Wat er deze week voorviel.
Het Zeenwsche hoekje.
Gemengd Nieuws.
foor de Jeugd.
Het Trouwen-hoekje.
De kabinetscrisis in Duitseb-
1 a n (1 geeft 'de Duitsche pers aanleiding
verschillende oplossingen te noemen, maar
zij berusten blijkbaar alleen op phantasie,
want de eerste stappen tot vorming van
een nieuw kabinet zullen niet vóór 10
Januari gedaan worden.
Door het afgetreden, maar nog wat
aanblijvende ministerie is nog het
vriendschapsverdrag met het fas
cistisch Italië geteekend, een verdrag, dat
door alle persorganen gunstig wordt be
oordeeld. Er zijn bladen, die er in' zien
een vriendschap met Italië ten koste van
die met Frankrijk, waar het bekend is,
dat de verhouding tusschen Frankrijk en
Italië nu niet zoo innig is. Het jaar 1926,
dat begon met ernstige geschillen tus
schen Italië en Duitsehland over Zuid-
Tyrol, eindigt aldus met een vriendschaps
verdrag tusschen heide landen.
De fascistische part ij in Italië
kan over den loop van zaken jn 1926
tevreden zijn. In liet binnenland werden
de 'laatste resten der oppositie in het
parlement uit den weg geruimd.
Op het gebied der financiën is de re
geering er in geslaagd, .de lire te be
hoeden voor de inflatie. De binnenland-
sche leening was een groot succes. De
productie is aangemoedigd en in geheel
Italië wordt intensief gewerkt.
Door het verdrag van Tirana heeft Italië
zijn politiek op den Balkan afgebakend.
Het verdrag met Roemenië geeft Italië
bovendien een belangrijke positie op den
Balkan. Het belangrijkste van alles is
de grootere vriendschap tusschen Enge
land en Italië. Mussolini is ervan over
tuigd, dat zoowel het verdrag van Tirana
als dat 'met Duitsehland de goedkeuring
van Londen Reeft.
Engeland en Frankrijk zullen het dus
over de houding, tegenover Italië aan
te nemen, wel niet eens zijn. Ook over de
verhouding tot China is er verschil
van meening. Engeland (minister Cham
berlain) wil een geheel nieuwe-politiek be
ginnen jegens China. De bestaande ver
dragen werden in een nota in principe
prijsgegeven. Het voorstel werd gedaan
om de in Washington voorgenomen ver
hooging der belastingen direct 'en on
voorwaardelijk toe te staan.
Frankrijk doet echter vooralsnog daar
aan niet mee en zal een afwachtende
houding aannemen.
Uit het verre Westen komen ook
berichten van oneenigheid, ja zelfs van
een gespannen verhouding. Amerika en
Mexico dreigen weer eens ruzie te krij
gen óver petroleum-concessies.
Ten slotte herinneren wij aan de heer-
schende griep, aan de strenge vorst en
hevige sneeuwstormen in vele landen en
aan 1iet overlijden van den keizer van
Japan.
Uit eigen land valt te melden het op
recès gaan der Tweede (tot 15 Febru
ari) en der Eerste Kamer (tot 11 Ja
nuari), nadat de laatste de wetsontwerpen
tot verlaging van rijksinkomsten-, perso-
neele en successie-belasting, het z.g.n.
tandenwetje en de wegenbelasting had
aangenomen.
Ook is deze week bekend geworden,
dat wij niet behoeven te rekenen op een
vroegere beëindiging van den zomertijd
in de e.v. jaren. Wel bestaan er geen on-
overkomenlijke bezwaren om wat later
in het voorjaar dien in te voeren.
A a n g r ij pen de ongevallen had
den .deze week o.a. te Warmond, waar
twee meisjes door een trein werden ge
dood, en te VTissmgen, waar een man
met zijn auto in de haven geraakte en
verdronk, plaats.
De actie in onze provincie tegen het
verdrag met België loopt op een
eind. In verreweg de meeste gemeenten
is gelegenheid geweest op de lijsten tegen
dat verdrag te feekenen. Voor zoover
bekend, heeft ongeveer de helft van het
aantal kiezers en kiezeressen in de „af
gewerkte" gemeenten op de lijsten ge
teekend. Voor de tegenstanders van het
verdrag nu juist geen overmatig verblij
denden uitslag.
