Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland
33e Jaargang
Vrijdag 20 Juni 1919.
No. 25
UIT HET WOORD,
Redacteuren Ds. L. BOUMA te Middelburg en Ds. Q. F. KERKHOF te Oost-Souburg.
Vasti lidiwirkirsDl R. J. v. d. VEEI, J. 0. ÜIELEIKA, F. J. v. t EIDE, B. MEIJER, H. P. M. G. DE WALLE id F. W. J. WOLF.
PERSVBREBN1G1NG ZEEUWSCHE KERKBODE.
Adres van de Administratie
Firma LITTÖOIJ OLTHOFF, Hiddelbnrg.
ONZE KRACHT IN DEN STRIJD OP
GEESTELIJK ERF.
We zijn hier op aarde in de strijdende
Kerk.
Op allerlei gebied hebben wij strijd te
voeren tegen de moeiten des levers, tegen
omringende gevaren, tegen bekende en on
bekende vijanden, tegen zichtbare en on
zichtbare machten.
Treffend juist is de zinspreuk van Mar-
nix van St. Aldegondé, den godvreezenden
Staatsman, den voortrellelijken geleerde,
den kloeken verdediger van ons Vaderland
Repos ailleurs! d.i. Elders rust.
Niet de rust des grafs bedoelde hij, maar
de rust des hemels, die daar overblijft
voor Gods volks.
De waarheid van die kostelijke zinspreuk
ondervinden we dag op dag. Christus Je
zus is ons van God gegeven tot een Koning
en Hoofd. Daarom is onze leuze: Pro
Rege! en strijden we onder Zijn banier,
in gehoorzaamheid aan Zijn bevelen. Tot
dien strijd wekken we elkaar ook gedurig
op, opdat niemand in zoete rust zich zou
neervlijen, meenende dat nu reeds de rust
was aangebroken. Hiernamaals de rust
Thans de strijd We behooren nog niet tot
het triumfeerende deel van Christus' kerk
daar boven, maar toeven nog midden in
het strijdgewoel hier beneden.
De Kerkvaders hebben het karakter van
Christus' Kerk op aarde juist geteekend,
toen ze spraken van militia Christ i,
d.w.z. van een krijgsdienst van Christus.
Persoonlijk en gemeenschappelijk worden
we geroepen in dienst van onzen Koning
in de hemelen, den goeden strijd des ge-
loofs te strijden, tot roem Zijns Naams
en tot verbreiding Zijns Rijks. Onder neer
laag en triomf gaat de strijd van eeuw tot
eeuw voort tot aan het einde der wereld.
Eenmaal komt de volkomen zegenpraal
van allen, die Christus dienden.
Iq dien strijd moeten de geloovigen z:ch
krachtig betoonen. Als ranken in den wijn
stok zijn ze in Christus ingeplant door
het geloof. En Z ij n kracht wordt in onze
zwakheid vervuld. Zonder Hem vermogen
we niets, maar in Hem vermogen wij al
les. Niet op eigen sterkte moeten wij
bouwen, maar in Christus onze kracht
zoeken.
Op ons zeiven genomen, zijn we mach
teloos om den geestelijken strijd te voeren.
Dan zou er alle reden zijn, dat we beef
den gelijk een riet. Maar zoo wij kracht
van Christus begeeren, dan vloeit die ook
in ruime mate ons toe. Z ij n kracht wordt
onze kracht. Dan kunnen en moeten we
zijn gelijk een stoeren eik sVoorts, mijne
broeders, wordt krachtig inden
Heere!"
Daarin wordt onze Christusroeping ons
op het hart gebonden. Dat is de eisch
van het Evangelie tegenover allen die het
ter zaligheid belijden. Zeker, kracht en
sterkte zijn Gods gave, maar voor wie
gelooven, ook Gods eisch. Het is onze
heilige, onze dure plicht om op elk levens
gebied in den geestelijken strijd sterk en
vast te staan. Gelijk het de roeping is van
een soldaat om kloek en onverschrokken
te zijn in den oorlog, zoo is het Christen
plicht bpginselvast in don strijd te staan.
Ook al zijn we dat van nature niet, we
kunnen en moeten het zijn inden
Heere. Door Christus zijn we ook meer
dan overwinnaars. We moeten niet voor
den eersten den besten tegenstand uit den
weg gaan, niet vreezen voor de macht on
zer tegenstanders, niet bang zijn voor de
hitte van den strijd de geestelijke wapen
rusting van God ons verleend, is bestand
tegen eiken aanval en geschikt voor elk
verweer, mits we die naar Gods eisch
banteeren.
Christenen moeten geen slappe maar
kloeke strijders zijn.
Uit de overvloedige bron van kracht
Christus, vloeit hun dagelijks sterdte toe.
Beslistheid van optreden is een kenmerk
van het ware geloofsleven. Ware belijders
laten zich niet door een of anderen stroom
meedrijven, maar vinden er hun welbe
hagen in tegen den stroom in te roeien
in de kracht des Heeren.
