Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland 29e Jaargang. Vrijdag 8 Januari 1915. No 2, UIT HET WOORD, RedacteurenDs. L. BOUMA te Middelburg en Ds. G. F. KERKHOF te Oost-Souburg. Vaste MedewerkersD.D. R. J. v. d. VEEN, J. 0. WIELENGA, CHR. BRÜINS, F. J. v. d. ENOE, A. D. C. KOK, J. H. LAMMERTSMA, L. v. LOON, 0. POL en F. W. J. WOLF. Abonnementsprijs: franco aan huis per half jaar 70 cent. UITGAYE YAN DE PERSVEREENIGING ZEEUWSCHE KERKBODE. Adres Yan de AdministratieA D. UTTOOIJ Az. Middelburg. DE ZEGEN VAN JEHOVAH. (Nieuwjaar). De inhoud van den zegen, dien Jehovah Aaron en zijne zonen beveelt, te zullen leggen op Zijn volk, is bodemloos diep. Enkele gedachten nemen we er uit, nu we met de lezers van onze Kerkbode een nieuw jaar zijn ingetreden. In dezen zegen zijn drie leden. Driemaal ook wordt daarin den naam van Jehovah of HEERE genoemd, en driemaal wordt, in verschillende, alle heerlijke bewoordin gen, heil aan Gods volk toegezegd. Wèl is hij drievuldig. Het eerste lid»de Heere zegene u, en behoede ubevat, behalve den alge- meenen grondslag, tegelijk ook de eerste bijzondere toezegging van zegening. De bron van heil wordt eerst aange wezen. Die bron is Jehovah. Hij is God, de Fontein aller goeden. Van Hem dalen alle goede gaven en alle volmaakte giften neder. Geen goed valt iemand ten deel, of het komt van Hem. Maar die God, die de rijke bronader is van alle zege ningen, en die zich aan niemand onbe tuigd laat, staat in gansch bijzondere be trekking tot Zijn volk. Voor het volk Zijner verkiezing is Hij Jehovah, de trouwe Bonds-God, onveranderlijk Dezelfde. De tijden mogen veranderen en de omstan digheden wijzigen, maar Hij is en blijft voor Zijn volk in Zijne liefde en genade Dezelfde. Van Hem, de »Ik-zal-zijn, dien- lk-zijn-zal", moet alle zegen komen voor Zijn volk, ook bij het begin van een nieuwen jaarkring. Zijn zegen bestaat in Zijn gunstin vaderlijke toegenegenheid voor zijn lieve kinderen en erfgenamen. Hij zendt en geeft, wat goed voor hen is, naar lichaam en ziel. Hij zegt hun toe de vrucht van veld en geboomte en de vrucht van allerlei arbeid. Hij schenkt gezondheid en levens- bestaan. Hij geeft schapen en runderen, zilver en goud. Hij onthoudt ook, wat niet goed is voor het geestelijk leven der zijnen. Vandaar, dat Hij ook komt met velerhande ellende en kruis, tegenspoed en smart. En Hij doet alle dingen hoe raadselachtig het soms ook schijne medewerken ten goede, zoodat de innigste, diepste begeerte der ziel wordt»nader, mijn God 1 tot U, U naderbij 1" Soms is er vreeze in het twijfelmoedige hart. Zijn we Gods gunst deelachtig en bestaat deze voor ons in voorspoed, dan jaagt menigmaal de vrees de blijdschap uit het hart. Het is alles hier beneden immers slechts voor een zeer korten tijd alle aardsche bezitting is wisselvallig, ook het leven en de gezondheid en den welstand, 's Werelds goed is eb en vloed. Blosjes op de wangen zijn teer als pas ontloken roosjes. Gezondheid is broos als eene dunne glasruit. Heel 't menschelijk leven hangt aan een zijden draad. Meer dan eens wordt het bewaarheidheden rood, morgen dood". En bestaat de gunst des Heeren in tegenspoed, in eenig verborgen of eenig openbaar zwaar kruis, dan dreigt het gevaar, dat Gods kinderen onder den looden last van het lijden bijna zullen bezwijken. Maar op de vraag, met ang stig kloppend hart soms gedaanWie zal mij bewaren geeft de zegen van Aaron een antwoord. Uit den troon Gods is een woord Gods voortgekomen, dat door den mond van Aaron en zijne zonen als god delijke toezegging aan 's Heeren volk moet worden overgebracht, tot waarborg voor bewaring»de Heere behoede uHij, die nooit sluimert als de vijand loert, be waart de Zijnen voor alle kwaad als de appel Zijner oogen. In het tweede lid van dezen drievuldi- gen zegen»de Heere doe Zijn aangezicht over u lichten, en zij u genadiggaat het licht van het aangezicht van Jehovah op over Zijn uitverkoren bondsvolk, 's Heeren aangezicht duidt zijn zegenende tegenwoordigheid aan. In de Oud-Tes- tamentische bedeeling is die bijzondere tegenwoordigheid des Hoeren kenbaar ge worden in