Als dit artikeltje onder de oogen der le
zers komt, is het al weer bijna een week
geleden dat we Kerstfeest vierden en ma
ken de meesten onzer zich gereed voor den
stemmingsvollen Oudejaarsavond-kerk
gang. Straks heeft de jaarwisseling weer
plaats, wenschen we vrienden en bekenden
in 't nieuwe jaar geluk, schrijven 1927 bo
ven onze brieven enleven weer het ge
wone leventje van eiken dag. Zoo brengen
wij onze jaren door als een gedachte en
loopen groot gevaar den ernst, de vergan
kelijkheid en de broosheid van het leven
te vergeten.
Verleden week vierden we dan het Kerst
feest. Ik mag aannemen, dat het grootste
deel onzer lezers bekend is met de rechte
beteekenis van het Kerstfeest en hoop, dat
dit blijde heilsfeit niet buiten het hart om
is herdacht.
Toch wil ik hier even ter sprake bren
gen het schandelijke misbruik, dat men
van ons Kerstfeest hoe langer zoo meer
gaat maken. Het wordt daarmee ieder jaar
erger.
En dan bedoel ik niet, dat velen op
Kerstdag familieleden gaan bezoeken.
Och neen, ik weet wel, dat er groote groe
pen, niet het minst in onze provincie, ge
vonden worden, die geen jaarlijksche va-
cantiedagen hebben en die, als ze eens een
vrijen dag willen of moeten hebben, dien
alleen kunnen krijgen, als ze het arbeids
loon voor dien dag willen missen. Ik zou
niet gaarne beweren, dat zulke menschen
zondigen, als ze den Kerstdag temidden
van den familiekring gaan doorbrengen,
mits dan maar voorkomen wordt, dat het
bijwonen der godsdienstoefeningen er ge
heel bij inschiet.
Ik heb het oog op het feit, dat het on
geloof steeds meer beslag legt op ons
Kerstfeest, iets, wat ook in onze provincie
door ieder, die scherp opmerkt, kan wor
den geconstateerd.. Er werden ook nu door
tal van niet-Christelijke bladen en tijd
schriften Kers t-nummers uitgegeven,
waarin met geen enkel woord gewag werd
gemaakt van het blijde Kerstevangelie,
maar waarin o. m. plaats werd ingeruimd
voor allerlei zoutelooze verhalen en flauwe
grappen. .Ja zelfs werd hier en daar pro-
faneerend geschreven van „het Kerstman
netje".
Ik hoorde, dat er Kerstboomen brand
den bij mensohen, van wie het publiek be
kend is, dat zij vijanden van Kerk en
Christendom zijn.
Ik heb bemerkt, dat de gewoonte, om
van het Kerstfeest een tweede St. Nieo-
laasfeest te maken, meer en meer ingang
vindt. Ik zag etalages met „Kerstgeschen
ken" en las annonces, die deze gewoonte
meer in zwang moesten brengen. De St.
Nicolaassurprises werden eenvoudig om
gezet in Kerstverrassingen en zoo hoorde
ik al van menschen, die zeiden: „Wij doen
niet aan St. Nicolaas, maar wel aan Kerst
feest". Z,e vonden het eerste te „Roomsch"!
Men heeft mij ook verteld, dat in enkele
café's een Kerstboom brandde! Zoo komt
men er dus toe, een dansje te maken rond
den Kerstboom en wat in de groote ste
den allang gewoonte is den Kerstnacht
voor een groot deel in de drankhuizen door
te brengen.
In dit verband dient ook even het m. i.
sterk te laken feit te worden gememoreerd,
dat tijdens de Kerstdagen in onze omge
ving weer zoo ruimschoots gelegenheid is
gegeven tot dansen in de herbergen. Wan
neer zullen toch" alle Burgemeesters den
moed hebben, om dergelijke uitspattingen,
die zulke groote zedelijke gevaren voor de
jongelui opleveren, te verbieden?
Arm ongeloof! Zoo zoekt het in den na
maak van Christelijke feesten en gewoon
ten een vervulling van eigen armoede.