Hij, die in den hemel woont en Zijn
Geest in ons uitstortte, vermenigvuldigt
de sterkte aan allen, die ze van Hem ver
wachten en begeeren. Eu dan zijn ze on-
overwinbaar in den strijd.
Niet alleen onverschrokken is de geloo-
vige stijder, maar ook welgewapend. Daar
op komt het vooral aan om te kunnen
standhouden. Wee dengene, die ontoege
rust ten strijde trekt 1 Paulus vermaant
ons daarom »Doet aan de geheele wapen
rusting Gods" en straks omschrijft hij na
der in onderdeelen, waarin die wapen
rusting bestaat (vs. 1418). Een verstandig
soldaat laat niet een deel van zijn wapenen
thuis als bij ten oorlog trekt, maar neemt
ze alle mee, zoowel die ten aanval als
die ter verdediging.
Da vijand, waartegen de strijd gaat, is
geenszins gering te achten. We hebben
te doen met een heirleger van booze gees-
teD, onder aanvoering van den listigen
wederpartijder Gods, Sitan, die als een
hoogbegaafde en schrandere geest werd
geschapen, maar zijn uitnemende gaven
misbruikt tegen de Kerke Gods.
Als overste dezer wereld kent hij de
zwakheden en de sterkten van zijn weer
partij Christus' heirscharen. Hij weet
precies, hoe hij de krijgsknechten van
Koning Jezus moet aanvatten om ze te
overmeesteren. Dat zijn de listige omlei
dingen des duivels, zijn kunstgrepen, zijn
sluwe krijgstaktiek.
Wij meenen maar al te vaak, en dat
is juist onze groote foutl dat wij op
allerlei gebied te strijden hebben tegen
menschen. Ware dat het geval, dan was
de strijd gemakkelijker. Dan kon het
zonder zwarigheid gaan man tegen man,
zwaard tegen zwaard, kracht tegen kracht,
list tegen list. Maar zoo staat de zaak
niet. Wij hebben den strijd niet tegen
vleesch en bloed, maar tegen de geeste
lijke boosheden in de lucht. En gelijk de
geest sterker en hooger is dan 't vleesch,
zoo is ook de kracht onzer geestelijke
tegenpartij veel grooter dan wij, zwakke
menschen naar het vleesch, vermoeden.
Wij kunnen ons door onze natuur met
alle macht laten aandrijven tegen onze
medemenschenwe maken ons kwaad op
heD, zinnen op wraak, meenen ze te kun
nen verdoen. Alsof we dan gewonnen
hadden 1 Hoe dwaas gedacht 1 Want die
menschen, die uit een ander beginsel leven
dan wij, en die wij als onze tegenpartij
bestrijden, zija slechts de instrumenten
van den duivel, zijn als pijlen, door zijn
hand op ons afgeschoten.
Achter onze menschen-tegenstanders
staat onzichtbaar en daarom zoo ge
vaarlijk, de duivel en zijn heir van tra
wanten. Tegen dien vader der leugenen
gaat onze strijd, niet tegen de menschen
van gelijke beweging als wij zijn. Die
menschen heeft de booze blind gemaakt
en hij houdt ze blind. Heel een staf van
duivelsche geweldhebbers, vorsten en
machten voert de menschen wereld aan,
die leven uit de beginselen van den af
grond. Te ^beklagen zijn die verdwaasde
menschep, die verduisterd zijn in het
verstand.
En de geloovigen worden gewaarschuwd,
dat zij met open oogen zullen uitzien, om
achter dien menschendrom te zien den
duivelendrom, want dat zijn hun
eigenlijke tegenstanders. Werpt ge u op
den mensch, om dien mensch van vleesch
en bloed te verslaan, dan overwint ge
daardoor uw vijand nog niet. Dan ont
neemt ge slechts uw vijand een instru
ment, dat bij gemakkelijk aan zijn klauwen
laat ontglippen om aanstonds weer een
ander mensch als instrument tegen u aan
te grijpen.
Het is wel waar, dat wij ook tegen
menschen strijden, bijvoorbeeld tegen
menschen als dragers van onheilige begin
selen, maar wat zijn die verblinde mede
menschen van ons anders dan werktui
gen van de ongeziene helsche machten,
die achter hen staan, hen aanvuren, hen
opzweepen, leugenen inblazen en met aan
gewakkerde hartstochten tegen ons in 't
harnas jagen?
Onze strijd gaat feitelijk tegen de gees
telijke boosheden in de lucht. Onze po
litieke strijd keert zich tegen menschen
van vrijzinnige beginselen, maar onze
eigenlijke tegenstanders zijn niet die
menschen van vleesch en bloed, maar de
achter hen schuilende geestenwereld. Wij
zien niet ver genoeg en niet helder ge
noeg, als wij slechts letten op die mede
menschen, die zich tegen ons keeren,
wij moeten over hen heen zien op de
machten in de lucht, die deze menschen
aanvoeren en beroeren en bewegenzien
op de booze geesten in de lucht, staande
onder Satans regiment. Dat zijn tonze
eigenlijke wederpartijders, de oversten
van het rijk der duisternis, die tot onder
danen hebben allen die de duisternis
liever hebben dan het licht, allen die het
Evangelie haten en bestrijden om de be
ginselen der Revolutie met heel hun hart
te omhelzen.
