BIJVOEGSEL
Zaterdag 6 September.
Gemengd Nieuws.
Een geluksvogel. De man die toe
vallig dezer dagen als twee tmllioenste
bezoeker op de toonstelling te Dusseldorp
kwam, kreeg van een wijnhandelaar 3o0
flesschen Moezelwijn ten geschenke
Een buitenkansje. Te Grevelin-
gen bij de Kabeljauwplaat hebben twee
visschers uit Tholen in een uur tijd 3000
pond herders (een soort makreel) gevangen,
die hen te samen f 600 opbracht De viseh
werd naar Parijs gezonden, waar hij op
de Halles Centrales zeer gewild is.
De Japansche vrouw. De Japan-
sehe vrouw is, volgens de wetten en oude
zeden des lands, haren man eerbied ver
schuldigd en verplicht hem in alles te ge
hoorzamen. Deze laatste verplichting wordt
daar te lande veel verder uitgestrekt dan
in de Europeesche landen, waar ook wel
de wet dien gehoorzaamheidsplicht aan de
vrouw oplegt, maar de zeden het wettelijk
voorschrift belangrijk in de practijk ver
zachten Al heeft in de laatste jaren de
Westcrsche beschaving ook nog zulke groote
vorderingen gemaakt in Japan, en al is
daar onder de hoogere klassen veel in de
positie de^r vrouwen verbeterd, in het we
zen der z;*ik is er in haren toestand weinig
verandering gekomen.
Thans heeft voor de eerste maal eene
vrouw te Yokohama met de overlevering
gebroken en geweigerd den huisarbeid te
verrichten, haar door haren man bevolen.
De man verklaarde terstond 't huvvelijk
voor ontbonden, mede overeenkomstig de
oude inzettingen des lands; maar de vrouw
berustte daarin niet en riep de beslissing
van den rechter in, met hel gevolg, dal
bij rechterlijke uitspraak werd uitgemaakt,
dat de vrouw geen huislijken arbeid be
hoeft te verrichten, die boven hare krach
ten gaat.
Deze rechterlijke beslissing wordt be
schouwd als een keerpunt voor hel huise
lijk leven der Japansche getrouwde vrouw.
(Huisvrouw.)
Een inbreeksier van 74 jaar.
In de wijk Porte Saint-Denis te Parijs,
kwamen in den laatsten tijd in den
namiddag herhaaldelijk inbraken voor,
zonder dat het de poiitie gelukte den
dader of de daders te vinden. Voor
namelijk werden gestolen edelgesteen
ten, zilveren sieraden en linnengoed.
De commissaris van politie was reeds
geheel ontmoedigd, toen een concierge
de zaak ophelderde. Juffrouw B. stond
voor de deur van het gebouw, waar
zij concierge was, toen een oude da
me met eerbiedwaardig voorkomen het
huis binnenging.
Toen juffrouw B. naar haar eigen
woning ging, hoorde zij een vreemd
geluid dat van boven scheen te komen.
Uit nieuwsgierigheid ging zij boven
kijken en zag een zonderling tafereel.
De oude dame was met een inbre
kerswerktuig bezig de deur van een
meidenkamertje te openen. De deur
bezweek en juffrouw B. zag de dievegge
de laden van het kastje doorsnuffe
len.
De concierge aarzelde toen geen
oogenblik, greep de dievegge bij den
arm en bracht haar naar het politie
bureau. De commissaris was verrukt
over de vangst en bewonderde de in-
breekster, die bekende een dertigtal
diefstallen te hebben gepleegd.
Deze inbreekster is 74 jaar oud, zij
weigert echter haar adres op geven.
Een kraan van een kraan Te
Haarlem is aan de gemeentelijke lichtfa
brieken in gebruik gesteld de automatische
loskraan, waarmede de steenkolen uit de
schepen worden gevoerd naar de loodsen.
Der dag kan door deze machine 300,000
K.G worden gelost. Voor toezicht isnoodig:
één man bij de wals, die de kolen verbrij
zelt, één bij de wagentjes, twee in de schuit.
