2e Blad. Wegeling's Uieuwsblarl Tr r r JJJ JUL No. 22 van Vrijdag 4 Juni 1926 „Als iemand verre reizen doet, dan kan hij wat ver halen" zong reeds onze onvergetelijke Heer juriaan in 't laatste vierendeel der vorige eeuw. Nu hebben we na tuurlijk niet de minste reden om aan zijn wijze woorden te twijfelen, onder de absolute voorwaarde evenwel dat men dan ook op reis of reizen de oogen opendoet. Er zijn van die menschen die bijv. tien keer over hetzelfde voorwerp struikelen in figuurlijken en letterlijken zin en dan nóg niet weten dat het iedere keer dezelfde steen was, die hen deed vallen. Dat is nu eenmaal zoo en niet anders en 't is eigenlijk maar gelukkig ook dat er zoo van allerlei „slag" menschen bestaan, want an ders zag onze „moeder aarde" er wellicht nog somberder uit in dit opzicht dan dan nu reeds het geval is. We wilden maar zeggen, dat het een zegen is dat niet alle menschen precies eender zijn. Waar moest het dan bijv. heen met onze politiek? Hadden we dan wel een Parlement noodig met diverse sprekers en plannenma kers Immers neen 1 Stel u dat eens één klein, heel klein maar, doch ondeelbaar oogenblikje voor, waarde lezer of lezeres, ons Nederland, zonder elkaar „bestoken de" partijen op velerlei gebied dan was mijn land geen Holland meer", het was een troostelooze, sombere „samenleving" geworden, waarin geen centen en geen baantjes meer te verdienen vielen, want heusch voor verschillende misschien velen fs het aanwak keren van die onderlinge twistvuurtjes een noodzakelijke levensbehoefte behoefte om te leven) geworden. In oprechtheid beklagen we zulke stakkerds, want dat zijn net, en wenschen hen een spoedige emancipatie toe. Misschien doet het uw ooren vreemd aan, dat wij het nu eens door een anderen bril bezien, dan dit gewoon lijk door voor of tegenstanders geschiedt, doch wie, over welke zaak of kwestie dan ook, zich .een zuiver objectief oordeel wil vormen, moet den moed hebben om alles van twee kanten te bezien. Doet men dit, dan komt men soms tot rare dingen, die ons of verbazen, öf ontstemmen of misschien nog wel in andere gemoeds stemmingen voeren. Zoo verging het ons bijv. toen we deze week eens snuffelden, louter uit tijdverdrijf in een Engelsche Baedeker over België en Holland. (Voor de genen, die wellicht met angst naar dit „vreemde" woord staren, willen we in 'tkort even vermelden, dat een Baedeker een soort „Reisboek" is, zooiets als de bekende „Gids van Walcheren", waarin van verschllende landen en steden en streken de bezienswaardigheden, bijzon derheden, reisgelegenheden enz. vermeld zijn. Men heeft ze v*n alle landen, in alle talen gedrukt. Voor menschen, die een bepaald land willen bereizen zijn ze onmisbaar). We vonden daarin al lezende o.a. een beschrijving van het dorpje Waterloo, waarachter een uitgebreide ver handeling over den bekenden veldslag daar ter plaatse in den jare 1815, waarin Napoleons macht voor goed werd vernietigd en de volkomen verlossing alzoo voor Europa en ook voor ons land aanbrak. Volgens ónze d. w. z. Hollandsche opvattingen en overleverin gen, zooals we die vroeger op school hebben gehoord en later steeds in de H o 11 a n d sc h e geschiedenisboe ken hebben zien bevestigd, hebben de Nederlanders minstens een gróót aandeel gehad in de vernietiging der Fransche legioenen. Wordt er niet geschreven dat de „onzen" op de meest bedreigde en gevaarlijkste plaatsen het spit hebben afgebeten, waar de Engelschen dreigden te wankelen En nu een beschouwing over deze zelfde aangelegenheid in de Engelsche Baedeker. Daar heet het o. a.