Vergeten we dus nooit, dat w|j te kampen
hebben met den vorst der duisternis. Eu
in dien strijd kunnen wij alleen krachtig
ons betoonen en overwinnen, standhouden
en triumfeeren, zoo wij staan in de volle
wapenrusting en vervuld zijn met de kracht
van onzen Heere Jezus Christus.
Daarom broeders I wordt krachtig in den
Heere en in de sterkte Zijner macht. Dat
zal uw gewisse zegenpraal zijn over die
onzienlijke schare van geestelijke vijanden.
Dan zult ge uw plichten, kleine en groote,
in de ontzettende worsteling trouw en
nauwgezet kunnen betrachten. Dan zult ge
aan Satans listige omleidingen tegenstand
kunnen bieden. Dan zult ge een reuzen
taak kunnen verrichten, waarvoor de
krachten van een zwak menschenkind te
kort schieten. Dan zult ge ook bij tijde
lijke verliezen, bij pijnlijke ervaringen, bij
smartelijke teleurstellingen, goedsmoeds
het hoofd omhoog kunnen heffen, wetende
de e i n d e 1 ij k e overwinning is toch o n-
zer, door Christus Jezus, onzen Koning
in de hemelen.
We hebben allen de goede wapenrusting
ontvangen van onzen God, om die te ge
bruiken. Niet om die weg te bergen ge
lijk de man, die zijn pand begroef iu de
aarde, om 't slechts te bewaren.
Staat dan in de volle wapenrusting Gods,
wakende, strijdende, biddende. Wie volhar
den zal ten einde toe zal zalig worden.
KERKELIJK LETEN.
RAPPORT inzake de N- C. S. V. aan de
Classis Dokkum.
Zeeuvsch
Abonnementsprijsper kwartaal b|j vooruitbetaling 75 cent.
Afzonderlijke nummers 6 cent.
Advertentieprijs10 cent per regel b|j jaarabonnement van
minstens 500 regels belangrijke reductie.
UITGAVE TAN DE
Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot
uiterlijk Vrijdagmorgen te zenden aan de Drukkers
LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg.
Voorts, mijne broeders wordt krach
tig in den Heere, en in de sterkte
Zijner macht.
Doet aan de geheele wapenrusting
Gods, opdat gij kunt staan tegen de
listige omleidingen des duivels.
Want wij hebben den strijd niet te
gen vleescli en bloed, maar tegen de
overheden, tegen de machten, tegen
de geweldhebbers der wereld, der duis
ternis dezer eeuw, tegen de geestelijke
boosheden in de lucht.
Daarom, neemt aan de geheele wa
penrusting Gods, opdat gij kunt weder-
staan in den boozen dag, en alles ver
richt hebbende, staande blijven.
Efeze 6 10-13.
Kerkhof.
Aangenomen op de classicale verga
dering van 1 Mei 1919.
Wtleevw. en Eerw. Broeden.
De Deputaten, op de laatst gehouden classi
cale vergadering benoemd, om de classis te
dienen van consideratie en advies in zake de
vraag van de kerk van Niawier, of er ook
iets van de zijde der kerken moet worden
gedaan tegen de N. C. S. V., hebben de eer
het navolgende te rapporteereD.
Na breede besprekingen, op de vergaderin
gen der Depp, op 27 Febr. en 21 Maart 1919
waarbij een zeer eenstemmig gevoelen zich
openbaarde, z|jn wjj, nadat ook ingewonnen
adviezen van een viertal professoren waren
besprokeD, tot het volgende resultaat gekomen.
A. In bet algemeen spreken uwe Depp, als
hun gevoelen uit, dat er in de N. C. S. V. wel
iets i?, dat aantrekt. De innerlijke drang, die
zich openbaart, om van Christus te getuigen,
en anderen voor Hem te winnen is, op zich-
zelf genomeD, wel aantrekkelijkdoch de
methode, waarin deze drang zich naar buiten
openbaart, lijkt ons niet de juiste te zijn. Om
daartoe eene vereeniging op te richten, waarin
voor allerlei subjectieve opvattingen van den
Christus plaats is, schijnt uwe Depp, toe een
zeer gevaarlijk pad te zijn.
Wat de tegenwerping aangaat, dat deze ver
eeniging niet kerkelijk is, en derhalve deze
zaak niet tot het terrein der kerk zou behoo
ren, zijn uwe Depp, van meening» dat wel
degelijk hier een levensbelang der kerken in
't geding is. Zoowel toch de a s. Dienaren des