Gevaar voor het Christelijk Onderwijs. Verantwoording van Liefdegaven. BOEKAANKONDIGING het hunne den He*re hebben overgegeven en toegewijd. De geedertierenheid des Heeren is van eeuwig heid tot eeuwigheid over degenen, die Hem vreezen, en Z\jne gerechtigheid aan kindskin deren, aan degenen, dn Zjjn verbond houden en aan Zjjne bevelen denken om die te doen. Welk een zegen is het een moeder te hebben die haar kinderen meeneemt op den weg naar den hemel. Asser Kerkbode. Laman. Niet lang geleden was er een actie gaande om ouders en voogden te bewerken, dat ze toch niet meer hun kinderen lieten opleiden voor het Chr. onderwij? omdat zooals het heette, er een zoodanige overvloed van onderwijzers en onder wijzeressen was en in de naaste toekomst zou zijn, dat men toch niet meer op een positie rekenen kon. In breeder kring werd deze actie ten zeerste betreurd. Niet alleen vreesde men dat er minder edele beweegredenen achter scholen, maar men duchtte van deze actie ook een groot gevaar voor het Chr. onderwijs. Wanneer er toch een aanmerkelijk tekort aan onderwijzers is, hebben niet alleen onze scholen groote moeite om aan de Rflksvoorwaarden te beantwoorden en lijdt niet alleen het onderwijs wegens tekort aan leerkrachten, maar is de verleiding bij de besturen al te sterk om maar allen aan te stellen, die zich aanbieden Zoo zijn er in 1906 toen er een vrij groot tekort was, aan Chr. Scholen zelfs onderwijzers aan gesteld, die aan de Openbare school niet eervol waren ontslagen. Het is dus een levensbehoefte voor onze Scholen met den Bijbel dat de besturen steeds een behoorlijk keuze hebben om personeel te verkrijgen, dat uit beginsel het Chr. Onderwijs wil dienen. Met het oog op dat ernstige gevaar nu be noemde de Schoolraad voor Scholen met den Bijbel op 8 April j 1. een commissie om te onderzoeken of er inderdaad in de naaste toe komst een surplus een te veel van onderwijzers zou zijn. En zeer opmerkelijk is het resultaat, dat zij thans in haar rapport mededeelt In het korte rapport zijn tal van gegevens verstrekt en verwerkt en daaruit conclusies getrokken, waarvan ieder, die eenigszins met de zaak op de hoogte is, aanstonds de juistheid erkent. Allereerst wordt geconstateerd dat er op dit oogenblik geen sprake is van eeu surplus want wie een betrekking bij het Chr. onderwijs kan en wil aanvaarden, is geplaatst en wie zonder vaste of tijdelijke aanstelling is, kan niet in de school komen, omdat hjj den koninklijken wapenrok draagt. Wel is waar zou er, indien b.v. op 14 April j.l. de demobilisatie gekomen was, op dat oogenblik een surplus geweest zijn maar de commissie toont met de cijfers aaD, dat dit met het oog op de naaste toekomst volstrekt niet verontrustend is. Aangetoond wordt uit de vrij volledige gegevens, dat er in de eerst volgende vier jaren op verre na niet zal klaar komen het aantal kweekelingen dat de school behoeft en dat zelfs die eerstkomende vier magere jaren niet alleen het kleine beetje wat nog beschikbaar is, zullen verslinden, maar daarbij ook nog mager zullen blijven. Er is een berekening gemaakt volgens de gegevens over de laatste achttien jaren en daarbij nu rekening gehouden met wat in het a'ler- gunstigste geval de inrichtingen voor opleiding tot 1928 kunnen opleveren. En wat blijkt dan Dittot dien