Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland 29e Jaargang. Vrijdag 29 October 1915. No. 44. UIT HET WOORD. Redacteuren Ds. L. BOUMA te Middelburg en Ds. G. F. KERKHOF te Oost-Souburg. Vaste MedewerkersD.D. R. J. v. d. VEEN, J. 0. WIELENGA, F. J. v. d. ENDE, A. 0. C. KOK, J. H. LAMMERTSMA, L. v. LOON, 0. POL en F. W. J. WOLF. Abonnementsprijs: franco aan huis per half jaar 70 cent. UITGAYE YAN DE PERSVEREEN1GING ZEEUWSCHE KERKBODE. Adres van de AdministratieA. D. L1TTOOIJ Az. Middelburg. BEWELDADIGD, MAAR WAAROM? Nu het jaar 1915 teneinde spoedt en de oogst voor het grootste deel volbracht is, moeten we, terugziende op het doorleefde jaar en den geschonken zegen met den Psalmdichter uitroepen»Gij kroont het jaar uwer goedheiden uwe voetstappen druipen van vettigheid". Wat landbouw en veeteelt aangaat, de voornaamste middelen van bestaan van 'tZeeuwsche volk, was het ditmaal louter voorspoed, die ons uit de hand onzes hemelschen Vaders toekwam. Wel werden we rijk beweldadigd. Zonne schijn en milde regen verkwikten beurte lings onze landouwen. Èn voor verzengende hitte èn voor langdurigen regen bleven we gespaard. Alles sproot welig op, en droeg vrucht, dertig-, zestig-, ja honderdvoudig. Wat mag wel de oorzaak zijn dat met zoo'n milden zegen ons de Heere verblijdde? Hebben wij ons vernederd onder de slaande hand Gods, die zoo zwaar op de volkeren van Europa drukt? Is er een vragen ge komen naar de oude paden en een weder- keeren tot den Heere? Is 'tmisschien omdat het Israël Gods zijne roeping leerde verstaan en alle de tienden in het schat- huis gebracht heeft, tot spijze in des Heeren huis Wij vragen slechts, in verwondering ziende op 's Heeren overvloeiend rijke wel daden. Ach, bitter is het lot van vele volkeren in onze dagen. België, Noord-Frankrijk, Polen, Galicië, Servië, om niet meerdere landstreken te noemen, zuchten nog altijd onder het gedreun van den oorlogshamer. Duizenden bij duizenden harten worden van rouw en droefenis verteerd om het verlies van zoovele dierbaren. Gebrek, honger en ellende is veler deel. Het oor logszwaard velt er dagelijks nog duizenden. En zie ons gewerd niets dan voorspoed. Ja het gebrek van anderen vermeerderde onze welvaart. De schaarschte aan levens middelen in andere landen deed de prijzen onzer producten buitensporig oploopen. God gaf overvloed. En de overvloed werd duur betaald. Beschamend Als we er nu maar wezenlijk beschaamd onder zijn. Elke zegen Gods is beschamend. Want wat hebben we verdiend 't Is alles verbeurd. Elke zegen is een vrucht van Gods genadige gezindheid te onswaart. Maar deze zegen is bovenal beschamend. Als God land na land bezoekt met Zijn oordeelen en dompelt in een leed, zoo groot en bitter, dat het, al komt er vrede, nog geslacht na geslacht zal naschrijnen, maar u spaart, ja, en dat niet alleen, maar u zegent in het werk uwer handen en in uw vee en uwe inkomsten vele maakt, terwijl ge toch niet beter zijt, maar even schuldig staat, is er dan geen reden om van een beschamenden zegen te spreken? Waartoe moet ons die zegen dringen Laat de apostel Paulus het u zeggen »Of veracht gij den rijkdom Zijner goeder tierenheid en verdraagzaamheid, en lank moedigheid, niet wetendedat de goeder tierenheid Gods u tot bekeering leidt 9a. Het ligt den mensch zoo bij om, als hij naar de wereld gezegend wordt, te meenen, dat zijn zaak niet kwalijk staat bij God. De een verhoovaardigt zich op zijne ge rechtigheden, die geene zijn, de ander meent aan zijn voorspoed een grond te mogen ontleenen voor het gevoelen, dat hij beter is dan anderen, althans minder schuldig staat. Wij zijn geneigd om