Weekblad n de Gereformeerde Kerken in Zeeland, Onder Redactie vanOs. L. BOOMA, Ds. J. HULSEBOS en Ds. A. LITTOOIJ. voor I UIT HET WOORD. F Vrijdag 15 Juli 1904. No. 3. 2 Jaargang. VARIA. 8- ABONNEMENTSPRIJS per half jaar franco per post PRIJS DER ADVERTENT1EN Drukker-OUgeYer D. LITTOOIJ Az. ’t' -i Met medewerking van onderscheidene Predikanten. er- dau ook met van een door euwscli Kerkblai Ze ga :er A. ne lichamen tempelen jn 1“ li •g- 70 cent. 3 cent. np ge en aa rg m id- an O- l HET RICHTSNOER. Waarmede zal de jongelin’g zijn pad zuiver houden Als hij dal houdt naar Uw Woord. 3D 4. Enkele nummers iit it. >in T. irs 3n is n. N- V, N. van 15 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. FAMILIEBERICHTEN van 15 regels 50 oent, iedere regel meer 10 cent. onze er en en is, dit moet uit het Woord onzes Gods bewezen worden bewezen worden, dat Hy, de Heere, dit leert, dus ons verzekert. Eerst dan, als dat geschied is, is dit eene voor ons uitgemaakte zaak. Doch ik geloof, dat dit bewys nog niet geleverd is, en, naar ik denk, niet kan ge leverd worden. Hier komt nog bij, dat ouders, die de gees telijke en eeuwige belangen hunner kinderen recht kennen en naar eiseh op het harte dra gen en er mee tot hun VerbondsGod komen, niet genoeg hebben aan hetgeen zy, wyl zy geen hartenkenners zyn, vooronderstellen moe ten dat het aanwezig is. Inplaats van daaraan genoeg te hebben, kunnen zij niet rusten voor zy, ook in betrekking tot hunne kinderen, het weten van het zaligmakend geloof hebben ver kregen. Zy moeten weten, dat God hun God en de God huns zaad is. Die wetenschap des geloofs nu verkrygen zy in den weg des ge- beds. En hierby houde men wel in het oog, dat, hetgeen voor den Heere uitgangspunt is in het werk der zaliging, namelijk zyne verkiezende liefde, voor hen het einde van de wetenschap huns geloofs is. De Heilige Geest toch begint met er ons by te bepalen en ons te doen in zien dat onze kinderen in zonde ontvangen en uit oi>i geboren zyn, ja de verdoemenis zelve onderworpen, maar dat ze in Christus geheiligd en als kinderen Gods aangenomen zyn, en ten slotte leidt Hy dieper in het heilgeheim (jer verlossing, en doet Hy ons inzien dat het alles voortvloeit uit en vrucht is van Zyne verkiezendé liefde. Doch zullen wy het deel genootschap aan dat heil èn voor ons zei ven èn voor onze kinderen ons bewust worden, er ons van verzekerd houden en er mitsdien voor danken, dan beginnen en moeten wij beginnen, met er om te bidden, gelyk dat, naar het voor schrift in het formulier plaats heeft. Natuurlyk moet dat een ootmoedig, een ernstig, een ge- loovig gebed zyn. Alzóó te bidden is gewis ook naar de bedoeling van de Kerken, die ons dat gebed hebben overgeleverd. In dezen weg wordt het vooronderstellen verwisseld door het weten van het zaligmakend geloof, waarop den jubel der dankzegging uit ’s harten diepsten grond alleen volgen kan. Menigmaal is my gebleken MIDDELBURG. moet voorafgaan. Maar nu, dat levenspad zui ver te houden. De wereld is daar met hare verlokkingen en verleidingen, trachtende door haar schynschoon, door hare aanlokselen het pad des jongelings weder onzuiver, onrein te maken. En die wereld en die Satan hebben zulk een goede bondgenoot in de nog overge bleven verdorvenheid des vleesches, waardoor het jeugdig, vurig leven zoo lieht tot zonden wordt geprikkeld. Komt, zoo spreken de leugenachtige en ver leidende stemmen, sprekende van het Kermis vermaak „Wat steekt daar nu voor zonde in” Wij antwoorden„Wee dengene, die dien adder aan zijnen boezem koestert. Door