tijd zullen er noodig zijn op zijn allerminst ongeveer 3300 onderwijzers (of onderwijzeressen) voor onze Chr Scholen. En er zullen kunnen klaar komen hoogstens omtrent 2100Dat is dus niet een surplus, maar een tekort van maar eens eventjes 1200 Nu moet gerekend worden met demogelijk heid, dat helaas sommige ouders hun kinderen laten opleiden aan Openbare inrichtingen. Maar ook dat kan het tekort toch op geen vamen na opheffen. Ja, meer nog Bö de berekening is geen rekening gehouden met de mogelijkheid, dat we ondertusschen de nieuwe schoolwet krijgen, waardoor het aantal scholen en vooral het aantal leerlingen buiten gewoon zal stijgen en dus de behoefte aan onderwijzers aanzienlijk grooter zal worden is er geen rekening gehouden met het feit, dat er bij de mobilisatie naar alle waarschijn lijkheid vele onderwijzers die in militairen dienst bij de administratie hebben gediend, later liever op kantoren een plaats zoeken is er niet gerekend met den aftrek van het aantal kweekelingen wegens overlijden is er niet gerekend met de vr^j groote zekerheid, dat er onder de kweekelingen zijn, die niet na een vierjarige opleiding voor het examen slagen. 't Is dus zoo gunstig mogelijk, ja veel te gunstig voorgesteld. Want als er van de 2096 kweekelingen op de richtingen ingeschreven 60 a 70 pCt. de school bereiken, is het blijkens een jaren lange ervaring heel mooi. En hier is nota bene gerekend op de volle 100 pCt. Was er dus reden voor den raad aan de ouders, met het oog op het surplus, om hun kinderen toch niet voor het onderwijs te be stemmen NeeD, omgekeerd, die raad is roekeloes en onverantwoordelijk te noemen. Het is juist de ernstige roeping van de school besturen en van alle belangstellenden in de School met den Bijbel, middelen te beramen om in het komende tekort aan onderwijskrach ten voor onze EGholen zoo spoedig mogelijk te voorzien. Er dreigt eön ernstig gevaar Ouders, geeft uw zonen en dochteren Vóer het Chr. Onderwijs Onze Chr. Scholen en met haar onze Chr. onderwijzers hebben onder Gods zegen een goede toekomst te wachten. Trachten we dan samen met alle kracht en biddend af te wenden het gevaar dat ons Chr. onderwijs door een tekort aan personeel bedreigt (Leidsch Kerkblad.) K«rk- ga ftelioolnlenw*. BEROEPEN te Pijnacker W. Faber te Schipluiden te O. en N. BildtdijkH. Brinkman te Gla- nerbrug te Herwijnen W. Weener te Vianen te den Ham G. H. Dijkstra te Lisessens te IJmuiden J. F. v. Hulstefln te Middelstum. BEDANKT voor Reitsum J. Voerman te Warns voor RottevalleJ. Tonkens te Lutjegast voor Giesen-Oudekerk en Giesen-Nieuwkerk W. L. Korfker te Goënga en Sybrandaburen voor Lutten a.d. Dedemsvaart en voor Gene- muiden J. W. Esselink te Aalteveer (Hoo- geveeD). De Geref. Zondagsschoolver. „Jachin" hield haar jaarvergadering te Rotter-dainr; ds. K. van Anken van Pernis sprak in de gebeds ure over Luc. 18 1516. De heer G. A. de Vries, voorheen evan gelist o. a. van de classe Zierikzee, heeft zijn lidmaatschap eener Geref. Kerk opgelegd. Op de tweede Friesche Ouderlingen con ferentie, D. V. 19 Sept. te Lseuwiwden te houden, hopen te spreken ds. J. H. Binnema van Arum over „Onze opzieners en het cate chetisch onderwijs" en ds. A de Geus van Lemmer over „B-hoort het ziekenbezoek ook tot de taak der ouderlingen?" Wij zijn