de Gereformeerde Kerken in Zeeland.
Weekblad
voor
önrg.
]L
Onder Redactie vanDs. L. BOUMA, Ds. J. HULSEBOS en Ds. A. LITTOOIJ.
to
scht,
len.
UIT HET WOORD.
I
Vrijdag 14 October 1904.
2e Jaargang.
I
s.
Drukker-Uitgever
VAK IA.
tijfc
É0
irig
Hu-
BUS
iad-
ken
ede
RA-
IJ,
tterdam
r.
Litta
d. Kat
K. V6
iet Lee
Biets®
d. Bt
J. The
1. Muli
Met medewerking van onderscheidene Predikanten.
D. LITTOOIJ Az.
ABONNEMENTSPRIJS
per half jaar franco per post
PRIJS DER .ADVERTENTIEN
L
Een Nationaal Historische Partij.
Predikanten-overvloed
II.
Praatzucht.
A.
iring d
)or het
genomen
Anker
Hulsebos.
ittige
wolle.
Littooij.
reeds
5 Oei.
□mpl.
ireed.
enen,
gratis
b. be-
i gelden
tot 4%
JRGE1
’edaal, i
nu vos
de Jo
I. Cam
inerted
D.
ds. He
ler Lee
V Lam
ipred.
I. Dom
H. E,f.
al als
nder-
1,80.
1,80.
nen te
terug-
-- .1
I
L
MIDDELS^TG.
Enkele nummers
i hoogt
feleid.
erkorgt
nt en al
van 15 regels 30 eent, iedere regel meer 5 cent.
FAMILIEBERICHTEN van 1—5 regels 50 cent, iedere
regel meer 10 cent.
L. Bot
I
f
De eonservatief-liberalen willen, door ver-
eeniging, eene nationaal historische party aan
zijn geven. Uit Middelburg behooren tot hen
die daartoe pogingen in het werk stellen de
heeren Snouek Hurgronje, Mr. Hëuft en Zip.
Chn’sh'lifft-nationaal historisch treedt ons te
genwoordig Ministerie, naar eigen qualificatie
op. Daar zal deze aloude, thans weggesmolten
nieuwe party, inplaats van er zich by aan te
sluiten en het te steunen, tegen verzetten. Het
blykt uit de kenschetsing van deze oude-nieuwe
party waarom zy met ons Ministerie kan noch
wil optrekken, ’t is het woord Christelijk dat
het kenmerkend onderscheid aangeeft, en haar
dus in den weg staat. De Christelijke begin
selen heeft zy overboord geworpen en blijft
zy wraken. Daarvan verwacht zy geen heil
voor land en volk.
Toch is het waar, dat het Christendom en
zijne beginselen ons van.het Heidendom ver
lost, ons beschaafd, gelukkig, machtig en rijk
gemaakt heeftalsmede, dat, zoo menigmaal ons
volk het den rug toe keerde, de revolutie den
kop opstak en ons volk en land in de diepste
ellende dompelde.
Echt en vreugdevol historisch zyn wy dus,
wanneer wy Christelijk natianaal historisch
optreden en leven.
Als wy slechts nationaal historisch zyn dan
behooren wy tot het geslacht dat Christus, den
Christus der Schriften bande uit Kerk en School,
ja uit het leven in al zyne geleidingen. Het
eigen geslacht zyn wij dan waaruit het socia
listische en anarchistische volk is voortgekomen,
Gewis, dat gelooven de heeren niet die deze
oude party willen doen herleven, die pogingen
aanwenden, om ze uit haar graf te doen opstaan.
Het staat by ons vast, wy kennen er de heeren
voor, dat zy vreezen voor hun nakroost, en
dat zij daarom meenen niet geloovende
dat het hun nakroost is evenzeer tegen de
socialisten en anarchisten te moeten en te zul
len optreden als tegen de huidige Christelijke
partyen. Ze willen noch van de laatste noch
van de eerste iets weten. Ze wanen er tusschen
in te kunnen en te zullen staan. Dat zij zich
zelven hierin bedriegen is zeker.
Of wy het willen of niet willen, het is toch
zoo, dat het gaat, en hoe langer hoe meer zal
gaan, om het voor of tegen den Christus der
Schriften. Littooij.
