FEUILLETON.
Evangelisatie en Colportage
te Magelang.
„In de Prins van Oranje".
Prins Willem en het Calvinisme.
zitten en de bedreiging, „bet zal zijn, dat zij
geen dageraad hebbeD," i» geen jjdele klank,
doch heeft een vreeseljjke uitwerking. Dit blijkt
overvloedig duidelijk in de verwarring, waarin
we gekomen zijn en in de stroomen van leed,
welke over de volken uitgestort werden.
Om deze reden zien we niet allereerst naar
de programma's van actie om na te gaan, welke
der partijen ons het meest beloven, maar we
vragen welke staatkundige partij ons belijdt,
dat God alleen he recht tot h^erschen heeft, eo
dat Koningen en onderdanen verplicht zijn om
Zjjn geopeubaarden wil te eerbiedigen. En
moeielijk is het niet om dit uit te maken, want
in dit opzicht geeft de antirevolutionaire partij
geen onzeker geluid. Zij verklaart, dat zij steunt
op Gods Woord en dat zij de leiding Gods in
onze historie volgen wil. Tegen elke verzaking
van deze belijdenis wil zij haar woord doen
uitgaan en daarom zullen we ook nu haar
steunen.
Zij maakt ons dit bovendien gemakkelijk,
omdat zij voor het recht inzake het onderwijs en de
sociale wetgeving den strijd wil voorzetten en
het verleden heeft ons geleerd, dat zij inderdaaad
tot dusver pal gestaan heeft voor deze rechten.
We zullen dan ook met volle vrijmoedigheid
onze stem uitbrengen en het stipje zwart maken
voor den naam van den oud-minister
91 r. 1DE9BIRG.
Vrjjdag werd in een zaal van het Hotel in
Goes, dat boven genoemden naam draagt, de
14e jaarvergadering van de vereeniging „Vrede
rust" gehouden.
Onze vronwea
Ja, er waren enkelen, maar er hadden veel
meer kunnen zjjn. Zullen we nu beginnen met
de afwezigen te berispen? We zullen dit niet
doen. Het is altijd als een deugd beschouwd,
dat onze vrouwen goed acht op haar huishou
ding geven, en we hopen van harte, dat er
nooit klachten in dit opzicht over haar rijzen.
Daarom kunnen we ons voorstellen, dat menig
een er tegen opziet om reeds des voormiddogs
haar woning te verlaten en naar een vergade
ring te gaan. Dit is reeds in gewone tjjden
zoo, maar hoeveel te meer in deze tijden,
waarin een dubbele moeite gevraagd wordt
van onze huisvrouwen om voor behoorlijke voe
ding en kleeding voor al de leden van het
gezin te zorgen. We zijn er dankbaar voor,
dat zij, die deze moeilijke taak voor hun reke
ning hebbeD, met zoo groote toewijding zich
daaraan geven. Maar het zij mij vergund om
even te zeggen, dat verandering noodig is.
Het is meermalen gebleken, dat onze vrouwen
en dochters belang stellen in den arbeid der
barmhartigheid, welke op „Vrederust" verricht
wordt. Wanneer in den winter de een of an
dere spreker optreedt om deze belangen te
bepleiten, komen de vrouwen wel zoo trouw
op als de mannen. Waaraan ligt het dan, dat
zij op een jaarvergadering zoo klein in aantal
zijn? Wie het beter weet dan ik mag het ge
rust eens zeggen, maar ik geloof, dat het ge
weten moet worden aan een oude gowoonte
n.l. dat de vrouwen in ons gewest steeds weg
blijven van dergelijke samenkomsten in de
meening, dat zij er eigenlijk niet behooren.
Als dit juist is dan zou ik toch willen, dat
zij met die gewoonte braken, want het komt
mij voor, dat als zij dit dedei-, het een groote
BtHuu zou bieden aan het werk op „Vrederust".
Voor dezen arbeid is noodig, <>at allen op de
hoogte zijn met wat er gebeurt en daartoe is
zulk een vergadering uitnemend geschikt. Ik
weet wel, dat het niet zoo gemakkelijk gaan
zal om dit doel te bereiken, maar het moet
toch eens gelukken.