ja- loersch op Friesland; kunnen onze Zeeuwsche ouderlingen ook niet zulk een conferentie or- ganiseeren Het ouderlingen-ambt neemt groo- telijks in beteekenis toe vanwege de vele vaca turen en uit oorzaak van den toenemenden afval onzer jeugd. Een conferentie kan zeer nuttig werken tot verheldering van het inzicht in vele kwesties. De toren der Geref. Kerk te Terneuzen loopt gevaar bij stormweer te vallen. Of het diDg niet goed gebouwd is? De toren wordt weer afgebroken en, wegens de hooge kosten van f 17.000, voorloopig niet opgebouwd. De emer. pred. ds. D. Felix van Roden, woonachtig te Amersfoort, herdacht zijn 25- jarig ambtsjubileum met 1 Cor. 1 31. De heer J. J. Bouwman, cand. te Uit huizen deed met gunstig gevolg praeparatoir examen voor de classe Warffum. Na in het morgenuur tot zijn dienstwerk te z\jn ingeleid door ds. A. Schippers, van Sliedrecht, met een predicatie over 2 Thim. 4:1 en 2, een prediking waarin de roeping van dienaar en gemeente, ook naar de eigen aardige nooden van onzen tijd, op kernachtige wijze werd aangetoond, deed ds- C. J. de Kruijter Zondag i dezer te Alblasserdam zijn intrede. Tot tekst voor deze ure had Z.Eerw. gokozen 1 Cor. 41, aan de hand waarvan hü ons ontwikkelde de rechte beschouwing van den Dienaar des Woords, en wel, als dienaar van Christus en als uitdeeler der verborgenheden Gods. Na prediking en gebruikelijke toespraken richtte Br. A. Pjjl een woord van welkom tot den nieuwen leeraar en zong de gemeente hem toe Ps. 1344. Namens de classis sprak ds. Visscher, van Nieuw-Lekkerland, zijn inge nomenheid met de komst van ds. De Kruijter uit en werd gezongen Ps. 20 1. Beide diensten was de belangstelling groot. Na des morgens bevestigd te zijn door ds. G. W. Akkerhuis, van Sleeu wijk, consulent, met een predicatie over 1 Thess. 5:1215 deed Zondag j.l. ds. A. Andree, gekomen van Schoonhoven, zijn intrede bij de Geref. Kerk te Werkendam A sprekende naar aanleiding van 2 Cor. 4:1, wijzende op de bediening des Evangelies: lo. Welke zij is, of waarin zij bestaat; 2o. Waartoe gegeven 3o. Wat zij vraagt. Zondagavond heeft ds. M. Metering in de Geref. Kerk te Wildervank afscheid ge preekt naar aanleiding van Hand. 20 32. Na de predikatie werd gesproken door den loco- praeses van den Kerkeraaddoor ds. Heida, van Stadskanaal, namens zijn kerk en de clas sis Stadskanaal door ds. Hagen namens de kerk van N Pekela, de vorige gemeente van den thans naar Delfzjjl vertrekkenden predi kant. Het ruime kerkgebouw was stampvol. Zondag 4 Aug. was het een blijde dag voor de Geref. Kerk te Stad a.h. Haringvliet. Na een vacature van ruim anderhalf jaar mocht zij weer een eigen herder en leeraar in ds. J. Vesseur aanschouwen, overgekomen van Ouderkerk a.d IJsel. De bevestiging had des morgens plaats door zijn zwager, ds. K. J. Kapteijn, van Giessendam, naar aanleiding van Ezech. 33 7. 's Avonds verbond ds Vesseur zich aan zijne gemeente naar aanleiding van Zach. 4 6, laatste gedeelte. Oificië«i« Berichten. De kerkeraad der Geref. kerk te Middelburg roept de kerken der c'assis Middelburg op in buitengewone vergadering D.V. Woensdag 11 September a.s., des voorm. 10 nar in de Gast- huiskerk, te houden voor het peremptoir exa men van den Eerw Heer D. H. Th. VollenhoveD, beroepen predikant te Oostkapelle. Namens den kerkeraad voornoemd, J. D. Wielenga, praeses. Middelburg, 8 Aug. 1918 Halpdlen8t Serooskerke gedurende de maand September. 