Moge de kerk door middel van de Evange
lisatie maar steeds meer en steeds getrou
wer de rechte beteekenis van het Kerst
feest aan de wereld bekend maken! Dat
feest, dat met zoo ontróerenden ernst
spreekt van onze schuld en van Gods
oneindige liefde.
Nu komt straks Oud- en Nieuwjaar
weer en is het opmerkelijk, dat er dan op
Oudejaarsavond zooveel meer ernst wordt
gevonden dan op den volgenden morgen.
Zeker, er zijn daarop uitzonderingen. Ik
weet, dat er zijn, die op Oudejaarsavond er
nog een borrel op zetten, om al die nare
gedachten weg te drinken. Het is me ook
niet onbekend, dat er hier en daar groep
jes menschen zijn, die öf in 't café, óf in
besloten club bij 'tglas den jaarovergang
vieren. Maar daartegenover staat, dat er
velen zijn, die in 't bijna vervlogen jaar
maar bitter weinig aan „de Voorzienig
heid" (zooals men zich in die kringen vaak
uitdrukt) gedacht hebben, wier wandel in
de wereld was, maar wier geweten klopt
en die meenen, dat ze op Oudejaarsavond
nog' wat goed te maken hebben en goed
maken kunnen door de godsdienstoefening
dien avond bij te wonen. Ze hebben dan
wel graag, dat de dominé ernstig preekt en
bidt, zijn dus ook wel evenals op vorige
Oudejaarsavonden met goede voornemens
vervuld voor het nieuwe jaar, maar prac-
tisch komt het er op neer, dat ze op 31 De
cember hun jaarlijksche bedevaart onder
nemen en van 1 Januari tot 30 December
„vele vonden zoeken" om van den „gos-
dienst" (zooals ik eens iemand zich hoorde
uitdrukken) af te komen.
Misschien is dit een van de redenen,
waarom op Oudejaarsavond de kerken
zooveel voller zijn dan op Nieuwjaarsmor
gen.
'i4
Zoo treden we dan straks 1927 weer in.
Wat 1926 ons bracht, och, laat ik daarover
niet uitweiden. Op een andere plaats in dit
blad zal daarover zeker worden geschre
ven. En wat het voor persoon, gezin en fa
milie bracht, weet ieder lezer zich zeker
nog wel te herinneren. De necrologie, even
eens in dit nummer opgenomen, spreekt
weer van de vele slachtoffers, die de on
verbiddelijke dood in alle rangen en stan
den maakte.
En anderzijds zal zeker menigeen onzer
lezers weer kunnen spreken van herstel na
ziekte, van voorspoed en zegeningen.
Gelukkig maar, dat we niet weten, wat
1927 ons brengan zal. Toch zijn er, die dit
wel gaarne zouden willen weten en van
daar, dat een groot aantal Parijsche jour
nalisten, om hun lezers te gerieven, een
bezoek hebben gebracht aan de waarzeg
sters in die stad. Vloedgolven, aardbevin
gen, catastrophen, financieele moeilijkhe
den, einde van het Sovjet-regime, faillisse
menten, moorden, ministerie-wisselingen,
troebelen, een industriëele crisis en beurs
krach, ziedaar een „bloemlezing" uit de
voorspellingen voor 1927.
Ik voor mij heb geen behoefte aan de
orakel-taal van waarzegsters en zal dan
ook aan deze juffers geen bezoek brengen.
Dat zooiets in Parijs wèl op prijs gesteld
wordt, wijst er wel op, hoezeer in onze
dagen het bijgeloof, het geloof aan allerlei
occulte krachten toeneemt. En dat in het
land, waar men het grofste materialisme
heeft geleeraard!
De koffiedik-juffrouwen in de lichtstad
mogen denken, dat zij het weten, w ij we
ten, dat de wereld niet geregeerd wordt
door waarzegsters, maar door.. God Al
machtig Hij zij ons allen in het nieuwe
jaar tol een toevlucht en sterkte in alle
omstandigheden. Luctor.
H e e r 1 ij k e melk! Door den Keu
ringsdienst van Waren te Zwolle is vastge.
steld, dat de veehouder J. H. te Raalte
niet minder dan 75 procent (zegge vijf
en zeventig procent) water in de melk
had gedaan.
Plotselinge dood. Dinsdag-
morgen was de onderladingmeester II. A.