In den Bidstond.
„Doe u zelf geen kwaad, want wij zijn allen
hier", dit woord gaf ds. Goeverneur van Zis-
rikzee gelegenheid om ons een historische toe
lichting en een practische aanwending ep het
levu ooz«r stichting te geven, welke van goede
vinding en zeldzamen tact getuigden. Het was
een toespraak, welke de vracht van een nauw
gezette overdenking van dit schriftwoord ons
aanbood. Vooral dat „wij zijn allen hier" deed
ons gevoelen, welk een bevrijdende kracht het
had in den mond van den Apostel. Het herin
nerde ons met nadruk, welke plaats en welk
een taak een christen behoort in te nemen en
ta volvoeren Hoe weinig zijn we ons vaak
daarvan bewust en daarom deed dit woord zoo
goed.
Nog talrijke voorbeelden zouden we kunnen
geven cok van personen, die na eenigen tijd
trouw ODze bijeenkomsten bezocht te hebben,
weer verdwenen. Twee der eerste bezoekers
zjjn eveneens gekomen tot openbare belijdenis.
En een er van leeft nabij God, zooals een klein
kind bij zijn moeder leeft.
Ook de Inlandsche gemeente ondervond er
den terugslag van. 't Huwelijk der bezoekers
onzer bijeenkomsten met Inl. vrouwen bracht
ook die vrouwen in aanraking met het Evan
gelie. En reeds zijn er toegebracht, die een
sieraad mogen genoemd worden der Inlandsshe
gemeente.
Doch genoeg van bepaalde personen. Laten
we nu eens wat vertellen van den arbeid in
't algemeen.
Getrouw werd eiken Vrijdagavond ten huize
van één der leden een bijeenkomst gehouden,
gewijd aan bijbelbespreking en godsdienstige
onderwerpen. Thans behandelen we 't Evan-
Ds. Groeneveld van Terneuzen heeft de reeds
gewekte stemming kunnen versterken aan de
hand van In al uwe benauwdhedeu was Hij
benauwd en de Engel Zijns aangezichts heeft
hen behouden. Roerend schoon was de teeke-
ning, welke Hij gaf van In al uw benauwd
heden was Hij benauwd en het drorig naar we
vertrouwen door tot aller bewustzijn, welkeen
innig meeleven, medevoelen en mededoogen er
in God is. B\j zulk een uitdrukking komt als
van zelf de vraag op: hoe kan dat, wijl erin
God toch geen zorg, kommer, aDgst en nood
zijn kan, welnu, op deze vraag kregen we zulk
een duidelijk antwoord, dat de meer eenvoud
dige het verstaan en dat den dieper denkende
bevredigen kon.
Daarna werden de nooden der Stichting
neergelegd aan den voeten van den medelijden
den Hoogepriester.
De Correspondenten.
Niet gaarne zou ik aanleiding geven, dat
iemand dacht, daar ik er niets van zeg, dat
de namiddag-vergadering niet belangrijk was.
Dat ik tr over zwijg, heeft een geheel andere
oorzaak. I der kan een nauwkeurig verslag
daarvan lezen en dat aan al de leden straks
ter hand gesteld wordt, en ik zou wel willen,
dat ieder het eens op z\jn gemak naging. Velen
leggen zoo licht een verslag ter zijde, denkende
dat is nu eenmaal geen aangename lectuur en
dit is verkeerd. Bij mij log ook eens een der
gelijk verslag, dat ik even ingekeken had.
Enkele weken jater zag ik, dat een onzer Bladen
er een kort overwicht aan gaf, 't welk me deed
zeggen maar is het zoo belangrijk, dan moet
ik het eens lezen en in mijn opgewekte ver
wachting werd ik niet teleurgesteld.
De lezing van den voorzitter, waarin een
uiteenzetting gegeven werd ©ver onze organi-
8atie en over de werking welke zij vraagt,
lokte enkele vragen en mededeelingen uit. De
nadruk werd er op gelegd, welke beteekenis
een correspondent kan hebben voor onze ver
eeniging en ik dacht, hoe goed zou het ge
weest zijn, indien eens al onze correspon
denten op de vergadering hadden kunnen zijn.
