Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland. 34e Jaargang. Vrijdag 31 December 1920. No. 53 UIT HET WOORD, Redacteuren Ds. L. BOUMA te Middelburg en Ds Q. F. KERKHOF te Oost-Souburg. Vuti lidmrkirsO.D. R. J. i. i. VEEI, J. D. WIELEI6A, F. I i i. EIDE, B. MEIJER, H. P. I. 6. DE «VALLE u F. I. J. WOLF. PBRSVBREEN1G1NG ZBBUWSCHB KERKBODE. KERKELIJK LKVKN. Aan het einde. Zeenvs Kerkbode. Abonnementsprijs: per kwartaal by vooruitbetaling 90 cent. Afzonderlijke aummer? 7 cent. Advertentieprijs t 15 cent per regelby jaarabonnement van minstens 500 regels belangrijke reductie. UI1UAYB TAS DE Adres vin de Administratie: Firma LITTOÖIJ OLTHOFF, Hiddelbnrr Berichten, Opgaven Pre likbeurten en Advertentiin tot u i t e r 11 k Vrijdagmorgen te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg. OUD- EN NIEUWJAAR. Jezus zeide tot lienheeft u ook iets ontbroken En zij zeiden „Niets". Lucas 22 85. Mij zal niets ontbreken. Psalm 23 lb. Op den Oudejaarsavond richten we ons oog achterwaarts naar het verledenop den Nieuwjaarsmorgen voorwaarts naar de toekomst. Die gewoonte berust niet op een gebod Gods, maar veelmeer op een menschelijk gevoel. De overgang van Oud- in Nieuw-jaar verschilt in niets van den overgang van deneenen dag in den andereD. Toch wordt op den Oudejaarsavond meer dan anders de ernst gevoeld van het heen snellen des tijds. Ieder, bij wien dat ge voel niet is afgestompt, heeft nog een open oor voor prediking van Gods Woord. Hart en consciëntie staan open voor een ernstig woord. Wat geschreven staat op de pui van Middelburgs stadhuisHorae ruunt et imputantur d.w.z. De uren snellen voorby en worden toegerekend, is een waarheid, die dan vooral bedacht wordt door allen die met tijd en eeuwigheid rekenen. Een boetepredicatie wordt gaarne ge hoord door hen, die overtuigd zijn van hun groote schuld ook al wordt de behoefte aan genade minder cf in 't geheel niet gevoeld. En wanneer van een prediker zulk eene op 't gemoed inwerkende rede verwacht wordt, dan stroomen breede reien de kerkgebouwen binnen om op dien laatsten avond des jaars een treilmd woord te hooren. Eq wat is de vrucht van dat zaaisel in het intredende Nieuwjaar? Zoek er maar niet naar, want ge zult er bitter weinig van ontdakken. Daar is ook een andere manier om het ééne jaar te eindigen en het volgende aan te vangen. En die vindt ge bij den God vruchtige, die eiken dag leeft met zijn God. Hij kan geen dag beginnen zonder Gods bulpe en bijstand af te smeekeü. Zijn morgengebed is de reisstaf dien bij ter hand neemt. Eq bij kan geen dag besluiten zonder in verootmoediging van zichzelven en dankbaarheid jegens God zich neer te buigen. Zijn avondgebed is een schuldbe lijdenis en dankoffer, zonder welke bij niet den nacht zou kunnen ingaan. En wat iederen avond en iederen morgen bij ons te vinden zij, dat wordt in inten siever kracht gevonden op den laatsten avond en den eersten morgen des jaars. Dan ziet het oog niet één dag terug en één dag vooruit, maar een heel jaar achterwaarts en voorwaarts in de'nevelen van een onbekende toekomst. Zoo hefïen wij ook onze harten en oog< n op tot onzen God omhoog, den Eeuwige en Onveranderlijke, die voor al Zijn volk een Toevlucht is geweest van geslacht tot geslacht, bij Wien geen verandering is noch schaduwe van omkeering. Hij was het die over ons waakt, die in altoosdurende trouw ons verzorgde, die alle kwaad van ons weerde of ten onzen besten keerde. En ons oog omhoog heffende, ont moeten wij dat trouwe Vaderoog van onzen alwetenden God, en met tot in onze harten doordringende kracht doet Hij, de barm hartige en genadige Vader, ons de con sciëntie-vraag „Mijn kind, mijn zoon, mijn dochter, heeft u ook iets ontbroken En w a t zullen we antwoorden Geen ander bescheid kunnen wij geven dan eenmaal de discipelen op Jezus'vraag toen zij tijdens hunne uitzending zonder buidel en zonder male overal ervaren hadden hoe de Heere tevoren voor hen gezïrgd had. Nergens ontbrak hun het noodige. Altoos vonden zij