Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland. 32e Jaargang. Vrijdag 1 Maart 1918 No. 9 UIT HET WOORD. Redacteuren Ds. L. BOUMA te Middelburg en Ds. G. F. KERKHOF te Oost-Souburg. Iisti MedewerkersD.D. R. J. v. d. VEEI, J. D. WIELEKGA, B. MEIJER, F. J. v. d. EIOE, A. A. v. SCHELVEN en F. W. J. WOLF. uitttavb VAN DE PBRSVEREENIG1NG ZEEUWSCHE KERKBODE. Adres van de Administratie Firma LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg. MESSIAS OF GODSLASTERAAR. In do rechtzaal te Jeruzalem is aller oog gericht op den voorzitter, den hooge priester. Er heerscht eene onaangename stille. Niemand in den Raad vraagt het woord. Pijnlijk oogenbllk. 't Proces tegen Jezus loopt dood. 't Alleen van onschuld getuigend gedrag van den grooten Beklaagde verlamde zijne tegenpartijders. Voorzitter, Hoofd der Kerk, Priester des Allerhoogsten, wat doet gij er mee? Hoe toont ge hier uw wijsheid en takt? Hoe redt ge uw positie en handhaaft ge uw waardigheid Hoe zet ge ons opgezet plan door? Hoe krijgt ge den ten doode ge doemde in den strik Wie zal hier 't ge ding verliezen En de Raad vraagt zich aiHebben w ij het al niet reeds verloren Is Hij, de Beklaagde, eigenlijk niet onze Rechter die door Zijne onschuld en kalmte, door gansch Zijne houding en gedraging, ons veroordeelt? De Voorzitter in dit pijnlijk oogenblik, peinst en foltert zijne ziel. Wie het tegen Dezen opneemt heeft het nog niet gewon nenzoo overlegt ook hij, en wie zich als rechter over Hem zet heeft Hem nog niet in het oordeel. De verlegenheid is groot, de onrust zichtbaar; hij moet eene andere wending geven aan de zaak. Zóó komt het er niet. En dan volgt een der meest aangrijpende oogenblikken uit de wereldgeschiedenis. De getuigen hebben tegen Hem inge brachtsDeze heeft gezegd: Ik kan den tempel Gods afbreken, en in drie dagen vdenzelven opbouwen". De hoogepriester werd door dit zeggen herinnerd aan de profetie die sprak van den verwachten Messias, Wiens Naam Spruite zou zijn, Die Zoon des menschen en Zoon van God zou zyn, en Die den tempel des Heeren in meer dan Salamo- nische pracht zou herbouwen. Zach. 6 12—18. Dit brengt hem op een' kostelijken in val. De hoogepriester zal Hem vragen op een' eed of Hij is de Zoon van God, de Messias. Dit is zijn volle recht. Weigert Hij dien eed over te nemen, dan staat Hij daar als de grootste bedrieger. Aanvaardt Hij den eed, dan maakt Hij Zichzelven Gods Zood, is Hij een Godslasteraar, en dus naar de wet een kind des doods, Deze laatste conclusie is die van Zijne rechters. Er kon ook eene andere con- clussie worden getrokken, en in de recht zaal moest dit absoluut overwogen zijn, namelijk deze: Hij kan waarheid spreken, wij kunnen ons vergisseD, en dat moest dan nader onderzocht. Maar 't was in deze rechtzaal niet om het recht, niet om de waarheid te doen, maar alleen om met eenigen s c h ij n van recht te kunnen veroordeelen, en zich van een' lastigen vijand te ontslaan. Daaraan Op gerechtelijken moord zal het hier uitloopen. De zonde in hare consequentie. Links heeft gesproken in Kajafas. De hoogepriester is de type van de vijanden van God en van Zijnen Gezalfde op het terrein der wereld neen, op het terrein der religie, op het terrein van het verbond der genade, op het terrein van de kerk, ja zelfs van het ambt; hier immers het hoogste op aarde. »Ik ben de Chrstus, de Zoon des levenden Gods. Zoo zwoer het de Christus voor den rechter Israels, die in Gods plaats zat, en dus voor 't aangezicht van Zynen Vader en God. Deze uitspraak is voor U, mijne lezers, waarheid of ze is het niet. In uwe ziel klinkt op Christus eed, het amen, amen! of daartegen in klinkt het bij uneen, neen! Wat dunkt u van den Christus? Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Godsdan geldt het ook uVleesch en bloed'heeft u dit niet geopenbaard maar Mijn Vader Die in de hemelen is. Maar dan zal deze belijdenis des harten ook uitkomen in een leven des geloofs, in een vluchten naar dien Christus in een hopen op Zijn waarachtig woord, in een aan vaarden van Hem als uw Messias. Dan is 't werk des Vaders in u. Dan is de versmading van u op Hem gevallen dan is uw vonnis op Hem gekomendan is Zijne veroordeeling uw vrijspraak, Zyn vloekdood uw leven en heerlykheid. Maar is Hij voor u niet de Zonne der waarheid, de Bron des lichts en des levens, en daarom uw gedurige toevlucht, laat Zijne verschijning u koud, is Hij voor u een iemand zonder beteekenis voor uw persoonlijk leven, trekt Zijn woord u niet aan, vindt ge den omgang met Zijn volk daarom zoo vermoeiend, zoo vervelend, zoo op den duar onuitstaanbaar, dan staat ge links aan de kant van Kajaias, dan is het met al uw vroom gebaar en gods dienstig gedoe, met uw gehuichelde gods dienst en uw bevindelijk gepraat in uw hart niet anders dan neen, neen! Dan is de Christus voor u een leugenaar, en de duivel voor u de weg, de waarheid en het leven. Dan is Christus ia waarheid voor u een Godslasteraar, de grootste bedrieger, en in geen geval uw Messias. Maar weet dan, dat Hem het gericht gegeven is, dat Zijne oordeelen reeds op aarde zijn en gezien zijn. Weet dan dat Hij straks in volle ma jesteit en macht voor u treden zal, Hij de door u Gekruiste, Beleedigde, zwaar Getergde. Nog wordt ook U toegeroepen Kust den Zoon, opdat Hij niet toorne en op den weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden. En al zijn volk dat van Zijne waarheid leeft en't gebouw der zaligheid opricht op Zijn voor Kajafas gezworen eed trooste zich met dit woord des Heeren Welzalig zij, die naar Zijn reine leer, In Hem hun heil, hun hoogst geluk f beschouwen Die Sions Vorst erkennen voor hun HEER Welzalig zij, die vast op Hem betrouwen. Ps. 2 7 ber. Zaamslag. De Wallk. Abonnementsprijsper kwartaal b jj vooruitbetaling 50 cent. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentieprijs10 cent per refel; by jaarabonnement van minstens 500 regels belangrijke reductie. Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiia W4 uiterlijk Vrijdagmorgen te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg. „Jezus zeide tot hemGij hebt het „gezegd „Toen verscheurde de hoogepriester „zijne kleederen, zeggende Hij heeft „(God) gelasterd, Ma/i th. 26 61a en 65a. werd alles geofferd. Recht onwaarheid, positie en waardigheid, eigen heil en za ligheid, de zaligheid van Israël en de volkeren. »Ik bezweer U bij den levenden God, »dat Gij ons zegt of Gij zyt de Christus, »de Zoon van God?" Welk een momentDe levensvraag voor het christendom. Hiervan hangt voor mensch en wereld alles af. Is God geopen baard in het vleesch, ja of neen? Is in dezen het levenslicht opgegaan, ja of neen? Is Hij de hope der Vaderen, deze Gebon- dene, ja of neen? Moet op Hem der zondaren oog geves tigd ter eeuwige behoudenis, ja of neen? Is Deze de van God beloofde en geschon ken Messias, en zal Deze dus straks komen als de Almachtige Rechter om te oordee- len de levenden en de dooden, ja of neen Is Deze de wortel en ook de bloem der profetie, op Wien al de beloften en voor beelden samenloopen Is Deze d e waar heid en het licht zelve? Is Deze de Hoogepriester, Die dus op den voorzitter van hen Raad die over Hem zit en oor deelt Zijn schaduw werptde Hoogepries ter Die Zijn eigen leven ten zoenoflir zal brengen en Zijn eigen bloed zal plengen ter vergiffenis? Is Deze d e Koning, Die voor eeuwig zal regeeren, van geslacht tot geslacht, en in Wiens Koninkrijk het alleen gaat in de historie der eeuwen? Is Deze de Gezalfde Gods, de Messias, de Christus? Is Deze Jehovah? Wat zal Hij antwoorden? Of zal Hij ook nu zwijgen? Hij opent Zijn' mond, aanvaardt den eed, en zweert Gij hebt het gezegd. Verhoogt o poorten nu den boogEr is verlossing en heil Hier is zaligheid 1 Deze eed kost Hem het leven. »Gij hebt het gezegd" m. a. w. Ik ben de Christus, de Messias, de Zoon van God, God zelf. Waarachtig God en waarachtig mensch. 