Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland,
32e Jaargang.
Vrijdag 3 Mei 1918
No. 18
UIT HET WOORD,
Redacteuren Ds. L. BOUMA te Middelburg en Ds. Q. F. KERKHOF te Oost-Souburg.
Vasts Medewerkers0.0. R. J. v. d. VEES, J. 0. WiELENGA, B. MEIJER, F. J. v. d. EMOE, A. A. v. SCHELVEN, H. P. M. G. 0E MALLE sn F. W. J. WOLF.
Abonnementsprijsper7 kwartaal bg vooruitbetaling 50 cent.
UITGAYB TAN DE
PERSVERBBN1G1NG ZEEUWSCHB KERKBODE.
Adres van de Administratie
Firma LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg.
ALLE BEKOMMERNIS OPDENHEERE!
De bekommernis van de Klein-Aziatische
gemeente, aan welke Petrus zijn eersten
zendbrief scheef, bestond mede in de zware
verdrukking en ernstige vervolging, die
ztj als christenen hadden te duchten van
joden en heidenen. Hoe zijn wij dan
boven hen bevoorrechtWij leven nog
in een vrij land, en, al moet de christen
't ook soms ervaren, dat de vijandschap
der wereld groot is, toch kunnen wij den
Heere dienen naar Zijn Woord zonder te
zeer te worden belemmerd.
Maar in plaats van den nood, die de
kerk in Petrus' dagen drukte, treft ons
de zorg van den wereldoorlog, die als een
zware last op ons hart ligt, en met wee
moed en kommer vervult. God zelf hield
ons nog buiten de algemeene worsteling
de oorlogsfakkel werd op onze erve nog
niet aangestokenhet zwaard kon nog in
de schede blijven, maar de hand is toch
aan het gevest geslagen, en het geweer
staat aan den voet, en het hart blijft be
zwaard dat een der krijgvoerende landen
ons met meer of minder opzet in den
strijd zal betrekken.
Daarbij komt nog andere zorg ons kwel
len; dè fioantieele druk wordt groot, de
meeste waren zijn zóó in prijs gestegen,
dat er voor hen, die een beperkt inkomen
hebben, geen mogelijkheid is ze te ver
krijgen; en hoevele dingen zijn er niet,
die men voor geld en goede woorden niet
meer bemachtigen kan 1 De vraag »Wat
zullen wij eten, en wat zullen wij drinken
en waarmee zullen wij ons kleeden
wordt steeds nijpender. Menigeen gaat
onder de levenszorg van den tegenwoor-
digen lijd zoo gebogen, dat er weinig
meer noodig is, om hem te doen bezwijken.
Ook zijn wij bekommerd over den zede
lijken en geestelijken toestand van ons volk.
De nood maakt niet beter, doch doet ont
aarden en verwilderen. Het onderscheid
tusschen het mijn en dijn gaat verloren
wetsontduiking vindt op steeds grooter
schaal plaatsde bepalingen en voor
schriften der overheid vinden geen weer
klank in de consciëntievelen maken
misbruik van de omstandigheden door
ongekende woekerprijzen te vragen ieder
denkt alleen aan zichzelfhet egoïsme
viert zijn schandelijkste triumfen. Dit
alles en nog zooveel meer, bekommert ons,
en brengt ons in de moeite.
Opmerkelijk is, dat de apostel spreekt
van bekommernis in het enkelvoud; alle
zorgen en bezwaren, alle moeiten en lasten
des levens vormen één geheelzij staan
niet los naast elkander, doch God heeft
ze samengevoegdzij zijn gelijk aan de
zandkorrelen, die één grooten berg maken,
en aan de waterdruppelen, die tezamen
de zee zijn. Daarom moet het er u niet
om te doen zijn u van één last te bevrij
den al de bekommernissen als één be
kommernis moeten op God geworpen
gij moogt niets voor uzelf houdenvan
splitsing mag geen sprake zijn het is niet:
één deel voor u en één deel voor den
Heere, doch: werpt al uw bekommernis
op Hem".
Volgens de voorafgaande verzen is die
»Hem" niemand minder dan God zelf.
O, wij zijn aan den naam van God ge
wend bij ontroert ons ternauwernood
meerhij is als een klank geworden
zonder wezenlijken inhoud. Hoe menig
maal kunnen wij den naam God gedach
teloos op onze lippen nemen, zonder te
beseffen wat wij doen. Denkt het u echter
een oogenblik in, dat gij met uw bekom
mernis, al de zorgen van uw leven, moogt
komen tot God Het is Hij, die den hemel
en de aarde gemaakt heeft, en de zee en
alles wat daarin ishet is Hij die alles
draagt door Zijn voorzienige kracht, die
alle schepsel leidt en regeert, en alle din
gen doet uitloopen op de eer van Zijn
naamhet is Hij, die met hoogheid be
kleed is, en voor wien al de volken te
zamen zijn als een druppel aan den emmer
en een stofke aan de weegschaal. Niets
geschiedt er bij geval, want Hij heeft het
alles in Zijn Raad beslotengeen ijzeren
noodlot jaagt u voort, want met wijsheid
en liefde leidt Hij uw levenslot. Werpt
dan alle bekommernis op Hem, want zijn
oog licht over u met vaderlijke vriende
lijkheid, zijn hart klopt voor u in vader
lijke liefde, zijn hand zal u dragen met
vaderlijke kracht, en zijn oor heeft Hij
tot u geneigd in vaderlijk mededoogen.