Hij de loskraan wordt eleclriciteil als be
weegkracht gebruikt.
Vreemdsoortige broodwinnin
gen. In Londen is er eene klasse van
menschen, wier eenig levensdoel schijnt
te wezen hunne zintuigen aangenaam
te prikkelen; vooral het verhemelte te
streelen is iets, waarvoor men eigen
lijk leeft. Zoo bestaan daar ook vrouwen,
wier beroep het is de groote huizen te
bezoeken en de gerechten, die voor het
diner bestemd zijn, te proeven. Zij
brengen er zoo noodig verbeteringen
in aan en leeren de keukenmeid nieu
we recepten Dat dit beroep winstge
vend is, bewijst het feit, dat zulke da
mes gewoonlijk hunne visitee per rij
tuig afleggen.
Een der grootste, maar voor haar
misschien pijnlijke nieuwigheden heeft
ook eene Londensche dame uitgevon
den. Zij verdient een aardig inkomen
met laarzen in te loopen. Zij draagt
de laarzen namelijk een paar dagen
totdat ze den eigenaressen daarvan ge
makkelijk zitten.
Uit het Zonden-register van de
Trusts. Als een staaltje van de wijze, waar
op men in de Verepnigde Staten tracht het
volk tegen de trusts op te zetten wordt uit
New-York het volgende „ware" verhaal
gedaan Een neger predikant sprak over
het interessante thema: „de laatste vulca-
nisehe uitbarstingen en de trusts" en ver
telde zijn aandachtig gehoor het volgende:
Toen God de aarde sehiep maakte hij ook
de petroleum, die voor het vethouden van
de aardas bestemd was. Nu hebben echter
lieden, die slechts uit zijn op geld maken,
in 't bizonder Rockefeller en zijn „Stan
dard Oil Company",aan de aarde zooveel
petroleum onttrokken dat er niet genoeg
smeersel meer voorhanden is. De aardas
is bijgevolg droog geworden en heet ge
loopc'n Daardoor komt er nu zoo nu en
dan storing in de draaiing van de aarde;
en op die manier ontstaan de vulcanische
uitbarstingen.
VAN
ÏELAIDIi
VAN
Herhaalde M'aarschuwlngen,
Een middel ter bestrijding van drank
misbruik heeft concurrentie gekregen, en
gevaarlijke ook. Want kost het eene f 25
het andere slechts 60 cent.
't Is goedkoop maar het kan nog
goedkooper. Het wondermiddel, onder de
leuze »Sluit Schiedam" aangekondigd, is
volgens onderzoekingen van de heeren Dr.
L. van Itallie te Rotterdam en I)r. van
Hamel Roos te Amsterdam, een aftreksel,
verkregen door een of ander bitter plan
tendeel met azijn te behandelen. Dus, e-
venals al de bekende middeltjes tegen
drankmisbruik, een bitter «niemendal,
dat ook in uitwerking met die anderen
gelijk staat, dat wil zeggen »Ook niets
uitwerkt."
Er is maar één middel tegen drankmis
bruik: Onthouding van het gebruik, en
dit behoeft geen cent te kosten. De f 25
of de 60 cent besteed, is weggeworpen
geld.
Aloö-Iiou«lcii<le pillen
Dr. Fr. Dornbluth, voorzeker iemand,
wiens gezag niet betwijfeld zal worden,
zegt o. m. het volgende van de aloë-hou-
dende pillen
Deze pillen prikkelen zeer sterk den
darm, waardoor vele ziekelijke toestanden,
die een leek onmogelijk herkennen en on
derscheiden kan, zeer kunnen verergeren
en ten slotte gevaarlijk worden.
Zoo b. v. alle gezwellen in de maag en
den darm, die zich in den regel ouder
zeer onduidelijke verschijnselen ontwikke
len, totdat een bloeding haar aanwezig
heid doet kennen.