bij zondere rampen, waarmede anderen be zocht worden, in verband te brengen met hun meerdere zondigheid, maar dan ook het verschoond blijven van die rampen op rekening te stellen van onze mindere zon digheid. Zeker daar is verband tusschen zonde en ellende, deugd en voorspoed. Maar laten wij voorzichtig zijn in het leggen van dat verband en niet meenen, dat dit verband onmiddellijk voor ons aanwijsbaar is. De geschiedenis van Job, van den blind geborene, van de mannen van Siloam kan ons anders leeren. Zoo kan goedertierenheid,die God schenkt, het genadeloon zijn op het wandelen in Zijne wegen. »Die op den Heere vertrouwt, dien zal de goedertierenheid omringencc. Maar het kan ook de uiterste remedie zijn van een ontfermend en lankmoedig God om het harde en verharde hart te ver breken en tot bekeering te leiden. En wanneer dan onder Gods goedertieren heden het harde hart onvermurwbaar blijft, vergadert het zich zelf een toorn als een schat, in den dag des toorns en de open baring van het rechtvaardig oordeel Gods. Als wij de wondere goedertierenheden gadeslaan, waarmede God ons volk in deze dagen van beroering en ondersteboven- keering, nog omringt, dan kunnen wij, ziende op ons zelf en op de algemeene geestesstemming, niet anders besluiten dan dat ze ook uiterste remedies zijn van den rijken Ontfermer om ons tot bekeering te leiden. Oordeelen wij anderen niet, maar ver- oordeelen wij ons zeiven vanwege de zon den, die ook ons aankleven. Welke die zonden zijn? Ach, een iegelijk kent de zijne. Maar één gemeenschappelijke zonde kleeft ons allen aan en dat is het Mam- monisme, het achterstellen van de geeste lijke bij de stoffelijke goederen, van de eeuwige bij de tijdelijke dingen. Het is het koortsachtig jagen van onze eeuw naar het bezit van stoffelijk goed, dat ten slotte den gruwelijken oorlog onzer dagen in het leven heeft geroepen. En ditzelfde Mammonisme is onze zonde, waarvan wij ons te bekeeren hebben. Moge de komende Dankdag ons aldus vinden, dat wij waarlijk beschaamd en ver legen onder zooveel weldaden, ons voor God verootmoedigen en zeggen»Heere, we zijn ze onwaardig". Zij dit verootmoedigend besef de grond toon in prediking en overdenking, lied en gebed. Voorwaar deze offerande van het gebroken hart zal God aangenamer zijn dan alles, waarmede wij Hem zouden wil len tegenkomen. Dan waren wij dubbel gezegend En wie aldus beschaamd, ver legen en verootmoedigd is, zal het ook geen moeite kosten om de koorden zijner beurs los te maken en zijn goud en zilver te offeren op 's Heeren altaar. Hij zal geven met een gewillig hart, en niet schriel, maar mild en overvloedig. v. Loon. KERKELIJK LEVEN. Niet in orde. Dankdag. Afzonderlijke nummers 3 cent. Advertentieprijs1—5 regels 30 centiedere regel meer 5 cent Familieberichten 10 cent per regel. Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot uiterlijk Vrijdagmorgen te zenden aan den Drukker A. D. LITTOOIJ Az., Middelburg. dankdag voor het gewas. Niet wetende, dat de goedertieren heid Gods u tot bekeering leidt Kom. 2 4b. Meermalen kwam het reeds in ons gewest voor, dat er by een vacature wrijving ontstond tusschen de Classis en de vacante kerk. Gewoon lijk ontstond het uit de vrees b\j de plaatselijke kerk, dat de Classis zich zou inlaten met wat niet tot haar behoorde en dat zij door middel van een door haar aangewezen consulent te veel invloed wilde oefenen op de beslissing, welke de kerkeraad zou moeten nemen. Wy verstaan het, wanneer een kerk opkomt voor haar recht en vrijheid en zich voorneemt om zich niets van haar vrijheid te laten rooven. Dit is op zich zelf uitnemend en te loven. We