den Engel van Gods aangezicht, den ongeschapen Bonds-Engel. Onder het Nieuwe Testament heeft Jehova zijn zege nend aangezicht laten zien in onzen Heere Jezus Christus, in Wien al de volheid Gods lichamelijk woont, God, geopenbaard in het vleesch. Het aangezicht Gods, in gunst tot Zijn volk gewend, brengt heil en verlossing. Het brengt voor een volk, dat uit zich- zelven in duisternis wandelt, den zegen van het lichten voor zondaren, die in den nacht van druk verkeeren, den zegen van bevrijding. Licht verdrijft de duis ternis, den nacht van schuld en zonde. In het licht komt er leven en vreugde en zalig genot. O hoe velen beginnen niet een nieuwe jaarkring in duisternis, door hun schuld en zonde te vermenigvuldigen. In de wereld is brooddronkenheid en gemeen heid, vooral bij de intrede des jaars, aan de orde van den dag. Maar helaas, ook in den kring des verbonds wordt niet overal een nieuw jaar begonnen, zooals het in overeenstemming is met de heilig heid Gods. Er zijn er, die reeds aan den eersten avond van het nieuwe jaar den zegen des Heeren niet meer met een zuiver geweten kunnen afbidden, omdat hun ge weten hen beklaagt, dat de inzet verkeerd is geweest. Zelfs bij den oprecht geloo- vige, die de vreeze des Heeren stelt als het beginsel der wijsheid, is ook zóó veel schuld, zóó ontzettend veel schuld. Hij begint menigmaal in kleingeloof, en laat in eigen hart en huis nog zóó veel toe, wat onbestaanbaar is met eene innige liefde tot den dienst van den rechtvaar digen en heiligen God. Wie onder Gods kinderen buigt hier niet het hoofd, over tuigd van de veelheid van schuld. Maar hoortdaar wordt met luide stem in den naam des Heeren de toezegging gedaan »de Heere zij u genadig 1" Deze goddelijke verzekering van genade is het antwoord op de biddende vraag in de binnenkamer, die de teedere zielen altoos weer van ontroering doet trillen shoe kom ik tot de wetenschap, dat mijne zonden mij zijn vergeven". O hoort het daarom als uit den mond Godshoort het tot uwe groote blijdschaper is verzoe ning van schulder is vergeving van zondener is verlossing uit een nacht van donkerheid en ellende. De zegen, die de priesterschap van Aaron uitspreekt, brengt de blijde boodschap God is een genadig God. Hij buigt zich tot schuldige zondaren neder, door tusschenkomst van den schaduwachtige Middelaar, en rekent in den waren Middelaar Zijne verkorenen de zonden niet toe. Het derde en laatste lid van dezen drie- vuldigen zegen: »De Heere verheffe Zijn aangezicht over u, en geve u vredeis niet het minst heerlijke. Sommige hebben daarin niet meer gezien dan eene matte 'herhaling van de eerste twee leden van deze zegenspreuk, hoogstens eene bekrach tiging, zonder meer. Maar dit derde lid is juist eene noodzakelijke toevoeging, niet van gelijke kracht als het onmiddelijk voorafgaande, doch de onmisbare bevestiging daarvan, opdat Gods kinderen de volheid van zegening zouden zien, door den Heere hun toegezegd. Er is eerst sprake van een lichten van Gods aangezicht; hier van een verheffen. 't Is een natuurbeeld, ontleend aan het opgaan van de zon. Wanneer de zon aan de kimmen verrijst, dan breekt de mor genstond aan. De nacht vlucht weg. De natuur ontwaakt, en de gansche schepsel begint te juichenalles wordt opgewekt om den Heere te loven. Maar straks klimt de zon al hooger en hooger, en naarmate de zon zich verheftstijgt ook de invloed van het licht op de duisternis. Eindelijk staat ze in het zenith. Nu triomfeert ten volle licht en leven en blijdschap over donkerheid en doodschheid en droefenis. Zóó bezien, is deze derde toezegging de heerlijke verzekering van de volheidde rijke volheid van heil, die God in dien Middelaar, die in gehoorzaamheid is vol maakt, aan de zijnen wil geven. Indien het aangezicht van den getrouwen God des Verbonds zich in dit nieuwe jaarver- heft over Zijne bondelingen, dan komen deze te staan in de volheid van de zicht bare tegenwoordigheid des Heeren, en druipt het al van zegen. Dan is de hemel wijd voor hen geopend, en komt van boven, van den Vader der lichten, een stroom van licht, en daarmede een stroom van heil. Het