BIJVOEGSEL Zaterdag 6 September. Gemengd Nieuws. Een geluksvogel. De man die toe vallig dezer dagen als twee tmllioenste bezoeker op de toonstelling te Dusseldorp kwam, kreeg van een wijnhandelaar 3o0 flesschen Moezelwijn ten geschenke Een buitenkansje. Te Grevelin- gen bij de Kabeljauwplaat hebben twee visschers uit Tholen in een uur tijd 3000 pond herders (een soort makreel) gevangen, die hen te samen f 600 opbracht De viseh werd naar Parijs gezonden, waar hij op de Halles Centrales zeer gewild is. De Japansche vrouw. De Japan- sehe vrouw is, volgens de wetten en oude zeden des lands, haren man eerbied ver schuldigd en verplicht hem in alles te ge hoorzamen. Deze laatste verplichting wordt daar te lande veel verder uitgestrekt dan in de Europeesche landen, waar ook wel de wet dien gehoorzaamheidsplicht aan de vrouw oplegt, maar de zeden het wettelijk voorschrift belangrijk in de practijk ver zachten Al heeft in de laatste jaren de Westcrsche beschaving ook nog zulke groote vorderingen gemaakt in Japan, en al is daar onder de hoogere klassen veel in de positie de^r vrouwen verbeterd, in het we zen der z;*ik is er in haren toestand weinig verandering gekomen. Thans heeft voor de eerste maal eene vrouw te Yokohama met de overlevering gebroken en geweigerd den huisarbeid te verrichten, haar door haren man bevolen. De man verklaarde terstond 't huvvelijk voor ontbonden, mede overeenkomstig de oude inzettingen des lands; maar de vrouw berustte daarin niet en riep de beslissing van den rechter in, met hel gevolg, dal bij rechterlijke uitspraak werd uitgemaakt, dat de vrouw geen huislijken arbeid be hoeft te verrichten, die boven hare krach ten gaat. Deze rechterlijke beslissing wordt be schouwd als een keerpunt voor hel huise lijk leven der Japansche getrouwde vrouw. (Huisvrouw.) Een inbreeksier van 74 jaar. In de wijk Porte Saint-Denis te Parijs, kwamen in den laatsten tijd in den namiddag herhaaldelijk inbraken voor, zonder dat het de poiitie gelukte den dader of de daders te vinden. Voor namelijk werden gestolen edelgesteen ten, zilveren sieraden en linnengoed. De commissaris van politie was reeds geheel ontmoedigd, toen een concierge de zaak ophelderde. Juffrouw B. stond voor de deur van het gebouw, waar zij concierge was, toen een oude da me met eerbiedwaardig voorkomen het huis binnenging. Toen juffrouw B. naar haar eigen woning ging, hoorde zij een vreemd geluid dat van boven scheen te komen. Uit nieuwsgierigheid ging zij boven kijken en zag een zonderling tafereel. De oude dame was met een inbre kerswerktuig bezig de deur van een meidenkamertje te openen. De deur bezweek en juffrouw B. zag de dievegge de laden van het kastje doorsnuffe len. De concierge aarzelde toen geen oogenblik, greep de dievegge bij den arm en bracht haar naar het politie bureau. De commissaris was verrukt over de vangst en bewonderde de in- breekster, die bekende een dertigtal diefstallen te hebben gepleegd. Deze inbreekster is 74 jaar oud, zij weigert echter haar adres op geven. Een kraan van een kraan Te Haarlem is aan de gemeentelijke lichtfa brieken in gebruik gesteld de automatische loskraan, waarmede de steenkolen uit de schepen worden gevoerd naar de loodsen. Der dag kan door deze machine 300,000 K.G worden gelost. Voor toezicht isnoodig: één man bij de wals, die de kolen verbrij zelt, één bij de wagentjes, twee in de schuit. Hij de loskraan wordt eleclriciteil als be weegkracht gebruikt. Vreemdsoortige broodwinnin gen. In Londen is er eene klasse van menschen, wier eenig levensdoel schijnt te wezen hunne zintuigen aangenaam te prikkelen; vooral het verhemelte te streelen is iets, waarvoor men eigen lijk leeft. Zoo bestaan daar ook vrouwen, wier beroep het is de groote huizen te bezoeken en de gerechten, die voor het diner bestemd zijn, te proeven. Zij brengen er zoo noodig verbeteringen