Tot wien zult gij anders heengaan dan
tot God? op wien zult gij anders uw be
trouwen stellen dan op God? van wien
zal uw hulpe anders wezen dan van God?
Hij is toch ook uw Verbonds-God, Heere
der heirscharen is zijn naam. Bq Hem
is het kunnen doch ook het willen en het
zullen. Zijn beloften liggen er, en zijn in
Christus Jezus ja en door Hem amen.
Maakt dan gebruik van dezen uwen God,
en doet naar het vermanend woord van
Petrus: Werpt al uw bekommernis op
Hem".
Want Hij zorgt voor u", d.i. om uwentwil
gaat het Hem ter harte, Zijn naam is
Ontfermer. Het is niet zoo, dat God zeer
hoog woont en heerlijk is, en ook laag
nederziet, doch zich niet wezenlijk met
ons inlaat en ons onzen gang laat gaan
die ons, ja, van eeuwigheid af heeft uit-
uitverkoren en ons ook eenmaal de hemel
poort zal opendoen, maar in dit leven ons
alleen laat tobben en zwoegendat zij
verreonze God is een levende God, de
Vader der barmhartigheden, en zoo nauw
is Hij met zijn kinderen vereenigt, dat Hij
zeggen kan»Wie mijn volk aanraakt,
raakt mijn oogappel aan".
Het gaat Hem ter harte, alles wat u
deert, en zoo zorgt Hij voor u. Merkt het
op, dat het onvoorwaardelijk gozegd wordt.
Het is niet zoo »Hij zorgt voor u, als gij
volkomen op Hem betrouwt, ofals gij
op een of andere wijze zijn zorg u waar
dig maaktniets van dit alles, er staat
alleen: »Hij zorgt voor u". Het zorgen
Gods gaat alzoo buiten u om 't vindt zijn
grond niet in uw doen en laten het ligt
alleen vast in zijn vaderlijk en souverein
ontfermen.
Bovendien, als de Heere zegt»Geef
alles aan Mij over, vertrouw alles aan Mjj
toe", dan kunnen wij veilig alles aan Hem
overlaten, want de barmhartige God heeft
alle macht in hemel en op aardeZijns is
het goud en het zilver, en het vee op
duizend bergenHij doet alles wat Hem
behaagt; zelfs de harten der koningen zijn
in Zijn hand als waterbeken. Hij kan en
wil en zal in nood, zelfs bij het naderen
van den dood, volkomen uitkomst geven.
Omdat Hij zorgt komt er alles wat gij
behoeftin Christus liggen alle schatten
en gaven verborgen.
Des Heeren zorg is echter volstrekt niet
altijd in overeenstemming met uw wen-
schen en begeeren Hij gaat zelfs menig
maal in tegen uw vleesch en bloed. Doch
zelfs, ja vooral ook in den weg van tegen-
heden, mogen wij onze bekommernis op
Hem werpen, omdat Hij dan ons hart
stil maakt, »gelijk een gespeend kind bij zijn
moeder", Hij maakt ons vrooiijk in Hem,
en geeft ons een vrede die alle verstand
te boven gaatin nood en dood mogen
wij de waarheid van het woord ondervin
den »De Heere der heirscharen is met ons,
de God van Jacob is ons een hoog vertrek 1"
Zult gij dan uw zorg voor uzelf houden
O zeker, uw geweten veroordeelt u en de
vraag van twijfel rijst erop in het hart
swil de Heere zorgen voor mij, die zoo
zwart ben als een Moriaan voor mij, die
zoo ontevreden ben als het goed gaat, zoo
murmureer als het tegenloopt?" Zelfs
kan de stem der verzoeking worden ge
hoord »Val den Heere niet lastig met uw
moeiten zorg voor u zelfsteek de ban
den uit den mouw en wees sterk". O, geef
toch geen gehoor aan deze en dergelijke
booze raadgevingen, maar doe naar 't
Evangelie der genade, dat u toeroept
Werpt al uw bekommernis op den Heere,
want Hij zorgt voor u".
Dit werpen is een werk des geloofs.
Het leven van een christen staat niet in
het teeken van de lijdelijkheid, maar in
het teeken van het werkzame geloof. Gij
moogt niet aldus redeneeren: »De Heere
zorgt voor mij, dus ik trek mij van alle
moeiten en zorgen des levens niets aan",
maar gij neemt die bekommernis op en
legt ze op den Heere zijn almachtige
schouders.
Tot zulk een geloofsdaad zijt gij alleen
in staat, indien gij vs. 6 in het oog houdt,
waar Petrus u toeroept»Vernedert u
onder de krachtige hand Gods", want, zoo
gaat de apostel voort, terwijl hij onzen
tekst er bijvoegt: »opdat Hij u verhooge
te zijner tijd, werpende al uw bekommer
nis op Hem, die voor u zorg draagt".