1 Sept. Ds. Kerkhof. 8 Runia. 15 Veen. 22 de Jager. 29 Bouma. Namens de classis Middelburg, K. Veen. Meliskerke, 5 Aug. 1918. Kondekerke. Ds. A. C. Hejj van Tienhoven heeft het beroep tot predikant dezer kerk aan genomen. De elfde roeping heeft tot het beoogde doel geleid. Gebiede de Koning der kerk er Zfc'n zegen over en make Hij Zijns dienstknechts weg voorspoedig om tot ons te komen. Zijn Naam ter eer. Zijn kerk die Hij zich hier vergadert tot heil Namens den Raad der Geref. kerk, J. Maas, Scriba. P. S. Door verzuim eerst heden ingezonden. Middelburg. Onzen hartelijken dank voor f 1. van N. N.voor 100 opgespaarde halfjes van mej. L. en voor f 7.52 uit de catechisatiebus der Noorderkerk. De Zendingscommissie, S. Verlare, Penningmeester. Vlissingen, 7 Aug. 1918. Met dank wordt mij melding gemaakt dat in de collecte gevonden is een bedrag ad f 2.50 met het opschrift „Uit dankbaarheid voor de Kerk". G. J. Fros, Scriba. Ontvangen collecten van de Gereformeerde Kerken in de Classe Middelburg voor de The ologische Faculteit aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Arnemuiden f 13.31 Va Dom burg f9.90Vs; Gapinge f5.95Vi; Grijpskerke f 24.75 Koudekerke f 19 18St Laurens f 5.50 Meliskerke f 12.91M d lelburg f 69.37V2 Oost kapelle f 17.15 Serooskerke f 24.36Vs Souburg (Oost en West) f 14.43; Veare f 16.69; Vlis singen f 15.201/» Vrouwepolder f 6 77 West kapel le f2.24. Hartelijk dank broeders, voor de spoedige bezorging Laten wy zóó voortgaan. De Correspondent voor de Classicale collecten, A. Punt. Middelburg, 8 Aug. 1918. Diaconaal Correspondentieblad voor de Geref. Kerken in Nederland 16de jaargang. Afl. 7, Juli 1918. Kampen J. H. Kok. Dr. D(jk van 's Gravenhage eindigt iu dit nummer met een 8ste artikel zijn zeer belang rijke studie: „De invloed der Reformatieop de Armenzorg in óns Vaderland." Zij, die geregeld deze artikelen volgden, en misschien loLuogers waren op den goeden ouden tijd, zijn wel tot de conclusie gekomeü, dat we op diaconaal gebied athans spreken mogen van een beteren nieuwen tijd. Dr. de Moor behandelt een lastig geval (Haagsche Pos op diaconaal gebied. Voorts behandelt Mr. van Maare nog eens tegenover „Patria" iu de Oranjeklok de kwestie der Over heidsbemoeiing Dit maandschrift wordt op nette wijze uit gegeven en houdt onze diakenen voortdurend op de hoogte van wat voor haar belangrijk kan z\jn. Is elke diaconie in ons gewest reeds ge abonneerd op dit blad John. Hocking liet Zwaard Gods. Een verhaal uit den tijd van Luther. Uit het Engelsch vertaald door H. KuijperStorm van Leeuwen, Kam pen J. H. Kok 1918. Een spannend verhaal. De held van het boek, Brian Hamilton, wordt door den Engelschen Koning met een zending naar Duitschland belast, om van daar te halen zekere Lady Elfrida die de Koning aan een adelijk Eogelsehman wil huwelijken. Brian zelf vertelt zijn historie. Hij geraakt in Duitschland eerst onder adeljjken in allerlei avontuurlijke verwikkelingen, komt ten slotte in aanraking met den grooten her vormer dr. M. Luther, wordt aanhanger van diens geloof, en is in diens onmiddellijke omge ving tegenwoordig bij de machtige feiten van het verbranden van den