I
t
2e Blad. Wegeling's Illeuwsblad
DRUK
WERK
Drukkerij De Lange jan
van Vrijdag 16 April 1926
No. 15
bepali
„Het
Michiel Adriaansz. de RuijterVoor ons bewoners
van de oude Scheldestad heeft het noemen van dezen
naam altijd haar zeer bijzondere beteekenis, vandaar
dat we dan ook geen gelegenheid ooit lieten voorbij
gaan, als er iets merkwaardigs uit het leven van dezen
grooten Zeeuw viel te herdenken. Welke Vlissinger her
innert zich niet meer .als de dag van gisteren, bijv. hoe
we in, 1907, de schitterende de Ruijterfeesten hebben
gevierd, waai bij jong en oud zich opmaakten om zijn
300sten geboortedag te gedenken? Dézen maand 29
April zal het juist 250 jaar geleden zijn, dat de Ruij
ter zijn leven liet in den slag bij Syracuse. Verschil
lende vereenigingen hebben gemeend, ook dezen dag
niet onopgemerkt te moeten laten voorbijgaan. Het
Hoofdbestuur van de Koninklijke Vereeniging „Onze
Vloot", heeft besloten een krans te leggen bij de Ruijters
graftombe in de Nieuwe Kerk te Amsterdam. Ook het
bestuur van den groep „Nederland" van het Alg. Ned.
Verbond zal dit voorbeeld volgen. En we twijfelen geen
oogenblik of deze „^stappen" zullen nog zeer zeker door
jtieerdere gelijksoortige gevolgd worden. Wellicht is het
niet ondienstig ook op deze plaats eenige bijzonder
heden uit het leven van onzen grooten Michiel te bezien.
We willen het dan nu eens niet hebben ovtr zijn waag
halzerij pp den St. jacobstoren of over zijn „blauwge-
ruiten kiel" bij de firma Lampsens etc. dat is mis
schien wel heel aardig voor schooljongens, doch we
jalen ons tot enkele gedachten, neergeschreven in
land van Rembrand" door een onzer grootste
schrijvers der vorige eeuw n.l. Busken Huet, die men
den karakterschilder bij uitnemendheid onder zijn gilde
zou kunnen noemen. Busken Huet, schrijft dan o.a.
„Niet veel zeevarende volken van Europa hebben een
admiraal voortgebracht, wiens leven, gelijk dat van De
Ruijter bij Brandt een geschiedschrijver uit den tijd
van De Ruijter. Red. duizend folio-bladzijden vult en.
waardig is te vullen. Een marineofficier die
in den loop van acht en vijftig dienstjaren aan zestig
gevechten deelneemt, vijftien groote zeeslagen bijwoont,
en, in zeven daarvan zelf het opperbevel voert, wordt
terecht als een phenomoon beschouwd. Naar de schat
ting zijner land- en tijdgenooten heeft, in twee verschil
lende oorlogen tegen Engeland, De Ruijter beide
malende openbare vaderlandsche zaak
gered. Het tot stand komen van den vrede van Bre
da en van den vrede van Westminster is bovenal de
vrucht zijner inspanning geweest. Geen Neder-
landsch admiraal en burger bewees
ooit aan zijn geboortegrondgewichtiger
dienste n." Over de koelbloedigheid waarmee de Ruij
ter zelfs de heetste gevechten meemaakte, vervolgt de
schijver
Wanneer een man der diplomatie De Ruijter vraagt of het
niet vreeselijkis aanhoudend zulke zware zeeslagen bij
te wonen, jdan antwoordt hij: Het is wel wat heet, m^ar
het gaat haast spoedig, vlug. Redover." Nochtans
kunnen we er niet aan twijfelen dat het bloedige wor
stelingen waren. „De gansche zee,,' luidt een bladzijde
uit het verhaal van den slag bij Kijkduin, 21 Aug. 1673,
„stond in vuur en vlam, die, door den dikken rook, ge
lijk bliksemstralen uit een donkere lucht barstten,
't Gekrijt en gejammer der gekwetstenjen stervenden ver
vulde verscheidene schepen en hij moest een hart van
steen of harder dan metaal hebben, die 't vergieten van
zooveel Christen bloeds met droge oogen kon aanschou
wen." Deze beschrijving verraadt te zeer den literator,
te weinig den deskundigemaar haar godsdienstige
toon, aan het slot, is een getrouwe echo. Gelijk er in
geen ander tijdperk der vaderlandsche geschiedenis
hooger premien aan scheepskapiteins en matrozen wer
den uitgeloofd, zijn er ook nooit in Nederland meer bid
stonden gehouden dan bij gelegenheid der oorlogen met
Engeland^ waarin De Ruijter zich onderscheidde.
