Wat er deze week voorviel. Het Zeenwsche hoekje. Gemengd Nieuws. foor de Jeugd. Het Trouwen-hoekje. De kabinetscrisis in Duitseb- 1 a n (1 geeft 'de Duitsche pers aanleiding verschillende oplossingen te noemen, maar zij berusten blijkbaar alleen op phantasie, want de eerste stappen tot vorming van een nieuw kabinet zullen niet vóór 10 Januari gedaan worden. Door het afgetreden, maar nog wat aanblijvende ministerie is nog het vriendschapsverdrag met het fas cistisch Italië geteekend, een verdrag, dat door alle persorganen gunstig wordt be oordeeld. Er zijn bladen, die er in' zien een vriendschap met Italië ten koste van die met Frankrijk, waar het bekend is, dat de verhouding tusschen Frankrijk en Italië nu niet zoo innig is. Het jaar 1926, dat begon met ernstige geschillen tus schen Italië en Duitsehland over Zuid- Tyrol, eindigt aldus met een vriendschaps verdrag tusschen heide landen. De fascistische part ij in Italië kan over den loop van zaken jn 1926 tevreden zijn. In liet binnenland werden de 'laatste resten der oppositie in het parlement uit den weg geruimd. Op het gebied der financiën is de re geering er in geslaagd, .de lire te be hoeden voor de inflatie. De binnenland- sche leening was een groot succes. De productie is aangemoedigd en in geheel Italië wordt intensief gewerkt. Door het verdrag van Tirana heeft Italië zijn politiek op den Balkan afgebakend. Het verdrag met Roemenië geeft Italië bovendien een belangrijke positie op den Balkan. Het belangrijkste van alles is de grootere vriendschap tusschen Enge land en Italië. Mussolini is ervan over tuigd, dat zoowel het verdrag van Tirana als dat 'met Duitsehland de goedkeuring van Londen Reeft. Engeland en Frankrijk zullen het dus over de houding, tegenover Italië aan te nemen, wel niet eens zijn. Ook over de verhouding tot China is er verschil van meening. Engeland (minister Cham berlain) wil een geheel nieuwe-politiek be ginnen jegens China. De bestaande ver dragen werden in een nota in principe prijsgegeven. Het voorstel werd gedaan om de in Washington voorgenomen ver hooging der belastingen direct 'en on voorwaardelijk toe te staan. Frankrijk doet echter vooralsnog daar aan niet mee en zal een afwachtende houding aannemen. Uit het verre Westen komen ook berichten van oneenigheid, ja zelfs van een gespannen verhouding. Amerika en Mexico dreigen weer eens ruzie te krij gen óver petroleum-concessies. Ten slotte herinneren wij aan de heer- schende griep, aan de strenge vorst en hevige sneeuwstormen in vele landen en aan 1iet overlijden van den keizer van Japan. Uit eigen land valt te melden het op recès gaan der Tweede (tot 15 Febru ari) en der Eerste Kamer (tot 11 Ja nuari), nadat de laatste de wetsontwerpen tot verlaging van rijksinkomsten-, perso- neele en successie-belasting, het z.g.n. tandenwetje en de wegenbelasting had aangenomen. Ook is deze week bekend geworden, dat wij niet behoeven te rekenen op een vroegere beëindiging van den zomertijd in de e.v. jaren. Wel bestaan er geen on- overkomenlijke bezwaren om wat later in het voorjaar dien in te voeren. A a n g r ij pen de ongevallen had den .deze week o.a. te Warmond, waar twee meisjes door een trein werden ge dood, en te VTissmgen, waar een man met zijn auto in de haven geraakte en verdronk, plaats. De actie in onze provincie tegen het verdrag met België loopt op een eind. In verreweg de meeste gemeenten is gelegenheid geweest op de lijsten tegen dat verdrag te feekenen. Voor zoover bekend, heeft ongeveer de helft van het aantal kiezers en kiezeressen in de „af gewerkte" gemeenten