Als 4e HOEST AbdusïroOP 2© BLAD *t slapen belet In elk Gezin PUROL Zooals de lezers weten, is de vorige week de groote beslissing gevallen. MefSO—47 stemmen nam de Tweede Kamer het verdrag met België aan. „Het was voor den Minister een overwinning, maar een Pyrrhus overwin ning, zooals het Handelsblad haar noemt en voor de Heeren Heemskerk en Albarda een voldoening, voor Monseigneur Nolens de zegepraal, want hij is de eigenlijke bewerker van dit resultaat, dat wij met groote bekommering beschouwen en dat stellig niet gedragen wordt door de overtuiging van de groote meerderheid des volks aldus de hoefijzer-correspondent van genoemd blad. En de man staat in deze beschouwing niet alleen. De „N. Rott. Crt." noemt het een droeve beslissing, oit haar verbazing en erfenis en meent, dat de beslissing bittre teleurstelling zal. wek ken. Het blad eindigt zijn beschouwing met deze woordenAan wie ertoe medewerktenen die de toe komst van ons land eraan waagden, rest daartegenover slechts de magere hoop, dat nu de Belgen eindelijk tevreden mogen zijn, Wel bekome het hun". Raemaekers geeft in de „Tel." een teekening van Piet Lut's Neder laag. Mbeder Holland zegt tegen Piet Lut. een sukkelig oud mannetje„Stuk ongeluk 1 Kun je nou zien wat, je kabaal geholpen heeft Piet Lut)-ja-nu, maar wie had d-dat kunnen denken I Het blad zelf schrijft in zfjn ka meroverzichtAan de ministertafel kleine figuur, in zijn grooten stoel zit Van Karnebeek, nog roerloos. Wat moet er in dit oogenblik, als de Voorzitter afroept 50 vóór en 47 tegen, in hem zijn omgegaan. Kroon op zijn moeilijke werk, maar ook kroon op het edele, fiere hoofd van de Nederlandsche Maagd, door hem geleid naar de nobele daad, die der breede, inter nationale gedachte. Kroon, door Van Karnebeek eerbie dig op dat hoofd gedrukt. Reeds drukken handen de zijne. Kleine figuur met tengere schouders, maar schouders, die zulk een zwaar tractaat dragen naar het groote in ternationale doel. Het is alsof dit oogenblik daar in het Nederlandsche parlement twee staten, broederstaten, el kaar warm de hand drukken, het is, alsof in deze don kere na-oorlogsehe tijden van nog te wrang-egoïstisch nationalisme even een heldere blik in de groote toekomst geworpen wordt, de toekomst van gezamenlijke welvaart door toenadering der volken en wijken van grenzen. Het is, of men de steenen hoort vallen van de kasteelen der middeleeuwsche grensmuren, waarvoor in deze modern- economische tijden geen plaats meer is. En geheel in overeenstemming met deze beschouwing besluit het blad „Een wonderlijke toevallige coïncidentiede broeder hand gere kt op den wapenstilstandsdag". Het betoog is wel mooi, indien werkelijk heel het Nederlandsche volk er zoo overdacht, maar de stemming spreekt anders en eigenaardig is, wat het R. K- blad „De Maasbode" opmerkt, en deze opmerking is wel heel nuchter: dat eigenlijk voor eea goed deel het „toeval" schuld is aan de gevallen beslissing. Dat woord lijkt ons als een koud- waterstraal op de enthousiaste beschouwing van de „Tel." En de „Maaabode" logt het als volgt uit: Een zekere fdhr. Dresselhuijs) en twee vermoedelijke tegenstanders (de heeren Van Voorst en Scheurer) ontbraken wegens ziekte op het appèl. Waren zij aanwezig geweest, het verdrag zou misschien ten slotte verworpen moeten heeten. Bekend is bovendien, dat de ziekte van den heer Schouten, die alleen bij machte .was zijn „tegen" uit te brengen, van invloed is geweest op de houding van een deel der anti-rev. fractie. Maar wat ervan zij, van de ontwikkeling der stemverhoudingen en de werking van het „toeval": het land staat voor de beslissing dei Kamer. Maar hoe dan ook, het blad meent toch, da deze door het „toeval" beheerschte beslissing de grondslag heeft gelegd voor'n hartelijke toenadering tussehen de beide volken. Ook het „Vaderland" spreekt erover, dat hier wel een succes is voor de voorstanders, maar „er zal wel niemand zijn, die de wijze, waarop het verdrag