fkt
ma*
We ge lings IIietiwsó/ad
Bijblad van
SNUFFELGRAAG EN KNAGELIJNTJE
WLGLLING's NIEUWSBLAD VAN 17 DEC 1926.
HUMOR
Bergbeklimmer (boven)„Wel verdraaid, waarom lach
jij zoo
Dito (onder): „Ha, Ha! Het scheelde geen haar of ik
was daarnet uitgegleden."
Verschil van Appreciatie.
juffrouw Efkruis„Wat valt me dat tegen, professor,
dat u zoo weinig van mijn stem denktDe buren zeg
gen, dat ik naar. Parijs moest gaan om te studeeren."
Professor„ja, dat kan welmaar ik woon niet
naast u."
Kwakzalver: „Mijnheer, als kleine aanbeveling voor
dit wereldberoemde middel, de „Verjonger," wil ik U
even vertellen, wat mijzelf een jaar geleden overkomen
is. Ik had den vorigen avond een kleine dosis van dit
beroemde middel ingenomen en den volgenden morgen,
toen ik wakker werd, zei ik tegen m'n vrouw„Moeder,
geef me m'n tasch en m'n boterhammen anders kom
ik te laat op school."
'n Mooi Kompas.
Eerste „Zondags-zeiler"„Zeg Henry, hoe komt 't
toch, dat we al twee dagen -aan land hadden moeten
zijn en nog steeds geen vasten bodem hebben bereikt?"
Tweede dito„Ik snap er niks van Het zou alleen
kunnen zijn, omdat ik, nadat 't kompas over boord ge
vallen is, gestuurd heb op de naald van den barometer
Een slecht lid.
Jansen een werkzaam
lid van den
„Is mevrouw
naaikrans
„Nu wij zijn er niet erg op vooruitgegaan. Ze zegt
geen stom woord en zit maar aan één stuk door te
werken."
r
Krankzinnigheid.
Zij„Is krankzinnigheid een reden tot echtscheiding
Hij„Niet tot echtscheidingHet is een reden tot
trouwen V'
Mevrouw P. (echtgenoote van een rijk huiseigenaar)
Wist ik maar onder welk hoofd ik de kosten van
mijn nieuwen hoed zou inschrijven, zoodat mijn man
er niets van merkt.
Vriendinboek hem onder dakreparaties 1
De drieling.
Een kapitein ging met zijn drietal spruiten op reis.
Aan het loket vroeg hij drie kinderkaartjes.
Hoe oud zijn ze vroeg de ambtenaar. Tien
jaar was 't antwoord, 't zijn drielingen.
Zoo, flinke jongens waar geboren
Flip in Kaïro, jan in Bombay en Marietje in Madras.
DAMRUBRIEK.
(Alles betreffende deze rubriek te zenden aan L. Goed-
bloed ]r. Koudenhoek 26, Vlissingen.
Proleem No. 138.
Auteur: L. j. SMID Amsterdam.
Zwart 11 schijven op
7, 10/13, 17, 18, 21, 23, 24, 28.
Wit 11 schijven op
26, 31, 32, 34, 37, 39. 40, 41, 44, 45, 49.
Wit speelt en wint.
Oplossingen in te zenden voor 28 Dec. a.s.
Oplossing Probleem No. 136.
Zwart: 2, 4, 9. 10, 15, 17, 19, 22, 23, 24. 27, 29.
Wit: 20, 26, 31. 33, 34, 38. 40. 41, 43. 48.
Wit Zwart.
34—40 27X47
26—21 24X44
33X13! 47 >8
21X5 15X20
5X50 en wint.
32e JAARGANG
VRIJDAG 17 DECEMBER 1926
No. 50
1 2 3 4 5
Voor Jong en Oud
229 Eindelijk zuchtte Knagelijntje„Ik word zoo
akelig. 't Is net of er een levende meikever in
mijn msuig zit... Foei, wat een raar gevoel is
dat.ik ben zoo ziek als een paard.... Dat
komt al'emaal van dat vieze ding." En zij gooide
haar" sigaret naar beneden.
230 Dadelijk deden we allemaal hetzelfde. Maar daar
mee was onze misselijkheid niet over. De zweet
droppels stonden op onze neusjes en we hadden
een gevoel of onze magen afgeborsteld werden.
Nog nooit waren we zoo ziek geweest. En dat
kwam allemaal van die vieze sigaretten.
t
231 Zoo hingen we allemaal tegen elkaar, te ziek
om ons te bewegen De meisjes huilden en de
jongens deden het alleen niet, omdat ze jongens
waren. Maar akelig voelden ze zich ook. Plot
seling hoorden we een hevige herrie beneden
óns in den kelder.
232 „Brand, brand hoorden we vele muizen roepen.
We keken verschrikt naar beneden. Oroote grut
ten, daar stond het stroo op den keldervloer in
brand. Dikke wolken rook stegen op. En roode
vlammetjes lekten aan het stroo. Dat kwam na
tuurlijk door onze weggeworpen sigaretten.