No. 74. Zaterdag 6 September. Anno 1902. De Pers. FEUILLETON. Wedergevonden. _i^.c3L"vex*t;ea3."ti.e33la.c3L vocht Zeeland. Brievenstukken en advertentiën te zenden aan den Redacteur-Administrateur van „ZELANDtA te Zu/adorpe. Deze courant verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond. Abonnementen worden aangenomen op post- en hulpkantoren. I Inzending van advertentiën vóór 3 ure op den dag der uitgave. Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. Zij, die zieh met 1 October a. s. op ons blad wenschen te abonneeren, ontvangen de nog tot dien datum verschij nende nummers gratis. Wij meenen goed te doen, door een klein uittrekseltje te geven eener bro chure, bevattende de lezing, door de Jesuïet, J. P. van Kasteren, op den vierden Limburgschen Katholiekendag uitgesproken. Wij gaven indertijd reeds een en an der daaruit, doch het onderwerp is ons, Katholieke redacteuren, en eenieder, die de Katholieke zaak voorstaat, rechtuit het hart gegrepen, en het is goed met nadruk en herhaaldelijk op het thema terug te komen. Wij nemen dan ook gretig de gele genheid te baat om bij den spreker te gast te'gaan, die o. m. het volgende geeft Sinds langen tijd zijn wij er aan ge woon, in dichterlijken stijl de dagblad pers onzer dagen te hooren begroeten als de koningin der eeuw, de meesteresse der wereld, de zesde of zevende Groote Mogendheid. Ik eerbiedig die uitdrukkingen als de vruchten van een dichterlijke verbeel ding, maar in gewoon proza zou ik zeggen de pers is geen koningin, geen heerscheresse, geen Groote Mogendheid. De pers is veeleer eene vervaarlijke dommekracht, een machtsmiddel in dienst van den menschelijkon geest en de menschelijke hartstochten een machts middel naast andere machtsmiddelen, naast het tooneel bijv. en de gtraatbe- tooning, naast het geld niet een der minste het geld, dat stom is, maakt recht wat krom is, en wijs wat dom is en om eens erg prozaïsch te spreken, voeg ik er bij naast liet juist niet on bekende machtsmiddel van het bier. Een zooveelste Groote Mogendheid In het Siaatslexikon van de Görres- Gesellschaft vond ik dat woord toege schreven aan den vader van veel gevleu gelde woorden, aan Napoleon I. Maar Napoleon zou dit woord gezegd hebben, niet van de pers, maar van een man van de pers, van één enkelen dagblad- schijver van zijn tijd. Die ééne was een vroom en vurig katholiek, een strijder voor de vrijheid der Kerk zoowel als voor de vrijheid van zijn vaderland. Die vijfde Groote Mogendheid, die den we relddwingeland aan het hoofd zijner legers met ontzag vervulde, was de schrijver van één enkel der toenmalige bladen Johan Joseph von Görres met zijn Rheinische Merkur. Het vervaarlijke machtsmiddel der pers is in gestadige werking. Ten goede of ten kwade. Zou er een ontwikkeld mensch zijn, die niet onder den invloed staat van het blad of de bladen, die hij leest Zeker zijn ze met de lantaren van Diogenes te zoeken. Ik ken één hooggeleerd Professor die nooit een nieuwsblad ter hand neemt, maar ik geloof niet, dat hij buiten den invloed blijft van de bladen die zijn vrienden lezen. In ieder geval, over de ingrijpende werking van dat machtsmiddel op de geesten, zijn vriend en vijand het ééns. Een vijand van het Christendom, Cré- mieux, placht aan zijne volgelingen te zeggen »A1 de rest is niets, geld is niets, gezag en aanzien is niets, de pers is alles. Hebben we de pers, dan hebben we alles." En de stem die voor ons, Katholieken het hoogste gezag heeft op aarde, de eerbiedwaardige stem van Leo XIII, roept ons toe «Onder de meest ge schikte middelen ter verdediging van den godsdienst, is naar onze meening geen middel krachtiger, en geen mid del meer geschikt voor onzen tijd dan de pers." De dagbladpers, zegt men, is de moe der, de schepperin der