met België, thans de over zijde hoeft bereikt, een overwinning acht, waarop dege nen, die haar bevochten hebben, trotech kunnen zijn, Enthousiasme was er niet. Het leek wei, of de overwin naars na deze overwinning, Ietwat schun waren, om den Minister te gaan gelukwenschen. De heer Braat zelf gaf echter het voorbeeld en toen volgden er meer. Even later stroomde de zaal leeg. En het blad eindigt met de vraag Zullen de genoemde Katholieken en de Communist niet berouw hebben over hun hyper-principieel standpunt Dat er geen herziening van dit verdrag beproefd wordt althans indien de Eerste Kamer zich eveneens met het verdrag vereenigt, hetgeen nog allerminst vaststaat, is hun schuldde motie had met hun hulp aangenomen kunnen worden. Het woord ls nu aan de Eerste Kamer. Veler hoep zal op haar gevestigd zijn I Ook de „Ned." spreekt in getijken geest, wijst erop. hoe velen meteen bezwaard hart hun stem zullen hebben uitgebracht, hetzij vóór, hetzij tegen, velen sullen ook met bekom mernis der uitslag der stemming hebben aangehoord. Bekommernis, allereerst om de gevolgen voor ons land, die komen kunnen, gevolgen van het Moerdljkkanaal. Een bezwaard hart, om het onbevredigende van den uitslag 50 stemmen vóór en 47 tegen. Drie kamerleden afwezig i de heeren Dresselhuijs, Scheurer en Van Voorst tot Voorst. En dan te moeten weten, dat twee dezer heeren zeker tegenstanders waren. 5047. Is dat een aanlokkelijke uitslag voor een internationaal tractaat, prnai De ar waar het toch steeds grootelijks wensehelijk is, dat zij met zoo groot mogelijke meerderheid worde aanvaard Thans rust een zware last §p de Senaat". Sterker zegt het nog de „Rotterdammer". Dit blad zocht naar een woord, dat het karakter der beslissing van de Tweede Kamer kan uitdrukken en het heeft het gevonden i« den schrijnende uitroepafgeperst. En het verklaart zulks als volgtZoo zeker als het is, dat heel ons volk een goede verstandhouding met België begeert, zender eenig economisch voordeel onzerzijds, ja ten koste van vele zware offfers, zoo zeker is het ook, dat een refe rendum het tractaat, zooals het nu is, met een verplet terende meerderheid zou verwerpenen even zeker is het, dat de kamer —indien de dwangdruk niet zoo sterk geweest was een krachtig néén had laten hooren. Dit verdrag is ons afgeperst- De partij-discipline in de Roomsche fractie was blijkbaar zóó machtig, dat slechts enkele leden durfden stand houden en anderen een minder sierlijken zwaai maakten. De dreiging van Minister Van Karnebeek met de telkens onderstreepte woorden„denk aan de politieke basis en aan de ge volgen, waarover ik met bekommernis vervuld ben", zijn pertinent weigeren om nieuwe onderhandelingen te openen dit alles gaf den doorslag, om ook vele anti-rev., var> wie we het niet konden verwachten, tot vóórstemmen te bewegen. Voorts staat voor de S. D. A. P. vast, dat de invloed der Belgische partijgenooten niet te ontkennen valt. En zoo is het Verdrag de Kamer en ons Volk af geperst. Zal het nu vrede zijn? Het „Centrum" is niet pessimistisch gestemd. Het schrijft: Wel bedraagt de meerderheid, waarmee de kamer haar goedkeuring aan het tractaat schonk, slechts enkele stemmen. Maar e* is ook zelden tegen een ontwerp een zóó hevige cam pagne gevoerd, als thans het geval was, waaruit van zelf een zekere stemming van bezorgdheid, van aarzeling en weifeling moest ontstaan. Buitendien, valt bij een zaak als deze, moeilijk, zoo niet onmogelijk, met bewijzen te werken. Men kan nu eenmaal niet vooruitloopen op de toekomst, die nog in 't verschiet ligt, de verzekering geven, dat dit of dat wèl of niet\zal geschieden. Zoo stond herhaalde lijk bewering tegenover bewering, waarbij dan van de zijde der tegenstanders zeer sombere profetiën werden vernomen, met zulk een aplomb, alsof zij, als helder zienden in d» toekomst konden lezen. Dat men zich aldus warm maakt, voor de nationale belangen, welke men bedreigd acht, is natuurlijk te