Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland
32e Jaargang.
Vrijdag 13 December 1918.
Na 50
UIT MET WOOBD.
Redacteuren Ds. L. BOUMA te Middelburg en Ds. Q. F. KERKHOF te Oost-Souburg.
Vasti iBdewirkars: D.D. R. J. v. d. VEEI, J. 0. WIELEIKA, B. MEIJER. F. J. v. d. EIOE, A. A. I. SCHELVEN, H. P. M. G. DE WALLE 10 F. W. J. WOLF.
PBRSVBRBBNIGING ZEEUWSCHB KERKBODE.
Onder het beeld van een rijsje, voort
komende uit den afgeknotten tronk van
Isai, en onder het beeld van een vrucht
dragende scheut, voortspruitende uit zijn
wortelen, wordt de Koning der gerechtig
heid, de Vredevorst, Jezus Christus aan
gekondigd.
Het profetisch woord wijst u hier op den
merkwaardigen oorsprong, de uitwen
dige geringheid, de innerlijke heer
lijkheid, en de gezegende vrucht, aan
den Messias eigen.
Van den merkwaardigen oorsprong ver
kondigt de profetie grootheid en tevens
nederheidgrootheid, alzoo de vredevorst
zijn zal uit den stam van Isai, en neder
heid, naardien deze stam, tijdens de
komst van dien vorst, zijn zal als een af
geknotte tronk
De vredevorst zal zijn uit den stam van
Isai, uit het doorluchtig huis van David,
van wien de toezegging gedaan werd, dat
uit hem zou verschijnen die rechtvaardige
heerscher over de menschen, die heerscher
in de vreeze Gods, die zijn zal als het
licht des morgens, wanneer de zon opgaat
aan een wolkeloozen hemel. Hoewel nu
niet meer zoo rijk gebladerd, zoo statig
en prachtig als in de dagen der regeering
van David en van Salomo, de stam van
Isai was evenwel ook nog in de dagen van
Jesaja een vorstelijke boom. Maar de Ko
ninklijke stam zou worden als een door
ouderdom, door stormen en menschen-
handen afgeknotte tronk, van welken ver
der geen verwachting scheen te zijn dan
dat hij voorts vermolmen, in de aarde
versterven en allengs geheel verdwijnen
zou. Doch dan, zegt de profetie, dan, als
Isai's stam zulk een tronk zal gewordeu
zijn, dan zal er een rijsje uit voortkomen
en een vruchtbare scheut aan zijn wor
telen ontspruiten.
En waarlijk, Jozef en Maria, afstamme
lingen van Isai en David, maar van allen
vorstelijken luister ontbloot, eenvoudige
en onaanzienlijke lieden naar de wereld,
maar door God verkoren, de een om de
pleegvader en de andere om de moeder
van den Immanuel te vreezenwel is de
stam van Isai door hen vertegenwoordigd
geworden als een afgeknotte tronk.
Uit dezen tronk zou een rijsje, eentee-
der en gering uitspruitsel voortkomen.
Dit rijsje voorzeker zou worden een groote,
majestueuze, vruchtrijke boomdoch niet
als een sierlijke ceder of krachtige eik,
maar als een rijsje stelt de profeet u den
beloofden Koning voor oogen, omdat hij
u op zijn uitwendige geringheid wil ge
wezen hebben.