onverwacht gereed wat zij behoefden. Telken dage konden zij zich opnieuw verbazen over de hulpe en bijstand des Heeeren. Iedere nieuwe morgen gaf blijk van Gods goeder tierenheden en trouw. De ontvangen gunst van menschen was hun een onderpand van Gods zorgende liefde. L-\at ons op den laatsten dag des jaars eens ernstig nadenken over alle weldaden, die wij van onzen God in de drie honderd zes en zestig dagen genoteD, en dan kunnen wij de vraag onzes Gods niet anders be antwoorden dan met eenNiets heeft ons ontbroken, o G o d 1" Gezondheid en leven, kracht en arbeids int werden ons gegeven door Hem, die de Fontein aller goeden is. Hij heeft ons gered uit gevaren, met aangename ontmoetingen ons leven omzoomd, niet alleen het brood- noodige uit Zijn milde hand doen toekomen maar ook overvloed bovendien gegeven. Voor wat al rampen en ellenden, waarmee andere menschenkinderen op aarde be zocht werden, heeft de Heere ons land en volk genadiglijk gespaardSchamen moeten wij ons over de menigvuldige ondank baarheid bij ons. Misschien waren op uw levensweg ook benauwde oogenblikken, donkere dagen, slapelooze nachten, droevige ervaringen, of tijden van krankheid, want voor ieder onzer komen op Gods tijd ook de dagen van smart, verlies en rouw. Zulk een verleden vervult het hart met weemoed. De Oudejaarsavond kan geslagen en bijna geheelde wonden wel weer eens opnieuw openrijten want daar is niets droever dan van dierbaren te moeten scheiden, niets pijnlijker dan een jaar te moeten besluiten zonder de tegenwoordigheid van die ge liefden met wie wij het jaar begonDeo. Maar wetende dat liefde en leed dooreen gestrengeld liggen op ieders pad, belijden wij immers dat niets ons overkomt bij geval, maar dat het alles komt van de hand van onzen Vader in de hemelen, die in den weg door de diepte ons leidde zoo menigwerf Hij dat wijs en noodig oordeelde. Eq de Heere Jlegt u thans de vraag voor Heeft het u bij allerlei tegenheden, ja zelfs in de schaduw des doods aan iets ont broken Ben Ik u niet nabij geweest met Mijne vertroostende ondersteuning? Waar lijk. Hij deed 't ons aan niets ontbreken. Zijn Woord was ons tot gids, nu eens tot vermaning, dan weer tot vertroosting. Zijn Geest werkte bemoedigend, heiligend en reinigend. Hij ondersteunde onze schreden, bewaarde onzen voet voor struikelen, beteugelde de hartstochten in ons door Zijne genade. Hij gaf ons te deelen in de gunst en liefde van meDSchen. Hij gaf zielevrede, genietiDg Zijner zalige gemeen schap, werkzaamheid tegenover de ver leidingen des duivels en der wereld, kracht om tegen de inwonende zonde te strijdeD, overgegevenheid om Hem te dieneD, offer vaardigheid voor Zijne zaken, zulk een plaats onder de menschenkinderen, dat wij ook onze medemenschen op velerlei wijze konden zegenen. Niets, niets heeft ons ontbroken. Hebt gij er Gods goedheid ook voor gedankt Zullen wij uit het heen vliedende jaar scheiden zonder Zijn liefde en trouw te verheerlijken, en daartegenover onze on trouw en liefdeloosheid, met beschaamd heid te erkennen Neem Gods Woord eens als spiegel in de hand, en bezie u zeiven daarbij »0, wat zijn wij ondanks de ontvangen genade V6el, ontzettend veel te kort gekomen in dankbare wederliefde tot onzen God 1" Die oprechte en ootmoedige belijdenis van 't scheidende jaar ga gepaard met hartelijke diepgevoelde dankbaarheid jegens Hem, die met alle geestelijke en natuur lijke zegeningen ons verzorgde. Ziende op hunne dagelijksche zorgen, op hun moeilijke levenstaak, op de drukken de levensomstandigheden, en op allerlei andere boven hun hootd hangende donkere wolken, gaan velen met trage schredeD, triestig gestemd het Nieuwe jaar in. Anderen beginnen vol moed in eigen kracht weer een nieuwe bladzijde van hun levensboek, en vergeten al 't kwade dat op de vorige volgeschreven bladzijde te lezen stond. Noch het een, noch het ander behoeft bij ons het geval te zijn. Die geloovig tot God de toevlucht nemen, hebben een menigte beloften Gods voor de toe komst, saam