in aan en leeren de keukenmeid nieu we recepten Dat dit beroep winstge vend is, bewijst het feit, dat zulke da mes gewoonlijk hunne visitee per rij tuig afleggen. Een der grootste, maar voor haar misschien pijnlijke nieuwigheden heeft ook eene Londensche dame uitgevon den. Zij verdient een aardig inkomen met laarzen in te loopen. Zij draagt de laarzen namelijk een paar dagen totdat ze den eigenaressen daarvan ge makkelijk zitten. Uit het Zonden-register van de Trusts. Als een staaltje van de wijze, waar op men in de Verepnigde Staten tracht het volk tegen de trusts op te zetten wordt uit New-York het volgende „ware" verhaal gedaan Een neger predikant sprak over het interessante thema: „de laatste vulca- nisehe uitbarstingen en de trusts" en ver telde zijn aandachtig gehoor het volgende: Toen God de aarde sehiep maakte hij ook de petroleum, die voor het vethouden van de aardas bestemd was. Nu hebben echter lieden, die slechts uit zijn op geld maken, in 't bizonder Rockefeller en zijn „Stan dard Oil Company",aan de aarde zooveel petroleum onttrokken dat er niet genoeg smeersel meer voorhanden is. De aardas is bijgevolg droog geworden en heet ge loopc'n Daardoor komt er nu zoo nu en dan storing in de draaiing van de aarde; en op die manier ontstaan de vulcanische uitbarstingen. VAN ÏELAIDIi VAN Herhaalde M'aarschuwlngen, Een middel ter bestrijding van drank misbruik heeft concurrentie gekregen, en gevaarlijke ook. Want kost het eene f 25 het andere slechts 60 cent. 't Is goedkoop maar het kan nog goedkooper. Het wondermiddel, onder de leuze »Sluit Schiedam" aangekondigd, is volgens onderzoekingen van de heeren Dr. L. van Itallie te Rotterdam en I)r. van Hamel Roos te Amsterdam, een aftreksel, verkregen door een of ander bitter plan tendeel met azijn te behandelen. Dus, e- venals al de bekende middeltjes tegen drankmisbruik, een bitter «niemendal, dat ook in uitwerking met die anderen gelijk staat, dat wil zeggen »Ook niets uitwerkt." Er is maar één middel tegen drankmis bruik: Onthouding van het gebruik, en dit behoeft geen cent te kosten. De f 25 of de 60 cent besteed, is weggeworpen geld. Aloö-Iiou«lcii<le pillen Dr. Fr. Dornbluth, voorzeker iemand, wiens gezag niet betwijfeld zal worden, zegt o. m. het volgende van de aloë-hou- dende pillen Deze pillen prikkelen zeer sterk den darm, waardoor vele ziekelijke toestanden, die een leek onmogelijk herkennen en on derscheiden kan, zeer kunnen verergeren en ten slotte gevaarlijk worden. Zoo b. v. alle gezwellen in de maag en den darm, die zich in den regel ouder zeer onduidelijke verschijnselen ontwikke len, totdat een bloeding haar aanwezig heid doet kennen. Zoo ook het begin van buiktyphus, vele leverziekten, zoogenaamde hümorrhoïdaal kwalen eindelijk alle kankerachtige aan doeningen, die door zulke middelen zon der twijfel verergerd, ja misschien zelfs veroorzaakt worden. Dat deze en andere dergelijke laxeerpil len niet altijd zulke duidelijke nadeelige uitwerking hebben, en dikwijls zelfs lan gen tijd zonder merkbaar nadeel kunnen worden ingenomen, is bij het groote ver schil in gevoeligheid dier spijsverteerings- organen niet meer te verwonderen, dan dat de een de moeilijkst te verteren za ken in massa's kan 'gebruiken, terwijl de ander reeds door het voorzichtig te be proeven zich gevaarlijk ziek kan maken. De bedoelde pillen bevatten een stof, die reeds in geringe hoeveelheid een sterk prikkelende werking uitoefent. Door me nigvuldige herhaling van zulke prikkelen de werkingen zullen echter zeker metter tijd ziekelijke verschijnselen worden ver oorzaakt, die dikwijls op den trap van slijmvorming en bloeding zullen blijven staan, niet zelden echter ook tot weefsel- ontaarding en nieuwvormingen van kwaad- aardigen aard, zoogenaamde kankerknob bels, kunnen leiden." Met het oog op deze uitspraak van Dr. Dornbluth vestigen wij