„Betreffende het aantal (manschap pen) was het verschil tusschen de vijandelijke legers met groot, doch hierbij dient te worden opgemerkt, dat géén vei trouwen kon worden gesteld in de Nederlanders, van wie de meeste reeds op de vlucht waren gegaan in een vroeger stadium van den slag. De trouw gebleven Hollanders, die deel uitmaakten van het contingent deden hun uiterste best om deze laffe handelwijze te beletten, doch hun pogingen mochten niet baten. Hadden dezen te i apart corps gevormd, zoo zouden ze waardevolle Hulptroepen geweest zijn, doch vermengd met de Bel- g sche afdeelingen was hun moed volslagen verlamd. Derhalve bestond, practisch gesproken, het leger van Jen Hertog (van Wallington) uit nauwelijks 50.000 man enz. enz. Zooals men ziet wordt in dit artikel allesbe halve de loftrompet over den moed der Hollanders ge stoken. We kunnen nu wel met een minachtend ofmo- g lijk heel geleerd schouderophalen zeggen, „dat is nist z)o", docli eerlijkheidshalve willen we zeggen dat in Je verdere beschrijving met veel lof wordt gesproken o er Je Franschen en hun aanvoeders, waaruit dus vol doende blijkt, dat deze Engelsche schrijver ook het goede in zijn tegenstanders weet te waardeeren m.a.w, hoogstwaarschijnlijk een zuiver beeld geeft van den w «ren toestand. Is het niet om al je vaderlandsliefde en nationale heldenvereering te verliezen, bij het zien en lezen van zooveel „smart en weedom?" We hebben toen de Baedeker gesloten, zijn uit gegaan om een oogenblik rustig te verwijlen bij de majestrueuze beel tenis van onzen grooten Michiel. 4- 1 In de j.l. Vrijdag gehouden openbare gemeenteraads zitting te Vlissingen, waarbij alle leden tegenwoordig waren, kwam wederom de ziekenhuiskwestie ter sprake. Het is ons ondoenlijk ook maar een eeriigszins uiterst beknopt samentreksel van al het gesprokene hier weer te geven, door de discussies tot schier in het oneindige werden voortgezet, weshalve we zullen volstaan met een enkele schakel uit deze keten te illustreeren. Door een ingediend adres van dhr. notaris Paap c.s. werd de kwestie nieuwbouw of niet, wederom aan 'trollen ge bracht. Eigenlijk viel er over deze kwestie niets meer te besJssen, daar in de vergadering van 16 April j.l. het besluit met meerderheid van stemmen was genomen om een nieuw ziekenhuis te bouwen aan den kerkhoflaan. Het had hier alleen o.i. moeten gaan over het verleenen aan B. en W. van een crediet ad. f 420 duizend en in verband daarmede wijziging der begrooting. Door ge houden vergaderingen en den stroom van ingezonden, stukken in de plaatselijke pers, mitsgaders door het laten circuléeren van inteekenlijsten t g e n nieuwbouw zijn de heldere lijnen wellicht dermate verduisterd, dat men het rèchte spoor bijster »s geworden. In 't geheel werden een tweetal vergaderingen belegd, één door de tegenstanders en één door de voorstanders, waarin Dr. Wortman uit Amsterdam het goed recht van Vlissingen beoleitte om een nieuw ziekenhuis te bouwen, aange dikt door een rede van Ds. Baar uit Alkmaar, die vooral tegen de R.K. ziekenverpleging ageerde. Dhr. Huson ging in de Raadszitting de rede van dhr. Paap stuk voor stuk na om hiertegen allerlei bezwaren in te brengen, terwijl dhr. Andriessen het optreden van Ds. Baar af keurde. Beide haalden o.i. dus in den Raad dingen bin nen, die er officieel buiten behooren te blijven. Alleen de h.h. Hoogkamer en v. Oorschot brachten wel is waar niets nieuws te berde na al het gesprokene in den Raad van 16 April j.l., doch deze heeren bleven tenminste wederom zakelijk, ze streden opnieuw met principieele argumenten. Dhr. Lindeijer betoogde o.a. dat hij de lijst van 5800 inteekenaren 's morgens had nagezieif, doch dat hij aan,de wijze van werken met deze lijsten niet de minste waarde hechtte, aangezien met allerlei trucjes was getracht handteekeningen te krijgen. Spr. veron derstelde dat velen bij wegingwellicht te licht zouden worden bevonden. Van de tegenstanders trachtte wet houder Laernoes (P.G.) nogmaals het besluit ongedaan te maken. Ten slotte liep al het gepraat op niets anders uit, dan dat werd besloten om vandaag opnieuw te ver gaderen en te beslissen. O.i. lijkt dan het beste er maar zoo spedig mogelijk een speldje bij te steken, daar we sterk den indruk hebben, aat reeds van te voren vast staat, dat niemand meer van zienswijze is te bekeeren en de