's Levens Zonne, Gods barm hartigheid, Gods ontfermingen, het toege zegde heil voor den zondaar, de Middelaar Gods en der menschen. Zondaren hoort 1 Hoogepriesters Israels, en gij Vergadering gezeten om recht te doen, aanbidt 1 Lavende Gemeente van dezen Christus, zinkt vaster op dit Fundament, grijpt deze Rots met krachtiger geloofsarmen vast. Engel en mensch, hemel en aarde, ziet uw koning 1 Arm en ellendig harte, zie uw rijkdom, uw volheid. Nedergebogen ziele wat zij t gij onrustig in mij, hoop op God. Verduisterd verstand, hier is de wijsheid, de kennis, het licht. Ongerechtig hart, hier is, »De Heere onze gerechtigheid." Dolende mensch, ver leide Adams kin deren, speelbal van zonde, wereld en duivel, hier is uw Leidsman, uw Koning, uw Redder, uw Behouder. »Gij hebt het gezegd F De spitse der heilsopenbaring 1 »Toen verscheurde de hoogepriester zijne »kleederen, zeggendeHij heeft (God) i>gelasterd." Tegenover het door den Christus onder eede uitgesproken j a, plaatst de hooge priester en met hem de Raad het besliste neen. Ze maken God tot een leugenaar en sluiten eigen hart in pure haat voor de waarheid en h e t Licht. Als Rechters doen ze een onverantwoordelijke daad, en toonen zich kinderen van Adam, de eerste mensch die zelf rechter willende zijn, zijn Maker en God veroordeelde, en Zijn waar heid als leugen stempelde, toen hij gehoor gaf aan Satans verleiding. En hoevelen roepon nog steeds tegen dezen heiligen eed die immers »een einde van alle tegensproking" is, hun vreeselijk maar toch beslist »neen, n e e n 1" En wie zijn de leidslieden der volken die daarin voorgaan De Voltaires die met de wroeging en wanhoop der hel in hun binnenste voor de poorten des doods liggen. De wijzen der wereld die van de Kathe ders der Universiteiten het neen neen naar den hemel uitroepen en het hunnen discipelen in den mond geven en iu't hart prenten, opdat zij deze duivelsche ontken ningen Kaj alas veroordeeling zouden propa- geeren en bevestigen. Eene school van wijsgeeren die van geen leer der bovennatuurlijke en bovenzinne lijke dingen willen weten. Staatslieden die de lichten des hemels hebben gedoofd en tot in de Parlementen den Christus der Schriften durven hoonen met hun duivelsche spotlach en hun sarcastisch woord. Redacteuren en romanschrijvers, treur en blijspeldichters die op papier of op ,de planken eene stille en geheime actie voeren tegen den Christus eu Zijne waarheid. En eene breede massa volgt deze getab- berde of niet getabberde leiders, die op hun beurt geleid worden door den grooten en oppersten ver leider, den aartsleuge naar en daarom menschenmoorder van »den beginne." Links vormt een machtig leger, een leger dat bestaat ven de haat tegen d e waarheid, den Christus. Let nog eens op den hoogepriester. Hoe sprak deze zijne ontkenning uit, zijn duivelsch neen? Met verontwaardiging, met afschuw, met rouw over zulk een snood liegen en valsch zweren. Immers de hoogepriester verscheurde Zijne kleederen. Zou 't waar zijn? Integendeel, alios wijst er op dat we hier te doen hebben met gehuichelde verontwaardig. We hebben maar te letten op heel den opzet van het rechtgeding. 't Was al comedie. Eer het proces begon stond 't oordeel van de rechters reeds vastT>Beter dat één man sterve voor 't volk, dan heel een volk verloren ga." »Deze heeft God gelasterd Duivelsche vreugd is in zijn hart al leest men in zijn blik verontwaardiging en al scheurt hij zijne kleederen. Er is nu een grond naar de wet om te veroordeelen. De prooi is in hunne klauwen, de Raad laat hem niet meer los, de haat kan niet rusten dan in den dood.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1918 | | pagina 1