Out Jn wl vee lei wie, FEUILLETON. KERKELIJK LETEN. Het huisbezoek. Vóór driehonderd jaar. Rectificatie. Kerk- «n Hchooinhawi. Het is me gebleken, dat er by sommigen misverstand heerseht inzake het huisbezoeken daarom wil ik in 't kort nagaan, wat de ge reformeerden er steeds onder verstaan hebben. Op dit punt heerseht er een eenstemmigheid, welke zeer groot is en daarom is het ook niet moeilijk om er zich een juiste voorstelling van te vormen. Wie inderdaad inlichting begeert, raadplege het Tracta&t over de Reformatie der kerken, door dr. A. Kuyper in de vorige eeuw uitgegeven by gelegenheid van het drie-en-een halve eeuwfeest der Hervorming de Hande lingen van het Regeer-Ouderlïngen-Congres, gehouden te Utrecht in jaar 1888 en uit gegeven by J. H. Dunk te Rotterdam en Het Huisbezoek door P. Biesterveld, een werk, dat inderdaad een helder en breedvoerig antwoord geeft op de vraag, wat het Huisbezoek is. Er zyn ook nog wel andere boeken, welke men lezen kan, maar de genoemde zyn voldoende om het rechte inzicht te ka-ygen. We hebben deze dan ook eerst eens onderzocht, alvorens delze enkele artikelen te schrijven en we zeggen dit maar alvast, opdat we niet telkenmale daarheen behoeven te verwijzen. Bevreemden echter behoeft het niet, dat voortdurende inlichting noodig blijft, want al staat de theorie er over vast, de practyk daalt haast altijd ver beneden het ideaal, dat men zich voorgesteld heeft. Ofschoon nog algemeen beseft wordt, dat dit werk zeer noodig is, toch fctuit men by de uitvoering op zwarigheden, welke niet onderschat moeten worden. Op het dorp, waar ik opgevoed ben, werd nog huisbezoek by de leden der Herv. kerk gedaan. Eenmaal in 't jaar verscheen dan ook in de ouderlijke woniDg een predikant met een ouderling en het is my wel eens gebeurd, dat ik er by tegenwoordig was. Maar ik heb later wel eens my zelf gevraagd, waartoe dieEde nu eigenlijk zulk een bezoek, want het was me niet mogelijk om daarop een behooslyk ant woord te vinden. Het was daar ontaard tot een blooten vorm, waaraan alle wezen ontbrak, en er is waakzaamheid noodig, om dit te voor komen. We mogen er erkentelijk voor zyn, dat de kerken der Afscheiding het aanstonds in eere hersteld hebben en dat de Doleantie er dadelyk meer nadruk op gelegd heeft, maar er zyn verschijnselen, welke er op wijzen, dat we met al wat in ons is er naar moeten bly- ven staan, om het aan zyn bestemming in onze kerken te doen beantwoorden. Verzwak king in dit deel van den arbeid kan niet an ders dan schromelijke gevolgen hebben. Wie de historie der kerk nagaat, weet, dat van de eerste eeuwen af de overtuiging ge leefd heeft Het is de roeping van allen om op elkander acht te geven tot opscherping dei- liefde tot goede werken. De eenheid van allen, die gelooven, is een skik der belijdenis van de geheele christelijke kerk en daarom zyn de leden ook verplicht om voor eïkander te waken. Verre moeten zy zyn van den Koïnsgeest, die vraagt Ben ik myn broeders hoeder. Doch behalve deze algemeene roeping werd van meetaf gevoeld, dat de opzieners ook tot taak hadden het heil van den enkele te zoeken. Aan ieder moet tot zyn behoud gearbeid wor den. Dit kan alleen geschieden, wanneer de Heden in hun woning opgezocht worden en het is dan ook duidelijk, dat er ten allen tijde gezocht is naar den rechten weg, waarlangs men zich van deze roeping kan kwyten. We beperken ons echter en willen enkel duidelijk maken, wat het eigenlijke huisbezoek is naar Gereformeerde opvatting. Om dit te kunnen doen verwyzen we naar eenige uit spraken, welke we aantreffen iö onze belijde nisschriften, Formulieren van bevestiging en Kerkenordeningen. Ia de Belijdenisschriften wordt gehandeld ook over de ambten, welke er in Christus kerk moeten zijn. Maar het licht voor de hand, dat zy alleen laten uitkomen het karakteristieke van elk ambt en voorts zeer kort zyn in de aanwyziging ook wat tot elk ambt behoort. Biestervelt haalt o.a. aan uit artikel 18 van de latere helvtische belijdenis het volgende, dat aanwijst een deel van de verplichting der dienaren des woords door Hugo Kingmans. (Auteursrecht voorbehouden). 