Zoo ook het begin van buiktyphus, vele
leverziekten, zoogenaamde hümorrhoïdaal
kwalen eindelijk alle kankerachtige aan
doeningen, die door zulke middelen zon
der twijfel verergerd, ja misschien zelfs
veroorzaakt worden.
Dat deze en andere dergelijke laxeerpil
len niet altijd zulke duidelijke nadeelige
uitwerking hebben, en dikwijls zelfs lan
gen tijd zonder merkbaar nadeel kunnen
worden ingenomen, is bij het groote ver
schil in gevoeligheid dier spijsverteerings-
organen niet meer te verwonderen, dan
dat de een de moeilijkst te verteren za
ken in massa's kan 'gebruiken, terwijl de
ander reeds door het voorzichtig te be
proeven zich gevaarlijk ziek kan maken.
De bedoelde pillen bevatten een stof, die
reeds in geringe hoeveelheid een sterk
prikkelende werking uitoefent. Door me
nigvuldige herhaling van zulke prikkelen
de werkingen zullen echter zeker metter
tijd ziekelijke verschijnselen worden ver
oorzaakt, die dikwijls op den trap van
slijmvorming en bloeding zullen blijven
staan, niet zelden echter ook tot weefsel-
ontaarding en nieuwvormingen van kwaad-
aardigen aard, zoogenaamde kankerknob
bels, kunnen leiden."
Met het oog op deze uitspraak van Dr.
Dornbluth vestigen wij de aandacht op de
volgende kwakzalversmiddelen, die allen
aloë bevattenHolloway's pillen, Zwitser-
sche pillen, Schreuder's pillen, Urbanus
pillen, slijm- en maagpillen, Ayer's pillen,
Morison's pillen, Delacre pillen, de slijm-,
gal- en maagpillen uit het hoofddepöt van
C. de Boor Sz, Roode pillen, Sprangers
maagdruppels, wortelboer kruiden, enz.,
enz.
Woningtoestanden in 'l Noorden. In 't
Soc. Wkbl. lezen wij het volgende
„Wij logeeren bij een familielid in een
Drentsche pastorie.
Hot regent af en toe, dat het giet.
Een man strompelt' in den regen het
zandpaadje op, dat naar het huis leidt,
belt en vraagt den dominee te spreken.
Maar de dominee is uit. Ik sta den
man te woord en vraag of hij mij de bood
schap kan zeggen.
Zeker kan hij dat. Een paar smerige
papieren delft hij uit zijn zak op en reikt
ze mij toe. Het zijn een permissiebiljet van
den burgemeester om een collecte langs
de huizen te houden voor het herstellen
van een bouwvallige woning en een stuk
rekening-papier dat als inteekenlijst dienst
doet.
Ik vraag den man of hij even wil bin
nenkomen. Hij stapt met moeite achter
mij aan, en als hij zich met stijve knieën
op een stoel hoeft laten zakken, begint
hij het doel van zijn komst nader te ver
klaren.
„Keen heet ik, meneer. Wij woonden
hier vroeger op het dorp; maar dat zal
meneer niet meer weten. Verleden herfst
het is tien jaar geweest, dat ze in 't ach
terveen begonnen zijn heele stukken aan
te maken. Toen kwam opeen avond groo
te Loeks bij ons en vroeg, of ik niet voor
zijn schoonzoon het toezicht op die aan-
makerij wilde houden. Zoo trokken wij
naar 't achterveen. Ze zetten er een beste
keej voor ons neer en ik ben er drie jaar
voor den boer opgekomen of 't voor mezelf
was: loon uitbetalen, werkvolk aannemen,
aardappelen verkoopenik had soms wel
f 60 van hem in huis, maar alles kwam
altijd goed uit en de baas was nooit an
ders dan tevreden. Na drie jaar was alles
aangemaakt; toen werd de boerderij gezet
en de boer kwam er zelf wonen."
