Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland. 29e Jaargang. Vrijdag 7 Mei 1915 No, 19, UIT HET WOORD, Redacteuren Ds. L. BOUMA te Middelburg en Ds. G. F. KERKHOF te Oost-Souburg. Vaste Medewerkers: O.D. R. J. v. d. VEEN, J. D. WIELENGA, F. J. v. d. ENDE, A. D. C. KOK, J. H. LAMMERTSMA, L. v. LOON, D. POL en F. W. J. WOLF. Abonnementsprijsfranco aan huis per half jaar 70 cent. uitgaye van de PERSVEREEN1GING ZEEUWSCHE KERKBODE. Adres van de Administratie: A D. LITTÜÖIJ Az. Middelburg. DEZELFDE. Het groote verlossingswerk van onzen Heere Jezus Christus valt in twee deelen uiteen. Het ééne deel is hetgeen Hij wrocht in den staat der vernedering. Het andere wat als vrucht van den staat der verhoo ging is te beschouwen. Deze twee deelen van Christus' werk zijn nu intusschen wel te onderscheiden, maar geenszins te scheiden. Vernedering en verhooging hangen ten nauwste samen, hooren bij elkaar, 't Geen onze Heere in den staat zijner vernedering tot stand bracht, zou zonder effect gebleven zijn, indien er de verhooging niet op ware ge volgd. En omgekeerd de verhooging ontleent haar groote beteekenis juist aan de vernedering, die er aan voorafging. Gedurig wordt in de Heilige Schrift op dezen samenhang de aandacht gevestigd. Zóó ook door den apostel Paulus in boven staand woord uit den Efezer-brief. Wel is waar is het hier niet des apostels hoofd doel, om de beide deelen van Christus' verlossingswerk in hun onderling verband in het licht te stellen. Hij spreekt van de gaven, die de verhoogde Middelaar aan zijne gemeente mededeelt. Daarbij beroept hij zich op hetgeen in Psalm 68 geschreven staat«Als Hij opgevaren is in de hoogte, heeft Hij de gevangenis gevangen genomen, en heeft den menschen gaven gegevens. Wordt in dit woord op den verhoogden Christus gedoeld? Zeer stellig, meent de apostel. Er is sprake van «opvaren«. En dat wordt gezegd van God. God «is opge varen in de hoogtes. Welnu, dat onderstelt een voorafgegaan »nederdalens. «Hij is opgevarens, wat is het dan dat Hij ook eerst is nedergedaald in de nederste dalen der aarde Die nedergedaald is, is dezelfde ook, die opgevaren is verre boven al de hemelen, opdat Hij alle dingen vervullen zous («den menschen gaven ge vendes zoo als er staat in Ps. 68). Het aangehaalde woord heeft dus wel degelijk op den Christus in zijne verhooging betrekking zóó wil Paulus zeggen. Zij het nuechter al niet de bepaalde bedoeling van den apostel om in ons motto vers de samenhang tusschen onzen Hei- lands vernedering en verhooging in het licht te stellen de gedachte aan dien samenhang ligt er wel zeer stellig aan ten grondslag. 't Is Dezelfde Heiland zegt de apostel, die nederdaalde, als die opvoer en omge keerd die opvoer, als die nederdaalde. Daarop wèl acht te geven is van de grootste beteekenis. Dat 't dezelfde Christus is, die nederdaalde en die opvoer, 't doet over de Hemelvaart juist zulk een heerlijk licht opgaan. En dat wel èn met het oog op onzen Heere zeiven èn met het oog op de gemeente, die in Hem haar Zaligmaker belijdt. Met het oog op onzen Heere zeiven. Welk een geweldige tegenstelling Jezus, zooals gij Hem ontmoet op den lijdensweg, een man van smarten, hebbende geene gedaante noch heerlijkheid, geene gestalte, dat wij Hem zouden begeerd hebben, ver acht en de onwaardigste onder de men schen èn zooals Hij daar op den veer tigsten dag na zijne opstanding triumfan- telijk omhoog stijgt, en daarna door een blinkende lijfwacht van heilige engelen omstuwd onder luide Hallelujah's de hemel zalen wordt binnengeleid. En toch dezelfde. Al dat lijden ligt nu in het verleden. De Christus kan er op terugzien als op Zijn volbrachte werk. Het keert nooit terug. De smaad, de laster en de schande. Hij heeft het alles op aarde achtergelaten. De zon is thans opgegaan. De duisternis van den nacht is gevloden. En voorgoed gevloden. Het Lam Gods want dat blijft Hij staande als geslacht, ook voor den troon daarboven maar nu verre boven het bereik der smalende Sadduceën be schuldigende Farizeën. De