6). „Natuurlijk, men kan het overdrijven. Maar dat is met alles zoo. Bidden moeten we, om daarvoor bewaard te blijven. Dat is myn standpunt." Ernst wou nog wat ia het midden brengen, maar op een wenk van z'n moeder slikte hy z'n woorden in en zweeg. Hy wrst web dat hy toch niet verder kwam Daarmede was het afgeloopen. Mevrouw Zimmerman loodde een zucht van verlichting ze had het erger verwacht. Spoedig bracht zy het gesprek op iets anders. Gretha s'.ond op. „Moet je weg, Greet?" vroeg Ernst. „Ja, ik moet naar de Keldermans om 'n patroon. G# je mee?" Als ik mag, graag Mevrouw Zimmerman glimlachte ongemerkt. Zy begreep het wel een wandeling met Gretha vond haar zoon wel prettig, maar nog veel prettiger als het naar d'e Keldermaus ging „Vervelend toch die woordentwist met pa daareven," vond Gretha, toen zy op straat kwamen „Overdrijf je niet een weinig, Ernst Is geheelonthouding nu wel absoluut noodza- „onderwyzen en vermanen de onbedrevenenen opwekken tot voortgaan op den weg des Heeren, die stilstaan of slechts met trage schreden daarop wandeler, ook vertroosten en verster ken de bedroefden, en wapenen tegen de ver schillende verzoekingen van den Satan, de zondaren bestraffen, de dwalenden op den rechten weg terugroepen, de gevallenen op richten, de tegensprekers overtuigen, de wolven eindelijk van des Heeren schaapskooi weren, met voorzichtigheid en ernst de misdryven bestraffen en die ze begaan hebben bestraffen, niet door de vingeren zien voor gedrag of het zwygen daartoe doen de onwetenden onder richten, kranken en die aan onderscheidene beproevingen zyn blootgesteld bezoekenonder richten en op den weg des levens houden.... alles wat tot do rust, den vrede en het heil der kerken steeds bevorderen." Deze gedachte, dat ook de enkele bearbeid moet worden, wordt nu nader uitgewerkt. Nog eens citeer ik hier woorden van Biesterveld „Ook de formulieren ter bevestiging van die naren des Woords en van de ouderlingen, gaan van de dringende noodzakelijkheid der bizon- dere verzorging uit. Zoo wordt in het Formulier van bevestiging der ouderlingen onzer kerken gezegd, dat het hun ambt is met de dienaren des Woords op zicht te hebben over de gemeente, die hun bevolen is; naarstiglyk toe te zien, of een iege lijk zich behoorlek gedraagt in belijdenis en in wandel. Voor hen wordt gebeden, dat zy getrouw zyn mogen in vlytig opzicht te nemen op de leer en den wandel, in het weren van de wolven uit de schaapskooi, en in het ver manen en bestraffen der ongeregelde menschen"^ Het zou niet moeielyk vallen om aan te toonen, dat de Gereformeerde Kerken aller- wege den nadruk gelegd hebben op de bizon- dere zorg, welke de dienaren des Woords en de ouderlingen wijden moeten aan ieder. Waar '/y braken met de gewoonte in de Roomsche Kerk, daar toonden zy tevens een oog te heb ben voor deze roeping, welke de H. Schrift met nadruk heeft aangewezen. Dit blijkt ook uit den yver, waarmede zy deze zaak op de kerkelijke vergaderingen aan de orde stelden en waarmede zy ze nauwkeurig omschreven in allerlei bepalingen. Aan de visitatoren werd bovendien gelast om by elke kerk te onder zoeken, of dit deel van het ambtelijk werk wel tot zyn recht kwam, opdat alom het besef ontwake, hoe noodig het was om deze taak te behartigen en welke een schade het gevolg zou zyn, indien men niet met alle toewijding haar volvoerde. De historie leert dan ook, dat in dagen van bloei het huisbezoek in eere was en dat er zeer trouw de hand aan gehouden werd, Boüma Wordt vervolgd. IV. Er was inzake de behandeling der Remon- strantsche dwalingen op de Synode groole eenstemmigheid. Ook de buitenlandsche God geleerden oordeelden allesbehalve zacht en malsch over de Remonstrantsche ketterijen, waarin zy niet anders zagen dan eene herleving der gevoelens van den ketter Pelagius. Den lCden April was de einduitspraak