Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland
32e Jaargang.
Vrijdag 9 Augustus 1918
No. 32
DIT HET WOORD,
Redacteuren Ds. L. BOIJMA te Middelburg en Ds. Q. F. KERKHOF te Oost-Souburg.
Vaste ledewerkersD.D. R. J. v. d. VEEI, J. D. HVIELEN6A, B. MEIJER, F. J. v. d. EBDE, A. A. v. SCHELVEN, H. P. M. G. OE WALLE in F. W. J. WOLF.
PERSVEREEN1G1NG ZEEUWSCHE KERKBODE.
Adres van de Administratie
Firma LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg,
WIE KAN BESTAAN
Twee ontzettende teekenen gaan volgens
Johannes' visioen aan het naderende wereld
gericht voorafle eene geweldige schud
ding van heel de Schepping, en 2e de
angst, die verwekt wordt bij hen, die
's Heeren Woord hebben verworpen.
Vreemde natuurverschijnselen worden
dan aanschouwd. Het aardoppervlak on
dergaat een schrikbarende beroering. Ge
durig komen plaatselijke bevingen van den
aardbodem voor. In de laatste vier jaren
werden door de geologen een groot aantal
opmerkenswaardige bevingen gemeld,meest
ten gevolge van ineenzakking van de aard
kost. 't Is voorspel van de débacle, dat
aan het einde der eeuwen te wachten
staat. En dat is die aarde, waarop de
wereldsche mensch zich zoo op zijn gemak
gevoelt en waarop hij zijn vertrouwen
stelt. Het fundament onzer woonsteden
begint te waggelen en te wankelen. De
gedurig voorkomende aardbevingen mogen
den ijdelen mensch wel eens doen beden
ken, dat hier geen blijvende woonplaats
voor ons is. Heele steden, die onderstboven
geworpen werden, toonden wat schrik
komen zal, als aan den tijd een einde
wordt gemaakt. Spellen die bodeminzak
kingen ons niet, dat 't Schriftwoord waar
heid bevat, dat eens een groote aardbeving
zal komen En kunnen ze ons niet be
wegen met ons zondeleven te breken, eer
het te laat is?
Ook de sterrenhemel zal dan een ge
weldige verandering ondergaan De zon
wordt zwart als een haren zak, des Oos-
terlings rouwkleed ze is als een uitge-
bluschte lamp. De maan vertoont geen
zilverglans, maar een bij de aardbewoners
angstverwekkenden bloedkleurigen gloed,
voorteeken van naderende ellende. De
sterren, losgeraakt uit hare banen, omdat
de zon haar aantrekkende kracht verliest,
vallen naar beneden, gelijk ooft van de
boomen die door een stormwind geteisterd
worden. Gods oordeel is als een orkaan,
die ze afschudt en neerwerpt. En het
firmament, in de Schrift wel vergeleken
bij een door God over de aarde uitge
spreide tentdoek, wordt saamgerold. Alle
vastigheden der aarde (bergen en rotsen)
bezwijken, 't Is een ordeverstoring in
't gansche heelal. De kosmos, de schoone
harmonische Schepping, wordt weer een
chaos, een ongeordende massa evenals
weleer, vóór de hand des Almachtigen
haar toebereidde.
't Is niet gezegd, dat dit alles binnen
een etmaal zal gebeurenveeleer is te
denken, dat deze verschrikkingen maanden
en jaren zullen duren. Elke nieuwe dag
brengt dan nieuwe ontzetting over de
stofbewoners. Totdat op een onverwacht
oogenblik het teeken van den Zoon des
menschen gezien zal worden in den hemel.