Daarom vestig ik de aandapht op het voor
beeld dat de Afdeeling van Zaamslag geeft.
Deze had wel mogelijk gemaakt dat haar cor
respondent van de oprichling af elk jaar de
vergadering had kunnen bijwonen. Daar moet
het geen. De mannen die gewillig voor dit
noodige werk tijd en kraphten geven moeten
de gelegenheid hebben elke jaarvergadering bij
te wonen, opdat zij steeds nieuwe aansporing
ontvangen met op den ingeslogen weg voort te
gaan.
Dat er niets te veel van gezegd werd, kan
ik uit eigen ervaring getuigen. Toen ik in
Terneuzen kwam, en hoorde, hoeveel er elk
jaar voor Veldwijk bijeengebracht werd, ver
wonderde ik mij. Maar nadat ik den corres
pondent had leeren kennen en de wijze waarop
hij zich van zjjn taak kweet, week mjju bevreem
ding Zulke mannen, die zich de moeite
getroosten, zijn veel waard voor het werk der
barmhartigheid.
De Secretaris.
De Secretaris ontbrak Nog niet eerder voor
gekomen. Krankte had hem verhinderd naar
Goes te gaan. De eenige heelmeester Israels
richte hem op. Voor ons allen een roepstem
om te blijven arbeiden, zoolang het God behaagt.
Zelfs aan de meest krachtige en vaardige hand
ontvalt eens het werk. De tijd is kort, en de
dag nadert, waarop tot ons gezegd zal worden
Geef rekenschap van Uw rentmeesterschap.
Een goede dag.
De Voorzitter kon met recht aan 't einde
van de vergadering getuigen dat het een goede
dag was geweest. God was over ons mild
geweest. Hij neme voortdurend „Vrederust"
met al hare belangen onder Zijn hoede en Hij
doe menige onrustige daar den vrede vinden
Bouma.
Ia de Standaard kwam voor een verslag van
een rede door prof. H. H. Kuyper gehouden
te Leiden voor de Maatschappij van Ned. Let
terkunde, over „Prim Willem, en het Ca7vinisme*
Om de belangrijkheid van het onderwerp, nemen
we dat verslag in ons blad over. Het luidt
aldus
Spreker ving aan met er op te wijzen, hoe
in het wapen der Oranjes het Stadswapen van
gelie van Lukas.
Ds. Merkelijn, of bij zijn afwezigheid, de br.
Siemons en Lok, geven een inleiding en daarop
volgt de bespreking. Talrijke kwesties komen
daarbij ter sprake. De tegenstrijdigheid, die
<?r schijnbaar bestaat tusschen Gods liefde en
een eeuwig aordeel, het geloof aan allerlei
geesten, het brengen van offers (ook onder
Europeanen veel voorkomend), allerlei echt
Indische ketterijen en stroomingen moeten
behandeld worden. En onze groote verbazing
wekt het, wat Europeanen overnemen van de
Javanen. Aan stof tot debat ontbreekt het
zeldeü, temeer daar de bezoekers nog al af
wisselen, een noodzakelijk gevolg van het
stelsel van overplaats;ng bij het gouvernement
De meesten waren trouwe bezoekers Maar 't
spreekt vanzelf dat de geweldige plasregens
in den West-moesson, wanneer het vooral des
avonds regent, niet bevorderlijk zijn voor het
bezoek onzer vergaderingen.
Slechts enkelen zijn na eenigen tijd ver
dwenen. Soms bleek het, dat alleen het zoeken
van geldelijk voordeel hen bij ons bracht. En
toen ze tot de ontdekking kwamen, dat dit
mislukken zou, verdwenen ze weer.
Het aantal op één bijeenkomst wisselde nf.