verrader kan Hem nu niet meer kussen, Pilatus kan Hem niet meer geeselen, Herodes niet meer be spotten. Hij is nu voor eeuwig bevrijd van den hoon der priesters en de schimp redenen van het gemeen. Dien de Heid'nen hoonden, En met doornen kroonden, Heerscht als aller Heer Dien de wereld smaadde, Dien de vloek belaadde Leeft, gekroond met eer. Dezelfde. Doch daarin juist ligt nu voor Jezus de uitnemende heerlijkheid Zijner Hemelvaart, 't Geen aan de Hemelvaart voorafgegaan was verleende inzonderheid aan deze ge beurtenis haar hooge waarde. Dank zij juist de peillooze diepte waarin Hij was afge daald, viel Hem nu een glorie ten deel, als nooit iemand anders. Daaromzóó schrijft de apostel aan de Filippenzen omdat Hij zich zóó ten diepste heeft ver nederd, heeft God Hem ook uitermate verhoogd en heeft Hem een naam gegeven, welke boven allen naam is«. Jezus heeft het ook te voren geweten, dat die kroon boven alle kronen Hem te wachten stond. Vandaar, dat wij lezen (Hebr. 12) dat Hij, voor de vreugde, Hem voorgesteld, het kruis heeft verdragen en schande veracht, en is gezeten aan de rechterhand des troons van God. Welke vreugde zou het zijn, die Immanuel zoo gewillig den kruisweg deed betreden Immers bepaaldelijk tweeërlei. Vooreerst 't welbehagen Zijns Vaders. En daarbe- nevensde vreugde van den Bruidegom voor eeuwig op 't innigst verbonden met Zijn Bruid, vleesch van Zijn vleesch en been van Zijn gebeente (Efeze 5). Die heerlijke kroon had de Christus nooit kunnen verwerven, indien niet Hij, die opvoer dezelfde ware geweest, die éérst was nedergedaald in de nederste deelen der aarde. Ja «in de nederste deelen der aarde«. Tot in het doodenrijk toe moest de Christus nederdalen tot in het uiterste zijn Vader gehoorzamende en alle gerech tigheid vervullende. Dezelfdedie tot op den bodem van dezen afgrond afdaalde, kon er uit opkomen met die heerlijkheid waarmede Christus er uit opkwam, toen Hij op den dag Zijner glorieuse opvaart uit 't Egypte dezer wereld naar het hemel- sche Kanaan overging. Onze Heere had ook zonder zoo diep af te dalen verhoogd kunnen worden. Tot tweemalen toe werd het Hem voorgesteld. Eerst door den Satan. In de verzoeking. Alle koninkrijken der aarde met hun heer lijkheid had de Christus uit de hand van den Overste dezer wereld kunnen ontvan gen. Maar Hij weigerde. Vervolgens door den Vader. Op Thabor. In de beproeving. Maar Hij bleef getrouw. De hoogste weelde was voor den Zoon, straks de hemelpoort in te gaan, als 't Hoofd zijner gemeente, en als zoodanig plaats te nemen aan de Rechterhand des Vaders. Nu buigt zich voor Hem en zal zich voor Hem buigen alle knie dergenen, die in den hemel en die op de aarde, en die onder de aarde zijn, en alle tong belijdt, en zal belijden, dat Jezus Christus de Heere is, tot heerlijkheid Gods des Vaders. Nu vallen daarboven voor Hem neder de vier dieren en de vier en twintig ouder lingen, hebbende elk citeren en gouden fiolen, zijnde vol reukwerks, welke zijn de gebeden der heiligen, en het davert door de hemelzalen: «Het Lam dat geslacht is, is waardig te ontvangen de kracht en rijk dom en wijsheid en sterkte en eer en heer lijkheid en dankzegging®. «Die nedergedaald is, is dezelfde ook, die opgevaren is, verre boven al de hemelen. Doch niet alleen met het oog op den ten hemel gevaren Heiland zeiven, maar ook met het oog op de gemeente die Hem als hun Zaligmaker belijdt, is het zulk een veelbeteekende, kostelijke waarheid, waar op ons motto-vers wijst. Christus' kerk belijdt, in Hem, die voor de oogen Zijner jongeren van de aarde ten hemel werd opgeheven, te bezitten haren Koninklijken Hoogepriester, Die in 't ware tabernakel Voor Gods aanschijn te allen tijd, Als het Hoofd van zijn gemeente Strijdend bidt en biddend strijdt. Maar hoe zou Hij dat kunnen zijn, indien Hij die opvoer niet was dezelfde die éérst was nedergedaald? Waarom is Hij onze Hoogepriester? En waarin ligt de dier baarheid van Zijne Hoogepriesterlijke be diening daar ginds in het hemelsche heilig dom Immers in