op de lijsten ge teekend. Voor de tegenstanders van het verdrag nu juist geen overmatig verblij denden uitslag. Als dit artikeltje onder de oogen der le zers komt, is het al weer bijna een week geleden dat we Kerstfeest vierden en ma ken de meesten onzer zich gereed voor den stemmingsvollen Oudejaarsavond-kerk gang. Straks heeft de jaarwisseling weer plaats, wenschen we vrienden en bekenden in 't nieuwe jaar geluk, schrijven 1927 bo ven onze brieven enleven weer het ge wone leventje van eiken dag. Zoo brengen wij onze jaren door als een gedachte en loopen groot gevaar den ernst, de vergan kelijkheid en de broosheid van het leven te vergeten. Verleden week vierden we dan het Kerst feest. Ik mag aannemen, dat het grootste deel onzer lezers bekend is met de rechte beteekenis van het Kerstfeest en hoop, dat dit blijde heilsfeit niet buiten het hart om is herdacht. Toch wil ik hier even ter sprake bren gen het schandelijke misbruik, dat men van ons Kerstfeest hoe langer zoo meer gaat maken. Het wordt daarmee ieder jaar erger. En dan bedoel ik niet, dat velen op Kerstdag familieleden gaan bezoeken. Och neen, ik weet wel, dat er groote groe pen, niet het minst in onze provincie, ge vonden worden, die geen jaarlijksche va- cantiedagen hebben en die, als ze eens een vrijen dag willen of moeten hebben, dien alleen kunnen krijgen, als ze het arbeids loon voor dien dag willen missen. Ik zou niet gaarne beweren, dat zulke menschen zondigen, als ze den Kerstdag temidden van den familiekring gaan doorbrengen, mits dan maar voorkomen wordt, dat het bijwonen der godsdienstoefeningen er ge heel bij inschiet. Ik heb het oog op het feit, dat het on geloof steeds meer beslag legt op ons Kerstfeest, iets, wat ook in onze provincie door ieder, die scherp opmerkt, kan wor den geconstateerd.. Er werden ook nu door tal van niet-Christelijke bladen en tijd schriften Kers t-nummers uitgegeven, waarin met geen enkel woord gewag werd gemaakt van het blijde Kerstevangelie, maar waarin o. m. plaats werd ingeruimd voor allerlei zoutelooze verhalen en flauwe grappen. .Ja zelfs werd hier en daar pro- faneerend geschreven van „het Kerstman netje". Ik hoorde, dat er Kerstboomen brand den bij mensohen, van wie het publiek be kend is, dat zij vijanden van Kerk en Christendom zijn. Ik heb bemerkt, dat de gewoonte, om van het Kerstfeest een tweede St. Nieo- laasfeest te maken, meer en meer ingang vindt. Ik zag etalages met „Kerstgeschen ken" en las annonces, die deze gewoonte meer in zwang moesten brengen. De St. Nicolaassurprises werden eenvoudig om gezet in Kerstverrassingen en zoo hoorde ik al van menschen, die zeiden: „Wij doen niet aan St. Nicolaas, maar wel aan Kerst feest". Z,e vonden het eerste te „Roomsch"! Men heeft mij ook verteld, dat in enkele café's een Kerstboom brandde! Zoo komt men er dus toe, een dansje te maken rond den Kerstboom en wat in de groote ste den allang gewoonte is den Kerstnacht voor een groot deel in de drankhuizen door te brengen. In dit verband dient ook even het m. i. sterk te laken feit te worden gememoreerd, dat tijdens de Kerstdagen in onze omge ving weer zoo ruimschoots gelegenheid is gegeven tot dansen in de herbergen. Wan neer zullen toch" alle Burgemeesters den moed hebben, om dergelijke uitspattingen, die zulke groote zedelijke gevaren voor de jongelui opleveren, te verbieden? Arm ongeloof! Zoo zoekt het in den na maak van Christelijke feesten en gewoon ten een vervulling van eigen armoede. Moge de kerk door middel van de Evange lisatie maar steeds meer en steeds getrou wer de rechte beteekenis