Daarmee was natuurlijk de opzichter
overbodig geworden. Hij verzocht in de
keet te mogen blijven wonen en zelf daar
bij een stukje grond aan te makentwin
tig gulden huui zou hij betalen. Maar de
boer kon van een ander dertig krijgen,
en of Keen al beweerde, dat het te veel
voor hem was met zijn groot gezin, en of
hij zich al beriep op zijn goede diensten,
hij moest eruit plaats maken voor den
man, die dertig gulden had geboden.
«De boer heeft er nooit een c.ent van
gezien de kerel dacht niet aan betalen,
vertelde Keen. Het leedvermaak, waar
mee hij het zei, kon ik hem onmogelijk
kwalijk nemen.
„Ik kocht een oude keet voor vijf en
twintig gulden, ging hij voort. Dat gaat
zóó, meneer: je koopt de keet van wie
er inwoont, en je betaalt grondpacht aan
wie de grond toehoort. Ik betaal vijf gul
den in 't jaar, daarvoor mag je dan zoo
veel grond aanmaken als je wilt. Maar
de mest, dat is altijd het groote ge
brek.
„Die keet was al rot, toen ik hem
kocht, maar ik moest een onderdak heb
ben. Ik ben klompmaker, en daar begon
ik weer mee Eerst ging -alles nog wel
goed, maar toen kwam de „rimmetiek"
en ik kon geen mes of ander tuig meer
vasthouden. Dat komt ook al mee van het
vocht; we zitten daar midden op 't veen
moet je weten, in een laagte. En nou is
de keet zoo slecht geworden, het regent
„zuver" bij ons in bed. Zoden durf ik er
niet meer bij opgooien, want dan krijgen
we het heele dak met sparren en al op
ons. Bij een goeie wind schudt de heele
boel toch al en het achterhuis ligt al half
tegen den grond. Alles moest eigenlijk
omgehaald worden, maar timmeren, me
neer, dat valt zoo tegen. En waar zal
ik met mijn kromme hand en stijve beenen
het geld vandaan halen. Sinds verleden
winter kan ik heelemaal niets meer, alle
maal van de rimmetiek. Mijn vrouw ver
dient zoowat de kost.
«Toen zei de burgemeester, dat ik mocht
rondgaan in de gemeente, en die heeft mij
dit papier meegegeven. Maar 't loopen
valt mij zwaar, vooral met zoo'n natte
zomer als van 't 't jaar.
Ik zag zijn lijst eens in. 't Waren alle
maal kwartjes en dubbeltjes een enkele
gulden of halve gulden. Maar hij was er
nogal over tevreden. Ik voegde er mijn
penningske bij.
«En nou moet 'k weer verder en doe
'k je bedanken meneer."
Hij stond pijnlijk op en strampelde lang
zaam weg. Gelukkig was de stortregen
opgehouden en scheen er een warm zon
netje.
«Dat scheelt mij toch zoo'n stuk," zei
hij bij 't uitlaten opgewekt, «of de zon
schijnt of niet."
Hoe is 't mogelijk, dat zoo'n man nog
opgewekt kan zijn. (Soc. Wbld.)
Allertreurigst. Wij lezen in de «Goe-
sche Courant"
Antonie v. d. Velde, een persoon, die in
1843 te Goes is geboren en van daar in
1865 naar Middelburg is verhuisd, werd
driejaren geleden, nadat ook hijzelf hier
om had verzocht, door de arr. rechtbank
te Breda voor den tijd van driejaren opge
zonden naar de Rijkswerkinrichting te
Veenhuizen.
Twee jaren heeft hij op gewone wijze in
die inrichting doorgebracht, doch het laat
ste jaar in de ziekeninrichting. Genezen
is hij niet de man kon zelfs, na eene
operatie, die hij aan zijn been heeft onder
gaan, niet loopen.
Den 31 Augustus jl. was zijn tijd om, en
wat geschiedde er nu?