waardeeren, ook door hen, die op de zaak een anderen kijk hebben en niet zoo pessimistisch in hun verwachtingen zijn". Ook de heer Troelstra verblijdt zich over den uitslag en zond minister van Karnebeek een telegram van geluk ter begrensd, want hij weinig ons volk i jp den wereldvrede g politiek meeleeft, zonder welk dit stuk vredeswerk niet wensch. Zijn blijdschap is echter begrensd, want hl] zegt o.a. Thans is gebleken, hoe weinig ons volk nog de breede visie der moderne op den wereldvrede gerichte is te begrijpen en alsnog door het nationalistisch en lokaal dreigen eener verouderde belangenpolitiek wordt bedreigd. Boven alles behoeft ons volk in al zijn gelederen poli tieke scholing op internationaal gebied in den geest der vredesgedachte, opdat het Europeesch leert denken en in staat zij, de nieuwe methode van buitenlandsch beleid door U in dit verdrag toegepast, te begrijpen. Moge dit grootsche werk van Volksopvoeding tijdig ter hand worden genomen met medewerking van allen, die de medezeg* genschap des volks in het voeren van een buitenlandsch beleid tot het hooget mogelijk peil zullen opvoeren. Be sluiten wij deze persstemmen met die van het Belgisch blad, het „Hbl. van Antwerpen." Zonder overdrijving is het toegelaten te zeggen, dat naar alls waarschijnlijkheid de rede van den minister Van Karnebeek den doorslag heeft gegeven ln den vorm van de ratificatie. Waarom? Vooreerst om het degelijke en het overtuigende van de rede zelf. En ten tweede, omdat tengevolge van de hevigheid van de campagne, in Ne derland tegen dit verdrag gevoerd, er vooral onder de Katholieken, verscheidene weifelaars waren. Welnu, die zijn zoo mag men veronderstellen, door den heer Van Karnefreek naar zijn zijde getrokken. De achtbare ministér heeft aan zijn land een grooten dienst bewezen en door het behalen eener meerderheid, eens temmeer een bewijs geleverd van zijn. staatsmansbeleid. En verder mef te melden, dat in verband met decaan- neming van het Nederl.-Belgisch verdrag aan het secre tariaat van de Kon. Nederl. Vereenfging „Ons Leger" de vlag halfstok was geheschen, en dat de (Kath.) Resident bode spreekt v» een „Dies alter", «en zwarten dag, de (Kath.) „Tijd" van een verstandig besluit. De Eerste Ka mer zal nu moeten beslissen. 9 -f I Terwijl aller aandacht gegeven wordt aan de gevallen beslissing gaat bet gewone leven zijn gang en hadden vergaderingen plaats en lezingen en waren er kleine en grootere gebeurtenissen, ook op ons eiland. En dan mag Het Verzacht en Geneest wel allereerst worden genoemd het zilveren jubileum van den Belgischen Consul, den heer J. van Boven. Vele be wijzen van belangstelling mocht de heer Van Boven on dervinden. Zeer treffend was wel, wat de heer L. F. Debra, sprekend namens de leden van de loodsensocleteit „de Unie" onder meer zeide„Het is wel opmerkelijk dat uw jubileum samenvalt met het huwelijk van onzen hoog gewaardeerden Kroonprins Leopold met Prinses As- trid. Evenals wij hun hedenmorgen onzen innigsfcen wensch aanboden, voor een lang en gelukkig huwelijksleven, bie den wij ook u onze beste wenschen aan en hopen u nog vele jaren als onzen Belgischen consul aan de zijde uwer echtgenoot» te mogen bègroet«n". Ook het „Hbl. van Antw." 9preekt met groote waardeering over den jubilaris en rijn arbeid in de volgende woorden. De heer Van Boven heeft gedurende de oorlogsjaren groote diensten bewezen, toen hij zich rusteloos opofferde voor de vluch telingen en de te Vllssingen verblijvende Belgen. Terecht geiiet hij in die stad de algemeene achting en wij hou den er van dezen waardigen man hulde te brengen en geluk te wenschen. Ook de heer H. P. Edelman te Vlissingen jubileerde. Als chef-teekenaar bij de Kon. Mij. #„de Schelde" was hij 40 jaar als zoodanig werkzaam. Door den ingenieur den heer L. J. van Berlekom werd de jubilaris toegesproken en werd hem een clubfauteuil met bijbehoorende oor konde geschonken. Ook het personeel der machinwteeken- kamer