Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland 34e Jaargang. Vrijdag 10 December 1920. No. 50 UIT HET WOORD, Redacteuren Ds. L. BOUMA te Middelburg en Ds. G. F. KERKHOF te Oost-Souburg luti liiiwirkirsD.D. 8. I f. i VEEI, J. 0. IIELEIBA, F. I i. i. EIDE, B. MEIJER, H. P. I. G. DE WALLE n F. I. J. WOLF. Geldleeoiog. Te eng en te ruim. Abonnementsprijs: per kwartaal bjj vooruitbetaling 90 cent. Afzonderlijke nummer» 7 cent. Advertentieprijss 15 cent per regelhg jaarabonnement ran minstens 500 regels belangrijke reductie. UITGA YI VAH DE PBRSVERBEN1GING ZBEUWSCHB KERKBODE. Adrti y«i da Administrate Firma LITTOOIJ OLTHOFF, Hiddelbnrr. Berichten, Opgaven Preiikbeurten en Advertentiën tot uiterlfk Vr^dafmorf en te zenden aan de Drukkers LITTOOTJ OLTHOFF, Middelburg. DE KONING KOMT. Ziet, Ik zende mijnen engel, die voor mijn aangezicht den weg bereiden zal en snellijk zal tot zijnen tempel komen, dien Heere, dien gij zoekt, te weten, de Engel des verbonds, aan wien gij lust hebt; ziet Hij komt, zegt de Heere dei- hei rscharen. Mal 8 1. Israël heeft reeds een lang gedeelte van den weg afgelegd, die van de Sinsï naar Zion leidt. De avond der O. Bedeeling was aangebroken en de laatste profeet ver schenen. Er komt een pauze van vier eeuwen, waarin het volk Gods gelegenheid krijgt om op te nemen wat de wet en de mannen Gods verkondigd hebben. De bal ling.1 chap behoort tot het verleden en de neiging tot de heidensche afgoderij is ver dwenen. Doch het blijkt reeds, dat Israël gevaar loopt den godsdienst te veruitwen- digen en de vormen hooger te stellen dan het wezen. Daartegen verheft Maleachide stem en richt het oog nog eens op de heerlijke belofte, waarop de geloovigen van alle tijden gehoopt hebben. Ziet, zoo luidt zijn krachtige opwekking, opdat zij zich met wat zij alreeds verkregen hebben, niet tevreden zullen stellen. Ze zijn wel weer in hun eigen land, en de altaren rooken wel weer in den tempel, maar zij zijn nog niet aan 't einde van hun reis. Het zou derhalve verkeerd zijn, wanneer zij leefden, alsof zij reeds ontvangen had den, al wat zij behoefden. De troon van David staat nog ledig en de Koning die daarop zitten zal is nog niet gekomen. Hij is er wel, maar Hij heeft zich nog niet aan zijn volk vertoond. Opdat zij dit hel der zouden inzien en Hem zouden blijven verwachten, spreekt Hij zelf door den mond van zijn dienaarIk zende mijn engel, die voor mijn aangezicht den weg bereiden zal. Deze woorden konden voor hen dui delijk zijn, want het was gewoonte, dat als een koniDg tot zijn volk kwam, hij een bode, een heraut vooruit zond, die den weg bereidde en daaruit bleek aan alles, dat de vorst weldra zou volgen. Hier heb ben we voor 't eerst een aankondiging van Johannes den Dooper, die door zjjn pre diking Israël zou zeggen, dat het Koninkrijk der hemelen nabij was gekomeD. De an dere profeten zagen alleen de gestalte van den Messias en wezen op Hem, maar de laatste ziet ook den man, die voor Hem uitging en die allen zou vermanen om de hoogten te slechten en de dalon aan te vullen. Hoewel we achter de vervulling staan en we ons straks scharen rondom den Engel in Ephrata's velden, die het een maal aan de herders zeidezie, ik ver kondig u groote blijdschap die al den volke wezen zal r.l. dat u heden geboren is de Christus, de Zone Davids, toch doen we wel, wanneer we deze vermaning ter harte nemen, want het zou weieens kun nen zijn, dat de weg ook nog in ons e:gen leven bereid moet worden, waarlangs de Koning tot ons komen kan. liet is toch niet voldoende, dat Hij eenmaal versche- neu is ouder zijn volk, eerst dan is het goed, als Hij de eerste, de voornaamste plsats in ons hart heeft en ons regeert door Zijn woord en Geest, ja ons geheel beheerscht. Het is gemakkelijk om op de Kerstdagen te zingenHosanna, geze gend is Hij die komt in den naam des H >eren om een zekere ontroering te ge voelen bij de kudde van Bethlehems stal e voorts te leven naar onzen eigen wil, maar hoogst moeilijk is het, om ons zelf te verloochenen en aan den Christus de heerschappij over ons hart af te staan. We neigen er altijd naar om zelf de teu gels in handen te hebben en eerst als we inzien, dat dit alles uitloopt op ons verderf en ondergang komen we er toe om ons over te geven en ons geheel over te geven aan Hem, wiens wil we te eer biedigen hebben. Daarom moeten we na gaan, hoe het met on9 staat en of we