van het Kerst feest aan de wereld bekend maken! Dat feest, dat met zoo ontróerenden ernst spreekt van onze schuld en van Gods oneindige liefde. Nu komt straks Oud- en Nieuwjaar weer en is het opmerkelijk, dat er dan op Oudejaarsavond zooveel meer ernst wordt gevonden dan op den volgenden morgen. Zeker, er zijn daarop uitzonderingen. Ik weet, dat er zijn, die op Oudejaarsavond er nog een borrel op zetten, om al die nare gedachten weg te drinken. Het is me ook niet onbekend, dat er hier en daar groep jes menschen zijn, die öf in 't café, óf in besloten club bij 'tglas den jaarovergang vieren. Maar daartegenover staat, dat er velen zijn, die in 't bijna vervlogen jaar maar bitter weinig aan „de Voorzienig heid" (zooals men zich in die kringen vaak uitdrukt) gedacht hebben, wier wandel in de wereld was, maar wier geweten klopt en die meenen, dat ze op Oudejaarsavond nog' wat goed te maken hebben en goed maken kunnen door de godsdienstoefening dien avond bij te wonen. Ze hebben dan wel graag, dat de dominé ernstig preekt en bidt, zijn dus ook wel evenals op vorige Oudejaarsavonden met goede voornemens vervuld voor het nieuwe jaar, maar prac- tisch komt het er op neer, dat ze op 31 De cember hun jaarlijksche bedevaart onder nemen en van 1 Januari tot 30 December „vele vonden zoeken" om van den „gos- dienst" (zooals ik eens iemand zich hoorde uitdrukken) af te komen. Misschien is dit een van de redenen, waarom op Oudejaarsavond de kerken zooveel voller zijn dan op Nieuwjaarsmor gen. 'i4 Zoo treden we dan straks 1927 weer in. Wat 1926 ons bracht, och, laat ik daarover niet uitweiden. Op een andere plaats in dit blad zal daarover zeker worden geschre ven. En wat het voor persoon, gezin en fa milie bracht, weet ieder lezer zich zeker nog wel te herinneren. De necrologie, even eens in dit nummer opgenomen, spreekt weer van de vele slachtoffers, die de on verbiddelijke dood in alle rangen en stan den maakte. En anderzijds zal zeker menigeen onzer lezers weer kunnen spreken van herstel na ziekte, van voorspoed en zegeningen. Gelukkig maar, dat we niet weten, wat 1927 ons brengan zal. Toch zijn er, die dit wel gaarne zouden willen weten en van daar, dat een groot aantal Parijsche jour nalisten, om hun lezers te gerieven, een bezoek hebben gebracht aan de waarzeg sters in die stad. Vloedgolven, aardbevin gen, catastrophen, financieele moeilijkhe den, einde van het Sovjet-regime, faillisse menten, moorden, ministerie-wisselingen, troebelen, een industriëele crisis en beurs krach, ziedaar een „bloemlezing" uit de voorspellingen voor 1927. Ik voor mij heb geen behoefte aan de orakel-taal van waarzegsters en zal dan ook aan deze juffers geen bezoek brengen. Dat zooiets in Parijs wèl op prijs gesteld wordt, wijst er wel op, hoezeer in onze dagen het bijgeloof, het geloof aan allerlei occulte krachten toeneemt. En dat in het land, waar men het grofste materialisme heeft geleeraard! De koffiedik-juffrouwen in de lichtstad mogen denken, dat zij het weten, w ij we ten, dat de wereld niet geregeerd wordt door waarzegsters, maar door.. God Al machtig Hij zij ons allen in het nieuwe jaar tol een toevlucht en sterkte in alle omstandigheden. Luctor. H e e r 1 ij k e melk! Door den Keu ringsdienst van Waren te Zwolle is vastge. steld, dat de veehouder J. H. te Raalte niet minder dan 75 procent (zegge vijf en zeventig procent) water in de melk had gedaan. Plotselinge dood. Dinsdag- morgen was de onderladingmeester II. A. Kras na een ongesteldheid voor het eerst weer op het station te Arnhem aanwe zig. Nauwelijks had hij tien