zaak dus blijft zooals ze is. -f I Vorige week Vrijdagmiddag hield de gemeenteraad van Oost- en West Souburg eveneens een openbare Raadszitting, waarbij alle leden, als gewoonlijk, aanwe zig waren. Na de gebruikelijke opening door den voor zitter werd mededeeling gedaan dat van den Minister v. Arbeid een schrijven was ingekomen, waaruit blijkt, dat de gemeente van de Bouwveretniging alhier nog bijna f 2000 te vorderen heeft, alhoewel deze vereeniging aan dit te betalen bedrag geen schuld draagt. Uit de ge voerde discussies bleek dat allen verblijd waren dat eindelijk deze kwestie is geregeld en opgelost. Van dhr. Goedhart c.s. was een verzoek ingekomen tot verbetering van den Zaaihoekweg. B. en W. stellen voor om voor dit doel een 3-tal waggons koolasch be schikbaar te stellen. Dhr. de Pagter is het hiermee niet eens. Spr. vindt dat B. en W. dan met twee maten meten, daar in de vorige vergadering betreffende een soortgelijk verzoek inzake verbetering van den Donkeren weg anders is besloten. Dhr. La Soe wil allen in gelijke rechten doen deelen, geeft men het den een dan ook den'ander. Dhr. Suurmond is echter huiverig om voor elk verzoek de deur open te zetten. Dhr. Cijsouw meent, dat de belanghebbenden zelf beter voor hun wegen moeten zorgen, want deze weg is door de aangelanden schandelijk verwaarloosd. Spr. is dan ook tegen eenige tegemoetkoming van gemeentewege. Dhr. jobse is dit met dhr. Cijsouw eens. De voorzitter verdedigt het voor stel van B. en W., waarna dit in stemming gebracht, werd aangenomen met 6 tegen 5 stemmen. Een verzoek van den spek- en vleeschbond om ge meentelijke subsidie werd met 10 tegen 1 stem dhr. Suurmond verworpen. Het vaststellen van het verm. cijfer voor de gemeen telijke inkomstenbelasting verwekte eenige wrijving tus schen de S. D. A. P. fractie en de overige leden, daar volgens de meening dezen laatsten de eersten 't vorige jaar een getal van 4,2 genoemd zouden hebben. Wet houder Melis kon het nog slecht hebben dat de S.D.A. P. het Dag. Bestuur van achterlijkheid beschuldigde, terwijl gebleken is dat men met het cijfer 6 nauwelijks is toegekomen. Dhr. de Priester verdedigt de houding zijner fractie en zegt dat het hem verblijd dat men re kening heeft gehouden met derzelver wenschen. Het cijfer voor den dienst 1926—1927 wordt nu gesteld op 5, wat dus in vergelijking met andere gemeenten nogal de hooge grenzen nadert. 'tGaat echter voor de beur zen üer Souburgsche belastingschuldigen zoo wel den goeden kant uit en men vergete vooral niet,- dat alle goéde dingen langzaam gaan. Hierna ontspon zich een langdurige discussie omtrent de salarisregelingen, voorgesteld in de circulaire van Gedeputeerden, van den burgemeester, den secretaris, den ontvanger der gemeente en die der wethouders. De maxima bedragen volgens dit ontwerp resp.f 3450, INGEZONDEN MEDEDEELING. WAARHEID. Nu eenmaal bij vergissing het stukje van F. C. Wijs- veld in de „Vliss. Crt." van 1 juni opgenomen is, baat geen enkele poging meer om het publiek zand in de oogen te strooien. Ook het listigste betoog dat bedoelt de lezers in de war te brengen en hen te doen gelooven, dat Nestor en Wijsveld toch twee verschillenden zijn, is niet in staat de treurige waarheid te verbloemen. Wijsveld's stukje van 1 juni was natuurlijk bedoeld, als een vertrouwelijk schrijven aan de redactie en niet bestemd om in de courant opgenomen te worden. Immers le. Wijsveld verzoekt in dat schrijven, zijn incognito streng te bewaren 2e. zegt dat het moeilijk is tegen zichzelf te schrijven 3e. erkent hoog spel te spelen 4e. wat de deur dicht doetonderteekent niet op de gebruikelijke wijze „met dank voor de plaatsing", doch zooals men dat in particuliere brieven doet, alleen met het woord „hoogachtend". Door het feest op het redactie-bureau, waardoor de heer De Zeeuw waarschijnlijk verhinderd geweest is, de ingezonden stukken persoonlijk «te controleeren, is het stuk bij vergissing in de courant