de aandacht op de volgende kwakzalversmiddelen, die allen aloë bevattenHolloway's pillen, Zwitser- sche pillen, Schreuder's pillen, Urbanus pillen, slijm- en maagpillen, Ayer's pillen, Morison's pillen, Delacre pillen, de slijm-, gal- en maagpillen uit het hoofddepöt van C. de Boor Sz, Roode pillen, Sprangers maagdruppels, wortelboer kruiden, enz., enz. Woningtoestanden in 'l Noorden. In 't Soc. Wkbl. lezen wij het volgende „Wij logeeren bij een familielid in een Drentsche pastorie. Hot regent af en toe, dat het giet. Een man strompelt' in den regen het zandpaadje op, dat naar het huis leidt, belt en vraagt den dominee te spreken. Maar de dominee is uit. Ik sta den man te woord en vraag of hij mij de bood schap kan zeggen. Zeker kan hij dat. Een paar smerige papieren delft hij uit zijn zak op en reikt ze mij toe. Het zijn een permissiebiljet van den burgemeester om een collecte langs de huizen te houden voor het herstellen van een bouwvallige woning en een stuk rekening-papier dat als inteekenlijst dienst doet. Ik vraag den man of hij even wil bin nenkomen. Hij stapt met moeite achter mij aan, en als hij zich met stijve knieën op een stoel hoeft laten zakken, begint hij het doel van zijn komst nader te ver klaren. „Keen heet ik, meneer. Wij woonden hier vroeger op het dorp; maar dat zal meneer niet meer weten. Verleden herfst het is tien jaar geweest, dat ze in 't ach terveen begonnen zijn heele stukken aan te maken. Toen kwam opeen avond groo te Loeks bij ons en vroeg, of ik niet voor zijn schoonzoon het toezicht op die aan- makerij wilde houden. Zoo trokken wij naar 't achterveen. Ze zetten er een beste keej voor ons neer en ik ben er drie jaar voor den boer opgekomen of 't voor mezelf was: loon uitbetalen, werkvolk aannemen, aardappelen verkoopenik had soms wel f 60 van hem in huis, maar alles kwam altijd goed uit en de baas was nooit an ders dan tevreden. Na drie jaar was alles aangemaakt; toen werd de boerderij gezet en de boer kwam er zelf wonen." Daarmee was natuurlijk de opzichter overbodig geworden. Hij verzocht in de keet te mogen blijven wonen en zelf daar bij een stukje grond aan te makentwin tig gulden huui zou hij betalen. Maar de boer kon van een ander dertig krijgen, en of Keen al beweerde, dat het te veel voor hem was met zijn groot gezin, en of hij zich al beriep op zijn goede diensten, hij moest eruit plaats maken voor den man, die dertig gulden had geboden. «De boer heeft er nooit een c.ent van gezien de kerel dacht niet aan betalen, vertelde Keen. Het leedvermaak, waar mee hij het zei, kon ik hem onmogelijk kwalijk nemen. „Ik kocht een oude keet voor vijf en twintig gulden, ging hij voort. Dat gaat zóó, meneer: je koopt de keet van wie er inwoont, en je betaalt grondpacht aan wie de grond toehoort. Ik betaal vijf gul den in 't jaar, daarvoor mag je dan zoo veel grond aanmaken als je wilt. Maar de mest, dat is altijd het groote ge brek. „Die keet was al rot, toen ik hem kocht, maar ik moest een onderdak heb ben. Ik ben klompmaker, en daar begon ik weer mee Eerst ging -alles nog wel goed, maar toen kwam de „rimmetiek" en ik kon geen mes of ander tuig meer vasthouden. Dat komt ook al mee van het vocht; we zitten daar midden op 't veen moet je weten, in een laagte. En nou is de keet zoo slecht geworden, het regent „zuver" bij ons in bed. Zoden durf ik er niet meer bij opgooien, want dan krijgen we het heele dak met sparren en al op ons. Bij een goeie wind schudt de heele boel toch al en het achterhuis ligt al half tegen den grond. Alles moest eigenlijk omgehaald worden, maar timmeren, me neer, dat valt zoo tegen. En waar zal ik met mijn kromme hand en stijve beenen het geld vandaan halen. Sinds verleden winter kan ik heelemaal niets meer, alle maal van de rimmetiek. Mijn vrouw ver dient zoowat de kost. «Toen zei de burgemeester, dat ik mocht rondgaan in de gemeente, en die heeft mij dit papier meegegeven. Maar 't loopen valt mij zwaar, vooral met zoo'n natte zomer als van 't 't jaar. Ik zag zijn lijst eens in. 