minuten op het stationsemplacement zijn werk ver richt, of hij zakte ineen. Een ontboden geneesheer kon slechts den dood con- stateeren De luidende klokken. Te Er- melo (Gld.) werd besloten voortaan in den nacht van 31 December pp 1 Janu ari te middernacht, gedurende 10 minuten de klokken van de gemeentetorens te doen luiden, om het oude jaar uit te luiden. Het noodweer in Spanje. Do Spaansche regeering heeft aan vlieg tuigen lastgegeven voedsel te laten val len voor de reizigers, die Dinsdag zijn gestrand met den trein van de Albacete- lijn, welke in de sneeuw is blijven steken. De sneeuw ligt vijf voet hoog; het blijft sneeuwen en hulptreinen zijn gedwongen terug te keeren. B e 1 a n g r ij k e in b r a a k. Gister nacht is tc Rotterdam ingebroken in den goudswinkel van de firma A., aan den Goudsclieweg. De inbrekers hebben zich vermoedelijk over de daken aan de ach terzijde van het pand toegang verschaft. Er is voor een waarde van f 10.000 aan gouden en zilveren voorwerpen gestolen. V o o r 40.000 mark valsche spoorkaartjes. Twee beambten, werkzaam op het centraalstation te Keu len, hebben de „Reichsbahn" voor een be drag van meer dan 40.000 mark bena deeld. Een hunner had in den kelder van het stationsgebouw drukvormen ontdekt, met behulp waarvan spoorwegkaartjes vervaardigd werden. Hij nam deze vormen en ander materiaal mee naar huis en ging daar zelf spoorwegkaartjes maken. Zijn collega wijdde hij in het geheim in en zoo werden valsche kaartjes ingeboekt als door reizigers tegen restitutie van den ver- voerprijs ingeleverde ongebruikte biljetten. Later verkochten de bedriegers ook val sche kaartjes 2de klasse naar Berlijn, Hamburg en Hannover. Eén der beklaag den bekende op deze wijze 14.000 mark rij ker geworden te zijn. Men neemt intus- sclien aan, dat dit bedrag gerust dubbel zog hoog geschat mag worden. De hoofdbeklaagde werd wegens diefstal en bij voortduring gepleegde ernstige do- cumentenvervalsching tot 2 jaar en 3 maanden gevangenisstraf veroordeeld, zijn helper wegens laatstgenoemd delict en het voeren van een valsche boekhouding tot 2 jaar, een bureaubeambte wegens eenvou dige doeumentenvervalsching tot i maand en 100 mark boete, terwijl een andere be ambte een week gevangenisstraf kreeg. Door een hond gered. In den nacht van Zondag op Maandag is de groo te toeristenhut op den Hochschneeberg, een 60-tal kilometers van AVeenen, in brand geraakt. De hut was overvuld met meer dan honderd toeristen. De huisbe waarder werd gewekt door zijn hond, die tegen een venster opsprong, tot dit in scherven vloog. Toen hij zag wat er aan de hand was, wekte hij in alle haast de toe risten, die, de meesten in nachtkleeding en barrevoets, den strijd tegen het vuur aan houden, door geweldige hoeveelheden sneeuw in en op het gebouw te werpen. Het gelukte hun den hoofdvleugel van het houten gebouw te redden. Een oplichter. Begin der maand December vroeg en verkreeg een als heer gekleed persoon een kosthuis bij de familie Van D. te Meppel. Hij zeide reiziger te zijn in electrische apparaten en beweerde, dat een zending van deze toestellen, voor hem hestemd, aan het statin uit Zweden was aan gekomen. Hij had echter niet voldoende geld om de vrachtkosten te kunnen betalen, om dat hij meer apparaten kreeg toegestuurd dan h(j verwachtte. Zijn verhalen liepen tenslotte hierop uit, dal hij de familie, waar hij reeds twee dagen in do kost was, wist te bewegen hein f 30 te leenen. Hij ging weg, naar hij zeide om de maclunes in ontvangst te nemen en zou des avonds terugkeeren. Hij bleef echter uit en liet een