der Synode gereed, geformuleerd in de zoogenaamde Ga- nones d i. Leerregels, welke in drie achtereen volgende zittingen werden voorgelezen, goed gekeurd en onderteekend. De Remonstranten werden veroordeeld in de 137ste zitting der Synode op den 24sten April, wegens verval- sching der religie en verscheuring der kerk, en zy werden ontzet uit alle kerkelijke en academische bedieningen. Als gevolg van dit besluit werd 4 Mei ook het vonnis geveld over den Leidschen hoogleeraar Vorstius, den op volger van Arminius, die van Sociniaansche gevoelens was beschuldigd. Hy werd afgezet en verbanaen. Geen dienaar des Woords werd meer in de kerken geduld, zoo hy weigerde de Cauones te onderteekenen. De Synode zette af de 14 gedaagden en liet het oordeel omtrent de overigen over aan de Particuliere Synoden en Classis. Het resultaat is geweest, dat ongeveer twee kelyk „Iu de tegenwoordige omstandigheden meen ik van ja. Ik kan daarvan niet afwijken. Maar ik begryp niet, hoe jy dat vraagt, jy, die door dik en dun met Trude meegaat!" Z'n zuster was natuurlijk reeds lang in de geheimen inge- weid. „Trude Keldermans," behoefde hy niet te zeggen. „Wel ja, plaag-lachte ze terug, „omdat jy veel van ze houdt, zou ik het ook moeten doen Maar in ernstby de Keldermans is het een heel ander geval. Die hobben zooveel narig heid gehad door den drank, al weten de men- schen hier in de stad het niet. In zoo'n geval zou ik my ook wel aansluiten." „Maar Greet, nu ben je toch inconsequent Dus als er thuis narigheid was tengevolge van drankgebruik, werd je geheelonthouder. Dan deugde matigheid niet. Nu die er, Goddank! niet is, wordt de matigheid hemelshooggeprezen. Je voelt toch wel, dat die argumenten niet steekhouden „Ja, als ik in handen van een rechtsgeleerde val, ben ik verloren. Dan moet je je woorden op een goudschaaltje wegen." „Nu, dat is het niet, maar je denkt niet door, Greet. Ik kan je handelwijs heel goed billyken Je wilt alleen de vrede tusschen vader en my instandhouden. Maar wees niet ongerust. Dat komt wel in orde, hoor. Vader zal er niet meer over spreken." Ongemerkt was het huis van mevrouw wed. Keldermans bereikt. Hartelijk werden ze verwelkomd ze schenen er thuis te zyn. De boodschap was gauw ge- honderd predikanten zijn afgezet SLehts een veertigtal bewilligde er in de Canones te on derteekenen. De anderen werden verplicht zich te schikken iu een ambteloos en stil leven. Als zy zich daaraan hielden, werd door de Staten-Generaal in hun onderhoud voorzien, hetzy ze zich binnen of buiten 't land bevon den De „acte van stilstand" werd door zeventig predikanten geteekend. Ongeveer 80 onwilligen werden over de grenzen gezet, n.l. naar Waalwijk in de Langestraat, naar Neuen- haus in Bentheim en naar het land van Kleef. De vergaderingen der Remonstranten werden verboden zoowel in gebouwen als in de open lucht. Daar de kerken de Overheid op haar hand hadden, zyn deze besluiten met de macht van den Magistraat met gestrengheid uitge voerd. Niet zoo maar opeens is de rust en vrede weergekeerd. Daarvoor waren de kerken te langen tyd beroerd geweest door den Ar- miniaanschen geest Heftig waren de twisten geweest. Een man als Oldenbarnevelt wilde wel Gereformeerden van hun bed laten lichten en op het schavot brengen. Daaruit proeft men den volksgeest dier dagen. En daarom is het dan ook wel te verklaren, dat de Ge reformeerden ook gestreng opgelreden zyn tegen de veroordeelde Remonstranten. Ze hadden tevoren ondervonden, hoe diepe haat by de Remonstranten wortel geschoten had tegen de Gereformeerden. Iu onze dagen zou men allicht denken het ware beter geweest dien Remonstranten vryheid van godsdienst- oefeniog te gunnen in eigen kerkgebouwen, nu ze eenmaal uit de Gereformeerde kerken uitgezet waren. Maar zóó was de volksgeest destyds niet. Beiderzijds was men scherp en fel, streng en hardhandig. De Remonstranten konden mooi praten over verdraagzaamheid, maar hun daden waren ge durig in strijd geweest met hun woorden. Uit