Op Zondagmorgen om vijf uren, wordt
hij van zijn bed in een wagen gezet en
onder veel pijnen naar het station te Assen
gereden, waar hij in den trein werd ge
plaatst cn onder geleide van een rijksveld
wachter in burgerkleeding naar Goes ge
bracht.
Hier aangekomen, meldt de veldwachter
zich met den patiënt bij den commissaris
van politie, wil v. d. Velde aan dezen
overgeven en verzoekt den commissaris zijn
marschorder te willen afteekenen. De com
missaris weigert zeer terecht, aan dit ver
zoek te voldoen en verwijst den veldwach
ter met den zieke naar den Burgemeester
of naar den voorzitter van het algemeen
zaak moest bemoeien. Men vond nu een
zieke in hulpeloozen toestand en bracht
hem onder dak in het commissariaat van
politie, waar hij op het oogenblik zoo goed
mogelijk wordt verzorgd.
Toen het relaas ons ter oore kwam, kon
den we het nauwelijks gelooven, edoch, bij
nader onderzoek bleek het ons volkomen
waar te zijn.
We hebben den man in zijn hulpeloozen
toestand gezien, het stuk, geteekend door
den directeur van de Rijkswerkinrichting,
onder de oogen gehad.
Voorloopig zullen wij er niets van zeggen
overtuigd als we zijn, dat een ministerie
bezield met den geest dts ontfermens, zooals
het gaarne van zichzeli getuigt, niet zal
gedoogen, dat men een zestigjarig ziek en
hulpeloos man zoo maar buiten de deur stoot
en evenmin dat een ontslagene op een
Zondag een dag, waarop men zelfs vol
gens het ministerie niet goed kan vlaggen
ter eere van den jaardag onzer Koningin
gedwongen wordt te reizen.
Wij twijfelen er niet aan dat de schul
digen in dezen zullen worden gecorrigeerd
en dat eene herhaling van een dergelijk
weerzinwekkend feit zal worden voor
komen.
Een natuurlijke leefwijze/ Misschien
als niet ernstig gemeend, maar als een
komkommerbericht, deelt het D. mede:
Dezer dagen stond op de Molenaarsbrug
te Oudshoorn een zonderling uitgedost
fietsrijder. Geheel zonder bovenkleederen,
was hij in linnen gekleed, blootshoofds en
barrevoets: aan zijn fiets hing een mandje
waarin voor consumptie twee kroppen sla,
twee gele komkommers, acht paddestoelen
(in de Haarlemmermeer geplukt), enkele
onrijpe peren en twee uien. Deze artikelen
voor de consumptie gereed makende, bood
hij de aanwezige nieuwsgierigen aan om
met hem het maal te gebruiken, omdat,
zoo beweerde hij, men een flinke gezond
heid daardoor geniet, een mensch een plan-
teneter, maar geen roofdier is en alle le
venskracht door vuur wordt gedood. Ge
kookt eten heeft hij in geen twee jaar ge
bruikt, evenmin heeft hij in de laatste ja
ren een druppel gedronkenin den win
ter, zegt hij, moet een mensch niet meer
gebruiken dan 10 appelen en 6 okkerno
ten per dag. Wat men in den zomer be
spaart aan vuur, zout en drinken, eieren
en melk, komt in den winter te pas om
5 a 6 cent voor appelen enz. te besteden
Wat de ligging aangaat moet deze niet
zijn een veeren bed, maar een frissche
stroozaak; licht moet men niet onsteken,
daar zorgt de zon voor, terwijl de enthou
siaste, wel een beetje zonderlinge
voorvechter van zulk een leefwijze de bui
tenlucht zeer aanbeval orn 200 a 300 jaar
oud te worden. Bovendien bood hij een be
drukte briefkaart aan, waarop aan de
achterzijde staat te lezen: „Levensnproto-
plasma kan slechts door levens protoplasma
gevormd worden. Het is verkeerd de cel
vóór het gebruik te dooden. Als we onze
kinderen met rauwkost grootbrengen, zul
len we een geslacht van reuzen doen ont
staan. Alle levenskracht wordt door vuur
gedood; de mensch is een planteter, geen
roofdier." Als dit nu niet de ware propa
gandist voor een natuurlijke leefwijze is,
dan weten we 't niet. Zou de Ned. Ve-
getariërsbond hem daarvoor niet kunnen
gebruiken.