al dat schyn schoon heen loert de zonde van dronkenschap, oneerbaarheid hoerery Weet gy niet, dat uwe des Heiligen Geest zyn Gy zijt duur gekocht, zoo verheerlijkt den God in uw lichaam en geest, welke Godes zyn Welgelukzalig hy, die niet zorgeloos den vyand ziet naderen, maar bytijds de toevlucht neemt tot den troon der genade en tot het dierbaar Woord Gods, dat ons den waren weg des geluks wyst. Zie, die behoefte ligt ook in onzen tekst ten grondslag. Dit is de verzuch ting van het godvreezend jongelingshart Waarmede zal de jongeling zyn pad zuiver hou den? Hoe ontkom ik aan de gevaren, die my omringen Zoo is de verzuchting tot God in ChristusEn het antwoord isAls hy dat houdt naar uw Woord. Daarheen wordt hy dus gewezen, daaruit zal de Heere hem onder wijzen. Hy zal hem den Heiligen Geest niet onthouden. Het Woord zonder een ootmoedig biddend hart zal niet baten. En zouder het Woord ko men de heilzoekende zielen niet op ’t rechte spoor. Het Woord zegt, dat men den Heere met het geheele hart zal zoeken. Dus geen ver deeld hart tusschen God en de wereld. Het Woord leert ons onze eigene zwakheid: „Laat my van Uwe geboden niet afdwalen.” Het Woord leert, dat Gods getuigenissen moeten worden bewaard. „Ik heb Uwe rede in mijn hart verborgen, opdat ik tegen u niet zondigen zoude.” Het Woord leert den Heere kennen in zyn dierbaarheid voor die Hem vreezen. Het leert belijden, het leert de ware vreugde en blijd schap „Ik ben vrolyker in den weg uwer ge tuigenissen, dan over allen rykdom.” En de Heere is de getrouwe. De goede le venskeus wordt steeds meer bevestigd„Ik zal uwe bevelen overdenken, en op uwe paden letten.” Jongeling, jonge dochter! welke isuwe keuze? Hulsebos. en heb ik diep gevoeld, dat zeer vele lidmaten der Gemeente de schynstrydigheden, ja de moeilijkheden èn in betrekking tot het avondmaal èn in betrek king tot den doop hunner kinderen oplossen willen of opgelost wenschen te zien door rede- neering, in plaats van in den eenig aangewe zen weg, d. i. in den weg van het ootmoedig, kinderlijk geloovig gebed. In betrekking tot het heilig avondmaal gaat dat vaak over het moeten komen, volgens het Woord en de aangegane verbintenis, en over het niet kunnen komen, met het oog op den onbekeerlyken toestand des harten. Doch al redeneert men nu hierover tot aan zyn dood toe, zal toch de schynstrydigheid en de wezen lijke moeieljjkheid niet opgeheven zyn. Zoolang men zich niet voor God verootmoedigt, tot Hem bekeert en Hem kinderlijk geloovig bidt, om het licht van den Heiligen Geest, is aan wegneming er van niet te denken. Dat wy daartoe by den aanvang en by den voortgang Gods genade noodig hebben moest onder Ge reformeerden nimmer noodig zyn er by te zeg gen, wyl dit zeker, ja een uitgemaakte zaak is maar even zeker en uitgemaakt is het, dat de Heere ons met de genade daartoe noodig als tegenkomt, en dat het daarom onze zonde en onze schuld is, wanneer wy in dien toestand voortleven en sterven. Zoo nu is het ook met het oog op kinderen, als wy al maar redeneeren en niet mee komen tot den God des eeds des verbonds pleitend op Zyne belofte Pb. 119 9. In den honderdnegentienden psalm geeft de psalmist (David) een overzicht van zijne erva ringen in verschillende levensomstandigheden. En onder die allen heeft hy de voortreffelijk heid van Gods Woord ondervonden. Maar door genade was zijn hart ook tot die getuigenissen geneigd. Zal de jongeling gelukkig zyn, dan moet hij ook het Woord des Heeren tot zyn richtsnoer hebben. Naar de wet der ontwikkeling, door God