openbare mee ning. ,,De nieuwsbladen, zegt Bruder, zijn de dagelijksche openbare leerstoelen voor de massa des volks, de school der volwassenen" Maar men heeft ook be weerd: De openbare meening is de moeder der pers. En ook daarin ligt een korreltje waarheid, vpox ons van hoog belang. Daar bestaat tusschen schrijver en lezer, tusschen de pers en haar publiek, eene soort van wisselwerking, die het zaak is te kennen en te gebruiken. De volken in onzen tijd hebben de regeering die ze verdienen, en ook de pers die ze verdienen. Allereerst in dien zin, dat de pers, om hare krachten te kunnen ontwikkelen, steunen moet op een geest van eendracht en samen werking onder het katholieke volk, op eene gezonde en vaste organisatie der katholieke partij. Waar de toongevende mannen'buiten de pers naar onderling overleg en samen werking streven, daar vindt ook de pers niet licht aanleiding tot harts tochtelijk twistgeschijf, tot verdeeldheid in eigen kamp. Maar gaan integendeel bij een verkiezing een half dozijn ka tholieke candidaten tegenover elkander staan, dan volgt een van tweeën: of de pers mengt zich in dien onverkwik- kelijken personenstrijd, meestal om hem nog meer te verbitteren of ze verzaakt hare roeping om het publiek voor te lichten, ze blijft onzijdig en bepaalt zich tot het opstrijken van dubbeltjes voor betaalde aanbevelingen. Beide zijn der katholieke pers onwaardig. Maar de pers kan niet anders. Ze kan slechts van twee euvelen het minste kiezen. Waar gebrek aan eendracht, gebrek aan staatkundige organisatie de kracht der partij verlamt, daar is de pers vaak minder de oorzaak van den mis stand dan het slachtoffer. De katholieke pers heeft een zware taak. Zij heeft een ongelijken strijd te strij den. Zekere troebele bronnen van in komsten, waaruit anderen gretig put ten, moet zij afwijzen. Zij is vaak maar al te afhankelijk van nieuwsagentschap pen en correspondentiébureau's van vij andige richting. De zg. ,,engelsche te legrammen" komen niet enkel uit Zuid-Afrika. Kortom, het is haar on mogelijk de harde mededinging uit te houden, indien zij niet uit alle rangen van het katholieke volk voortdurende steun ontvangt. Hoe dien steun te verleenen? Een eerste antwoord geeft de Duit- sche Katholiekendag van Mainz in 1892. Zijne verklaring luidt: ,,Het is een plicht van zelfbehoud voor ons en voor onze pers, dat wij aan de zg. kleurlooze neutrale bladen de deur wijzen (hinausschafien). Want het kleurlooze blad beneemt onze pers lucht, lieht en voedsel." Yan de vij andige pers werd hier niet eens ge sproken. Ik wil er ook niet van spre- ken. Maar zelfs de kleurlooze pers ,,de deur uit!" Dat was het wachtwoord. ,,Hinaus" met de kleurlooze pers! Dat wachtwoord onzer Duitsche broe ders moet vooropstaan. Doch wij vra gen meer en moeten meer vragen. Wij vragen voor onze pers, wat met zijn kernige welsprekendheid de groote Windthorst vroeg op den Katholieken dag te Keulendrie zakenAbonnee- ren, correspondeer en, adverteer en." Mogen deze woorden in breeden kring v\ orden ter harte genomen Buitenlandseh Overzicht. Prijs per 3 maanden t franco per post 75 cent. Bij vooruitbetaling voor een geheel jaar bedraagt de abonnementsprijs slechts f2,50 voor Nederland en voor België frs. 6,50. Aan deze uitgave is verbonden een GBILLFSTBEERD ZONDAGSBLAD tegen den prijs van 45 cent per 3 maanden, betaalbaar tegelijk met de abonnementsgelden. Advcrtentiën van 1 tot 5 regels 50 cent, voor elke regel meer 10. Bij driemaal plaatsing van dezelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dienstaanbiedingen en aanvragen om dienstpersoneel ter grootte van hoogstens 8 regels worden bij vooruitbetaling geplaatst voor 4O cent per advertentie. Bij abonnement of herhaalde plaatsing belangrijke reductie. 