rijwiel dat hij bi) zich had, achter. Toen hij niet terug kwam, kreeg met argwaan en volgde aangifte bij de politie. Het ingestelde onderzoek bracht aan het licht dat het door den kostganger achtergelaten rijwiel te Heerenveen was gehuurd. Verzoeken, gedaan tot opsporing, bleven vruchteloos. Zon dag j.l. echter werd op doorreis naar Leeuw arden aan het bureau van politie te Meppel gebracht Carl Alfred L., wonejulg te Den Haag, die zich in den lande aan verschillende oplichtingen en verduisteringen had schuldig gemaakt. Uit het van de famiüe Van D. ont vangen signalement werd L. door de politie herkend als dezelfde, die deze familie had te pakken genomen. Van het geld was niets meer in zijn bezit. Beste Jongens en Meisjes, Oudejaarsavond. De oudejaarsavond is altijd voor ieder een een avond vol herinneringen. Meer dan anders is 't een avond waarop we terug denken aan alles wat er in 'tafgeloopen jaar gebeurd is, dat we denken aan een bijzonderen prettigen of minder aangena- men tijd. Want al zijn jullie nog jong, toch zullen er onder jullie ook wel zijn die al reeds eenige teleurstelling ondervonden hebben maar.... er blijft toch nog veel over om te danken. Verleden week, toen 't zoo erg koud was, was er iets dat me trof. Voor een winkel raam stond een arme jongen, met verlan gende oogen te kijken naar al dat moois en heerlijks wat voor hem toch zoo onbereik baar was. Je kon zien dat hij 't koud had. Even later liep hij al weer door, vroolijk fluitend: „Eere zij God". Die jongen was arm maar toch nog dankbaar voor wat hij had. En dan hebben jullie soms nog zoo veel meer dan die arme kinderen, een thuis, warme kleeding en heerlijk voedsel, dat 't vanzelf doet zingen: En ik die meer ontvang van boven, Zou ik dan niet mijn Schepper loven? En nu staan wij weer bij de intrede van een nieuwjaar. Er is een mooi versje, mis schien kennen jullie 't wel, de laatste re gels er van zijn: „Deed ik waarlijk wat ik kon, Ben ik wijzer, vromer, beter Dan toen 't jaar zijn loop begon?" Maar als we dan vergelijking maken tus schen nu en 't vorig jaar, dan is er veel wat in ons nadeel is. Hoe kort lijkt 't nog maar geleden, dat we stonden bij 't begin van 1926 en we hadden ons voorgenomen, dit te doen en dat te laten, doch nu 't jaar voorbij is, nu zien we pas weer hoeveel verkeerds er bij ons was, hoe dikwijls we ongehoorzaam waren aan onze ouders en onderwijzers, onaardig tegen broertjes en zusjes. Maar daarom moeten jullie nu niet denken, nu heb ik 't weer een jaar gepro beerd, 't geeft me toch niets. Neen, ook dit jaar weer probeeren. lederen avond weer voor 't slapen bidden: „schenk mij een rein hart, o God!" Want diezelfde Jezus, Wiens geboorte we pas weer herdacht hebben, Die heeft ook gezegd: „Laat de kinderkens tot Mij komen, want derzulken is 't koninkrijk der hemelen". En ten slotte wensch ik jullie allen een gelukkig nieuwjaar, en hoop ik dat jullie ook in 1927 weer net zoo jullie best zullen doen als in 1926. Daarom maar gauw aan den gang. Dit zijn weer nieuwe prijsraad sels. I. Voordegrooteren. Mijn geheel bestaat uit 60 letters. 52, 54, 22, 37, 29, 45, 31 zijn familie leden. Wat 3, 10, 32, 55, 12 is, is niet oud. Als men slaap heeft begint men dikwijls te 44, 5, 11, 47, 56, 36, 14. Voorloopig kunnen de 15, 26, 17, 2, 58, 140, 30, 34 wel weer opgeborgen. Een 49, 19, 46, 35, 43, 6, 39, 60 moet elk jaar vernieuwd. 's Avonds worden overal de 8, 53, 16, 27, 18, 41, 24 ontstoken. Een 51, 42, 50, 28 geeft melk. 13, 20, 21, 2 is een meisjesnaam. 57, 59, 33, 55, 2, 60, 25 is de Louw maand. 