En voorzeker, wanneer ge in den geest
den Heere gadeslaat, gelijk Hij als een
kindeke in Bethlehems kribbe is nederge-
legd, ge ziet aan het uitwendige geen ge
daante of heerlijkheid. Beschouwt ge Hem,
gelijk Hij in de dagen Zijner omwandeling,
door geringen naar de wereld omgeven
en door machtigen gehaat in de gestalte
nis van een dienstknecht daar henengaat,
er is aan het uitwendige van dezen niets
wat zou doen vermoeden dat Hij de Heere
der heerlijkheid is. En ziet Hem vooral
op Golgotha, veracht als de onwaardigste
der menschen, wat kan het vleeschelijk
oog aan Hem zien, dat het Hem begee-
ren zou
Om zondaren rijk te maken aan onver
derfelijke schatten, is Hij arm geworden I
Opdat zondaars, in een donkeren afgrond
van ellenden gezonken, door Hem tot de
hoogste heerlijkheid zouden verheven wor
den, heeft Hij tot in de donkerste diepten
der vernedering zich vernederd, ja tot zoo
verre zich ontledigd dat het woord in Hem
vervuld werd»ik ben een worm en geen
man". Geen schitterende kroon, geen vor
stelijk purper, geen gouden scepter een
kroon van doornen, een spotkleed, een
rietstok heeft de vredevorst in zijn ver
nedering gedragen.
Maar wat innerlijke heerlijkheid onder
het kleed dezer uitwendige geringheid 1
»Op Hem zal de Geest des Heeren rusten" 1
Op wien der koningen, der profeten of
Godsmannen heeft de Heilige Geest ooit
gerust als op onzen Heere Jezus Christus.
Op Hem gerust heeft de Heilige Geest,
zoodat Hij ten allen tijde evenzeer door
Hem bezield en bestuurd werd. De Hei
lige Geest had nooit op iemand een rust
plaats als op Hem. De Heilige Geest was
zijn sieraad. Van Israels hoogepriester
staat geschreven »de kroon der zalfolie
zijns Gods is op hem" in Hem, van wien
Israels hoogepriester slechts een schaduw
was, is dit woord volkomen vervuld. De
Heilige Geest rustte als een koninklijke
kroon op zijn hoofd; de Heilige Gee9t
dekte Hem als een priesterlijk kleed. Laat
de wereld Hem berooven, zoodat Hij naakt
hangt aan het kruis, de Heilige Geest rust
op Hem. Laat zelfs het aangezicht des
vaders zich voor Hem verbergen, de Hei
lige Geest blijft op Hem. Al wat Hij
dacht en sprak en deed was door den
Geest, die in Hem was, die in Hem bleef,
door welken Hij leefde in den vader en
de vader in Hem. Zijn geheele leven is
een onafgebroken openbaring des Geestes
van God.
Van zulk een persoon is niet anders te
wachten dan gezegende vrucht I De scheut
uit den wortel van Isai zal vrucht voort
brengen
Hoe Hij dit doen zal Wij weten dat
het geschied is in den weg van lijden en
sterven, waarin de Christus zijn ziel ten
schuldoffer heeft uitgestort en waardoor
Hij tot zijn Middelaarsheerschappij is in
gegaan.
En welke vrucht zal Hij voortbrengen?
Zeker de vruchten van schuldvergiffenis,
van vrede en verzoening met God, van
hope der heerlijkheid en eeuwig leven,
welke Jezus voor zijn volk door zijn bloed
heeft verworvenmaar dit, vooral wat
Gods engelen profeteerden, toen ze in
Efrata zongen vrede op aarde" 1 dit wordt
door den profeet als vrucht van het rijsje
uit Isai's afgeknotten tronk in de schit
terendste beelden ons als voor oogen ge
schilderd.
Vrede, vrede zal er door den Zone Davids
komen te heerschen op aarde, vrede in
de harten, in de gezinnen, in de volken,
vrede allerwege, zoodat zelfs de wolf met
het lam verkeeren en de luipaard bij den
geitenhok nederliggen zalzoodat een kind
zich vormaken zal over het hol van een
adder en zijn hand zal uitsteken in den
kuil van den basilisk. Op den berg van
Gods heiligheid zal men dan nergens meer
leed doen noch verderven, want de aarde
zal vol zijn van de kennis des Heeren
gelijk de watereu den bodem der zeeën
bedekken. De wortel van Isai zal staan
in heerlijke rust, als een banier, waarom
zich de volken verzamelen. Geen naijver,
twist en oorlog zal hen dan als weleer
verdeelen, maar in vereenigden jubel tot
Gods eere, zullen ze met vreugde water
scheppen uit de fonteinen des heils.