34.) »0, neen; daar is alles in orde; ik heb nauwelijks een gefluister gehoord, sedert gij weg waart." XVII Den volgenden morgen, precies op het afgesproken uur, kwam het briefje, dat Gryce mij had beloofd.. Het werd mij on der veel wenken en knipoogen ter hand gesteld door de huisjuffrouw zelf, die in dezen tijd een natuurlijken aanleg, zoo niet eene bepaalde voorliefde, voor intri gues en geheimen ontwikkelde. Ik zag het even in het was ongeze geld en toen ik het geheel onverstaan baar vond, nam ik aan, dat alles in orde was en legde het terzijde, tot het toeval, of indien dat in gebreke bleef, eene krijgs list mij eene gelegenheid zou geven met mevrouw Blake in verbinding te tieden. Een uur ging voorbij; de deuren hunner kamers bleven gesloten. Nog een half uur kroop langzaam voor bij, en nog altijd kwam er geen geluid uit hun verblijf, behalve nu en dan een paar zachte woorden tusschen vader en zoon, een kort bevel tot de dochter, of een vloek, dien zij niet konden weerhou den, van den een of ander dezer krachtii ge, ruwe menschen, als er iets gezegd of gedaan werd, dat hen in hunne trage rust stoorde. Eindelijk kon ik mijn ongeduld niet langer bewingen. Ik stond op en nam een stout besluit. Indien de berg niet tot Mohammed wil de komen, zou Mohammed tot den berg gaan. Ik nam den brief in de hand, ging lang zaam naar de deur met het onheilspellen de ïoode kruis en klopte. Een gebrom van verbazing van binnen, gevolgd dpor een plotseling geschuifel van voeten, toen de twee mannen opsprongen uit hunne naar ik vermoedde liggende houding, waarschuwden mij, dat ik mij gereed moest houden, wantrouwen, zoo niet-de woede der wanhoop te trotseeren; ik bedwong dus krachtig de lichte hart klopping, die zoo natuurlijk was voor ie mand van mijne gestalte op den drempel van een zeer twijfelachtig avontuur, en wachtte, schijnbaar zoo rustig mogelijk, die snelle nadering van een paar vlugge voeten af, die steeds klaar schenen te zijn om de bevelen dier verharde schurken uittevoeren, hoe afkeerig zij er ook van waren hen te volgen op de wegen hunner misdaden »Och, juffrouw," zeide ik, toen de deur openging, en in de opening haar bleek ge laat verscheen, met eene wolk van nieu we en plotselinge vrees overtogen, »ik vraag u verschooning, maar ik hen een oud man, en ik heb vandaag een brief ge kregen, en mijne oogen zijn zoo zwak ge worden van het gedane werk, dat ik hem niet kan lezen. Hij is van iemand, van wien ik veel houdt, zoudt gij nu zoo vriendelijk willen zijn mij de woorden voortelezen en zoo een oud man uit zijne mzekerheid te verlossen?" Een achterdochtig gefluister achter haar waarschuwde haar de deur wijd open te doen »Zeker," zeide zij, «als ik kan," en zij nam het papier in de hand. »Laat mij er eerst eons in kijken," zei de een uorsche stem achter haaren de jongste der twee Schoenmakers stapte naar voren en rukte haar den brief uit de hand. »Gij zijt al te wantrouwend," prevelde zij, hem aanziende met voor het eerst iets van die kracht en vastberadenheid in haar blik, die ik zoo welsprekend had hooren beschrijven door den man, die haar lief had. »Er staat niets in dien brief, dat ons aangaat; geef hem mij terug." »Gij houdt uw mond," was het ruw-e antwoord, terwijl de woestaard het papier openvouwde en probeerde te lezen, wat er op geschreven stond. «Verwenschtzij lezen Fransch," riep hij uit, na een oogenblik van vergeefsche moeite. »Zie maar," hij wierp het zijn vader toe, die op eenige schreden van ons, met een toornig gezicht stond toe te^- kij ken. «Natuurlijk is het Fransch," riep het meisje. «Zoudt gij in het Engelsch schrijven aan vader? De vrienden van dezen man zijn Franschen, evenals hijzelf en moeten in hunne eigen taal schrijven." «Hier, neem het en lees," beval haar vader; «en denk er aan, dat gij ons