Kras na een ongesteldheid voor het eerst
weer op het station te Arnhem aanwe
zig. Nauwelijks had hij tien minuten op
het stationsemplacement zijn werk ver
richt, of hij zakte ineen. Een ontboden
geneesheer kon slechts den dood con-
stateeren
De luidende klokken. Te Er-
melo (Gld.) werd besloten voortaan in
den nacht van 31 December pp 1 Janu
ari te middernacht, gedurende 10 minuten
de klokken van de gemeentetorens te
doen luiden, om het oude jaar uit te
luiden.
Het noodweer in Spanje.
Do Spaansche regeering heeft aan vlieg
tuigen lastgegeven voedsel te laten val
len voor de reizigers, die Dinsdag zijn
gestrand met den trein van de Albacete-
lijn, welke in de sneeuw is blijven steken.
De sneeuw ligt vijf voet hoog; het blijft
sneeuwen en hulptreinen zijn gedwongen
terug te keeren.
B e 1 a n g r ij k e in b r a a k. Gister
nacht is tc Rotterdam ingebroken in den
goudswinkel van de firma A., aan den
Goudsclieweg. De inbrekers hebben zich
vermoedelijk over de daken aan de ach
terzijde van het pand toegang verschaft.
Er is voor een waarde van f 10.000 aan
gouden en zilveren voorwerpen gestolen.
V o o r 40.000 mark valsche
spoorkaartjes. Twee beambten,
werkzaam op het centraalstation te Keu
len, hebben de „Reichsbahn" voor een be
drag van meer dan 40.000 mark bena
deeld. Een hunner had in den kelder van
het stationsgebouw drukvormen ontdekt,
met behulp waarvan spoorwegkaartjes
vervaardigd werden. Hij nam deze vormen
en ander materiaal mee naar huis en ging
daar zelf spoorwegkaartjes maken. Zijn
collega wijdde hij in het geheim in en zoo
werden valsche kaartjes ingeboekt als
door reizigers tegen restitutie van den ver-
voerprijs ingeleverde ongebruikte biljetten.
Later verkochten de bedriegers ook val
sche kaartjes 2de klasse naar Berlijn,
Hamburg en Hannover. Eén der beklaag
den bekende op deze wijze 14.000 mark rij
ker geworden te zijn. Men neemt intus-
sclien aan, dat dit bedrag gerust dubbel
zog hoog geschat mag worden.
De hoofdbeklaagde werd wegens diefstal
en bij voortduring gepleegde ernstige do-
cumentenvervalsching tot 2 jaar en 3
maanden gevangenisstraf veroordeeld, zijn
helper wegens laatstgenoemd delict en het
voeren van een valsche boekhouding tot 2
jaar, een bureaubeambte wegens eenvou
dige doeumentenvervalsching tot i maand
en 100 mark boete, terwijl een andere be
ambte een week gevangenisstraf kreeg.
Door een hond gered. In den
nacht van Zondag op Maandag is de groo
te toeristenhut op den Hochschneeberg,
een 60-tal kilometers van AVeenen, in
brand geraakt. De hut was overvuld met
meer dan honderd toeristen. De huisbe
waarder werd gewekt door zijn hond, die
tegen een venster opsprong, tot dit in
scherven vloog. Toen hij zag wat er aan de
hand was, wekte hij in alle haast de toe
risten, die, de meesten in nachtkleeding en
barrevoets, den strijd tegen het vuur aan
houden, door geweldige hoeveelheden
sneeuw in en op het gebouw te werpen.
Het gelukte hun den hoofdvleugel van het
houten gebouw te redden.
Een oplichter. Begin der maand
December vroeg en verkreeg een als heer
gekleed persoon een kosthuis bij de familie
Van D. te Meppel. Hij zeide reiziger te zijn
in electrische apparaten en beweerde, dat
een zending van deze toestellen, voor hem
hestemd, aan het statin uit Zweden was aan
gekomen. Hij had echter niet voldoende geld
om de vrachtkosten te kunnen betalen, om
dat hij meer apparaten kreeg toegestuurd dan
h(j verwachtte. Zijn verhalen liepen tenslotte
hierop uit, dal hij de familie, waar hij reeds
twee dagen in do kost was, wist te bewegen
hein f 30 te leenen. Hij ging weg, naar hij
zeide om de maclunes in ontvangst te nemen
en zou des avonds terugkeeren. Hij bleef
echter uit en liet een rijwiel dat hij bi) zich
had, achter. Toen hij niet terug kwam, kreeg
met argwaan en volgde aangifte bij de politie.