De gouden eeuw des vredes op aarde is
nog op verre na niet aangebroken. Het is
nog altijd zooveel onru3t en onrecht in
ons en zooveel oorlog en revolutie rondom
ons. Helaas, dat de naam der Christen
volken, die alleen in het bloed der ver
zoening moesten roemen, nog zoo dikwijls
door het bloed, dat op slagvelden en in
burgeroorlogen vergoten wordt, wordt
bezoedeld. Maar, terwijl we de toekomst
den Heere bevelen en ons hiervan ver
zekerd houden, dat alle beloften Gods te
zijnen tijd in vervulling zullen gaan, laat
ons, ieder in zijn kring en naar zijn gaven,
het woord des Evangelies al het zaad des
vredes uitstrooien en alzoo mede arbei
den aan de komst van het vrederijk.
Het zal eenmaal eeuwige vrede zijn.
De zonde, die bron van alle twist en
krijg zal worden te niet gedaan en alle
smart zal een einde nemen. Dan zucht de
schepping niet meerhaar weeën zijn
voorbij gegaan.
Lezerziet gij in het geloof op tot het
rijsje uit den afgeknotten tronk van Isai,
dat geworden is de ware levensboom, op
dat ge, dien levensboom ingeënt, vruchten
moogt dragen van gerechtigheid en vrede
ter eere van den hemelschen landman?
Welk een heil als ge leeft in Christus.
Dan zijt ge meer dan een afstammeling
van David naar het vleesch, dan zijt ge
een kind van den hemelschen vader. Al
zijt ge dan onaanzienlijk en gering naar
de wereld, ge zijt rijk in onvergankelijke
goederen, daar ge een erfgenaam zijt des
hemels. Door den Geest van Cbri9tus is
dan de liefde Gods uitgestort in uw hart
en nadat ge hier stervend in den Heere
uw hoofd in vrede zult hebben neergelegd,
zult ge zijn onder die schare wier kleede
ren in het bloed des Lams zijn gewasschen
en die onder het aanheffen van eeuwige
vreugdezangen, de psalmen des vredes tot
eere van den vredevorst juichend opheffen.
F. W. J. Wolf.
KERKELIJK LETEN.
Het huisbezoek.
Abonnementsprijs: per kwartaal bg vooruitbetaling 50 cent.
Afzonderlijke nummera 5 cent.
Advertentieprijs10 cent per regel bg jaarabonnement van
minstens 500 regels belangrijke reductie.
UITGA VB VAN DE
Adres van de Administratie
Firma LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg.
Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot
uiterlijk Vr ij dagmorgen te zenden aan de Drukkere
LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg.
L. S.
Wij herinneren onze berichtgevers er aan,
dat in het nnmmer van de volgende week
de predikbeurten van de Kerstdagen worden
opgenomen, en in het nnmmer van 27 De
cember de predikbeurten van Oudejaarsavond
en Nieuwjaarsmorgen. Beleefd worden ze
verzocht hiervan wel goede nota te willen
nemen en tydig in te zenden.
Voor die dagen zouden we de opgaven
uiterlijk des Woensdags in ons bezit moeten
hebben.
DE ADMINISTRATIE.
„Want er zal een lijstje voort
komen uit den afgehouwen tronk
van Isai, en een scheut uit zijn
wortelen zal vrucht voortbrengen,
en op Ilem zal de Geest des Hee--
ren rusten".
Jbsaja 11 1, 2a.
IV.
Is het huisbezoek opgekomen uit de H.
Schrift Ziedaar een vraag, waarop we een
antwoord geven moeten, voor we nader iDgaan
op wat deze instelling is en bedoeltHet is
nu eenmaal zoo, dat historisch alleen het huis
bezoek voorkomt in de Gereformeerde kerken.