gesteld, zal zich uit het jongelingsleven het leven der volwassenen ontwikkelen. Wat in de jeugd wordt gezaaid, zal in den ouder dom vruchten afwerpen. Van welk een hoog belang is dan die leeftijdEn van welk een belang, dat alsdan de wandel worde ingericht naar de rechte beginselen, opdat ook het vol gend leven in deszelfs volle ontwikkeling zy tot eere Gods en tot welzijn van den mede- mensch en van zich zelven De jongeling moet op al zyn handel en wan del het richtsnoer van Gods Woord toepassen. De psalmdichter, die onder zooveel beroe ring des levens de kracht van het onbedrie- gelyk Woord Gods mocht ervaren, heeft ook in den jongelingstijd reeds den Heere ge vreesd. De jongelingstijd, de tyd van besliste en bezielde keuzen, is ook de aangewezen tyd om met de ware geestelijke bezieling te kie zen voor den Heere en voor zynen dienst en met evenveel beslistheid de wereld en de zonde den scheldbrief te geven. Lauw en onbeslist te zijn is gansch in strijd met den jongelingsleeftijd. Het woord van Elia tot het volk Israël op KarmelZoo de Heere God is, volgt Hem na, en zoo het Baal is, volgt hem nais een woord, in zyne be slistheid, naar het hart van den jongeling. Welgelukzalig, die in hun jongelingstijd kennenDe Heere is God, om den schoonen en vollen ijver Gods Geest herboren jongelingshart Hem te volgen en Baal te verachten De jongeling is geen kind meer. Hij gevoelt een besef van zelfstandigheid ontwaken. Als kind kunnen de ouders niet meer met hem handelen. De oude treden dan van lieverlede meer als geëerde en beminde raadslieden op. De .jongeling begint de eerste schreden zelf standig te zetten op de baan des levens. Wat moet hem nu tot heilig richtsnoer zyn Het Woord van God. Dit Woord waarschuwt voor gevaren, en wyst den eenigen waren weg des geluks en der vreeze Gods. Wie dit richt snoer mist, hy moge al tot eer en rykdom op klimmen, hy mist den weg des levens. Zonder Gods Woord als richtsnoer, loopt de weg uit op het eeuwig verderf. Wy spraken van eere en rykdomMaar voor verre de meeste men- schen is het leven een strijd om het bestaan Op de hooge illusiën volgen diepe teleurstel lingen. Werd evenwel onze weg gericht naar het Heilig Blad, dan zal er ook in tegenspoed een schat, en ryke vertroosting wezen. Doch, hoe noodig dan ook, in Gods Woord goed te huis te zijn. Een heilige plicht voor de ouders te zorgen, dat hun kinderen, als zy jongelin gen worden, in de Schriften zyn ouderwezen, die wys maken tot zaligheid. De psalmist spreekt van het zuiver houden van het pad. Hier is dus reeds eene besliste overgave. Zoo moet het ook zyn. Hier is ken nis van de schuldvergeving en de reiniging des harten door Christus bloed en Geest. Dit naar hetgeen voor God bekend wordt ons en de onzen noodig te zyn, met het oog op den staat waarin wij ontvangen en geboren zijn, en de dankzegging, naar hetgeen erkend wordt, dat de Heere ons in den weg des gebeds geschon ken heeft. Wij zouden kunnen zeggen welnu, zoo is in het formulier, èn in het gebed èn in de dankzegging. Beleden is, dat, let wel, „onze kinderen in zonden ontvangen en geboren, en daarom allerhande ellende, ja de verdoemenis zelve onderworpen zyn.” By deze bekentenis past het gebed, dat de almachtige God ze Chris tus inlijven, in Zijnen dood begraven en in een nieuw leven wil doen opstaan. In de tweede plaats wys ik er nogmaals op dat, wat wy, omdat wy geen hartenkenners zyn, vooron derstellen mogen en moeten, zooals de Heilige Schrift en de ervaring ons leereu, ten opzichte van al de kinderen niet doorgaat, öf hun nog