Hier hebt gij de dwaasheid des Evangelies,
de orakeltaal des geloofs. Het is dezelfde
gedachte als van Panlus »Als ik zwak ben,
dan ben ik machtig". Als gij u in de diep
ten der zelfvernedering werpt, klein wordt,
niets wordt van God, dan zult gij uw last
op den Heere kunnen leggen van zulk
een hemelvaart is echter alleen sprake als
er de hellevaart in uw eigen ik aan vooraf is
gegaan om iets te zijn, om veel te kun
nen, om alles te vermogen, moet gij niets
zyn, en niets kunnen»want ik vermag
alle dingen door Christus, die mijn kracht
geeft".
Werpt gij uw bekommernis op den
Heere? Neen, wanneer gij op uzelf ver
trouwt, of het van eenig schepsel ver
wacht; neen, wanneer gij in moedeloos
heid nederzit en geen raad weet; neen,
zoolang gij uw eigen ik nog handhaaft en
u voor God niet hebt verootmoedigd.
Maar ja, gij doet het, indien gij mét be
lijdenis van schuld en zónde, van onwaar
digheid en onbekwaamheid u voor den
Heere vernedert, wiens heiligheid de sera
fijnen zingen om Gods troon, uzelt ver
liest in de almacht en de genade Gods,
en op Zijn ontferming in Christus zijt
hopende.
Als gij uw bekommernis zelf wilt dra
gen zijt gij diep ongelukkig, uw leven
wordt verbitterd, uw hart is vol vrees,, uw
toekomst donker en dreigend en 't oordeel
gewis. Maar als gij, door den Heiligen
Geest bekwaamd, uit de diepte roept naar
omhoog, en uw berg van zorg en zonde
aan den Heere geeft, daalt er vrede in
uw ziel, smaakt gij blijdschap in het ge-
looven, wordt de zwaarste last u licht,
gevoelt gij de mogendheid van een almach
tig Vader in uw dragen aanwezig, en ziet
gij een blijde toekomst u tegenlachen.
Wacht daarom op den Heere, zijt sterk,
en Hij zal uw hart versterken, ja wacht
op den Heere".
N. C. S. V.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
Advertentieprijs J.0 cent per regelbjj jaarabonnement van
minstens 500 regels belangrijke reductie.
Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën t©t
u i t e r 1 ij k Vrijdagmorgen te zenden aan de Drukkers
LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg.
Werpt al uw bekommernis op
Hem, want Hij zorgt voor u.
1 Pete. 5 7.
J. D. Wielenga.
HEBfiELIJK LETEM.
Het is bemoedigend, dat er in de laatste
jaren onder de studenten een beweging ont
staan is, welke bedoelt om bet Christendom
meer tot eere te brengen ifa de kringen van
hen, die zich voorbereiden öm Iftter een be-
teekenisvolle plaats in te nemèië- ónder ons
volk. We hebben deze beweging van meet af
met belangstelling gade geslagen' én er-ons
meermalen over verheugd, dat zty;stèedsin
kracht en invloed won. Immers daaruit bleek,
dat er onder deze jonge mantien W6êr een
vraag was naar de onzienlijke en onverganke
lijke schatten van het koninkrijk der henièlen.
Op zich zelf was dit reeds een levenstéeken,
dat weldadig aandeed, doch daarbij kwam nu
nog de gedachte, dat deze studeerendé jónge
lingschap straks door hun plaats in Öe iriaat-
schappü een invloed ten goede of ten ktfade
zou oefenen. Er is een t\jd geweest, waarin
menige zoon uit een Christeljjk gezin aan de
academie ongeloovig werd en later als bestrijder
van het oude evangelie optrad.
Ons werd onlangs het jaarverslag van deze
Christelijke Studenten-vereeniging toegezonden
en we hebben het met waardeering voor den
omvangrijken arbeid gelezen. Die vereeniging
is gestadig in groei en bloei toegenomen en is
nog vol van frisschen leveDsmoèd. Het is ver
blijdend, dat er zoovele studenten tot haar be-
booren, inzonderheid omdat het getal van hen,
die niet de theologie beoefenen, reeds zoo
groot is. De organisatie wordt steeds beter,
de kracht is toenemende en de arbeid is prij
selijk. Er wordt met ijver en groote toewijding
gewerkt en de vruchten zijn niet uitgebleven.
Inderdaad is dit een oorzaak van blijdschap.
We hebben echter ook geweten, dat deze
vereeniging een zeer breede basis had en een
ruim standpunt innam. Gedachtig aan het
oude spreekwoord, dat Eendracht macht maakt,
wilde men een vereenigiüg van allenj die in
de oudste belijdenis der Christelijke kerk de
uitdrukking van hun geloof vonden. Op deze
wijze was er plaats voor Gereformeerden en
Lutherschen, voor Baptisten en Darbisten, voor
Ethischen en Confessioneolen, kortom voor
ieder, die de voornaamste grondwaarheden der