Deze vraag is door ons de vorige week in
ontkennenden zin beantwoord. Wij meenden
daarvoor grond te vinden in het feit, dat, be
houdens enkele uitzonderingen, die er altijd
zyn geweest en die juist dienen om den regel
te bevestigen, alle candidaten, zoowel van de
Theol. School als van de Vrye Universiteit,
eene plaats in de kerken des Heeren hebben
ingenomen of reeds eène of meerdere roepin-
gen ontvingen.
Zóó staat het dus op dit oogenblik. Maar
hoe zal het in het vervolg zyn Heeft eenmaal
vreeze het hart vervuld, dan is het niet een
berusten in den huidigen toestand, maar met
angst en bezorgdheid wordt dan het oog ge
slagen op de toekomst. Vreeze toch, is eene
gewaarwording die zich juist uitstrekt tot het
toekomende.
Daarom besloten wy de vorige maal dan ook
met de opmerking, dat thans, meer nog dan
vroeger, allerlei oorzaken er toe medewerken
om aan die vreeze haar steunpunt te ontnemen.
Immers, by de oorzaken voor predikantsver-
mindering, die er altijd geweest zyn, kunnen
in onze dagen nog anderen worden toegevoegd,
die vroeger niet zoo veelvuldig voorkwamen.
Onder de oorzaken, die er altyd geweest zyn,
noemen wy in de eerste plaats de onverbidde
lijke dood, die ieder jaar een zeker aantal pre
dikanten wegneemt, zonder er naar te vragen
of de krone der grysheid hen siert, dan wel
of zy nog zyn in den bloei van hun leven,
gelyk onlangs onze studievriend, wylen Ds.
Haan, die door den Heere werd weggenomen
in de volle kracht van het leven. Voorts is
er altyd een jaarlyksch, meer of minder groot,
aantal Dienaren des Woords geweest, die, na
een welbesteed leven, tot een welverdiende rust
overgingen en emeritus werden. Gewoonlyk
op hoogen leeftijd, want het vorige geslacht
was veel sterker en taaier dan het tegenwoor
dige. Aan emeritaat werd niet gedacht vóórdat
zy afgeleefd en totaal „op” waren. Of het
meestal kleine tractament, waarop zy meer te
kort gekomen waren, dan dat zy er van hadden
kunnen wegleggen „voor den ouden dag”, als
mede het uitzicht op een klein emeritaats-geld
hierop niet mede van invloed waren, kan hier
buiten bespreking blyven. En ten slotte zyn
er altyd predikanten geweest die het moeder
land vaarwel zeiden, om in andere landen den-
zelfden Jezus en Dien gekruist den volken te
prediken.
Doch by deze drie oorzaken, die er altyd
geweest zyn, kunnen nu nog vier anderen ge
noemd worden, die in onzen tyd veelvuldiger
voorkomen dan wel ooit te voren.
Zoo is in onzen gejaagden en zenuwachtigen
tijd onrustbarend toegenomen het getal der
predikanten, dien, velen zelfs op zeer jeugdigen
leeftyd, gedwongen worden rust te nemen. Meer
dan vroeger gaan er thans predikanten over
tot een anderen staat des levensnu moge de
vraagof zy desalniettemin hun predicaten
en rechten behouden, verschillend beantwoord
worden, zooveel is zeker, de gemeenten die zy
dienden, roepen een ander tot Herder en Leeraar.
En dan, hoe droef is in onzen tyd het ver
schijnsel, waar, helaas maar al te dikwerf, tot
de kerken het treurig bericht komt, dat nu
deze, dan weer gene broeder in zyne bediening
geschorst is. En eindelyk meer bepaald
eene nieuwigheid van den laatsten tyd
voortdurend leest men tegenwoordig van een
Dienaar des Woords, die om de eene of andere
oorzaak van zyne gemeente is „losgemaakt”.
Nog een oorzaak van predikantsvermindering
zouden wjj kunnen noemen. Zy is in zeer by-
zonderen zin aan onzen tijd eigen. Wy achten
haar een gelukkig verschijnsel. Jaren lang
De heer Schaper (socialist) die ongedacht,
dus, toen andere afgevaardigden der Tweede
Kamer het nog niet hadden nagegaan, en het
daarom niet konden tegenspreken, met de be
wering voor den dag kwam, dat de mannen,
die het Ministerie steunen, blijkens de Han
delingen evenveel gesproken dus tyd in beslag
hebben als de socialisten met de
mannen der linkerzijde, was hy onwaar. In
het Dagblad „De Nederlander” werd dit deze
week met de cijfers aangetoond. Het bleek dat
men vermoed hn-A de cee.ol.olusn
leeuwenaandeel namen. Zy gebruiken den na-
tionalen tyd om propaganda te maken en zy
rooven het Ministerie den tijd, zoo noodig, om
voort te arbeiden. Ze kunnen daarenboven dan
later zeggen, dat er weinig tot stand geko
men is.