vereerde hem met een bloemenmand. In de Nieuwe Middelkerk alhier trad Donderdag 11 Nov. op een gewezen R. Cath. Zendeling, de Heer J. Dols, die mededeelmg deed van zijn werk in Chipa. Na e«n inleidend woord, waarin hij aantoonde, hoe de zendings gedachte door heel de Schrift héén loopt, vertelde spr. van zijn verblijf in China, waar hij tijdens den Bokser opstand aankwam. Qeteekend werden land en volk, wij vernamen van den oorsprong der bevolking, van de op komst der keizerlijke dynastie, van het mooiste meubel ln het Chineesche huis, n.l. de doodkist, van offers en huwelijk, van ouderlijk gezag en nakomelingen, van bij geloof en zelfmoord. Roomsche zendelingen koopen vaak kinderen op, dip buiten stad of dorp worden weggewor pen en daar den dood sterven, of verscheurd worden door wolven en honden. Spr. kocht soms in een jaar 4 tot 1500 kinderen. Verder vertelde spr. van het zendingswerk, van de moeilijkheden daarvan en legde het verschil uit tussehen de R. Cath. en de Protestantsche zending. Eerst genoemde legt zich toe op massa bekeering. Minstens 6000 h 7000 kinderen zijn door hem gedoopt. Meer dan 60 uitsluitend Roomsche dorpen bestonden in sprekers omgeving. De Protestantsche zending legt zich meer toe op den enkeling. Nog zijn er veel te weinig zendelingen, hoewel men dankbaar moet zijn, dat over heel de wereld het evangelie wordt verkondigd. Ten slotte deelde de Heer Dols nog mee van ziin arbeid onder de Chlneezen te Rotterdam, ln de R. Cath. kerk te Mldjdelburg werd de eerst der zes conferenties gegeven, welke zouden plaats hebben. Als spreker trad op Pater D. van Geest uit Nijmegen met het onderwerp„Onze levensbeschouwing". Naar aan leiding van een zeer origineele gedachte van den Engelseh- tnan Chesterton, deed spreker het leven van Chrl9tus zien, beschouwd van zuiver menschelljk en zakelik standpunt, en dan ziet men het als een mislukt leven, eindigend ln den smadelijksten dood. En niettegenstaande dit. beheerscht Hij na 19 eeuwen de wereld van onzen tijd nog door zijn verheven wijsheid en wonderlijke macht. En hieruit bewijst spr. dat de Christus inderdaad méér dan mensch te, en dat Hij, wien de Christenen hun levensbeschouwing danken, de waarachtige Zoon van God is. In de Flora Bioscoop aldaar, werd Vrijdag een film gegeven over Tuberculose. Nooit genoeg kan men verdacht zijn op 'ijand en nooit genoeg kan hl] worden van dezen >p dit punt nog te weinig kennis. De direc teur van het Zwltsersoh Sanatorium te Leyein had het toezicht gehouden op de vervaardiging van deze film. dezen gevaarlijken vijand en nooit genoeg kan bestreden. Daarop te wijzen was het tteel avond. Er Is op dit punt nog te weinig kennis. werk der bacil ln ons Jonge kinderen vooral zijn In gevaar van besmetting maar men kAn het tegengaan. Het lichaam werd aangetoond, en men kan die werking tegen gaan door rust, zonnebaden, Inspuiting en operatie. Af schrikwekkende voorbeelden van verwaarloozing werden getoond. Te Aagtekerke vergaderde de afd. van het „Groene kruis*. Voorzitter was de burgemeester. Aftre- WEGELING'S NIEUWSBLAD VAN 19 NOVEMBER 1926. doordat er ontsteking veroor zakende slijm op Uw borst zit, störg dan, dat er naast Uw bed staat, om U een rustigen pacht te bezorgen. Akker*» Abdijsiroop lost de slijm op en verdrijft den hoest» prikkel, beroemd en onge ëvenaard bij bronchitis, kink hoest, slijmhoest en asthma. verkrijgt», in kokers f 1.50, f 2.75, f 4.50 groote flacons zijn voordeeliga r. komt elk oogenblik Purol te pas de man heeft het noodig bl] het scheren, de vrouw bij het toilet, het kind bfj gesmette huid, groot en klein bij bruyl- en snijwonden, b|J ruwe en schrale hura, springende lippen winterhanden en wintervoeten. Moeder weet dat alle leden van het gezin er mede gebaat zijn en heeft daarom altijd een doos b(J de hand staan. BIJ Apofth. en Drogisten in doozen van 30, 60 en 00 et. Tube 80 ot.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1926 | | pagina 5