Een liefdedaad. In zijn «Medische
Kroniek" in het «Hdbl" maakt dr Pijn
appel gewag van den gepleegden moord te
Ommen en een treffende proeve van liefde
voor een gewonde, die daarbij werd afge
legd. De maréchaussée Hoekstra leed, toen
het schot op hem was afgevuurd, zulke on-
lijdende pijnen, dat het liggen op den
harden grond hem ondragelijk werd. Toen
bood, naar dr. P. schrijft, zijn kameraad
De Lange, die met hem gesurveilleerd had,
zich aan, om onder hem te gaan liggen,
om hem te steunen.
«En in die houding bleef hij, eerst op
den grond en later op den wagen, tot de
stervende gewonde in de kazerne was aan
gekomen. De man had toen zelf zulk een
pijn, door do inspanning, waarin hij zijn
spieren had moeten houden om zijn onge-
lukkigen kameraad tegen de schokken van
den boerenwagen op den slechten weg te
vrijwaren alles en alles bij elkaar had
hij zijn pijnlijke positie ruim een uur moeten
volhouden dat hij den eersten tijd niet
op de beenen kon staan. Er was echter
geen sprake van, dat hij zijn vriend kon
redden, want liet schot was raak geweest
en overal, in longen, lever, nieren, werden
hagelkorrels gevonden, tot zelfs in het hart
het scheen een wonder dat de man zoo
nog twee en een half uur had kunnen leven.
armbestuur
Ook deze kunnen den man niet in ont
vangst nomen, daar bij te Middelburg thuis
behoort. De rijksveldwachter gaat nu met
zijn patiënt weer naar het station, zet hem
in de wachtkamer neer en gaat zelf per
spoor naar Assen en verder naar Veen-
huizen terug.
Toen was het oogenblik gekomen, waar
op de commissaris van politie zich met de
Het verslikken bij kinderen. Hoe dik"
wijls gebeurt het, dat kinderen zich ver*
slikken, of dat hun iets in het verkeerde
keelgat terecht komt! Meestal klopt men
het kind dan op den rug, zonder dat de
ze poging merkbaar werking uitoefent.
Hoe gemakkelijk dat euvel te herstellen is,
daarvan kan zich iedere moeder overtui
gen, als zij het volgende eenvoudige mid
del bij eene volgende verslikking harer
lievelingen probeert. Men neemt beide
handen van het kind en houdt de armen
omhoog. Daardoor wordt de borstkas rui
mer en dat doet het euvel verdwijnen.
Een geruchtmakende diefstal. Een
geruchtmakende diefstal heeft plaats ge
vonden te Ascoli Piceno. De kathedraal
te dier stede bezat nl. een heerlijk gewe
ven pluviale met gouden geciseleerde slo
ten, *en kunstwerk uit het quattrocento
van hooge kunstwaarde, dat door Paus
Nicolaas IV gegeven was. Wel zijn reeds
eenige jaren geleden de echte steenen er
uit genomen en vervangen door valsche,
maar de stof op zich zelf, waarvan de
priester zich slechts op hooge feestdagen
bediende, werd altijd nog op eene waarde
van 100,000 lire geschat. Dit kunstwerk
nu is gestolen en waarschijnlijk reeds naar
het buitenland in veiligheid gebracht.
Eenige beambten van de kerk en een
antiquaar zijn in hechtenis genomen, maar
hun schuld heeft men nog niet kunnen
bewijzen
Ernstig ongeval. Te Leatherhead, dicht
bij Londen, heeft een ernstig ongeval
plaats gehad door het onvoorzichtig spelen
met een luchtballon. Er zou een proefrit
plaats hebben van 24 wielrijders, die wer
den uitgestuurd om een luchtballon te
volgen en bij het nederdalen op te vangen.