Het hoogste was 21. En dat is in Indië een
flink getal, want menigmaal is het aan^ai
Geneve het middenpunt vormt en daarin een
profetie lag, hoe nauw Oranje en Genèveeens
vereenigd zouden worden. Schijnbaar was er
gpen sterker tegenstelling dan tusschen den le-
ven8lustigea Prins aan het weelderige Brussel-
sche hof opgevoed en den strengen reformator
van het puriteinsche Genève tusschen den man
die steeds de tolerantie heeft voorgestaan en het
exclusieve Calvinisme. Vandaar dan ook dat
telkens weer de bewering gehoord wordt z\j
mag dan hetzij als lof, hetzij als blaam voor
den Prins bedoeld zijn dat de latere aan
sluiting van den Prins bij het Calvinisme niet
uit innerlijke overtuiging, maar alleen uit poli
tieke motieven is geschied.
Spreker meende, dat een dergelijke beschou
wing aan de waarheidsliefde en den karakter-
adel van den Prins afbreuk doet, die niet ver
klaard heeft dat „hjj even koel was van hoofd,
als Calvinistisch van hart". Ook het getuigenis
van Marnix van St. Aldegonde, de boezem
vriend van den Prins, a-If een der meest be
sliste Calvinisten dat de Prins „voor Godes
woort gepresen" zijn edel leven gewaagd heeft,
geeft een gansch ander beeld. Spreker gaat
daarom in de eerste plaats na, hoe de Prins
na eerst meer Luthersche sympathieën gehad
te hebben toeh later tot het Calvinisme is over
gegaan. Juist datgene wat den Prins aan
vankelijk in de Calvinisten afstootte, hun stand
vastigheid in het optreden en hun verzet tegen
Filips' plakkaten werd later, toen de opstand
onvermijdelijk bleek, de kracht, waarop Oranje
alleen kon steunen. De Lutheranen waren de
vredelievenden en lieten den Prins in den steek.
Het verblijf van den Prins in Frankrijk, de
aanraking met de nobele helden der HugenooteD,
de omgang met mannen als Marnix van St.
Aldegonde en anderen winnen het hart van
den Prins voor het Calvinisme.
Zoo is do aansluiting van den Prins in de
Gereformeerde kerk, hetzij deze reeds in 1570
te Heidelberg heeft plaats gehad door den in
vloed van Polyander, hetzij dit eerst geschied
is in 1573 te Dordt onder den predikant
Wilhelmi, een daad geweest van geloofsover
tuiging. Het leven van den Prins van dien
tijd af, bewijst dat hij, die aanvankelijk naar
zijn eigen erkentenis voor de religie vrij onver
schillig was geweest, nu door een bitteren
lijdensweg tot inkeer was gekomen, een vroom
Christen was geworden en zich van harte aan
sloot bij het Protestantisme, zooals dit in
Nederland in zijn Calvinistischen vorm zich
openbaarde. Spreker ging daarna in de tweede
plaats na welke groote beteekenis deze aan
sluiting van den Prins aan het Calvinisme
voor het volksleven heeft gehad. Alleen in het
Calvi - isme school, gelijk alle geschiedschrijvers
erkennen, de kracht om het verzet tegen Spanje
vol te houden, en het land vrij maken en
de Prins zou nooit het vertrouwen der Calvi
nisten gewonnen heb,ben en door hen als hoofd
van den opstand erkend zijn, wanneer hij
Roomsch ware gehleven, of bij de Luthersche
kerk zich had aangesloten. Eerst door Calvinist
te worden is de band tusschen Nederland en
Oranje voor goed gelegd. Daarbij komt in de
tweede plaats, dat niet de Luthersche Staats
leer die tot legitimisme neigt maar alleen de
Calvinistische zooals deze door Calvijn in Zwit-?
seriand is ontwikkeld en waarin aan de staten
het recht werd toegekend, zieh tegen een fy-
rannieken vorst te verzetten, de rechtsgrond
werd van een verzet tegen Spanje en de af
zwering van Filips. Terwijl het eindelijk een
geluk mocht worden genoemd dat het Calvi
nisme, dat volgens Bakhuizen van den Brink
de hoogste religieuss en staatkundige ontwik
keling van het Protestantisme was, door den
overgang van den Prins tot de Gereformeerden
van grooten invloed op ons volksleven werd.