Iets verder heet het: „De Nederlandsche „Hercules
der Zeeën", gelijk De Ruijter te onzent door een tijdge
noot genoemd wordt, is een oud-testamentische held.
Hij is zoo sterk als een Simson en vouwt met gemak
in een trekschuit een oneerbiedig prinsgezinde in tweeen.
De Ruijter was vóór alles „dienaar des vaderlandts".
die zich vermeet tegen de regeering der Staten uit
te varen. Veertig malen in 't vuur geweest, bekomt hij
op zijn negen en zestigste jaar voor het eerst een ge
vaarlijke wonde. Er vielen eenmaal in zijn schip op
de Rsede van Dantzig. Red. donderslagen die alles
doorboorden en niemand kwetsten. Eens te midden van
geweldige stormen bleef alleen zijn vaartuig' gespaard,
terwijl er acht en twintig in de golven verdwenen, bij
een orkaan in West-Indie. Naar zijn eigen meening is
hij slechts een werktuig in Hooger Hand. „Als d' al
machtige God kloekmoedigheid wil geven," luidt zijn
devies, „dan verkrijgt men de overwinning."
Er i3 geen tweede voorbeeld van zulk een onbeperkt
vertrouwen als door het geheele Nederlandsche volk,
zonder onderscheid van provincie, in De Ruijter's for-
uin gesteld werd. Dat bleek vooral uit zijn meesterstuk
'oen hij 6 Augustus 1665, de Engelschen voorbij wist
e «nappen en veilig en wel in de haven van Delfzijl
Se bet cog maar steeds niet in de mee ;te za-
buL Bvenwel hoort men zoo nu dan bewe
ren, dat sr eenige „opleving" te cansta-
teeren is. Zeker is het, dat vele zaken meer
zouden hebben, wanneer men over het
algemeen meer prijs stelde op „Beter
Drukkerij H. Wegellng
Noordstraat Vliasingen
Lange Delft, Middelburg
binnenviel. Mogelijk is dit het oogenblik van De Ruijters
leven geweest, dat hij van de liefde welke zijn landge-
nooten hem toediagen de hartelijkste bewijzen ontvangen
heeft. Alles stroomde naar Delfzijl. Brandt meldt er van
„Zoo groot als de vrees was geweest, dat De Ruijter
met zijn vloot in de handen der Engelschen zou vallen,
zoo groot was nu de blijdschap over beider behoudenis.
De menschen, mannen en vrouwen, kwamen bij honder
den, ja bij duizenden, van uur tot uur in de vloot, en
op De Ruijter's schip (daar vele Engelsche vlaggen tot
eereteekenen van overwinning achter uitstaken) pm hem
te groeten en te verwelkomen. Men voer van 's morgens
vroeg tot 's avonds laat, ettelijke dagen na elkaar, aan
zijn boord, uit steden, uit dorpen en van het platte land.
Edel en onedel, burger en boer kwam te voorschijn en
poogde De Ruijter en de vloot te aanschouwen. De har
ten gingen open van vreugdede blijdschap blaakte ten
aanschijn uit; en gelukkig rekende hij zich, die hem
genaken mocht."
Ten slotte: „Iemand die eene verhandeling over de
hartstochten schreef en daarin eene paragraaf aan De
Ruijter wijden wilde, zou verlegen staan met een keus.
De Ruijter kende de heerschzucht niet en is echter on
afhankelijk van karakter genoeg om, van zijn bevelheb
berstalent bewust, zijne voorwaarden te stellen. Hij wil
niet naar zee als de Staten hun vloot niet versterken,
noch aan wal blijven, als men zijne dapperheid verdenkt.
Om het geld geeft hij nietevenwel getuigen zijn uiter
ste wilsbeschikkingen van zorg voor zijne nalatenschap.