De tegenwoordige aardkundige en ster
renkundige wetenschap neigt ook tot de
veronderstelling, dat allengs de kracht der
hemellichamen mindert, botsingen tusschen
de hemelbollen zullen voorkomen, en
daarbij een rose vuurgloed op de men
schen een benauwenden indruk maken
zalen ook dat de kracht van den bodem,
waarop wij leven, afneemt en de indeu
kingen van de aardkorst al sneller en
heviger elkaar zullen opvolgen. Het is
volgens die mannen van wetenschap niet
twijfelachtig, wat na verloop van tijd, èa
onze aarde èn ons zonnestelsel te wachten
staat. Desondanks vermogen de natuur
verschijnselen welke telkens plaatsgrijpen
nog niet de materialistische wereldlingen
te bewegen tot het geloof in Gods Woord,
dat zulke machtige teekenen voorspelt als
voorafgaande aan Christus' komst ten
gerichte.
Maakt toch niet uw steunpunt van de
zichtbare dingen 1
Alwat vast schijnt te staan, stort straks
ineen. Ook het firmament zal ineenkraken
en neerstorten. Daarom heft uwe harten
op boven de aarde, boven lucht en wolken
tot den troon Gods, die nimmer wankelen
zal. In de wereld der onzienlijke dingen
alleen kunt ge uw anker werpen in hechten
grond. Bedenkt de dingen die boven zijn,
waar het Lam Gods gezeten is aan 's
Vaders Rechterhand.
Hevige angst zal eenmaal den wereld
lingen om het hart slaan, als zij merken
dat de zichtbare dingen wankelen en de
dag des gerichts nadert. Johannes zag ze
ih zijn visioen verbijsterd vluchten, als om
hun veege lijf ergens in een aard hol te
versteken voor 't alziend oog des al weten
den Rechters, van Christus tegen wiens
Evangelie en Koningschap zij zich verzet
hadden.
't Was nu met hun aardsche grootheid
gedaan Zonder standsverschil waren allen
in denzelfden nood en zochten in over
haaste vlucht hun heil.
Koningendie anders voor nie
mand vreesden en gewoon waren gevreesd
te worden ;grootenhoogwaardig
heidsbekleders, die door hun medebur
gers vereerd en benijd werden r ij k e n
die trotsch op hun kapitaal in de wereld
een gewichtige rol speelden oversten
over duizendmilitaire gezag
hebbers, die zich anders om God noch
menschen bekreunden en meenden met
vloeken te moeten regeeren en mach
tigen.... mannen van geweld, van brute
kracht, die 't recht van den sterkste
huldigden ,en alwat klein en zwak was
verpletterden alle dienstknechten en alle
vrijen, zonder onderscheid, kropen uit
angst in aardspleten alsof ze veilige schuil
plaatsen boden, en riepen in radelooze
angst voor de komst van den rechtvaar
digen Rechter»Bergen, valt op ons 1"
Hun consciëntie sprak luide, dat zij op de
hun aangeboden genade geen acht gesla
gen hadden, en daarom in die ure des
gerichts geen vrijspraak te wachten had
den, maar een doemvonnis. Totale wanhoop
en vertwijfeling bij al de grooten der aarde,
bij alle man en vrouw, die op het vleeich
en de stof hun betrouwen gesteld hebben,
spreekt uit die schrille conscientiekreet
»Wie kan bestaan?"
Jezus profiteerde ook: »Dan zullen alle
de geslachten der aarde weenen."
Aan de gramschap Gods kunnen zij niet
meer ontvlieden, die op het vleesch hun
betrouwen zettendie staatslieden en
geldkoningen, die aanzienlijken en hoog
geleerden, die invloedrijken en ook die
welgestelde burgers en arme proletariërs,
die Christus' Evangelie verwierpen. Weg
is hun rustig leven. Siddering kruipt door
hun lichaam. Angstzweet staat op hun
hoofd. Ondanks alle ijdele pogingen om
zich te beveiligen vallen ze midden in het
gericht. Hun laatste angstkreet is: »Wie
zal bestaan?"
Die gerichtsure was door hen geloo
chend, bespot, verre gesteld.