Het ingestelde onderzoek bracht aan het licht
dat het door den kostganger achtergelaten
rijwiel te Heerenveen was gehuurd. Verzoeken,
gedaan tot opsporing, bleven vruchteloos. Zon
dag j.l. echter werd op doorreis naar Leeuw
arden aan het bureau van politie te Meppel
gebracht Carl Alfred L., wonejulg te Den
Haag, die zich in den lande aan verschillende
oplichtingen en verduisteringen had schuldig
gemaakt. Uit het van de famiüe Van D. ont
vangen signalement werd L. door de politie
herkend als dezelfde, die deze familie had
te pakken genomen. Van het geld was niets
meer in zijn bezit.
Beste Jongens en Meisjes,
Oudejaarsavond.
De oudejaarsavond is altijd voor ieder
een een avond vol herinneringen. Meer dan
anders is 't een avond waarop we terug
denken aan alles wat er in 'tafgeloopen
jaar gebeurd is, dat we denken aan een
bijzonderen prettigen of minder aangena-
men tijd. Want al zijn jullie nog jong, toch
zullen er onder jullie ook wel zijn die al
reeds eenige teleurstelling ondervonden
hebben maar.... er blijft toch nog veel
over om te danken.
Verleden week, toen 't zoo erg koud was,
was er iets dat me trof. Voor een winkel
raam stond een arme jongen, met verlan
gende oogen te kijken naar al dat moois en
heerlijks wat voor hem toch zoo onbereik
baar was. Je kon zien dat hij 't koud had.
Even later liep hij al weer door, vroolijk
fluitend: „Eere zij God". Die jongen was
arm maar toch nog dankbaar voor wat hij
had. En dan hebben jullie soms nog zoo
veel meer dan die arme kinderen, een
thuis, warme kleeding en heerlijk voedsel,
dat 't vanzelf doet zingen:
En ik die meer ontvang van boven,
Zou ik dan niet mijn Schepper loven?
En nu staan wij weer bij de intrede van
een nieuwjaar. Er is een mooi versje, mis
schien kennen jullie 't wel, de laatste re
gels er van zijn:
„Deed ik waarlijk wat ik kon,
Ben ik wijzer, vromer, beter
Dan toen 't jaar zijn loop begon?"
Maar als we dan vergelijking maken tus
schen nu en 't vorig jaar, dan is er veel
wat in ons nadeel is. Hoe kort lijkt 't nog
maar geleden, dat we stonden bij 't begin
van 1926 en we hadden ons voorgenomen,
dit te doen en dat te laten, doch nu 't jaar
voorbij is, nu zien we pas weer hoeveel
verkeerds er bij ons was, hoe dikwijls we
ongehoorzaam waren aan onze ouders en
onderwijzers, onaardig tegen broertjes en
zusjes. Maar daarom moeten jullie nu niet
denken, nu heb ik 't weer een jaar gepro
beerd, 't geeft me toch niets. Neen, ook dit
jaar weer probeeren. lederen avond weer
voor 't slapen bidden: „schenk mij een rein
hart, o God!"
Want diezelfde Jezus, Wiens geboorte
we pas weer herdacht hebben, Die heeft
ook gezegd: „Laat de kinderkens tot Mij
komen, want derzulken is 't koninkrijk der
hemelen".
En ten slotte wensch ik jullie allen een
gelukkig nieuwjaar, en hoop ik dat jullie
ook in 1927 weer net zoo jullie best zullen
doen als in 1926. Daarom maar gauw aan
den gang. Dit zijn weer nieuwe prijsraad
sels.
I. Voordegrooteren.
Mijn geheel bestaat uit 60 letters.
52, 54, 22, 37, 29, 45, 31 zijn familie
leden.
Wat 3, 10, 32, 55, 12 is, is niet oud.
Als men slaap heeft begint men dikwijls
te 44, 5, 11, 47, 56, 36, 14.
Voorloopig kunnen de 15, 26, 17, 2, 58,
140, 30, 34 wel weer opgeborgen.