Het Hollandsch sprak hij met een Zeeuwschen klemtoon
en schrijft heer voor eer en heerlijk voor
e e r 1 ij k, doch het was zijn eigenliefde te na geweest
zich niet te kunnen redden in het Fransch of het En-
gelsch, het Portugeesch of hetSpaansch. Hoewel hij in
voldoende mate zijn wereld verstond om koningen en
maarschalken bij zich aan boord te noodigen en hen
voegzaam te onthalen, leefde hij thuis als een schipper,
droeg de kleeding van een stuurman, de knevels van
een pikbroek en voedde zich met pekelvleesch! Aan de
gelijkmatigheid van zijn kunnen kan niet getwijfeld wor
den en het staat vast, dat hij nooit vloekte. Niettemin
kreeg hij het met een Deensch generaal eens zoo aan
den stok, dat hij van boosheid zich de haren uit het
hoofd trok.
Zijn eenige drift, schijnt het wel, was zijn hartstocht
voor de zee. Geen ander voorwerp van kunst heeft ooit
zoo zeer zijn oog gestreeld als een oorlogsscheepje uit
een olifantstand gesneden, in het kabinet van den ko
ning van Denemarken.
Dezelfde Republiek, aan wier hoofd hij niet
op zijn plaats zou geweest z ij r, is tegen
aanranders van de zeezijde bij meer dan
één gelegenheid door hem voor den on
dergang behoed en niet ten onrechte heeft men
te Vlissingen, bij het oprichten van zijn standbeeld in
1840, hem met zijn rug naar den grooten Oceaan ge
plaatst later heeft men ten deze een andere o.i. juis
tere opvatting gekregen en hem, wiens leven altijd naar
de zee uitging, meer overeenkomstig dit ideaal, met zijn
aangezicht, starend naar de zoute golven, boven op den
Boulevard gezet. Red. Nederland tegen de aanmati
ging van Engeland te beschermen, dit achtte hij zijn
levenstaak, en zoo één leed gezegd kan worden zijne
dagen verkort te hebben, het vtaren de |bevelen der
Staten omtrent het toelaten der visitatie door Engelsche
Kapiteins, of het strijken zijner geliefde driekleur voor
de Engelsche koningsvlag."
De Nieuwe Kerk te Amsterdam bevat het stoffelijk
overschot van dezen, wellicht op dit gebied grootsten
onzer Zeeuwen. Op zijn graftombe staat in enkele woor
den de samenvatting van zijn krijgskundige verdiensten
n.l. Immensi Tremor Oceani, d.w.z. De schrik des groo
ten Oceaans.
4- I
De gemeenteraad te Ritthem hield Vrijdagmiddag een
openbare vergadering. De heer W. Boogaard was we
gens verhindering, met kennisgeving afwezig. De voor
zitter wenschte den heer P. Cevaal Pz. geluk met zijn
herstel zijner ziekte. Het doet hem genoegen dat hij
deze vergadering kan bijwonen. De heer Cevaal zegt
den voorzitter en den leden dank voor de blijken van
belangstelling tijdens zijn ongesteldheid ondervonden.
Onder de ingekomen stukken is o m. een dankbetui
ging van Kerkvoogden en Notabelen voor het gebruik
der raadszaal tijdens de restauratie der Ned. Herv. Kerk.
Aangeboden wordt het verslag van den toestand der
gemeente over het jaar 1925, hetwelk voor kennisgeving
wordt aangenomen. Op voorstel van B. en W. wordt be
sloten tot aankoop van 8 stoelen voor de raadzaal, aan
geboden door de kerkvoogdij. Voor den voorzitter zal
een bijpassende stoel worden aangeschaft.
Van Ged. Staten was een schrijven ontvangen, dat zij
bezwaar maakt tegen het raadsbesluit, omtrent wijziging
der verordening op de heffing van een plaatselijke in
komstenbelasting voor wat betreft het vrijstellen van
personen beneden den leeftijd van 16 jaar als belasting
plichtigen, mits niet aangeslagen in de Rijksinkomsten-
belasting. Op voorstel van B. en W. wordt besloten de
desbetreffende bepaling in te trekken.
In verband met het bepaalde bij art. 178 der Gemeen
tewet wordt overeenkomstig het voorstel van B. en W.
vastgesteld de verordening, aanwijzende de verordenin
gen dezer gemeente, tegen welker overtreding straf is
bedreigd, die voortdurend en met uitsluiting van alle
andere geldend blijven.