gekomen. We hebben hier nu de ontmaskering van Nestor. Door een spel van vraag en antwoord, waarbij Wijs veld nu eens onder het pseudoniem van Nestor, dan weer onder z'n eigen naam optrad in de ingezonden stukken van 5 Mei, 7 Mei en 31 Mei, meende hij zijn doel bereikt te hebben„eenige vooraanstaande per sonen", zooals hij zelf zegt, „een duchtige afstraffing te geven." Is het niet meer dan walgelijk? Zien we hieruit nu niet dat afschuwelijke verdachtmaking, smaad en laster hier rondwaren in deze weken, gedekt door anonymiteit en dat de bedoeling niet voorzit, een zaak te bepleiten maar veeleer personen te treffen Ik wil hier over weinig woorden meer tuil maken. !enige citaten met kantteekening van dezen frisschen jroeder, voorzitter van het Armbestuur, voorganger der eugd en bekleeder van kerkelijke functiën, zijn voldoende Jit „Vliss. Crt." van 5 Mei „Aan Wijsveld zijn wonderlijke dingen bekend gemaakt, die als ze waar zijn, een staaltje geven van geïntrigeer van sommige personen in deze goede veste, die hem verbaasd deed staan." CommentaarZou Wijsveld maar niet beter gedaan hebben voor hij zijn verfoeilijks practijken van geïntri geer begon, de hand eens in eigen boezem te steken. Hij zou dan stellig verbaasd hebben gestaan over zijn efgen boozen opzet, door intrige gedekt. Uit „Vliss. Crt." 7 Mei „Dat zou mijn ambt als voorzitter van het Burgerlijk Armbestuur onwaardig zijn." Commentaar|a waarlijk, dat is het 1 Maar waaraan ontleent Wijsveld het recht er een begrip van waardigheid op na te houden? Uit „Vliss. Crt." 31 Mei „Maar als de tijd gekomen is, (bv. bij de verkiezingen) dan komt hij voor het voetlicht." Commentaar: Neen Wijsveld, de gerechtigheid heeft U nu al bij de kladden gepakt en voor het voetlicht gesleurd. Verachtelijk was uw bedrijf en schandelijk uw pogen. Uw incognito is te juister tijd opgeheven. Moge het zoo alle duisterlingen vergaan die in deze weken trachten hun vooze zaak te dienen door persoon lijke verdachtmakingen. De practijken van Wijsveld en zijn trawanten aan de kaak te stellen leek mij in het algemeen belang noodzakelijk. A. SAUER. f4000, f1600 en f230. De h.h. Jansen en de Priester kunnen met deze regelingen volkomen meegaan, alleen zagen ze gaarne de salarissen der wethouders gebracht op f 300 maximum .Dhr. Jobse vindt de regeling voor den secretaris te hoog, die van de wethouders acht hij voldoende. Dhr. Suurmond is wat de eerste clausule betreft, dit met dhr. Jobse eens, vergeleken met die van personen met universiteitsopleiding. Dhr. Cysouw vindt het maximum van den ontvanger te hoog. Wethouder Melis meent dat het voor den secretaris niet te veel is, voor de wethouder te laag en voor den ontvanger te hoog. Dhr. Kodde vindt het wethouderschap meer een eerebaantje. Een voorstel Jobse om het maximum sala ris van den secretaris te verlagen tot f 3450 werd met 6 tegen 5 stemmen verworpeneen voorstel Cysouw om dit van den ontvanger te brengen op f 1200 werd aangenomen met dezelfde stemverhouding, terwijl een voorstel de Priester om het salaris der wethouders te brengen op f 300 eveneens werd aangenomen met 6 tegen 4 stemmen (dir. Melis stemde niet mee). Na het afhandelen van nog enkele kleinere zaken werd de ver gadering hierop gesloten. -f 1 KORTE KLANKEN. Oostkapelle. Vorige week voltallige openbare Raadszitting. De Raad vereenigt zich met de nieuwe regeling van de salarissen voor burgemeester etc. vol gens de bekende circulaire van Ged. Staten. Op een verzoek van de gemeenteveldwachter in den Vleesch- keuringskring om bij het begraven van afgekeurd vleesch een vergoeding ad. f 0.50 te mogen ontvangen voor het daarbij gehouden toezicht, wordt besloten om hiervoor f 100 per jaar uit te trekken en dit naar evenredigheid onder de 6 aangesloten gemeente-veldwachters te ver- deelen. De inhoud Jder aschputien wordt gegund aan dhr. S. Wisse om hiermede een sloot te dempen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1926 | | pagina 5