ver telt, wat er in staat. Ik wil niet hebben, dat er hier iets gebeurt, dat ik niet be- grijp." «Lees mij de Fransche woorden eerst voor, juffrouw," zeide ik. «Het is mijn brief en ik zou gaarne weten, wat mijn vriend mij te zeggen heeft." Zij knikte mij toe met een vriendelijken blik, sloeg hare oogen op het papier, en begon te lezen «Calmez-vous, rnon amie, il vous aime et il vous cherche. Dans quatre heures vous serez heureuse. Allons du courage, et surtout soyez maitre de vous-même." «Dank uriep ik kalm en zakelijk uit, toen ik de plotselinge siddering be merkte, die haar beving, toen zij het schrift herkende en begreep, dat de woorden voor haar bestemd waren. «Mijn vriend zegt, dat hij de huishuur voor deze week voor mij zal betalen en vraagt mij om thuis te blijven teneinde hem te ontvangen," zeide ik, mij naar de twee woeste gezichten wendend, die over haar schouder keken, met een rustigen, argeloozen blik in mijn oog, die mij op het tooneel 't grootste succes zou hebben ver zekerd. «Beteekenen die woorden dat werke lijk?" vroeg haar vader, naar liet papier wijzend, dat zij in de hand hield. «Ik zal u woord voor woord vertalen, hetgeen er in staat," antwoordde zij, zich zoo krachtig beheerschend, dat haar ge- ZUID-AFRIKA. Kafferbelasting. Het korte bericht orer de belasting, die in Transvaal de Kaffers zullen hebben te betalen, is van groot gewicht. Men weet, dat dit de manier is die men reeds in Rhodesië voorgesteld heeft om de zwarten te dwingen in de mijnen te wer ken. De meesten kunnen een belasting, zooals die nu wordt ingevoerd, niet opbren gen tenzij zij het geld gaan verdienen in de mijnen. Zoo kunnen dan de Kaffers in Transvaal, die de Engelschen in den oorlog tegen de Boeren geholpen hebben, ondervinden welke ware vrienden zij in hun bondge- nooten hebben. Dat deze belasting echter aanleiding tot ernstige onlusten zal geven, is zeer waar schijnlijk. Opmerkelijk is de bepaling, dat de Kaf fers ook zullen moeten betalen voor elke vrouw die zij hebben, op een na. Dat is dus een belasting op de polygamie. Het komt ons voor, dat dit een slimme be paling is, waardig om door Lord Milner bedacht te zijn, teneinde Exeter Hall, de zendingspartij die zoo vurig voor de Kaffers pleegt op te treden, zoet te houden zegt een der bladen. Haar beschermelingen worden wel naar de mijnen gedreven, waar zij bovendien in zedelijkheid gevaar loopen sterk achteruit laat marmerbleek werd, hoewel ik zag, dat zij niet beletten kon, dat de stille verrukking, die zij gevoelde, een glans daarop verspreidde. Calmez-vousman amie. Wees niet bang, mijn vriend. II vous aime et il vous cherche. Hij houdt veel van u en zoekt u. Dans quatre heures vous serez heureuse, Binnen vier uren zult gij gelukkig zijn. Allons du courage et surtout soyez maitre de vous-même. Vat dus moed en bovenal bewaar uwe zelfbeheersching. Het is de Fransche wijze om zich uit te drukken," verklaarde zij. «Ik ben blij, dat uw vriend geneigd is u te helpen," ging zij voort, mij met een glimlach den brief teruggevend. «Ik vrees dat hot noodig voor u was." In eene soort van verbijstering vouwde ik den brief dicht, maakte eene dankba re, nede jg buiging voor haar, en strom pelde langzaam terug. Ik kou inderdaad geene woorden vinden; ik was geheel stom van verbazing. Halverwege dien brief, welks inhoud mij, zoo als gij u zult herinneren, onbekend was, zou ik al mij ne kansen op de verwachte belooning heb ben gegeven om haar te doen zwijgen. Zulke woorden aan diefmannen voor te lezen 1 Was zij krankzinnig? Maar hoe natuur lijk deed zij ten laatste door een enkel woord die regelen geheel in overstemming te doen schijnen met de beteekenis, die ik er aan gegeven had 1 (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Zelandia | 1902 | | pagina 1