met
hartelijk leedwezen leeren getuigen van
onze overtredingen, onze ongerech
tigheden. Christus toch roept z o n-
daren tot bekeering en Hij zoekt wat
verloren is. Dezulken mogen op
Hem zien en met verwondering zeggen
om onze overtredingen is Hij verwond
en verbijzeld. Hamming.
KERKELIJK LEVEN.
Gereformeerde gemeenten in
Zeeland.
ZEEUWSCHE KERKBODE
Vaste medewerkers D.D. P. VAN DIJK, F. J. v. d. ENDE, B. MEIJER, F. STAAL Pzn., en R. J. v. d VEEN.
Abonnementsprijs: per kwartaal ^bij vooruitbetaling f 1,
Afzonderlijke^nummers 8. cent.
Advertentieprijs: ^,15 cent per regel bij jaarabonnement van
minstens 500 regels belangrijke reductie.
UITGAVE VAN DE
Adres van de Administratie
Firma LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg.
Beriohten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot Vrijdag
morgen 9 uur te zenden aan£de^Drukkers LITTOOIJ, OLTHOFF
Spanjaardstraat, Middelburg.
TELEFOON 2 3 8. GIRONUMMER 4 2 2 8 0.
Maar Hij is om onze overtredingen
verwond, om onze ongerechtigheden is
Hij verbrijzeldde straf, die ons den
vrede sanbrengt was op Hem en door
Zijne striemen is ons genezing geworden.
Jes. 53 5.
Natuurlijk heb ik niet al de bizonderheden
genoemd, welke vermeld konden worden. Ik
ben echter dankbaar voor wat enkele broeders
mij mededeelden. Voor de door hen gemaakte
opmerkingen ben ik ook erkentelijk. Zelfs waar
deer ik het, wanneer men mij aanwijst, dat er
historische onjuistheden in zijn. Het kan wel
zijn, dat ik mijn meening later zal pogen te
rechtvaardigen. Doch ik wil thans nog geven,
wat ik in het vorig artikel beloofd heb. Dit is
voor mij niet het aantrekkelijkste, want ik
voorzie, dat de broeders in die kringen het niet
op prijs zullen stellen. Maar ik meen het te
moeten zeggen, omdat het voor ons Gerefor
meerden niet geheel zonder beteekenis is.
De Gereformeerde gemeenten hebben tot de
vereeniging rustig hun w g bewandeld. Zij
deden niet van zich spreken. Zij zetten hun
leven zooveel mogelijk rustig voort. Een oogen
blik kwam er soms een weinig beweging in
haar wateren, als eens een jonge man als de
latere dominé Fraanje onder hen optrad en
vertelde, wat God aan zijn ziel gedaan had.
Daar werd dan over gesproken, het gerucht
ervan verspreidde zich heinde en ver, het was
een opwaking, doch verder ging het niet. Dit
werd nu echter anders. De jonge man, die
naast Boone bij het graf van ds. Janse stond,
ontplooide zich en stond weldra in de voorste
gelederen. Ds Kersten want hem heb ik op
't oog was oorspronkelijk onderwijzer, maar
hij koesterde een andere begeerte. Eerst werd
hij oefenaar en hij heeft dien arbeid eenigen
tijd te Meliskerke verricht. Weldra was hij pre
dikant en hij gevoelde zich blijkbaar zeer op
zijn gemak in Zeeland. Hij heeft ons gewest
nog eenigen tijd verlaten en heeft een gemeente
te Rotterdam gediend, doch kwam weer naar
Zeeland. Langzamerhand werd het voor een
buitenstaander duidelijk, dat hij naar een be
paald plan werkte. Dit bleek uit wat er bekend
werd uit hun kerkelijke vergaderingen en uit
wat hij sprak op samenkomsten, welke op
meerdere plaatsen gehouden werden voor een
bepaald doel.
Het zal niet noodig zijn, dat ik aangeef op
welke wijze dit plan gegroeid is. Dit zou ik
niet kunnen zeggen. Maar wel kan ik op grond
van de gegevens zeggenHij wil allereerst de
Gereformeerde gemeenten nauwer aan elkander
verbinden en het kerkelijk leven vaster maken.
Daartoe gebruikt hij de Dordtsche Kerkorde.
Hij gaat uit van de gedachtewij hebben de
D. K. aangenomen en wij moeten er ook naar
leven. Dit is juist gezien. Hij heeft hierin een
krachtig helper in ds. den Hengst, die in Veenen-
daal van onze kerken overging naar de Gere
formeerde gemeenten. De Gereformeerde ge
meenten hadden inmiddels ook een eigen orgaan
verkregen n.l. „de Saambinder" en ds. den
Hengst heeft in dit blad een reeks van artikelen
geschreven over 't Gereformeerd kerkrecht,
welke over 't geheel zeer goed waren. Het kwam
op deze wijze uit, dat deze en andere mannen
begrepenwillen wij onze plaats innemen, dan
moeten wij aan ons volk door middel van de
persvoorlichting geven. Dit is van hun stand
punt gezien inderdaad een gunstig teeken en
met het oog op de toekomst kunnen wij het
ten volle waardeeren. Het zou te betreuren zijn
geweest, dat deze nog al talrijke groepen lang
zamerhand wegkwijnden wegens het niet acht
geven op de veranderde tijdsomstandigheden.