48, 9, 7, 23, 4, 38, 13, 40 zijn zoet. II. Voor de jongeren. Mijn geheel bestaat uit 16 letters. 1, 10, 3, 7 is de naam van een maand. Een 6, 2, 13, 12 is van glas. De klok wijst het 4-, 10, 6 aan. Een langen mooien weg noemt men ook wel een 8, 5, 14, 15. In plaats van cijfers moet hier een 11, 9, 9, 6, 16 staan. De hartelijke groeten van Tante D o 11 i e. Op verkeerde paden. VIL HOOFDSTUK VI. Een vroolijk wijsje fluitend, liep Karei Huijsman met zijn broodwagen door de straten. Hé, hé, dat was werken geweest van morgen. Bijna dubbel zooveel klanten be diend als anders, dat viel niet mee. Hij was ook wel een beetje moe, maar ge lukkig nu was hij klaar en op den terug weg naar de zaak, dan kon hij even bekomen. De torenklok sloeg juist elf uur toen hij de Hoogstraat in kwam rijden. Toen hij in de remise waar alle wagens stonden, den zijnen neerzette, kwam mijnheer Van Leeuwen naar hem toe. Zoo, Karol, ben je daar, vroeg hij. Heb 'je allo klanten kunnen'vinden en heb je ze goed bediend? Ja, mijnheer, an two orde Karei, 't was wel een beetje vreemd, al die klanten van Jan Zaalberg er bij, maar ik heb ze toch allemaal gevonden. Kom, dat is goed, zei mijnheer. Laat mij nu het brood -maar even tellen dat je over hebt gehouden, dan zullen wij samen afrekenen. Ja, mijnheer, antwoordde Karei weer. Bij zichzelf dacht hij: „Wat vreic-md dat mijnheer dat vandaag doet, anders moet ik altijd aan juffrouw Süjnman mijn geld afdragen". Samen telden zij het brood. Toen gaf Karei zijn boekje waarin hij opgeteekend had wie cr niet en wie er ook van den vorigen dag betaald hadden, aan mijn heer. Ga maar mee naar ,t kantoortje Karei, zei mijnheer, dan kun je daar 'je gêld af dragen. Karei volgde zijn patroon. Dat hij in 't kantoortje zijn geld moest afdragen was niets ongewoons, dat deed hij bij juf frouw Stijnman ook altijd. Maar wat hij wel ongewoon vond, was dat toen hij zich aan den buitenkant van 't kantoor tje voor het loket wilde plaatsen, zoo als alle dagen, mijnheer zei: „Neen Karei, niet daar, kom vandaag maar binnen." Hij ging op oen stoel naast het bureau zitten dien mijnheer hem! had aangewe zen. Terwijl mijnheer berekende hoeveel gold hij moest ontvangen hebben, telde Karei zijn geld al vast uit op een hoekje van het bureau. Toen wachtte hij tot mijnheer klaar zou zijn. Even later vroeg mijnheer „Hoeveel geld heb je Karei"? Vijftiengulden, acht en zest'g en een halve cent, mijnheer, antwoordde Karei. Dat klopt precies, zei mijnheer. Zorg vuldig teldo mijnheer het geld na en sloot het toen weg in een lade van het bureau. Juist wilde Karei opstaan en het kan toor verlaten, toen mijnheer zei: Wacht eens even Karei, ik heb je nog wat te vragen. Met een klour op het gezicht bleef Karei zitten, toen werd hij heel bleek. Hij had lief gevoel dat er iets bij zonders was. Schcap keek mijnheer naar Karei. Waarom werd die jongen zoo bleek? Zou hij weten waarover liij hém spreken wilde? Maar dan was de zaak ook niet in orde. Door dien scherpen blik voelde Karei zich nog m'nder op zijn gemak. Karei, begon mijnheer, kun je je nog herinneren, dat jo een dag of tien ge loden, van mij een vrijen middag hebt gehad om te gaan fietsen? Ja mijnheetr, zeido Karei, nauw hoor baar. Nu wist hij het zeker, alles was uitgekomen, wat moest hij beginnen? O, wat moest hij toch beginnen. En weet jo ook nog ging mijnheer voort dat ik je toen een pakje voor Mevrouw Van Hemert heb meegegeven, en gezegd, dat wanneer mevrouw betaalde je mij des avonds maar het geld moest afdra gen? „Ja, mijnheer,' 'fluisterde Karei. „En kun je mlij ook zeggen," vroeg mijnheer