Op allerlei manier trachten zij met de libe-
ralisten de doorwerking en de toepassing van
het Christelijk beginsel te beletten.
Littooij.
GEENE VUILE REDE.
Geene vuile rede ga uit uwen mond,
maar zoo er eenige goede rede is tot nut
tige stichting, opdat zij genade geve dien,
die ze hooren.
Efeze 4 29.
Te midden van velerlei vermaningen, die de
Apostel tot de Efezische geloovigen richt, komt
ook deze voor, die gaat over het woord, dat
wordt gesproken, over hetgeen ten monde uit
gaat.
OP allerlei wijze openbaarde zich onder het
heidendom de dienst der zonde. Op een be-
I langryk punt vestigt hier de apostel de aan-
dacht. Ja met den mond en met de woorden
wordt veel gezondigd, Met den mond en het
woord wordt God onteerd, zijn gebod gemin-
I acht, de naaste gesmaad, en daardoor uit zich
F ook de onreinheid des harten. Zoo was het toen
I en zoo is het ook nu, onder het oude en onder
I het nieuwere heidendom, in beschaafde of min-
i der beschaafde taal.
En in het nieuwe leven, dat door Christus is,
uit den Heiligen Geest, moet de zonde ook op
I dit gebied worden bestreden en afgelegd, ter-
L wyl hart en mond den Heere worden gehei-
|rligd. De geloovigen worden vermaand, ook
j hier den ouden zuurdeesum uit te zuiveren, en
te betrachten, in des Heeren mogendheid, wat
Hem behaagt, terwyl tevens gewezen wordt op
de vruchten van de gerechtigheid en hare be-
I oefeningstichting van den naaste en eene
I weldaad of genade voor degenen, die het ge-
I sprokene hooren. Te ernstiger is deze verma
ning ter harte te nemen, aangezien er gevaar
I is, deze openbaring der zonde geringer te
I achten, als eene die zich in daden toont, en
daarom haar ook met minder ernst te bestry-
den. Gods Woord acht de zonde, met tong en
lippen bedreven, niet gering. In psalmen en
spreuken worden Wij er tegen gewaarschuwd.
De Heere Jezus leert ons, dat niet, wat ten
monde ingaat, maar hetgeen ten monde uit
gaat, den menseh verontreinigt. En Hij zegt,
dat uit het hart des menschen voortkomen
(allereerst in gedachten en woorden)booze be
denkingen, doodslagen, overspelen, hoereryen,
dieveryen, valsche getuigenissen, lasteringen.
En de Apostel maant ook elders van deze zonde
af en roept tot betrachting der gerechtigheid,
als hy zegt: Uw woord zy te allen tyde in
aangenaamheid, met zout besprengd, opdat gij
moogt weten, hoe gy een iegelyk moet ant
woorden, terwyl Jacobus, de tong noemteen
onbedwingelijk kwaad, een doodeljjk venijn.
Het apostolisch getuigenis roept, om juist
daartegenover in ’s Heeren kracht te beden
ken en na te jagen, al wat liefelyk is en wel
luidt.
Neen, aan de zonde met het woord mag
geene rust worden gelaten, alzoo moet de hei
ligmaking worden volbracht in de vreeze Gods.
Geene vuile rede ga uit uwen mond. Hier
mede wordt vooral bedoeld hetgeen onkuisch,
onrein, ontuchtig is. Vuil is, hetgeen door be
derf, door verrotting walgelijk is, ontreinigt
en bederft, al wat er mede in aanraking komt.
Onkuisehe taal, onreine woorden, toespelingen,
dubbelzinnigheden toonen aan de oppervlakte,
wat er in de diepte woelt en werkt, hoe het
hart in ontuchtigheden leeft en daarin, een
welbehagen heeft. Gy ziet, dat betreft het hart,
het middelpunt, van waar zijn de uitgangen
des levens. In de bekeering tot God wordt het
hart vernieuwd, daar dan ook, in het hart, moe
ten de zonden worden aangetast en bestreden.
l Het geldt hier dus eene levenszaak. En als die
rvuile rede wordt bestreden, is het, opdat de
onreinheid des harten worde betreurd en be-
streden, waaruit die vuile rede voortkomt.