te vatten in die ééae„Ik zal u niet begeven, en Ik zal u niet ver laten." Zullen de kinderen der wereld, die met nieuwen moed het jaar beginnen, steunende op hun vermogen, spoedig ervaren dat zij moede en mat worden, de kinderen Gods, die van 's Heeren kracht alles verwachten, zullen telkens hun kracht vernieuwd zien. Zij gaan van kracht tot kracht steeds voort. Ook bij hen kunnen soms de zorgen des levens kwellen en benauwen, maar zij mogen geloovig opzien tot hun trouwen Vader in de hemelen, die al hunne nooden kent en er uit genade in voorzien wil. Duizenden voorbeelden zijn er uit het grijze verleden zoowel als uit huidige dagen, die ons toonen uit het leven van kinderen Gods, hoe ongedacht en onverwacht de Heere voor de Zijnen zorgde. Alle beloften Gods zijn in Christus ja en amen voor al de ZijneD, zoowel de be loften voor het tijdelijk als die voor het toekomende leven. De hand leggende op Gods Woord, steunende op hetgeen uw God daarin ook u heelt toegezegd, kunt en moogtenmoet gij blijmoedig den nieuwen jaarkring aan vangen, met de geloofsovertuiging die David eenmaal in Ps. 33 uitsprak„Mij zal niets ontbreken". Gods genade uit het verleden staat er borg voor dat Hy ook in de toekomst u genade zal bewijzen. Ala 't kinderlijke geloofsvertrouwen op do leiding uws Vaders in de hemelen uwe harten vervult, dan zijt ge inderdaad een gelukkig mensch. Het geluk, dat wq el kander toewenschen op den eersten dag des jaars, mocht wel aldus worden uit gedrukt „De Heere geve u in alles op Hem te vertrouwen," want dan is iedere dag een gezegende en elk jaar een gelukkig. De Heere geleide aan Zijnen hand, ver- kwikke ons met zijne genade, doe ons Zijn vrede en gunst genieten in onze harten, en geve ons in allen voorspoed dankbaar, bij allen tegenspoed geduldig te zijn. Vertrouwt altoos op uwen God. En het zal u aan geen ding ontbreken. Hij, die u tot hiertoe bewaarde en zegende, zal ook verder voor u zorgen. Die ons Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, zal Hij ons met Hem ook niet alle dingen schenken Ook al is er heden zonneschyn en vreugde op ons pad, het kan weldra keeren. Lijden en moeite kan 't deel onzes bekers worden. En wat beginnen wij, zwoegers en tobbers dan als er geen vertrouwen op den Heere in onze harten leeft De Heere alleen zal 't ons ook niet doen ontbreken aan geloofskracht^ noch aan kracht der heiligmakingnoch aan wijs heid om alzoo te wandelen, dat Zijn Naam door ons geprezen worde, noch aan vrij moedigheid om op Gods Woord en Ver bond te bouwen. Al gingen wy ook in een dal der schaduwe des doods, wij behoeven geen kwaad te vreezen want onze God is met onsZijn stok en Zijn staf, die vertroosten ons. Immers zullen ons het goede en de weldadigheid volgen al de dagen onzes levens. „Mij zal niets ontbreken 1" Zoo spreke uw hart, omdat God inden hemel door u ook gekend wordt als uw genadige Vader om Christuswille. Begeer en vraag iederen dag des jaars wat gij behoeft om uwen God in oprechtheid te kum en dienen. Al komen er dan ook teleurstellingen, dan wordt 't toch een heilrijk jaar. Al werd 't voor u het jaar van scheiden van deze aarde, dan zal de Heere u ook stervensgenade geven en een blijden iDgang in Zijn heerlijk Koninkryk. Bij de wisseling der jaren ga uw ge bed op tot den Heere »Leer ons alzoo onze dagen tellen, dat wij een wijs hart bekomen." Kerkhof. Waar is het jaar gebleven? Als we aan 't einde van een jaar zyn gekomen, dringt zich de gedachte ons op, waar is het gebleven Ofschoon we het weten, dat nren, dagen, maanden, jaren als een schaduw voorby snel len, toch overvalt het ons, als we aan alles merken, dat het einde nadert. We brengen onze jaren door als een gedachte en het sch$nt wel, alsof deze waarheid toch nooit geheel tot ons doordriDgen wil. Wy tellen onze eigen jaren, en die van de onzen, maar weten we het ook, dat we ze nimmer zóó leeren tellen, dat we een wys hart bekomen, tenzy God bet

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1920 | | pagina 1