Zijne offerande Immers hierin, dat Hij met Zijn eigen bloed is ingegaan, een eeuwige verlossing teweeg gebracht hebbende Maar waaraan her innert dat? Waaraan anders dan aan Gol gotha, aan »de nederste deelen der aarde De verhoogde Heiland behield de lid- teekenen van zijn doorboorde handen en voeten en zijn doorstoken zijde. «Zij zullen zien in welken zij gestoken hebbenDie lidteekenen zijn Zijn zegeteekenen't Is het Lam staande als geslacht, voor het welk de gezaligden hunne kronen neder- werpen. Juist dat Hij, ook voor het aangezicht Zijns Vaders het geslachte Lam is en blijft, daarin ligt de kracht Zijner voorbede 1 De pleitgrond immers dier voorbede ligt in het bloed der verzoening door Hem gestort. Christus' kerk belijdt, en zij ervaart het, zij heeft het door de eeuwen heen ervaren, dat de verhoogde Heiland »gaven genomen heeft, om uit te deelen onder de menschen®. Maar hoe kon Hij die gaven nemen Wat gaf Hem het recht die gaven te nemen? Immers zijn voorafgegaan «nederdalen tot in de nederste deelen der aarde®. In dien weg heeft Hij die gaven verworven, heeft Hij den Heiligen Geest verworven, die, uitgestort op den Pinksterdag, in Zijnen en des Vaders Naam, de hemelsche gaven uitdeelt. Vergeving der zonden. Aanneming tot kinderen Gods. Heiligmaking. Eeuwige victorie «Ik ga heen om u plaats te bereiden Plaats «in het huis mijns Vaders met de vele woningen®. Zoo vertroostte de Hei land de ontroerde harten Zijner jongeren. Maar hoe was het mogelijk, dat de ver hoogde Zone Gods in de woningen des lichts plaats bereiden zou voor doemwaar dige schepselen Het antwoord luidt«Nu ditHij is opgevarenwat is het dan dat Hij ook eerst is nedergedaald in de nederste deelen der aarde. Die nedergedaald is, is dezelfde ook, die opgevaren is verre boven al de hemelen, opdat Hij alle dingen ver vullen zou®. Ten slotte. De gemeente wacht haren verhoogden Koning weder van den hemel. Zonder verschrikking I Waarom zonder verschrikking? Is Hij dan niet de Heilige Gods Zonder twijfel dat is Hij. En wij zijn bevlekte zondaren. Maar Hij, die we van boven verwachten ach, te weinig met reikhalzend verlangen is even de zelfde, die zich te voren om onzentwille voor Gods gericht gesteld, en al den vloek van ons weggenomen heeft die is «neder gedaald in de nederste deelen der aarde®. Daarom zien we «met opgerichten hoofde® Zijn komst tegemoet. Heerlijke Hemelvaart derhalve. Heerlijk in de hoogste mate voor Hem, dien ge daar met de zegenende handen uitgebreid ziet opstijgen van den Olijfberg. Bron van ver troosting voor allen, die in Hem eeren het middenpunt van hun verlangen Waarom zoo heerlijk en zoo troostrijk In ons motto-vers ligt de sleutel, die u het geheim leert verstaan «Die nedergedaald is, is dezelfde ook, die opgevaren is boven al de hemelen®. Kok. KERKELIJK LETEJT. Vooruit. Afzonderlijke nummers 3 cent. Advertentieprijs 1—5 regels 30 centiedere regel meer 5 cent Familieberichten 10 cent per regel. Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot uiterlijk Vrijdagmorgen te zenden aan den Drukker A. D. LITTOOIJ Az., Middelburg. (Hemelvaartsoverdenking.) Die nedergedaald is, is dezelfde ook, die opgevaren is verre boven al de hemelen. Efeze 4 10. Vele zfjn de zegeningen, welke we als volk nog genieten. Gebeurtenissen, welke heel de wereld in spanning houden, werpen ook don kere schaduwen over onze erve en het zou niet moeielfjk z\jn om verschillende aan te wijzen, en we kunnen verstaan dat menigeen daarover klaagt, maar de eigenlijke rampen van den oorlog bleven buiten onze grenzen en we mogen dit wel op hoogen prijs stellen. Voor de Geref. kerken in ons vaderland is er nog arbeid te over en we mogen het waar- deeren, dat deze arbeid nog geregeld voortgang kan hebben. Er heerscht over 't geheel een zeldzame eenstemmigheid en vandaar dat er een goede samenwerking gevonden wordt. Scheen het eenigen tijd geleden, dat een andere ziens wijze over de Zending in onze Bezittingen die

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1915 | | pagina 1