Diep heeft de zonde hare wortelen geslagen in
De Drankwet.
Deze is gelukkig nu aangenomen en dus
van de baan. Het heeft den Minister van Bin-
nelandsche Zaken wat gekost om het zoover
te krygen. De onthoudersvereenigingen ging
ze niet ver genoeg. Anderen, ook vele Kamer
leden, ging ze te ver. Ze beperkte te zeer de
vrijheid. De heer van Houten wilde een ge
heel ander stelsel van bestryding der drank-
zonde. De Minister bouwde voort op en breidde
uit eene vroegere aangenomen wet.
Er was met den Minister daarenboven te
handelen. Zyn Excellentie gaf de Tweede Ka
mer toe voor zoover dat mogelyk was. Nadat
te hebben gedaan, kwam de beschuldiging, dat
Z.Excellentie geen voet by stuk hield. De po
litiek was in het spelDaarom deugde het èn
zoo èn zoo niet. Het mocht en kon niet deu
gen, want deze Minister vooral moet onmoge-
lyk worden gemaakt. De regel zal meer en
meer moeten worden, nu gemeenschappelijk
overleg, vanwege het partybelang ónmogelijk
blykt wel te doen, niet om te zien, en door
te zetten. De geheime verkoop van sterken
drank in bierhuizen enz. zal door de nu aan-
genome wet voornamelijk onmogelyk worden
gemaakt. Terecht zeide de Minister deze week
in de Eerste Kamer dat deze clandestiene (de
geheime) verkoop overtreding van de wet, mits
dien zonde tegen de Overheid, en alzoo zonde
tegen God is.
De Minister noemt de kinderen by den naam.
Z.Excellentie doet uitkomen dat wy met God
in rekening staan, dat het gezag der Over
heid van Hem afdaalt en dat om Zynentwil
het kwaad gestuit, gestraft en uitgeroeid moet
worden. De vreeze des Heeren is het beginsel
der wijsheid.
Gelukkig het land, welks Overheid het volk
tot den eenigen waren God tracht terug te
brengen
70 cent.
3 cent.
het menschelyk hart. Maar Gods volk zal ooklee-
ren, iedere zonde vyand te zyn. En daarom zal
ook dit kwaad moeten worden bestreden, dat
zooveel schade doet aan eigene ziel en aan
den naaste. Elke neiging, elke trek tot dit
kwaad moet worden tegengegaan. De booze is
zoo listig. Ook bij het bestraffen der zonde en
het waarschuwen daarvoor, is er soms zelfs
nog eene neiging, om dit te doen in sterk
sprekende bewoordingen en afschildering van
het kwaad, terwyl het beter was, dit in sobere
woorden te doen.
Maar by het uitzuiveren van zondige ge
dachten en onreine, onkuisehe woorden blyft
het niet. Neen, tong en mond moeten God
verheerlijken en de woorden moeten weldaden
en zegeningen zyn voor den naaste. Daartoe
moet de weg van zelfverloochening en
verfoeiïng en aflegging van deze zonden lei
den. Met Christus der zonden gestorven, wor
den wy ook met Hem tot het nieuwe leven
opgewekt. Heilig, heerlijk werk, al zoo in de
mogendheid des Heeren naar vernieuwing des
levens te staan, Zijn woord w»s heilig, wijs,
vol liefde. Op zyne lippen is ^en bedrog ge
weest. Christus wil U, kind Gods, zyn beeld
doen dragen. Het zal ook het onmisbaar ken
merk zyn, of wy waarlijk ten leven zijn ge
komen, zoo wy onze zonden haten en vlieden
en lust hebben tot alle gerechtigheid.
Zoo er eenige goede rede is tot nuttige
stichting. Het is alsof de apostel wil zeggen.
Dit moet uw biddend pogen, zoeken, trachten
zyn, om een goed en stichtend woord op den
rechten tyd te mogen spreken. Opdat zy ge
nade geve (opdat die rede eene genadegiftzy)
dien, die ze hooren. Voor hoe menigeen is zulk
eene rede tot eeuwigen zegen geweestO, Vol
gen wy dan in ’s Heeren kracht, door Zyn
Geest, dezen Hem zoo welbehagelyken en zoo
gezegenden weg.
I