Maar nu huns ondanks en tegen hun
wil in, moeten ze erkennen, dat de wereld-
klok, de laatste ure aanwijst, en dat het
Lam Gods ten oordeel verschijnt over alle
levenden en dooden.
Lezer of lezeres 1 zoudt gij op dien dag
ook tot zulk een wanhoopsbelijdenis moeten
vervallen Zou u de wereldcrissis ook zóó
kunnen verrassen, dat gij verschrikt u
tracht te verbergen voor den troon des
Lams Zoudt gij ook in een aardhol weg
kruipen om Jezus niet in de oogen te
behoeven te zien Zou een kloppende
consciëntie ook spreken Voor mij geen
vrijspraak, geen genadeZoudt gij éen
vonnis verwachten»Wèg met dezen in
de buitenste duisternis?"
OfIs Christus, die wederkomt, uw
Verlosser, maar wiens verlossende komst
gij geloovig reikhalzend uitziet
Wie kan bestaan in die ure
Alleen wie nu Christus tevoet valt
als schuldig zondaar om door Hem be
houden te worden. Alleen wie vrede zoekt
in Golgotha's zoenbloed. Alleen wie Gods
genade met geloovig hart heden aan
neemt, en als vrucht daarvan geloofsge
hoorzaamheid in heel zijn levenswandel
betoont. Die alleen kan bestaan in dien
aangrijpenden gerichtsdag, en wordt ook
niet verschrikt bij de crisis der wereld,
welke nadert.
Kust den Zoon, opdat Hij niet toorne,
en gij op den weg vergaat, wanneer Zijn
toorn maar een weinig zou ontbranden.
Welgelukzalig zijn allen, die op Hem
betrouwen. Kerkhof.
ZENDING.
Abonnementsprijsper kwartaal bij vooruitbetaling 50 cent.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
Advertentieprijs10 cent per regel bij jaarabonnement van
minstens 500 regels belangrijke reductie.
UITGA YB TAN DE
Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot
u i t e r 1 ij k Vrijdagmorgen te zenden aan de Drukkers
LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg.
En ik zag, toen het het zesde zegel
geopend had, en ziet er werd eene
groote aardbevingen de zon werd
zwart als een haren zak en de maan
werd als bloed. En de sterren deS
hemels vielen op de aarde, gelijk een
vijgeboom zijne onrijpe vijgen afwerpt,
als hij van een grooten wind geschud
wordt. En de hemel is weggewelcen,
als een boek dat toegerold wordten
alle bergen en eilanden zijn bewogen
uit hunne plaatsen.
En de"'koningen der aarde, en de
grooten, en de rijken, en de oversten
over duizend, en de machtigen en alle
dienstknechten en alle vrijen verberg-
den zichzelven in de spelonken en in
de steenrotsen der bergen, en zeiden
tot de bergen en tot de steenrotsen
Valt op ons, en verbergt ons van het
aangezicht Desgenen, die op den troon
zit, en van den toorn des Lams.
Want de groote dag Zijns toorns is
-gekomen, en wie kan bestaan
Openbaring 6 12—17.
Magelang, Februari 1918.
Amice,
De vorige maal beloofde ik U iets van onzen
Europeeschen kriDg te zullen vertellen, wat
voornamelijk zal neerkomen op eenige mede-
deelingen over den Evangelisatiearbeid onder
de Europeanen.
We hebben hier ook een kring van Gere
formeerden, die iederen Zondagavond samen
komt in het huis van den heer Siemons, hoofd
der Holl. Chin. School en waarin ik geregeld
voorga in den dienst des Woords.
Over den arbeid onder hen, huisbezoek en
catechisatie heb ik niets te vertellen; dat is
een leven, dat gij u wel kunt voorstellen dat
gaat in alles als bij u. Maar minder goed zult
ge u kunnen voorstellen hoe het toegaat met
den Evangelisatiearbeid.