den geest des tyds moet dus ook verklaard worden het krasse maatregel nemen van de Dordtsche Synode. Vóór de buitenlandsche afgevaardigden Dord recht zouden verlaten, werd door hen ook instemming betuigd met de Nederlandsehe Confessie en met den Heidelbergschen Cate chismus. Na hun vertrek werd door de Synode van deze belijdenisschriften ook de zuivere tekst vastgesteld. Eu in die drie Formulieren van Eeniglieid bezitten wy als Gereformeerde Kerken in Nederland sinds drie eeuwen de omschrijving van de leer der waarheid, gelyk die o. i. met Gods Woord overeenstemt. De Praeses der Synode vermaande allen by die leer te blyven en bestendig erin te volharden en haar ongeschonden aan de nakomelingen over te leveren tot op de toekomst van onzen Heere Jezus Christus. Dat is de wensch en bede der Dordtsche vaderen geweest. Naar dien wensch hopen ook wy in onze dagen te handelen, dankbaar voor wat destyds door de Gereformeerden gedaan is tot handhaving van de zuiverheid der leer. Dat is: „E Voto Dordraceno" gelyk dr. Kuyper zyn verklaring van den Catechismus doopte. De Acta der Synode, waren nu behandeld. Het hoofddoel der byeenvergadering van de Kerken was bereikt. In oene plechtige openbare zitting werden de besluiten der Synode voor gelezen en daarna met dankzegging de verga dering gesloten. De politieke gedeputeerden en de uitheemsche afgevaardigden ontvingen van den Praeses een woord van dank voor hun hulp en medewerking. Met een afscheidsmaaltijd werd dit deel van de Handelingen der Synode besloten. Toen reisden de buitenlanders af, die als aandenken meekregen een èedenkpenning, waarop aan de eene zyde was gegraveerd een beeld van de Synode met het randschrift'Religione asserta (d. i. nu de religie gehandhaafd is,) en aan de andere zyde een tempel op een berg met het opschrift: erunt ut mons Sion(d. i. zullen zy zyn als de berg Sion De L8er der souvereine genade Gods als kern der waarheid was gehandhaafd, en daarin heeft de Dordtsche Synode ongetwijfeld haar grootste beteekenis gehad, zoowel voor de Gereformeerde Kerken in het Buitenland als voor die in ons Vaderland. daan, maar noch broer noch zuster had haast. Ernst wou natuurlijk, dat er gemuciseerd werd. Even natuurlijk werd aan z'n verlangen vol daan. Mevr. Keldermans, die reeds lang begreep, had de tact hen alleen te laten daarna, door Gretha en haar andere dochter mee te tronen naar een ander vertrek. Zy had wat moois te zien Ernst keek Trude aan. Ze lachte hem toe. „'k Ben bly, dat je je hebt aangesloten deze week. Heb je dat voor my gedaan vroeg zy. Je hebt me op de gedachte gebracht, vroeger al. Ik ben er over aan het nadenken gegaan en als gevolg daarvan, geloof ik vast, dat het onze plicht is." Toen trok hy ze naar zieh toe en kuste haar. „Mag ik morgen komen?" vroeg hy toen. „Ik zal er met m'n ouders over spreken." Dankbaar knikte zy hem toe. „De toestemming van moe heb-je al hoor. Van my, dat weet ik nog niet," plaagde zy." „Stil daar komen ze terug." Nog even „stal" hy een kus Twee dagen later was de verloving van Ernst Zimmerman en Trude Keldermans officieel. HOOFDSTUK IV. „Trude, kind, ga naar bed. Kyk es, het is haast half twaalf, 'tIs meer dan tyd, hoor!" „Zal u dan ook niet lang meer wachten, moeke "Ik wacht op vader, kind." Die woorden giugen vergezeld van een die pen zucht Het meisje flapte het boek, waarin ze iDge- Wat na het vertrek der Buitenlanders nog werd behandeld de zoogenaamde Posiacta diende tot nadere regeling van het innerlijke kerkelijke leven in ons land. Op denzelfden dag, waarop Oldenbarnevelt in den Haag onthoofd werd (13 Mei 1619) begon de Na Synode. Nu werd alles behandeld in de HoSlandsche taal, wijl alleen binnen- landsche theologen overbleven. Met ijver werd gearbeid, zoodat in 26 zittingen binnen veertien dagen tyds (13—29 Mei) heel wat afgedaan werd. Zoolang als de breede Synode geduurd heeft, zoo kort heeft deze smalle Synode ge duurd. Toch zyn in die twee weken gewichtige besluiten genomen. Allereerst