't Waren alle maal kwartjes en dubbeltjes een enkele gulden of halve gulden. Maar hij was er nogal over tevreden. Ik voegde er mijn penningske bij. «En nou moet 'k weer verder en doe 'k je bedanken meneer." Hij stond pijnlijk op en strampelde lang zaam weg. Gelukkig was de stortregen opgehouden en scheen er een warm zon netje. «Dat scheelt mij toch zoo'n stuk," zei hij bij 't uitlaten opgewekt, «of de zon schijnt of niet." Hoe is 't mogelijk, dat zoo'n man nog opgewekt kan zijn. (Soc. Wbld.) Allertreurigst. Wij lezen in de «Goe- sche Courant" Antonie v. d. Velde, een persoon, die in 1843 te Goes is geboren en van daar in 1865 naar Middelburg is verhuisd, werd driejaren geleden, nadat ook hijzelf hier om had verzocht, door de arr. rechtbank te Breda voor den tijd van driejaren opge zonden naar de Rijkswerkinrichting te Veenhuizen. Twee jaren heeft hij op gewone wijze in die inrichting doorgebracht, doch het laat ste jaar in de ziekeninrichting. Genezen is hij niet de man kon zelfs, na eene operatie, die hij aan zijn been heeft onder gaan, niet loopen. Den 31 Augustus jl. was zijn tijd om, en wat geschiedde er nu? Op Zondagmorgen om vijf uren, wordt hij van zijn bed in een wagen gezet en onder veel pijnen naar het station te Assen gereden, waar hij in den trein werd ge plaatst cn onder geleide van een rijksveld wachter in burgerkleeding naar Goes ge bracht. Hier aangekomen, meldt de veldwachter zich met den patiënt bij den commissaris van politie, wil v. d. Velde aan dezen overgeven en verzoekt den commissaris zijn marschorder te willen afteekenen. De com missaris weigert zeer terecht, aan dit ver zoek te voldoen en verwijst den veldwach ter met den zieke naar den Burgemeester of naar den voorzitter van het algemeen zaak moest bemoeien. Men vond nu een zieke in hulpeloozen toestand en bracht hem onder dak in het commissariaat van politie, waar hij op het oogenblik zoo goed mogelijk wordt verzorgd. Toen het relaas ons ter oore kwam, kon den we het nauwelijks gelooven, edoch, bij nader onderzoek bleek het ons volkomen waar te zijn. We hebben den man in zijn hulpeloozen toestand gezien, het stuk, geteekend door den directeur van de Rijkswerkinrichting, onder de oogen gehad. Voorloopig zullen wij er niets van zeggen overtuigd als we zijn, dat een ministerie bezield met den geest dts ontfermens, zooals het gaarne van zichzeli getuigt, niet zal gedoogen, dat men een zestigjarig ziek en hulpeloos man zoo maar buiten de deur stoot en evenmin dat een ontslagene op een Zondag een dag, waarop men zelfs vol gens het ministerie niet goed kan vlaggen ter eere van den jaardag onzer Koningin gedwongen wordt te reizen. Wij twijfelen er niet aan dat de schul digen in dezen zullen worden gecorrigeerd en dat eene herhaling van een dergelijk weerzinwekkend feit zal worden voor komen. Een natuurlijke leefwijze/ Misschien als niet ernstig gemeend, maar als een komkommerbericht, deelt het D. mede: Dezer dagen stond op de Molenaarsbrug te Oudshoorn een zonderling uitgedost fietsrijder. Geheel zonder bovenkleederen, was hij in linnen gekleed, blootshoofds en barrevoets: aan zijn fiets hing een mandje waarin voor consumptie twee kroppen sla, twee gele komkommers, acht paddestoelen (in de Haarlemmermeer geplukt), enkele onrijpe peren en twee uien. Deze artikelen voor de consumptie gereed makende, bood hij de aanwezige nieuwsgierigen aan om met hem het maal te gebruiken, omdat, zoo beweerde hij, men een flinke gezond heid daardoor geniet, een mensch een plan- teneter, maar geen roofdier is en alle le venskracht door vuur wordt gedood. Ge kookt eten heeft hij in geen twee jaar ge bruikt, evenmin heeft hij in de laatste ja ren een druppel gedronkenin