De Donderdagavond is bestemd voor bezoek-
avond onder Europeanen, op welke tochten ik
trouw vergezeld wordt door br. Lok, een der
onderwijzers aan onze Holl. Chin. School. Onze
bezoeken zijn beperkt tot die Europeanen in
Magelang, die iedere week de Yredesbode
(de Indische Kandelaar) ontvangenen de
menschen, aan wie we geregeld een Vredes-
bode toezenden, behooren voor het grootste
deel tot de Indo-bevolking. De z. g. ras-echte
Europeanen zijn voor den invloed van het
Evangelie minder toegankelijk bovendien ver-
eiscbt de arbeid onder hen, die meestal goede
posities innemen en menschen van ontwikke
ling z\jn, een andere methode. Onze Yredes
bode is een blad, dat voor die kringen minder
geschikt is, en zoo beperken we ons, in den
Evangelisatiearbeid tot die groep van men
schen, die het meest toegankelijk zijn, d. z.
de Indo's.
Zooals ge weet verstaan we onder Indo's,
de Europeanen, die hier geboren worden uit
een inlandsche moeder en een Europeaan tot
vader hebben, of menschen van gemengd
bloed. Onder die Indo's bestaat groot onder
scheid. Er zijn er, die echt de zelfkant van
het Europeesche leven uitmaken, kinderen van
soldaten en inlandsehe vrouwen die ook onder
de Javanen slecht staan aangeschreven. Dezul
ken zijn meer Inlander dan Europeaan, ze
voelen en denken als de Javaan, spreken het
Maleisch en het Javaansch makkelijker dan het
Hollandsch en lijden in d-n regel een armoe
dig bestaan. Ontbloot van alle energie is er
in de Europeesche wereld schier voor hen geen
plaats, ze missen de kracht, die in den strijd
om 't bestaan noodig is, terwijl ze toch door
hun Europeesche bloed niet tot de Inlanders
gerekend willen worden.
Maar er is ook een andere rubriek van
Indo's, van mannen, die er kunnen zijn, die
een goede opleiding genoten hebben en het
brengen tot de hoogste posities, die hier te
bekleeden zijn. En tusschen deze twee uiter
sten vindt ge de Indo's op alle trappen van
ontwikkeling, doch allen ook met iets in hun
karakter en optreden, dat telkens aan de In
landsche wereld herinnert. Het rustige leven
op een kantoor, dat niet veel moeite brengt,
is bijzonder door hen begeerd. Het moeilijke,
het veel inspanning vereischende lokt hen niet
of dit nu alleen het gevolg is van het feit,
dat ze ook Inlandsch bloed in hun aderen
hebben, dan wel (of ook) van de drukkende
gedachte, dat heel hun oorsprong aan het
zonde-leven der Europeanen toe te schrijven
is, kan ik niet uitmaken, maar wel is het, dat
de Indo over 't algemeen een zich ongelukkig
voelend deel van de Indische bevolking is.
Tegenover Europeanen zijn ze achterdochtig,
wantrouwend, hebben ze een gevoel van min
derheid, durven ze zich niet te laten gelden
't is net of ze altijd een kwellende gedachte
bij zich omdragen, die ze maar niet kunnen
verliezen, een gedaehte, die hen drukt, die
allen vooruitgang tegenhoudt, die elke krachts
ontplooiing fnuikt. Ze voelen zich gebonden,
maar juist daarom is het zoo noodig, dat aan
hen het Evangelie wordt verkondigd. Het
Evangelie zal hen vrijmaken wie zich door
God aangenomen weet, verliest Zijn menschen-
vrees, en brengt het juiste besef van eigen
waarde. Wie God vindt, vindt ook de plaats
waar hij staan kan, en voelt zich verlost van
's menschen overlast. De ingang in die kringen
is vrij gemakkelijkop een enkele uitzonde
ring na wordt ge goed en beleefd ontvangen
en tot hiertoe was het zoo, dat velen, die wij