zouden niet gaarne zien, dat dit besef eenigermate verzwakte, want èn de mannen der Scheiding èn die der Doleantie hebben door eigen pynlyke ervaring geleerd met grooten nadruk het recht der plaatselijke Kerken naar voren geschoven, en we doen wel, indien we in dit ons aangewezen spoor blijven wandelen. Loslaten daarvan zou ontrouw zijn aan de door ons beleden beginselen. Maar die plaatselijke kerk staat vrijwillig in verband met andere kerken en hieruit vloeit voort de roeping om deze verhouding te eerbie digen. De eene kerk heeft geen heerschappij, niet de geringste over een andere kerk, maar wel hebben al de kerken de verplichting om op elkander toe te zien tot opscherping der liefde en der goede werken. Zij steunen elkander in den strijd, welken zij voeren en staan elkander bij, wanneer dit noodig is. Van tijd tot tijd komen de kerken, die dicht bij elkander zijn, samen om gemeenschappelijk te beraadslagen en af te doen wat op deze of geene kerkeraads- vergadering niet tot een behoorlijk einde ge bracht kan worden. Wanneer nu een dezer kerken vacant wordt, dan blijft die kerk al haar rechten behouden. Zy verliest er geen enkele. De kerkeraad blijft ook nu het eenige bestuur, dat die gemeente heeft. Hij behandelt evenals voorheen alle zaken, welke betrekking op zyn kerk hebben. Hij komt niet onder voogdij, alsof hij door het vertrek van den predikant onmondig was ge worden. Dit weet ieder, die het abc van 't Gereformeerd kerkrecht kent. De Classis wijst echter een Consulent aan, na in den regel vooraf de betrokken kerk gehoord te hebben, of zjj soms ook reeds een der predikanten op 't oog heeft, en is dit het geval, dan volgt de classis gewoonlijk en verklaart, dat de door de kerk genoemde de Consulent zal zijn. Waar toe geschiedt de aanwijzing van een Consulent Door hem ziet de classis toe, of de vacante kerk in haar beroepingswerk zich houdt aan de bepalingen, welke in de Geref. kerken gelden. De kerkeraad blijft geheel vrij in de keuze, wie hy beroepen wil. Daarover heeft de classis niets te zeggen en daarmede bemoeit zy zich dan ook in 't geheel niet. Dat is niet haar zaak. Zjj draagt daarvoor dan ook geen ver antwoordelijkheid. Zy waakt enkel, dat de beroeping eerlijk en met orde gebeurt Het loopt dan ook steeds by'na zonder eenige moei lijkheid. Dat het echter noodig is, komt eens een enkele maal zeer duidelijk aan 't licht. Zoo b.v. in een van de Geref. kerken eenige jaren geleden, waar men iemand beriep, die voor dien tijd niet tot een onzer kerken be hoorde en die zelfs in geen enkele der vele kerken van ons vaderland predikant was. Die kerkeraad examineerde dien persoon en ontving hem als de dienaar des Woords voor zyn ge meente. De bedoelde werd er bevestigd door een predikant, die niet tot de Geref. kerken behoorde en aanvaardde er zyn werk. De classis vergaderde enkele weken later en daar verscheen ook die predikant met een ouderling als afgevaardigden. Zy wilde aan den ouder ling zitting geven, maar aan den predikant niet. De gevolgen zyn treurig geweest, want die kerk is geheel buiten het verband met onze kerken getreden. Dit voorbeeld is voldoende om zeer helder uit te laten komen, hoe noodig het is, dat de classis waakt tegen elke afwy- king van de kerkelijke paden. Bovendien kan het voorkomen, dat zulk een kerk voorlichting over een of ander punt van noode heeft en zy -weet dan meteen, tot wien zy zich wenden kan. Het kort verslag van de Classis Axel gaf me aanleiding om hierover te schryven. De kerk van Ter Neuzen is vacant geworden en nu staat er, dat zy geen Consulent vroeg. Wil dat zeggen, dat zy in 't geheel geen Consulent