De ballon kwam na eenigen tijd neer
midden in het veld, waar de landlieden
bezig waren met het opladen van den
oogst. Het spreekt van zelf, dat het land
volk aanstonds de vork liet rusten en va-n
alle kanten nieuwsgierig kwam aanloopen
op den ballon. Toen de volkshoop door
fietsers en menschen in motor- en andere
rijtuigen was gegroeid tot een talrijke me
nigte, kwam een der luchtreizigers op
het idee zich den tijd te korten door den
Inchtbal als ballon captif te gebruiken.
Dat voorstel vond bijval en om strijd wer
den de menschen bij troepjes opgelaten en
weer naar naar beneden getrokken. Een
twaalftal keeren was dat spelletje prach
tig gegaan toen op eens door verwarring
in de menschen die het touw moesten
vasthouden de ballon los wegdreef. Het
touw slierde eerst nog langs den grond,
door een enkele vastgehouden, doch de
pogingen van een paar menschen, die het
steeds sneller stijgend gevaarte nog tracht
ten te houden, moesten worden opgegeven.
Beurtelings laten ze los, een wielrijder,
die aan het uiterste eind hangt, laat, een
meter of drie boven den grond gelicht, neg
juist bijtijds los en daar gaat het lucht
schip de hoogte in met drie menschen in
de mand en wat erger is een man
hangende aan het touw, dat hij niet tijdig
genoeg had losgelaten. Deze ongelukkige
heeft echter niet het uiteinde van het
touw beet, maar hangt vrij dicht bij de
mand. Plotseling bemerkend, dat men on
der niet meer vasthoudt, laat hij zich naar
beneden glijden en ploft neer als het uit
einde reeds een vijftiep meter boven den
grond zweeft. De man ademde nog toen
men bij hem kwam, maar bijna oogen-
blikkelijk daarna stierf hij.
Intusschen zweefde het drietal in de
mand door het luchtruim, maar deze drie
kwamen er goed af, daar een van hen op
het denkbeeld kwam te trekken aan de
klep. De ballon kwam zonder ongevallen
neer niet ver van de plaats waar hij was
opgegaan
Keiserinne-zijde. Onlangs moet te
Londen op een partij in aristocratische
kringen een klein schandaaltje zijn ge
beurd.
Het was een gecostumeerd bal. Een der
dames droeg een prachtig Chineesch cos.
tuum, dat zeer bewoi.derd werd, totdat de
Chineesche gezant, die ook aanwezig was,
het zag en opmerkte dat de stol van het
kleed damast-zijde was, die alleen in China
voor de keizerin wordt gemaakt en die
niemand anders mag dragen.
Hoe kwam die Engelsche vrouw .3
kleed van de Chineesche keizerin 1 Men
vroeg en nu bleek, dat een bloedverwant
van haar den veldtocht in China had mee
gemaakt
Op verzoek van den minister van buiten-
landsche zaken, die ook de partij bijwoonde
is de dame toen maar verdwenen, om den
Chineeschen gezant niet verder aanstoot te
geven.
Hondentrouw. Een slager te Bouchout,
bij Antwerpen, bracht op een hondekar
vleesch rond.
Plotseling staat de hond stil, rukt zich
los en valt verwoed aan op den slager, die
in minder dan geen tijd over den grond
ligt. Met hooivorken en houweelen kwa
men de dorpelingen aangehold om het ra
zende dier zijn prooi te ontnemen, maar de
meester was door de tanden van den
karhond inmiddels zoo verwond, dat hij
vermoedelijk niet in leven zal hlijven.
Een driedubbele terechtstelling is te
Altenburg voltrokken. De 46-jarige we
duwe van den mijnwerker Seifert, de
20-jarige metselaar Richard Tanzier en de
34-jarige handwerksman Johan Nieder-
meier werden door den scherprechter En-
gelhardt uit Maagdenburg onthoofd. Tan-