waarlijk Hem ontzien en op Zijn woord acht geveD. Eq snellijk zal tot zijn tempel komen, de Heere dien gij zoekt. Welk een ver klaring. Hoe vaak hebben de geloovigen geklaagd, dat Hij vertoefde, dat Hij geen haast maakte, dat Hij aldoor Zijn komst uitstelde. Dit is blijkbaar niet juist. Hij is niet traag, Hij houdt zich niet noodeloos op. Hij heeft een vurig verlangen om bij hen te zijn. Snel komt Hij en Hij noemt zich hier de Engel des verbonds, omdat Hij zorgt, dat het verbond tot zijn recht komt. Hem is het toevertrouwd om te waken over het verbond, opdat geen enkele macht het verbreekt. Hoe gewichtig is dus de taak, welke Hij in al de eeuwen heeft volvoerd, want het scheen onmogelijk dat een verbond tusschen God en een volk als Israël op den duur stand kon houden. Menigmaal toch moest God klagen Mijn volk heeft twee boosheden gedaanMij den Sprinkader des levenden waters heb ben zij verlaten en zich zelf bakken uit gehouwen, gebroken bakken, die geen water houden. Het is dan ook niet te danken aan de trouw van het volk, maar aan de hoede van den Engel des verbonds, die nooit slaapt, maar steeds het werk Gods in 't leven heeft bewaard, opdat uit komen zou, dat we gerust kunnen bouwen op den door Hem gelegden grondslag. Hij komt tot zijn tempel, tot zijn huis, tot zijn eigen volk. Die gedachte moet het volk er toe brengen om te zorgen, dat Hij straks niets in zijn tempel vindt, dat Hem mishaagt. Hij heeft er recht op, dat alles gereed is om Hem te ont vangen. Het is de laatste waarschuwing, welke hen aanmaant om wakker te zijn en het is de heuglijke aankondiging, dat Hij niet achterblijven zal. Terecht mag de Profeet zeggen, dat zij lust aan Hem hebben, want zij hebben altijd uitgezien naar Zijn komst, zij hebben altijd gebeden om de vervulling van deze belofte en zij hebben altijd geleefd in de hoop, dat Hij hen verlossen zal uit de hand dergenen, die hen haten. Nog eens wordt het her haald ziet, Hij komt, om allen twijfel te bannen en om de laatste onzekerheid weg te nemer. Dit woord is er dan ook bij Israël ingegaan, wijl in de jaren, welke volgden, heel het volk deze verwachting heeft gekoesterd. Hoe droef is het, dat er in weerwil van deze verwachting zoo weinigen waren, die Hem met blijdschap hebben begroet. Onwillekeurig verplaatsen we ons bij 't naderen van het Kerstfeest in onze ge dachten naar den tijd, welke Christus geboorte voorafging en vragen we, hoe is het nu Groot is de verandering, als we alleen maar gedenken, dat thans in vele talen het Kerstevangelie gepredikt wordt er in vele landen mannen en vrou wen zijn, die zich verheugen over Jezus' komst. Stonden er destijds slechts enkelen rondom de kribbe, thans zijn het onaf zienbare scharen, die zich daarom ver- dringer. Waren er toen slechts eenige wijzen uit het Oosten, die vroegenwaar is de geboren Koning der jodentegen woordig zijn er duizenden, die hun knieën voor Hem buigen en strijden onder zijn Banier. Dit is bemoedigend, met het oog op de ernstige tijden, welke wij beleven, want het roept ons toe, dat Hij toch de van God gezalfde Koning is, voor wien eens alle knie zich buigen zal. Er is zoo veel, dat met zorg vervult, de werkelijk heid heeft veel, dat beknelt en neerdrukt, omdat de afval zoo groot is en de geest der revolutie en der verwarring alom doordringt, maar het verleden getuigt, dat deze KoniDg overwint en dat Hij overwinnen zal. De ervaring zegt ons, dat zij nimmer beschaamd uitgekomen zijn, die op Hem hopen en daarom kunnen we ons zelf, onzen weg en ons lot gerust in Zijn handen toevertrouwen. Hij komt ook nu en dit komen geschiedt in groote kracht en heerlijkheid. Alle oog zal Hem zien, ook dat van hen, die Hem doorstoken hebben. Houd u dan vourZijn komst bereid en hef uwe oogen omhoog, wetende, dat de volle verlossing nabij is. Wij steken 't hoofd omhoog en zullen [d' eerkroon dragen, Door u, door u alleen om voor 't eeuwig [welbehagen, Want God is ons ten schild, in 'tstrijd- perk van dit leven, En onze Koning is van Isrels God ge- geven. Bouma. ÜJKKKK1JJ U LKVKMT Verkoopen van geestelijke goederen. Prof. Fabius schrijft in zijn Studiën en Schetsen" afl. Dec. 1920 onder den titel „Dank stonden of Boe'edagen?" o.a. het volgende: „Op vele plaatsen is een dankstond gehouden voor den keer in de onderwijspolitiek. Maar in de daarvan door de pers gegeven verslagen bleef voor zoover ik zag één punt onver meld, dat