pauseljjken bul en Luthers verdediging op den Rijksdag te Worms. Dui delijk wordt geteekend welken invloed destijds Luthers optreden had op de bevolking in Duitsch land. Het romantische in dit verhaal zit in de moeielijkheden, welke Brian Hamilton by de vervulling van zijn taak ondervindt. De voor een ander bestemde Elfrida won de liefde van zijn hart, zoodat hij 'fc doel van zijn tocht schier uit 't oog verloor. Omgekeerd wil Elfrida geon ander toebehooren dan den man, die haar een en andermaal met gevaar van eigen leven redde. Saam in Engeland teruggekeerd, werden zij met 's Konings goedvinden in 't huwelijk ver bonden. De titel beduidt dat Luthers strijd gevoerd werd met het Woord Gods als zwaard. Ook dit boek behoort tot de goede ontspan ningslectuur. Hier en daar verraadt een scherpe uitdrukking van den Engelschen schrijver aan 't adres van Duitsche onderdanen, in welken tijd dit rommannefje werd geschreven. Vijf jaar geleden stond zoo iets niet in Engelsche leetuur. Ds. H. C. van den Brink. Het Leger des Hells. No. 9 van de Christ. Brochurenreeks „Ons Arsenaal Zutfen. J. B. y. d Brink en Co. Naar aanleiding van eens ontmoeting in de eerste pastorie hoort ds. v. d B. aan dat de leer van den vrijen wil en onverschilligheid voor I de kerk twee der voornaamste gebreken >ijn B van het Heilsleger Hij teekent het ontstaan van het Leger door het optreden van William Bootk, geeft een statistiek, zoowel internationaal als van Nederland ofzonderlijk, wijst op de credit zijde van het Legerzijn maatschappelijke en zedelijke arbeid. Erkend wordt, dat het optreden van het Leger des Qeils een aanklacht is tegen de Kerk, omdat zij de groote massa harer doop leden schromelijk had verwaarloosd. Van het groot aantal bekeerlingen moet van de meeiten gelden gewogen, maar te licht bevonden. Doch de Heere kan wel met een krommen stok een rechten slag slaan. Op drie gronddwalingen wordt gewezen le het beslist anti-kerkelijk karakter, 2e de wijze, waarop de menschen bewerkt worden tot bekeering, 3e de leer van het Leger in 11 artikelen vervat, die nader besproken worden. Aan dit laatste gedeelte, de bespreking der leer, wordt de helft der brochure gewijd. Duidelijk blijkt daar, hoe oppervlakkig de opvattingen van het Heilsleger zqd, het drong niet door tot diepe Schriftkennis. Omtrent de verdorvenheid des menschen is het de dwaling van Pelagius toegedaan. Omtrent de verlossing denkt het als de Vermittlungstheologen in Duitschland. De formuleering van de leer der waarheid is weinig belijnd, dikwijls onjuist. In de heiligmakiog ziet het een volkomen ver lossing van de zonde. Sterk gekant is 't tegen de leer der uitverkiezing, en leert een afval der heiligen. Hulde wordt gebracht aan den ijver en ds toewijding der Heilslegermannen en vrouwen. Hun militaire organisatie is evenwel in strijd met Gods Woord onze wapenrusting zij geestelijk. Dankbaar wordt erkend het goede op sociaal en ethisch terrein tot stand gebracht. Daar het Leger nog vasthoudt aan enkele hoofdwaarheden van het Christendom, bereikt 't ook op religieus gebied nog iets goeds, al is 't ook weinig. De verschijning van 't Heilsleger roept de Kerk toe haar Evangeli- satiearbeid niet te verzuimen maar krachtig ter hand te nemen. Deze heldergeschreven brochure geeft metter daad in kort bestek een goeden kijk op 't Heilsleger. Christendom en Maatschappij Jaargang X. Nummer 4. Mr P. A. Dibpsn- horst. Het Coiiectlef Arbeidscontract. 