Het verzoek van het comité tot verharding van den
Lagewrg en den Houtweg om overname van den onder
houdsplicht na totstandkoming der verharding, wordt
wegens onduidelijkheid en onvolledigheid van het adres
aangehouden. Het wordt in handen gesteld van B. en
W. voor nader onderzoek.
De heer j. H. Vink wordt op zijn verzoek benoemd
tot congierge van het gemeentehuis (thans gecombineerd
met de betrekking v*n bode) zulks met ingang van 1
April 1926, terwijl zijn jaarwedde als bode-congierge
wordt vastgesteld op f 130. Ook had hij verzocht om
verhooging van het bedrag voor aanschaffing van klee
ding en schoeisel, tot een bedrag van f 132.83, aange
zien hij met het hem thans toegekende bedrag van 180
niet kan volstaan. Het voorstef van B. en W. om de
vergoeding te bepalen op f 115, wordt met 4 van-de
6 stemmen aangenomen. Het voorstel van den heer C.
Wisse, gesteund door den heer Van de Putte, was om
de gevraagde som te verleenen.
Het heffingspercentage voor de plaatselijke inkomsten
belasting wordt vastgesteld op 4,3 pCt. Dit is 0,2 pCt.
lager dan het vorige jaar. De door 6. en W. voorgestel
de, wijziging der verordening op de heffing van school
geld wordt aangehouden. »M.C.M
-f
KORTE KLANKEN.
Voor belanghebbenden. In verband met de werk
zaamheden voor de nieuwe haven te Vlissingen, is alle
passage langs de buitenhaven beslist verbóden. De po
litie houdt streng toezicht dat niemand dezen maatregel
overtreedt, Voor de bewoners van Ritthem, alsmede voor
vele wandelaars en fietsers is dit een groote teleurstel
ling deze moeten nu over den onlangs nieuw aange-
legden weg, die naar den Ouden Vlissingschen weg voert.
Een buitenkansje. Te Zoutelande is door een in
woner, bij het uitgraven van een gedeelte van zijn vloer,
een oud aarden kannetje gevonden, dat geheel gevuld
was met zilveren en gouden geldstukken, dateerende
uit het tijdvak 16151650. Het gewicht aan zilver be
draagt 7 K.G. en dat aan goud 1 K G.
Samenkomsten. Het zendingsfeest, uitgaande van
den Classikalen Zendingsraad Walcheren, zal oit jaar
gehouden worden op den tweeden Pinksterdag op „Der
Boede", bij Koudekerke, daartoe welwillend afgestaan
door notaris Mr. Loeff.
Door den Bond van Chr. Zangv. op Walcheren, zal op
Hemelvaartsdag wederom een groot zanfersfeest worden
georganiseerd, evenals het vorige jaar, op „Westhove" bij
Domburg.
Rattenmisèr® en nog wat. Het „Tijdschr. voor So
ciale Hygiëne" schrijft naar aanleiding van een bericht,
Dat men te Middelburg een rattencampagne wil begin
nen met ratin-ratinnin
„Zij, die 't Haagsche rattendrama hebben gevolgd
zullen wel eenigzins verbaasd staan, dat in dezen tijd
een tweede gemeente begint met deze campagne. Mid
delburg moet evenwel wat extra worden in het oog ge
houden, daar in het bericht onder meer staat „achter
een winkelpand in de Segeerstraat zal het middel ook
door den ontsmettingsdienst worden aangewend." Te
voren wordt gesproken van consumptieartikelen Wel
licht, dat 'we dus hier te doen hebben met eene kans,
een parthyphus-epidemietje in Middelburg te zien ontstaan.
De Gezondheidscommissie zij op haar hoede 1
In een „ingezonden" in de „M. C." deelt hierop Dr.
Weijl mede, dat niet meer gewerkt wordt met etn bac-
teriënpraeparaat, doch alleen met een themisch vergif
voor ratten, dat geen gevaar voor besmetting oplevert.
Inzender besluit: „Vrees voor epidemietjes tengevolge
van deze bestrijding behoeft dus niet te bestaan."
Oorsprong-certificaten. Door den Commissaris der
Koningin is het volgende aan de burgemeesters ter ken
nis gebracht.
Bij schrijven van 26 Maart vestigt de Minister van
Binnenl. Zaken en Landbouw de aandacht op het-na
volgende „Gebleken is, dat sommige burgemeesters
tdfch doorgaan met het afgeven van certificaten van
oorsprong, in plaats van belanghebbenden te verwijzen
Drukwerk". Dit toch geeft immers
cachet aan Uw zaak en brengt U steeds
nieuwe orders. Laat ons het eens voor U
vervaardigen en U zult, zoowel over prijs
als uitvoering tevreden zijn.