be geerde te hebben meende zy, dat het voor haar niet noodig was, had zy bezwaren om den Consulent op aanwijzing van de Classis te ont vangen Yragenwelke opkomen kunnenmaar wie geeft er een antwoord op. De Classis, zoo luidt het dan verder, wyst een der predikanten aan. Dit is duidelijk en ook in orde. Maar de aangewezene bedankt. Had deze wettige redenen om zich aan het besluit der Classis niet te onderwerpen Er wordt niets van ge zegd. Vervolgens worden al de aanwezige predikanten aangewezen en allen bedanken. Wat wil toch dit zyn Dan staat er, dat de kerk van T. geen Consulent ontvangt. Is dit nu in orde Of is dit een zakelijke berisping voor de kerk, die geen Consulent vraagt En is de bedoeling daarvan, om aan die kerk het beroepen byna onmogelijk te maken. We laten het by vragen. Tot oordeelen toch zyn we niet bevoegd, omdat zulke mededeelin- gen uiteraard kort zyn. Doch we meenen, dat als de Classis oordeelt ze publiek te moeten maken, het niet ondienstig was er een nadere toe lichting by te geven. Zooals ze er nu staan, geven zy tot allerlei vragen aanleiding en wel tot zulke vragen, welke licht ernstige beden kingen opwekken. Wanneer we afgaan kunnen, en dit zal wel, op het korte verslag, dan wringt er iets en is dit zoo, dan achten we het van belang om zoo spoedig mogelijk den eenigen weg te zoeken, langs welken althans kerkelyk deze zaak in 't goede spoor kan komen. Het spy't me nog altyd, dat de verschillende deelen van ons gewest niet op denzelfden dag samenkomen om in 't voorjaar den Heere te bidden om den wasdom en in 't najaar Hem te danken voor den oogst. Daar ligt iets in, wanneer we weten, dat al de kerken voor een bepaald doel vergaderen, ook al schryven we daaraan geen overdreven waarde toe. Het is my bekend, dat de verschillende toestanden op ons eiland er toe meegewerkt hebben om het te maken zooals het thans is. Walcheren heeft zich nog altyd gehouden aan de historische Woensdagen en daar zyn ook nu nog geen overwegende redenen om daarin veranderingen te brengen. De dorpen houden overigens in verreweg het grootste deel van Zeeland deze dagen in eere. De gemeente geeft gehoor aan de roepstem en vult haar bedehuis. Oud en jong, ryk en arm verschijnen voor Gods aangezicht en pryzen Zyn grooten Naam. Ook hier zal het wel zyn, dat het niet al goud is, wat blinkt, maar we be schouwen het toch als een voorrecht dat het platteland van ons gewest nog geniet. In de steden valt er in dit opzicht niet te roemen. Er zyn jaren geweest, waarin het veel beter was. De dreigende gevaren, welke de uitge broken wereldbrand ook voor ons medebracht, hebben wel eenige gunstige verandering be werkt, maar toch niet in die mate, als billijk verwacht mocht worden. Het besef van af han- kelykheid is wel verlevendigd, maar of het nog aan het toenemen is, zou ik niet durven zeggen. Aan stof tot danken ontbreekt het anders niet. We wonen nog rustig in het eigen land, terwijl duizenden uit eigen omgeving verdreven en van have en goed beroofd in den vreemde dolen. Wy zitten nog aan eigen tafel, welke ofschoon de levensmiddelen duurder geworden zyn, nog voorzien is van de gaven, welke ons onder den zegen des Heeren voeden kunnen. W y behoeven nog niet te gaan naar magazijnen, waar de algemeene liefdadigheid kleedingstuk- ken uitreikt aan allen, die zelf niet meer koopen kunnen. Onze akkers droegen vrucht en de landbouwer maakt een goed jaar. Bedreigde hier en daar ziekte ons vee, over 't algemeen leverde onze veestapel veel op. Lijden sommige bedryven schade door de onzekerheid welke

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1915 | | pagina 1