2e Herziene druk. Utrecht. G. J. A. Rüys 1918. Een duidelijk geschreven brochure over dit onderwerp. Bijgewerkt tot op den laatsten tijd. Hetgeen op den wettelijken uitbouw betrekking heeft, zal nog in eene afzonderlijke verhande ling worden saamgevat. Menigerlei Genade Achtste Jaargang. No 2-12. Kampen J. H. Kok 1918. No 2 en 3 leveren Pinksterstoffen van ds. Datema en ds. Kok. No 4, van ds. C. J. Wielenga, handelt over 1 Cor 10:1, 2, In Mozes gedoopt. No 5 ia een Bidstondpreek van ds. Ferwerda over „Gods weg met Naomi". No 6 „Baruch" over Jeremia 45 van dr. B. Wielenga teekent ons eeD zielkundig procte van ontmoediging, verootmoediging en be moediging. No 7 geeft de intreepredicatie van ds. Brussaard in Bloemendaal. No 8 „God zien" over Gen. 16:13, 14 van dr. de Moor. No 9 over Zefaüja 2:13 van ds. Wielenga van Middelburg. No 10 over Hand. 4:812 van ds. C. Lindeboom. No 11 over de onver geeflijke zonde, Matth. 12:31 en 32, door ds. Fernhout van Amsterdam. No 12 van prof. Bouwman te Kampen, over Psalm 25l3. Op de ljjst van medewerkers voor de volgende maanden komen enkele namen voor van pre dikanten, die tevoren nog geea bijdragen lever den Dit jaar zullen vele gelegenheidspredicaties worden opgenomen. Zoo o.a. 10 November een predicatie ter herdenking van de Dordtsche Synode door dr. H. Kaojan van Rotterdam, die eene dissertatie leverde over de Pro-Acta. De uitgever en redactie komen daardoor zoo veel mogelijk tegemoet aan de begeerte van vacante kerken. De Macedon ör. Afl. 8. Augustus 1918. Ds. Dijkstra van Diever verhaalt verder van de zendinffsactia der Christel. Geref. Kerk tusschen 18731892, en teskent nu den arbeid der zendelingen E. Haan, A. Telfos, D. Huisin gen en A Bolwyn. Ds. Wielenga zet Soemba's historie voort, en nadert nu aan het jaar 1906. Het overige van deze aflevering biedt beel den uit de Camera van H. D. Stemmen des HJds. Afl. 10. Aug. 1918. Utrecht, G. J. A. Ruus. Het eerste artikel van Jhr. Mr. O. K. van Swinderen over „het groot gewicht van de Sinaïtische Wetgeving, met name voor den tegenwoordigen tfld" is vrij onbeduidend, levert wat le hooi en te gras saamgeraapte ideëeD, biedt geen vaste lijn, heeft het nog al eens tegen „oppervlakkigheid" van anderen en gaat zelf daaraan niet weinig mank, neemt de „Tien Geboden" op alsof het een tijdschrift voor heidenen ware, die ze nog nooit hoorden, stelt den regel van Matth. 22 als een N. T. gebod tegenover de O. T. Wet, terwijl die woorden van Christus toch juist aan 't O. T. ontleend zijü, enz. Een goed artikel van K. ten Bruggencate handelt over „de werking der verbeeldingskracht" by Shakespeare, en toont die aan a. in diens geestesvorsehijniogen, b. in de handelingen der dramatis personae. Dr. E. L. Smit levert het eerste deel van eene ver handeling over „de oud-christelijke opschriften en hunne godsdienstige beteekenis.' O. Ruysch zet zjjn novelle voort, getiteld: „Gevonden". Baarbé bespreekt in zijn Buitenlandsche Kroniek „de Entente en Oostenrijks binnen - landsohe strijd", een zeer belangrijk en duidelijk geschrevt-n artikel. Kirkhof.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1918 | | pagina 3