den win ter, zegt hij, moet een mensch niet meer gebruiken dan 10 appelen en 6 okkerno ten per dag. Wat men in den zomer be spaart aan vuur, zout en drinken, eieren en melk, komt in den winter te pas om 5 a 6 cent voor appelen enz. te besteden Wat de ligging aangaat moet deze niet zijn een veeren bed, maar een frissche stroozaak; licht moet men niet onsteken, daar zorgt de zon voor, terwijl de enthou siaste, wel een beetje zonderlinge voorvechter van zulk een leefwijze de bui tenlucht zeer aanbeval orn 200 a 300 jaar oud te worden. Bovendien bood hij een be drukte briefkaart aan, waarop aan de achterzijde staat te lezen: „Levensnproto- plasma kan slechts door levens protoplasma gevormd worden. Het is verkeerd de cel vóór het gebruik te dooden. Als we onze kinderen met rauwkost grootbrengen, zul len we een geslacht van reuzen doen ont staan. Alle levenskracht wordt door vuur gedood; de mensch is een planteter, geen roofdier." Als dit nu niet de ware propa gandist voor een natuurlijke leefwijze is, dan weten we 't niet. Zou de Ned. Ve- getariërsbond hem daarvoor niet kunnen gebruiken. Een liefdedaad. In zijn «Medische Kroniek" in het «Hdbl" maakt dr Pijn appel gewag van den gepleegden moord te Ommen en een treffende proeve van liefde voor een gewonde, die daarbij werd afge legd. De maréchaussée Hoekstra leed, toen het schot op hem was afgevuurd, zulke on- lijdende pijnen, dat het liggen op den harden grond hem ondragelijk werd. Toen bood, naar dr. P. schrijft, zijn kameraad De Lange, die met hem gesurveilleerd had, zich aan, om onder hem te gaan liggen, om hem te steunen. «En in die houding bleef hij, eerst op den grond en later op den wagen, tot de stervende gewonde in de kazerne was aan gekomen. De man had toen zelf zulk een pijn, door do inspanning, waarin hij zijn spieren had moeten houden om zijn onge- lukkigen kameraad tegen de schokken van den boerenwagen op den slechten weg te vrijwaren alles en alles bij elkaar had hij zijn pijnlijke positie ruim een uur moeten volhouden dat hij den eersten tijd niet op de beenen kon staan. Er was echter geen sprake van, dat hij zijn vriend kon redden, want liet schot was raak geweest en overal, in longen, lever, nieren, werden hagelkorrels gevonden, tot zelfs in het hart het scheen een wonder dat de man zoo nog twee en een half uur had kunnen leven. armbestuur Ook deze kunnen den man niet in ont vangst nomen, daar bij te Middelburg thuis behoort. De rijksveldwachter gaat nu met zijn patiënt weer naar het station, zet hem in de wachtkamer neer en gaat zelf per spoor naar Assen en verder naar Veen- huizen terug. Toen was het oogenblik gekomen, waar op de commissaris van politie zich met de Het verslikken bij kinderen. Hoe dik" wijls gebeurt het, dat kinderen zich ver* slikken, of dat hun iets in het verkeerde keelgat terecht komt! Meestal klopt men het kind dan op den rug, zonder dat de ze poging merkbaar werking uitoefent. Hoe gemakkelijk dat euvel te herstellen is, daarvan kan zich iedere moeder overtui gen, als zij het volgende eenvoudige mid del bij eene volgende verslikking harer lievelingen probeert. Men neemt beide handen van het kind en houdt de armen omhoog. Daardoor wordt de borstkas rui mer en dat doet het euvel verdwijnen. Een geruchtmakende diefstal. Een geruchtmakende diefstal heeft plaats ge vonden te Ascoli Piceno. De kathedraal te dier stede bezat nl. een heerlijk gewe ven pluviale met gouden geciseleerde slo ten, *en kunstwerk uit het quattrocento van hooge kunstwaarde, dat door Paus Nicolaas IV gegeven was. Wel zijn reeds eenige jaren geleden de echte steenen er uit genomen en vervangen door valsche, maar de stof op zich zelf, waarvan de priester zich slechts op hooge feestdagen bediende, werd altijd nog op eene waarde van 100,000 lire geschat. Dit kunstwerk nu is gestolen en waarschijnlijk reeds naar het