licht, dat uit de volheid van het wezen Gods Zijne kinderen toestroomt, werkt heiligend op hun leven in. Daar door komt er een heerlijke vrede in hun hart. Wie God niet heeft in zijn persoon lijk leven, derft den vrede. Deze ontvangt ook weer dit levensjaar, maar erkent in de verlenging van zijn tijd, den tijd der genade, niet Gods gave. Hij heeft geen vrede met God, en daarom geen vrede met den naasten, en met zijn eigen con sciëntie. Maar nu spreekt de drie-vuldi- gen zegen van Jehovah aan het slot van een vrede in hoogsten aanleg, die de we reld niet kent, maar die Gods kinderen alle deelachtig zullen worden. God heeft in gunst Zijn aangezicht tot hen gewend, en laat zich aan hen zien in de volheid, waarmee Hij zich geopenbaard heeft, nu, onder den nieuwen dag, in Christus Jezus, die gisteren en heden Dezelfde is, en tot in eeuwigheid. Die Hem kent en dient, heeft vrede, vrede met God, vrede met zijn mede-mensch, vrede met zichzelven, en die bidt voor anderenVrede zij den broederen, en liefde met geloof, van God, den Vader, en den Heere Jezus Christus". Zouden we dan nog met geloofsoog ziende in de bodemlooze diepte van den drievuldigen zegen van Jehovah, waaruit een storm van heil opwelt, angstvallig de toekomst tegenblikken Immers neen. Wie zal nu nog angstig vragenWat zal dit jaar zijn? Nachtelijke donkerheid begint zich uit te spreiden over de volke ren van Europa, maar wij staan nog, door Gods genade, in de zee van licht, die God op ons wierp. Wat we geloovig inwachten? Onder Israël wachten de geloovigen, in tabernakel of tempel vergaderd, op de toezegging van dezen onmisbaren zegen. Zij wachtten, vóór ze weer ingingen tot hunnen arbeid. Ze wachtten op de priesters, die in hunne witte gewaden zich spoedden van het brandofferaltaar naar dat deel van den voorhof, waar de schare met biddende lippen uitzag naar de opheffing van de priesterlijke handen. 't Nieuwe jaar zijn we ingetreden. Gods bevel tot Zijn knechten, om Zijn volk te zegenen, is volbracht. Ook op u, lezer en lezeres, is in Gods naam die heerlijke zegen gelegd, die volle zegen, die een wereld van heilgoederen in zich bevat. Vreest daarom niet. God schenkt, wat Hij Zijne knechten beveelt u toe te zeggen. Zijn naam isJehovah. De volle weelde van den drievuldigen zegen van Jehovah moogt ge geloovig in wachten. Hij zal zegenen, die op Hem betrouwen. Lammertsma. KERKELIJK LEVEN. Ter gedachtenis. Afzonderlijke nummers 3 cent. Advertentieprijs 1—5 regels 30 centiedere regel meer 5 cent Familieberichten 10 cent per regel. Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot uiterlijk Vrijdagmorgen te zenden aan den Drukker A. D. LITTOOIJ Az., Middelburg. De IIEERE zegene u, en behoede U De IIEERE doe Zijn aangezicht over u lichten, en zij u genadig! De HEERE verheffe Zijn aangezicht over u, en geve u vrede Numeri 6 24-26. II. Toen ds. De Jager naar Serooskerke kwam, was de toestand geheel anders dan nu. Te Serooskerke was reeds spoedig een Ckr. Geref. gemeente gekomen, waarvan de leden, behalve op dit welvarend dorp, woonden te Grijpskerke, Oostkapelle en nog andere plaatsen. Het was een bloeiende gemeente ds. De Pree had er met rijken zegen gearbeid. Ofschoon het een groote verandering was om van Friesland naar Walcheren te komen, toch heeft ds. De Jager er van meet af kunnen werken zonder veel moeite. Dit lag aan zijn karakter, dat hem met vastheid en voorzichtigheid deed arbeiden. Hij kende de geschiedenis der Afscheiding en had reeds lange jaren meegeleefd. Hij was in 't geheel geen drijver, maar zeer bezadigd in zjjn optreden. Hij begon nauwkeurig het terrein te verkennen en het duurde niet lang of hjj kende de bevolking in wier midden hij voortaan zijn levensdagen slijten zou. De gemeente was ook spoedig eigen aan hem en er heerschte een aangename verstandhouding. Voor hem en zijn arbeid was het ook een groote steun, dat aan zjjn zijde stond een vrouw, welke met groote hartelijkheid de menschen tegemoet kwam. Goede jaren hebben zjj er met elkander beleefd en de arbeid droeg vrucht.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1915 | | pagina 1