Mm We geling s J li lil Bijblad van jm wttieLiNG's Nieuwsblad van 2 april 1926 SCHAAKPROBLEEM No 48. VAN ALLES WAT. VEILIGHEIDS- EN VOLKSGEZONDHEIDS-HOEKJE 32e JAARGANG VRIJDAG 2 APRIL 1926 No. 13 van P. H. Williams. Ill London News, Mei 1892. Zwart Wit (6) Twee zet. Wit: Kb 5, Dg 8, Pf 5, Rh 3, pionnen d5 en 14. Zwart Kf 6, Dh 6, pionnen c5 en f7. (Oplossing volgende week). De komiek Jean Dugaron, overleden in 1809, had eens oneenigheid met de Sessants, die om zijn buiten gewone zwaarlijvigheid bekend was. Daar de vrienden der beide twistenden niet in staat waren een verzoe ning te bewerken, kwam men overeen deze zaak van eer met den degen te beslechten en begaf men zich te dien einde naar het Bois de Boulogne. Toen beide partijen met hun secondanten op de kampplaats waren aangekomen, scheen Dusaron plotseling te aarzelen, als of er een gevoel van vrees bij hem opKwam. ^es*e vriend, zei hij tot de Sessants, naar recht en billijkheid mag ik met u niet vechtenIk heb een te groot voordeel boven u laat mij dus de kansen van den strijd eerst gelijk maken. Bij die woorden haalde hij een stuk krijt uit zijn zak, beschreef een kring op den buik van De Sessants en zeiKijk, alle steken, die buiten dezen kring vallen, zu'len wij beschouwen als niet geldig te zijn. Bij dit vermakelijk voorstel barstten de secondanten in een schaterend gelach uit en in plaats van het duel volgde c een allergezelligst diner. Vrouw des huizes woedend„Ik zal me wel degelijk beklagen bij dc firma over de inferieure meubels .die ze mij gezonden heeft 1" Slachtoffer: „Ah, ik dacht al dat het een vergissing was, mevrouw. Ik ben gezonden om de piano te stemmen 1" „The Humorist". Op het Paaschfeest Uit den nevelnacht der tijden Rijzen beelden van weleer, Die ons spreken van veel lijden, Maar ook van een opstaan weer. De verbeelding voert de harten Naar het verre Oosten heen, Waar de groote man der smarten Als geloofsheld eens verscheen. Na zijn lijden en zijn strijden, Na zijn bitt'ren stervensnood, Mocht de leus heel de aard verblijden ,/t Leven overwint den dood". Telkens doet ons 't Paaschfeest hooren „Na den droeven lijdensnacht Wordt een schooner tijd geboren, Vol hernieuwde levenskracht". Rijz' ook nu uit bange dagen, Zoo vervuld van zorg en strijd, Dra een tijd van welbehagen, Die de wereld weer verblijdt Opstaan voor 't verhevenst streven, Opstaan voor wat zegen biedt, Opstaan voor wat heil kan geven, Opent slechts een blij verschiet. W. M. Tz. Efficiency is het voorkomen van verspilling, niet slechts van geld, maar ook van gedachten, tijd en energie de gereedschappen, welke geld maken. DE VERSTANDIGE MOEDER gaat met haar op groeiende dochter naar den dokter. Kleine inwen dige afwijkingen (ook 'bij het schijnbaar gezonde meisje), die tijdens een later huwelijk noodlottig zouden kunnen worden voor moeder en kind, wor den dan tijdig ontdekt en gemakkelijk verholpen. GAS bevat een uiterst vergiftig bestanddeel. Per sonen, die veel aan hoofdpijn lijden, of zich ge durig onwel en prikkelbaar gevoelen, moeten in de eerste plaats hun DOKTER raadplegen, en in de tweede plaats dengasfitterEen /eer klein GASLEKJE op b.v. de slaapkamer kan er de oor zaak van zijn (ook als er geen gaslicht gebrand wordt, liggen er meestal gaspijpen DE GENEESKUNDIGE kan gevaar bij de geboorte voorkomen, mits hij VOORAF de omstandigheden kent Daarom moet de jonge vrouw zich zoo vroeg mogelijk tot haar dokter wenden. Het best is, dat het meisje, dat wil gaan trouwen* zich vóór haar huwelijk tot den dokter wendt, vooral wanneer zij als kind rachitis („Engelscbe ziekte") gehad.heeft Voor Jong en Oud 85 Wij gingen dadelijk spelen met onze rattenneef- ies en onze ratten nichtjes. Die hadden een mooi kegelspel. We zetten de kegels op en begonnen erop te mikken met de eikels die oom Orijsbaard meegebracht had. Intusschen maakte tante het eten klaar. 86 Al spoedig kwam oom Orijsbaard terug. Hij riep ons bij hem en hij zei: Jullie bent stoute kin deren hoor. Als je eens wist, welk een angst je moeder heeft uitgestaan. De heele familie is er aan te pas gekomen. En zelfs meester Wijsneus hebben ze er nog bijgehaald." 87 „Komt kinderen," riep tante Orijsbaard. „De soep staat op tafel." We gingen allemaal zitten en tante schepte voor ieder van ons een bord heerlijke geurige soep. We waren dolgraag dadelijk be gonnen, maar we moesten natuurrijk wachten tot oom en tante ook aanzaten. 88 Één van de neefjes, Smulgraag, kon niet wachten en hij stak dadelijk zijn snuitje in de dampende soep. Maar dat bekwam hem 9lecht De soep was nog kokend heet Smulgraag brandde zich deerlijk, sprong met een kreet van pijn van zijn stoel en liep stampvoetend de kamer door.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1926 | | pagina 11