De Luthersche en de Roomsche kennen het
niet. Wie de geschiedenis nagaat, vindt, dat
het eerste in den bepaalden vorm verschijnt
op de erve der kerken, welke de gedachte
van Calvijn in practijk hebben gebracht. Wijl
het bekend is, dat deze Reformateur alles uit
de kerk verwijderd wilde hebben, wat niet door
God in Z|jn woord was voorgeschreven, kan
men wel denken, dat hjj het huisbezoek niet
aanbevolen zou hebben, indien hg daartoe geen
grond gevonden had in Gods getuigenis. Reeds
het feit, dat hij er een voorstander van ge
weest is, brengt er ons toe om te veronder
stellen, dat het wel schriftuurlijk zal zgn. Dit
ontslaat ons echter niet van de verplichting
om te onderzoeken, of deze veronderstelling
juist is, want hg zelf heeft ons geleerd, om
ons niet te vergenoegen, wanneer we zeggen
kunnen, dat hg het zoo geleerd heefthij dringt
er op aan, dat wg zelf' de H. Schrift met alle
nauwgezetheid zullen overwegen, om er diep
van overtuigd te zgn, dat we ook met deze
instelling staan op den bodem van het Woord
onzer Gods. Eerst dan toch zullen we welbe
wust ook deze instelling eerbiedigen en haar
als een weldaad, welke ons toegekomen is van
Zgn Vaderhand voor ons kerkelijk leven waar-
deeren. ;Wg moeten ook in dit opzicht wars
zgn van alle sleur en gewoonte. En daarom
willen we enkele woorden uit de H. Schrift
laten spreken.
Onder de Oude Bedeeling is Israël het volk
Gods. Hg heeft het uit al de volken verkoren
tot Zgn eigendom. Toen Israël uit Egypte
toog, het huis Jacobs van een volk, dat een
vreemde taal had, zoo werd Jacob zgn heilig
dom Israël Zgne volkomen heerschappij. Aan
dit volk betrouwde Hg zgn woorden toe en
gaf Hg zgn beloften. Wij zien dan ook, dat
Hij al de eeuwen door waakte over dit volk
het tuchtigde, wanneer het afweek en het leidde
met vaste hand. De zorg welke Hij dit volk
toedroeg, wordt vaak vergeleken met de zorg,
welke de herder aan zgn kudde besteedde. En
nu is dit duidelijk, dat ook de enkele geloovige
zich bewust was van de trouw, waarmede God
over hem de wacht hield. Denk hier aan het
bekende lied: „De Heere is mgn herder; mg
zal niets ontbreken. Hg leidt mg in de grazige
weiden en voert mij aan zeer stille wateren.
Daaruit blijkt zonneklaar, dat God niet alleen
Zijn volk bewaarde, maar dat Hg voor
ieder in 't bijzonder zorg droeg. Doch nu is
de vraag, of Hij ook voorschriften heeft ge
geven, welke aan menschen gelasten om te
waken over het heil van den enkele. Wg
mogen veronderstellen, dat ieder weet, hoe Hij
altgd leidslieden verwekte, die aan het gansche
volk den rechten weg wezen en bovendien
hebben we dit voor ons doel niet noodig.
Aan wie werd de taak opgedragen voor elk
lid van de gemeente te zorgen Allereerst
aan den huisvader, die zgn gezin leiden moet
in de paden des rechts en des vredes. Zgn
roeping was het om de daden des Heeren te
kennen en tevens bekend te maken aan zgn
kinderen. Hij was aangewezen om de wetten,
door Ged voor het leven gegeven, in te prenten
aan allen, die tot zgn huis behoorden en te
vertellen de historie der aartsvaders en van
zgn volk. Het woord van Jozuaik en mgn
huis zullen den Heere dienen, behoorde elke