niet in onderwerpelyk bezit gegeven is. Immers gelyk van achteren blykt zyn zij niet allen Israël, die uit Israël zyn. Waar nog by komt, dat, wat wy veronder stellen moeten aanwezig te zyn, op het gebed, ook bij en door middel van den doop, ja ook later kan geschonken worden. ’t Is ook om deze redenen dat wy worste lend bidden moeten voor onze kinderen, gelijk dat naar ’t formulier geschiedt. Ik geloof dan ook, dat in dit gebed om meer gebeden wordt, dan om de inlyving in het lichaam van Christus, zooals dat zich hier als kerk des Heeren openbaart. Om meer. Dus ook daarom. Maar daarom niet alleen. Zooals gezegd is, geloof ik, dat gebeden wordt om het geen opweegt tegen hetgeen wordt uitge sproken in de woorden: „dat zij in zonde ont vangen en geboren, ja de verdoemenis zelve onderworpen zyn” alsmede, dat gebeden wordt om hetgeen geloofd en bekend moet worden, namelyk, 'dat zy „in Christus geheiligd zijn” en ook om hetgeen door God in het „verbond”, dat beteekend en verzegeld wordt, is toegezegd dus om hetgeen, waarvoor daarna gedankt wordt, namelyk, dat Hy ze tot Zyne kinderen aangenomen heeft, enz. Ik geloof dat, óók, met het oog de op krach tige uitdrukkingen, die in het gebed gebruikt worden, de uitdrukkingen, dat de Heere ze naar Zyne grondelooze barmhartigheid zegenen, ze in genade aanzien, ze door Zynen Heiligen Geest, Zynen Zoon Jezus Christus inly ven wil alsmede, met het oog op het aangegeven doel der zegening opdat zy met Hem in Zijnen dood begraven worden en met Hem mogen opstaan in een nieuw leven. Deze uitdrukkingen toch laten wij m. i. eerst dan ten volle recht weder varen, als wij aannemen dat om dien vollen rykdom van zegeningen wordt gebeden. Die volle rykdom van zegen is dit voeg ik aan al het genoemde nog toe noodig, om, gelyk gezegd wordt in het gebed, ons kruis Hem dagelijks na te dragen, om Hem aan te han gen met waarachtig geloof, vaste hoop en vurige liefde, ja, deze volle rykdom van zegen is noo dig, om dit leven om Zynentwil getroost te verlaten en om ten laatste dage zonder ver schrikking voor den Rechterstoel van Christus te mogen verschijnen. En houden sommige broederen aan en wer pen zy, in weerwil van alles wat ik aan wees en zeide, my tegenOm de inlyving in het lichaam van Christus wordt hier alleenlyk ge beden en al het door u genoemde wordt voor ondersteld verkregen, dus potentieel aanwezig te zyn, dan luidt myn antwoord:’t is mogelyk, dat dit verkregen en aanwezig is, maar het is niet zekerwant niet alle kinderen der ge- loovigen zyn uitverkoren (denkt slechts aan Jakob en Ezau)en, zoo men aanneemt dat die rykdom van zegeningen by alle uitverkorenen gewis en zeker reeds vóór den doop aanwezig 't Verband tusschen het gebed en de dankzegging in het formulier van den heiligen doop. III. Wij hebben gehoord, zegt Gy wellicht, waar Gij de overeenstemming niet zoekt en vindt; zeg ons nu, waar en hoe vindt gy ze wèl Welnu dan in de eerste plaats geloof ik dat het onderscheid tusschen gebed en dankzegging goed in het oog gehouden moet worden. In het gebed vraagt men aan God en slaat men een anderen tóón aan, dan in de dankzegging, waarin men God looft en pry’st voor de ver- kregene weldaden. Doch desalniettemin is er geen wezenlyke stryd maar Bijbelsche over eenstemming tusschen beide. Beide toch is er kenning en erkentenisse van God. Beide moe ten zijn overeenkomstig het Woord des Heeren, en in overeenstemming met onze bekentenis sen uit en volgens het Woord. Het gebed,

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1904 | | pagina 1