Ten slotte wees de Spreker er op hoe, niet
tegenstaande deze aansluiting aan het Calvi
nisme, zoowel in religieusen als in politieken
zin de Prins toch op één punt van het Calvi
nisme dier dagen afweek, n.l. dat hij afkeerig
was van eiken geloofsdwang en wilde dat elke
godsdienstige overtuiging zich uiten en ont
wikkelen kan. Beter dan de Calvinisten van zijn
dagen, zooals Datheen en Modet doorzag hij,
dat uit het Calvinistische beginsel van vrijheid
van geweten ook noodzakelijk volgen moest de
vrijheid van godsdienstoefening. Of de tijden
voor dit denkbeeld toen reeds rijp waren, liet
Spr. in het midden. Maar Prins Willem door
deze denkbeelden uit te spreken en met kracht
er voor te ijveren heeft daardoor getoond de
meest vooruitstrevende staatsman van zijn tijd
te zijn geweest. En het later Calvinisme, vooral
zooals dit in Engeland en Amerika zich nader
kerkgangers in de groote Gouvernementskerk
niet meer. Het totale aantal verschillende be
zoekers bedroeg 35, waarvan er nu reeds 20
door overplaatsing zijn verdwenen.
Behalve onze vergaderingen brachten we nog
een 50 tal bezoeken aan huis, om de mensehen
tot het bij wonen der vergaderingen aan te
sporen, om Christelijke lectuur te verspreiden
en om op te wekken tot meer geestelijk leven.
Gaarne zouden we meer gedaan hebben, maar
ook andere arbeid legt beslag op den tijd
en het eigenlijke werk onder Javaan en
Chinees behoort hoofdzaak te blijven.
Als derde tak van arbeid mogen we zeker
wel onze lettuurverspreiding noemen. Elke
week worden er getrouw 100 ex. „Vredebode"
verzonden. Dat is een Evangelisatieblad, onder
redactie van ds. Wijer-", de bekende em pre
dikant van Batavia, 't Blad gaat uit van den
bond voor Evangelisatie, die geen bepaalde
kerkelijke kleur heeft, maar gevormd wordt
door samenwerking der verschillende kerkelijke
groepen.
Bovendien werden er dit jaar nog andere
Christelijke boeken verspreid en verkocht. In
Indië lezen de menschen weinig meer dan
hun dagblad en daardoor is het geen weelde
wat goede lectuur in de gezinnen te plaatsen.
In arme gezinnen hebben we kosteloos een
ontwikkeld heeft in dit opzicht den Prins vol
komen in het geljjk gesteld en niet het minst
er toe bijgedragen om de denkbeelden te ver
werkelijken.
Kerk- en ftchooliileiWK»
BEROEPEN
te Willemstad: J A. Verhoog te Reeuwjjk
te OostkapelleD. H. Th. Vollenhoven, cand.
te Amsterdam
te Utrecht: (als miss. pred. voor Poer woredjo),
L. Netelenbos, miss. pred. van
Delft voor Wonosobo
te Monnikendam: D. H. Th. Vollenhoven, eand.
te Amsterdam.
AANGENOMEN
Inaar Leeuwarden H. S. Bouma te Hoogeveen
naar Oude- en Nieuwe BildtzijlU. Buwalda
te Schouwerzijl
naar Schoondijke J. R. Goris theol. docts te
Zevenbergen
naar Schiedam(vac.-Gosliuga) J. Mulder te
Gorinchem.
BEDANKT
voor DwingelooJ. W. Esselink te Altevee r
(HoegeveeD).
De Part. Synode der Geref. Kerken van.
Zuid-Holland (N. G.) heeft verworpen het.
voorstel om „de alumni te verplichten zoo spoe
dig mogelijk na hun candidaatsexamen prae-
paratoir examen af te leggen en uiterlijk drie
maanden na hun praeparatoir examen zich be
roepbaar te stellen, enkele bijzondere gevallen,
naar het oordeel der deputaten, uitgazanderdV
Theol. School te Kampen. Geslaagd voor
het cand. exle ged. de heeren H. A. Wier-
singa van Kamppn, W. H. van der Vegt,
van Zwolle, J. K. Weasels van Goes, J. de
Koning van Krabbendijke, D. van Dijk van
Ooster-Nijkerk en G. O. Donner van Amersfoort.