verder, „of nievrouw toen be taald heeft, ©n zoo ja aan wein jo dan het gold hebt afgedragen?" Nu antwoordde Karcd niet. Een oogen- blik dacht hij er over om onwaarheid te gaan spreken en te zeggen dat mevrouw niet betaald had, maar hij zag te goed aan zijn patroon, dat hij op do hoogt© was, dat durfde hij nief. Nog altijd sprak hij niet, maar zat mei zijn oogen neeigeslagen naar den grond te turen. Mijnheer Van Leeuwen wond zich op. Aan Karel's heiele houding kon hij duidelijk zien dat hij schuldig was, en dat stolde hem diep teleur. Tot, nog toe had hij steeds eerlijke jongens gehad, en nu een oneerlijken te hebben, die er nog wel zoo betrouwbaar uitzag, maakte hem boos. Met moeite bedwong hij zijn toorn. Streng zeide hij: „Spreek Karei, ik wil de goheele waarheid weten. Je behoefl er niet om hoen te draaien en geen uitvluchten te gebruiken. Zelf ben ik bij mevr. Van Hamert geweest en heb met haar en 't dienstmeisje gesproken, dus lie gc-n zal je heusch niet baten." Karei zag zelf ook in, dat openhart g bekennen het beste was, wat hij doen kon. Enkele Oudejaarsavond- recepten. Sneeuwballen (30 stuks). 60 gr. boter, 120 gr. bloem, 2 d.L. melk, 4 eieren, 20 gr. suiker, 50 gr. krenten en sucade, iets zout, frituurvet. Bereiding: Verwarm de melk met de bo ter, tot deze gesmolten is, voeg een weinig zout en de gezeefde bloem ineens toe. Roer dit samen op de kachel tot een zeer stijven bal. Laat het deeg bekoelen. Voeg er dan de suiker bij en één ei, roer dit weer tot een gladde massa, voeg vervolgens nog een ei toe en ga zoo voort, steeds roerende, tot alle eieren er in verwerkt zijn. Klop het beslag daarna minstens nog 5 min. Ver meng het deeg met de gewasschen kren ten en de gesnipperde sucade. Maak het frituurvet eerst niet te warm. Maak twee lepels vet, maak hiermede ronde balletjes van het deeg, laat ze in het vet glijden, dat langzamerhand heeter moet worden. De sneeuwballen moeten sterk opzwellen. Laat ze, als ze gaar zijn, even uitlekken op grauw papier. Stapel ze op een schotel en bestrooi ze met poedersuiker. Gevulde beschuitbollen. 12 kleine beschuitbolletjes (of 6 groote), 1 rolletje amandelpers, J4 L. kookroom (of desnoods melk), 50 G. (3 afgestreken eet lepels) boter. Snijd de bolletjes met een scherp mes het bovenste kapje af; hol ze daarna voor zichtig uit. Breng den room (of de melk) aan de kook, wrijf er het uitgeholde brood kruim in fijn, roer er de suiker en de amandelpers door en vul met dat mengsel de hollen. Leg er het bovenkapje weer op, besmeer de bollen rondom met de gesmolten boter en laat ze in den oven (op een bakblik of in een braadslee) knappend worden (onge veer een kwartier). Practische wenken. Blanke handen. Wanneer ge aard appelen of appelen hebt geschild, moet u voor u gaat slapen, de handen in lauw wa ter met zeep wasschen. De vochtige han den moeten daarna ingewreven worden met een mengsel van gelijke deelen glyce rine en citroensap. Roestig nikkel. Het is heel een voudig' om roest van nikkel te verwijderen. Men smeert de roestige plekken goed met vaseline in, laat het eenige dagen staan en wrijft daarna de vaseline er af. Poetst ge het nikkel dan nog met ammonia, dan zult ge zien, dat het weer blank is geworden. Het schoonmaken van mica ruitjes. Sommige haarden en vulka chels hebben mica-ruitjes, waardoor men zoo aardig het vuur kan zien branden. Ze worden echter gauw vuil. Den aanslag van rook kan men verwijderen door ze met een lapje met spiritus af te wrijven, of met een spons met heete azijn.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1926 | | pagina 10