Hoeveel ons ook scheidt, wij willen het niet
vergeten, dat zij behooren tot de Gereformeerde
gezindheid in ons land. En op deze wijze blijft
de mogelijkheid niet uitgesloten, dat zij toch
voor ons gemeenschappelijk doel een goed werk
zullen verrichten. Was er weleer groot gevaar,
dat deze groepen van lieverlede wegzinken
zouden in een bodemloos subjectivisme, thans
is dit gevaar wel niet geheel verdwenen, maar
toch een heel eind geweken. Het kan niet
anders, of dergelijke pogingen brengen hun
weer nader tot het eeuwigblijvend woord van
God en dus nader tot de Gereformeerde be
lijdenis. Zij hadden de belijdenis nog wel, er
waren er onder hen ook altijd mannen en
vrouwen welke haar kenden en liefhadden, maar
zij waren toch op weg om den band met haar
te verliezen. In zoover verblijden we ons er
over, dat zij naar een meer vasten weg hun
schreden richten.
Bovendien komt het ook nog op een andere
wijze uit. Deze mannen zien in, dat het zonder
een behoorlijke opleiding van de toekomstige pre
dikanten niet gaan zal. Er was moed voor noodig,
om dit punt aan de orde te stellen. Het was voor
die gemeenten zoo de gewoonte, dat ieder
vroeg, wat zal er van worden. Zij hebben echter
niet geaarzeld en zij hebben openlijk en her
haaldelijk verklaard, dat het dien kant uit moet.
Volgens het schrijven van een hunner in hun
blad hebben zij er veel onaangenaams door
ondervonden en wij gelooven dit graag, maar
hun roepen heeft weerklank gevonden. Niet bij
allen en dit bevreemdt niet maar toch
bij velen. Eenige weken geleden werd mede
gedeeld, dat er reeds ongeveer veertien duizend
gulden voor dit doel ingekomen was. Dit is
wel niet genoeg, maar als zij het ons eenige
jaren vroeger gezegd hadden, dan zouden wij
het niet hebben kunnen gelooven. Een broeder
uit die gemeenten, met wien ik eens sprak over
de toekomst, zeide tot mijonze gemeenten
sterven van lieverlede weg, omdat wij geen
behoorlijk toegeruste dienaren des Woords
hebben. En toen ik hem vroeg, of het dan geen
tijd was om daarin verandering te brengen,
gaf hij mij ten antwoordhet is meer dan tijd,
doch er komt niets van. U weet niet, welk een
veroordeel ons volk heeft tegen alle opleiding.
Ik blijf tot dusver, omdat ik uit kracht van op
voeding er behoor, maar het wordt voor mij
en andere gelijkgezinden op den duur onmo
gelijk. Wij moeten preeken hooren, zoo erbar
melijk slecht, dat het niet om uit te houden is.
Dit in aanmerking genomen moet ik mijn be
wondering toonen voor de volharding, waar
mede enkelen nu aansturen op zulk een doel
en het zou mij verblijden, wanneer zij daarin
slagen.
Een ander verschijnsel, dat in dezelfde rich
ting wijst, is ontwaakte ijver voor de Zending.
De gemeenten beginnen te collecteeren en de
opbrengst wijst uit, dat het bevel des Heeren
Predikt het evangelie allen creaturen" aan
vankelijk weegt. Een enkele uit die gemeenten
draagt bij voor de Zending der Geref. Kerken,
een enkele gemeente volgde dit voorbeeld, doch
de leiding in die gemeenten houdt het tegen
en dringt er op aan om tot eigen Zending te
komen. Het verzamelde geld wordt bewaard
tot tijd en wijle men zelfstandig een missionair
naar onze koloniën zenden kan. Hoewel het
mij beter toe leek om een weg te zoeken, waar
langs men reeds dadelijk aan de Zending deel
kon nemen, want ik acht het verkeerd, dat men
het geld voor dit doel gegeven opstapelt, ter
wijl de nood onder Heidenen en Mohamme
danen zoo groot is, toch blijft het een hoopvol
teeken. Ongemerkt kom ik zoo tot een punt,
dat ik nog even nader beschouwen wil.
Duidelijk is, dat de Gereformeerde gemeenten
onder de tegenwoordige leiding zich meer be
wust worden van de plaats, welke zij innemen.
Vroeger zijn er van de Geref. kerken menigmaal
pogingen aangewend om met de Gereformeerde
gemeenten in contact te komen. Er was reden toe,
want de beide kerken-groepen bouwen op een en
denzelfden grondslag hebben en beiden hetzelfde
doel op 'toog en ik zou nu nog graag willen
meewerken om nader tot elkander te komen.
Meer en meer word ik overtuigd, dat het een
levensbelang van de Gereformeerde gezindheid
in ons gewest is. De tegenwoordige verdeeld-