Geref. Gymnasium te Kampen. Aan het
Gereformeerd Gymnasium te Kampen is be
noemd met ingaug van 1 Sept. tot leeraar in
de Hebreeuwsche taal de heer S. Eringa, leeraar
in de oude talen aan genoemde inrichting.
Aan de Vrjje Universiteit zijn geslaagd
voor het Prop. ex. Theol. de heeren C. von
Myenfeldt en L. Hoorweg.
Aan de Vrije Universiteit promoveerde tot
Doctor in de Godgeleerdheid de heer Daniel
Johannes Keet, geboren te Wepener, Zuid-
Afrika, op een proefschrift over: „Wezen en
waarde van het gebed."
Een van zijn stellingen was
XIV. Aan de vrouw het actieve stemrecht
in kerkelijke aangelegenheden te verleenen, is-
niet in strijd met de leer der Heilige Schrift.
Ook promoveerde tot Doctor in de Godge
leerdheid de heer S. P, Dee geboren te Koc-
kengen (U.), op een proefschrift over„Het
geloofsbegrip van Calvijn."
Aan de „Stellingen" bij dit proefschrift ont-
leenen we de volgende
II. Calvjjn's geloofsbegrip is niet alleen niet
intellectualistisch, maar biedt zelfs ter bestrij
ding van het intellectualisme krachtigen steun..
III. Calvin's geloofsbegrip is te verkiezen,
boven dat van den Heidelberger Catechismusi.
XIII. Uitbreiding der belijdenisschriften!
tegenover Boedhisme, theosophie, spiritisme,,
enz. is ongewenscht.
VIV. De formuleering van den grond van
het Schriftgeloof in artikel V dér Nederland-
sche geloofsbelijdenis is onbevredigend.
XV. De omschrijving van het geloof door
ervaring (Erlebnis) kan niet onvoorwaardelijk
afgekeurd.
XVII. Verbrekiug eener verloving is strijdig
met den geest van het zevende gebod.
XVIII. Het actief kerkelijk stemrecht kam
op Schriftuurlijke gronden aan de vrouw niet
worden onthouden
XIX. Het instituut van voorlezer behoort
te worden afgeschaft.
Olficiéelt B«rioIiten.
Grvjpskerke 23 Juni '18. Zondag was het
voor onze gemeente een dag van bljjdschap.
Na een vacature van ruim 2 jaar mochten
wij weer een eigen Herder en Leeraar aan
schouwen. Na des voormiddags bevestigd te
zijn door den Consulent den WelEsrw. Heer
bijbel geplaatst en we mochten het genoegen
smaken ook te bemerken, dat hjj trouw ge
lezen werd.
In 't afgeloopen jaar bedroeg het aantal
verkochte Holl. bijbels, bijbelgedeelten of
psalmboeken 91. Bovendien verkochten we nog
een 50 tal andere werken.
Aanrezien de boekverkoop een onderdeel is
van de colportage onder de Javanen en in één
hand zich bevindt, is het moeilijk een juist
fiaantieël verslag, waarin ook de boekverkoop
is betrokken, te geven.
Alleen zij vermeld, dat het aantal contribu
anten 9 bedroeg en het totale bedrag der bij
dragen in lVs jaar f259.32V<j. De uitgaven,
hoofdzakelijk voor ab. „Vredebode", lectuur
en bijbels bedroegen f25453Vs.
Nog zij vermeld, dat we met het Kerstfeest
een gezellig samenzijn hadden, waarbjj de
tooverlantaarn uitstekende diensten bewees.
Ook voor de kinderen der Zondagschool en der
Holl. Chin. School hebben we met veel ge
noegen van de lantaarn gebruik gemaakt,
waarbij een 70-tal kinderen het lokaal vulden.
Geve God ons verder Zijn bijstand bij onzen
arbeid, opdat ook in 't donkere Indië het licht
des Evangelies mogen doorstralen.
(EINDE.)