is de Kerkenordening nagezien, gewijzigd en in dien vorm gebracht, waarin zy eeuwen lang geldend gezag had iu onze Gere formeerde Kerken. Ook al werden in 1905 door de Synode van Utrecht enkele formeele wijzi gingen aangebracht, men spreekt nog alto03 van de Dordtsche Kerkenorde, die nimmer is afgeschaft. Voorts werd de tekst van onze Belij denisschriften officieel vastgesteld. En na nauwkeurig onderzoek werd door allen nogmaals verklaard, dat zjj in alle deelen met Gods Woord conform waren. Dat was de revisie (herziening) zooals de Synode haar voorstond, eene andere dus dan de Remonstranten tevoren begeerden. Nog werd vastgesteld de kast der Liturgie d. w. z. van de formulieren te gebruiken by den eeredienst te vinden achter onzen Psalmbundel. Een groot aantalgravamina(bezwaarschriften) bij de Synode ingediend, is achtereenvolgens behandeld. Eén dier gravamina kwam van uit Zeeland en ging over de onderhouding van den Sabbath. Daaromtrent heeft de Synodetoen een zeer belangrijk advies gegeven, dat ook in onze dagen nog telkens van pas komt. Het heeft dezen inhoud In het vierde gebod is iets ceremonieels en iets moreéls Ceremonieel is geweest de rust van den zevenden dag na de schepping, en de strenge onderhouding daarvan zooals die het Joodsehe volk in 't bizonder was opgelegd. Moreeldat een zekere en gezette dag aan den godsdienst worde gewyd, en dat daartoe zoo veel rust worde gehouden als tot den gods dienst en tot heilige overdenking daarvan noodig is. Inplaats van de Sabbath der Joden kwam de Zondag der Christenen. Deze dag moet alzoo voor den godsdienst bestemd wor den, dat men daarop rusten moet van alle slaafsehe werken (uitgezonderd die welke de liefde en tegenwoordige noodzakelijkheid ver- eischen), mitsgaders van alle zoodanige recra- tiën (ontspanningen) die den Godsdienst ver hinderen. Ten slotte werd nog zorg gedragen voor de uitgave der Drie Formulieren van Eenigheid en van de Handelingen der Synodeterwyl onderteekeningsformulieren ontworpen werden voor professoren, predikanten en schoolmees ters. Metterdaad werd fundamenteele arbeid in die laatste zittingen verricht. Daarop konden de Kerken in de volgende jaren bouwen. De Post-acta luiden een nieuwe periode in in de geschiedenis der Geref. Kerken in Nederland. De pastor-loei hield ook de sluitiugsrede, over Jesaja 12: 13, en eindigde met dank gebed. Daarna heeft de Praeses op plechtige wyze de Synode gesloten. Over hare beteekenis zullen we nog in een een slotartikel iets zeggen. Kkjjkhof. Niet prof. Grosheide (zooals per abuis in het vorig nummer van de Kerkbode gedrukt werd) maar prof. Geesink voert nu de rectorale staf aan de V. U. TWEETAL te OudewatsrS. Oudkerk te Kralingen W. van 't Sant te Voorthuizen. BEROEPEN te Vries: M. Meindertsma te de Leek; te Willemstad: M. Gravendyk te Brielle. spannen had zitten lezen, dicht; sloeg de ar men om den hals der moeder en vlyde zieh dicht tegen haar aan. Maar zy sprak geen woord. Dat was ook niet noodig. Gingen ze niet gebukt onder het zware, haast niet te dra gen leed? Wat hadden ze er dan nog over te spreken Ze konden er over spreken, maar wat zou het baten Het eenige, wat zy konden doen en dat ook deden, getrouw en vurig, was er over spreken met GodHem smeeken, dat Hy den vader terugbracht op het goede pad Weken neen, maanden neen, jaren hadden zy dat al gedaan! Maar het baatte niet. Was hy dan geen Hoorder des gebeds Moesten zy den drinkbeker der beproeving ledigen tot het einde, tot het bittere einde toe? „Ga nu, Trude, het is tyd." Ze gaf haar moeder een nachtzoen en verliet het vertrek, maar keerde oogenblikkelyk weer terug. „Laat my u gezelschap houden," smeekte zy „u zit zoo alleen." „Nee, Trude, want als vader komt, dan weet je Ja, dat wist zy wel 1 Nog één zoen en toen gehoorzaamde zy. Mevrouw Keldermans bleef alleen Traag kropen de minuten voorby Ieder oogenblik keek zy op de kloken luis terde (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1918 | | pagina 2