buitenland in veiligheid gebracht. Eenige beambten van de kerk en een antiquaar zijn in hechtenis genomen, maar hun schuld heeft men nog niet kunnen bewijzen Ernstig ongeval. Te Leatherhead, dicht bij Londen, heeft een ernstig ongeval plaats gehad door het onvoorzichtig spelen met een luchtballon. Er zou een proefrit plaats hebben van 24 wielrijders, die wer den uitgestuurd om een luchtballon te volgen en bij het nederdalen op te vangen. De ballon kwam na eenigen tijd neer midden in het veld, waar de landlieden bezig waren met het opladen van den oogst. Het spreekt van zelf, dat het land volk aanstonds de vork liet rusten en va-n alle kanten nieuwsgierig kwam aanloopen op den ballon. Toen de volkshoop door fietsers en menschen in motor- en andere rijtuigen was gegroeid tot een talrijke me nigte, kwam een der luchtreizigers op het idee zich den tijd te korten door den Inchtbal als ballon captif te gebruiken. Dat voorstel vond bijval en om strijd wer den de menschen bij troepjes opgelaten en weer naar naar beneden getrokken. Een twaalftal keeren was dat spelletje prach tig gegaan toen op eens door verwarring in de menschen die het touw moesten vasthouden de ballon los wegdreef. Het touw slierde eerst nog langs den grond, door een enkele vastgehouden, doch de pogingen van een paar menschen, die het steeds sneller stijgend gevaarte nog tracht ten te houden, moesten worden opgegeven. Beurtelings laten ze los, een wielrijder, die aan het uiterste eind hangt, laat, een meter of drie boven den grond gelicht, neg juist bijtijds los en daar gaat het lucht schip de hoogte in met drie menschen in de mand en wat erger is een man hangende aan het touw, dat hij niet tijdig genoeg had losgelaten. Deze ongelukkige heeft echter niet het uiteinde van het touw beet, maar hangt vrij dicht bij de mand. Plotseling bemerkend, dat men on der niet meer vasthoudt, laat hij zich naar beneden glijden en ploft neer als het uit einde reeds een vijftiep meter boven den grond zweeft. De man ademde nog toen men bij hem kwam, maar bijna oogen- blikkelijk daarna stierf hij. Intusschen zweefde het drietal in de mand door het luchtruim, maar deze drie kwamen er goed af, daar een van hen op het denkbeeld kwam te trekken aan de klep. De ballon kwam zonder ongevallen neer niet ver van de plaats waar hij was opgegaan Keiserinne-zijde. Onlangs moet te Londen op een partij in aristocratische kringen een klein schandaaltje zijn ge beurd. Het was een gecostumeerd bal. Een der dames droeg een prachtig Chineesch cos. tuum, dat zeer bewoi.derd werd, totdat de Chineesche gezant, die ook aanwezig was, het zag en opmerkte dat de stol van het kleed damast-zijde was, die alleen in China voor de keizerin wordt gemaakt en die niemand anders mag dragen. Hoe kwam die Engelsche vrouw .3 kleed van de Chineesche keizerin 1 Men vroeg en nu bleek, dat een bloedverwant van haar den veldtocht in China had mee gemaakt Op verzoek van den minister van buiten- landsche zaken, die ook de partij bijwoonde is de dame toen maar verdwenen, om den Chineeschen gezant niet verder aanstoot te geven. Hondentrouw. Een slager te Bouchout, bij Antwerpen, bracht op een hondekar vleesch rond. Plotseling staat de hond stil, rukt zich los en valt verwoed aan op den slager, die in minder dan geen tijd over den grond ligt. Met hooivorken en houweelen kwa men de dorpelingen aangehold om het ra zende dier zijn prooi te ontnemen, maar de meester was door de tanden van den karhond inmiddels zoo verwond, dat hij vermoedelijk niet in leven zal hlijven. Een driedubbele terechtstelling is te Altenburg voltrokken. De 46-jarige we duwe van den mijnwerker Seifert, de 20-jarige metselaar Richard Tanzier en de 34-jarige handwerksman Johan Nieder- meier werden door den scherprechter En- gelhardt uit Maagdenburg onthoofd. Tan-

Krantenbank Zeeland

Zelandia | 1902 | | pagina 5