toch moeielijk door alle sprekers kan zijn voorbijgegaan het algemeen stemrecht. Immers mag voor eene uitkomst slechts ge dankt worden, indien men niet om haar te verkrijgen, verkeerde wegen is ingeslagen. Gelijk dr. Van den Bergh er op wees, dat men bij bidstonden te vaak uitsluitend bidt voor het doel, en niet voor de zuiverheid der middelenzoo moet ook bü een dankstond op dit tweeërlei gelet. Hoe staat het nu in dezen met de middelen Van verandering in de onderwijspolitiek ware vermoedelijk niets gekomen, zoo de rechterzijde niet had meegewerkt aan het invoeren van algemeen stemrecht. Maar algemeen stemrecht is in historisch gevormde Staten door de anti revolutionaire partijen in binnen- en buitenland tegengestaan. Ook verwerpt het uitdrukkelijk het program van de met name als antirevolu tionair hier te lande bestaande partij". „De Standaard heeft destijds verdedigd het z g. do-wtf-des-systeem, wat eigen lijk neerkwam op een handeldrijven in begin selen Ik geef prijs mijn principieel verzet tegen algemeen stemrecht, mits gij prijs geeft uw verzet tegen der antirevolutionairen wenschen op schoolgebied. Maar is het geoorloofde van handel in be ginselen in christelijke kriDgen reeds algemeen aanvaard Zoo niet, dan ware toch zeker gewenscht ge weest, dat aan het publiek vooraf het geoor loofde van dergelijken handel was uiteengezet betoogd was, dat beginselen, overtuigingen voorwerpen zijn om daarmee winst te behalen duidelijk was gemaakt, dat voor christelijke staatkunde het meest geschikt zijn, wie zeer los zijn van ieder beginselaangetoond was, dat het Spreukenwoord (23 23a) „Koop de waarheid, en verkoop ze niet" voor dezen tijd, of wel voor de politiek door God buiten werking is gesteld. Daarna, op dien grondslag had dan de voor bereiding en opwekking tot danken kunnen zijn gebouwd". Prof. Fabius meent evenwel, dat waar niet de rechte middelen zijn gebruikt, er veeleer reden was om samenkomsten te beleggen voor schuldbelijdenisen het smeeken om schuldver giffenis. Beginselen mag men niet verkwanselen. Daarop is niet Gods zegen te wachten. Nu kunnen gedane zaken geen keer nemen. De historie is niet meer te veranderen. Maar 't is toch goed, dat wjj op hetgeen achter ligt, altoos ook het scherpe ontdekkende licht van Gods Woord laten vallen. Eene beschouwing, als hier prof. Fabius geeft, moet Diet ter zjjde gelegd maar mag wel ter dege eens ernstig in overweging genomen wordeD. Want de stroom des töds voert velen al verder en verder af van de beginselen naar Gods Woord. Men laat die beginselen veel te gemakkelijk los. En als men er dan maar tijdelijk of geldelijk voordeel mee behaalde, dan meent men in Gods weg te zijn, op 't goede spoor te wandelen, in de juiste richting zich te bewegeü. Dan gaat men danken voor't floantiëel voordeel, dat men behaalde,terwijl men een geestelijk goeddat veel meer waard was, verspeelde. De Ezau's fout. Ezau verkocht ook zijn eerstgeboorterecht voor een begeerlijken schotsl met linzemoes. Kebkhof. ZEN DIN G, Door de Zendende Kerk te Middelburg wordt in saam werking met Deputaten van Zeeland, N.-Brabant en Limburg, tegen 1 Febr. 1921 eene geldleening aangegaan, groot f37000 tot dekking der kosten van bouw eener pastorie te Magelang en van een hulphospitaal te Parakan. Obligatiën worden uitgegeven van f1000, f500, f250 en f100, tegen 5 pCt. rente'sj aars. Inschrijvingsbiljetten zijn te verkrijgen b$ de ZendiDgscomité's, bij de Deputaten en bü den heer Hondius Jr., Vlasmarkt, Middelburg. Aflossing jaarlijks f1500 minstens. We wekken de leden onzer kerken op om hun geld in deze zaak te beleggen, waardoor zij de Zending dienen en tegelgk zeiven eene soliede geld belegging hebben. Desgewenscht kan het geld reeds aanstonds gestort worden, waarvoor de heer Hondius dan tot 1 Febr. a s. een zekere rente betaalt. We twijfelen er niet aan of deze leeniüg zal spoedig volteekend zjjn. Dit stukske moet dan ook alleen dienen om aan deze zaak meer algemeene bekendheid te geven. Kebkhof. UIT D£ PEBM. Ds. H. W. Laman schrijft in het Gereformeerd Kerkblad voor Drente en Overjjssl op de hem eigenaardige manier het volgende stukje, dat we ook onder de aandacht onzer lezers willén brengen Ds. Netelenbos vond het in onze kerken te eng. Dientengevolge heeft hjj een poging gedaan om de ramen wat wijder opeu te zetten, het-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1920 | | pagina 1