Een 49, 19, 46, 35, 43, 6, 39, 60 moet elk
jaar vernieuwd.
's Avonds worden overal de 8, 53, 16,
27, 18, 41, 24 ontstoken.
Een 51, 42, 50, 28 geeft melk.
13, 20, 21, 2 is een meisjesnaam.
57, 59, 33, 55, 2, 60, 25 is de Louw
maand.
48, 9, 7, 23, 4, 38, 13, 40 zijn zoet.
II. Voor de jongeren.
Mijn geheel bestaat uit 16 letters.
1, 10, 3, 7 is de naam van een maand.
Een 6, 2, 13, 12 is van glas.
De klok wijst het 4-, 10, 6 aan.
Een langen mooien weg noemt men ook
wel een 8, 5, 14, 15.
In plaats van cijfers moet hier een 11,
9, 9, 6, 16 staan.
De hartelijke groeten van
Tante D o 11 i e.
Op verkeerde paden.
VIL
HOOFDSTUK VI.
Een vroolijk wijsje fluitend, liep Karei
Huijsman met zijn broodwagen door de
straten.
Hé, hé, dat was werken geweest van
morgen. Bijna dubbel zooveel klanten be
diend als anders, dat viel niet mee. Hij
was ook wel een beetje moe, maar ge
lukkig nu was hij klaar en op den terug
weg naar de zaak, dan kon hij even
bekomen. De torenklok sloeg juist elf
uur toen hij de Hoogstraat in kwam
rijden. Toen hij in de remise waar alle
wagens stonden, den zijnen neerzette,
kwam mijnheer Van Leeuwen naar hem
toe.
Zoo, Karol, ben je daar, vroeg hij.
Heb 'je allo klanten kunnen'vinden en
heb je ze goed bediend?
Ja, mijnheer, an two orde Karei, 't was
wel een beetje vreemd, al die klanten
van Jan Zaalberg er bij, maar ik heb ze
toch allemaal gevonden.
Kom, dat is goed, zei mijnheer. Laat
mij nu het brood -maar even tellen dat
je over hebt gehouden, dan zullen wij
samen afrekenen.
Ja, mijnheer, antwoordde Karei weer.
Bij zichzelf dacht hij: „Wat vreic-md
dat mijnheer dat vandaag doet, anders
moet ik altijd aan juffrouw Süjnman mijn
geld afdragen".
Samen telden zij het brood. Toen gaf
Karei zijn boekje waarin hij opgeteekend
had wie cr niet en wie er ook van den
vorigen dag betaald hadden, aan mijn
heer.
Ga maar mee naar ,t kantoortje Karei,
zei mijnheer, dan kun je daar 'je gêld af
dragen.
Karei volgde zijn patroon. Dat hij in
't kantoortje zijn geld moest afdragen was
niets ongewoons, dat deed hij bij juf
frouw Stijnman ook altijd. Maar wat hij
wel ongewoon vond, was dat toen hij
zich aan den buitenkant van 't kantoor
tje voor het loket wilde plaatsen, zoo
als alle dagen, mijnheer zei:
„Neen Karei, niet daar, kom vandaag
maar binnen."
Hij ging op oen stoel naast het bureau
zitten dien mijnheer hem! had aangewe
zen. Terwijl mijnheer berekende hoeveel
gold hij moest ontvangen hebben, telde
Karei zijn geld al vast uit op een hoekje
van het bureau. Toen wachtte hij tot
mijnheer klaar zou zijn. Even later vroeg
mijnheer „Hoeveel geld heb je Karei"?
Vijftiengulden, acht en zest'g en een halve
cent, mijnheer, antwoordde Karei.
Dat klopt precies, zei mijnheer. Zorg
vuldig teldo mijnheer het geld na en
sloot het toen weg in een lade van
het bureau.
Juist wilde Karei opstaan en het kan
toor verlaten, toen mijnheer zei: Wacht
eens even Karei, ik heb je nog wat
te vragen.
Met een klour op het gezicht bleef
Karei zitten, toen werd hij heel bleek.
Hij had lief gevoel dat er iets bij
zonders was. Schcap keek mijnheer naar
Karei. Waarom werd die jongen zoo
bleek? Zou hij weten waarover liij hém
spreken wilde? Maar dan was de zaak
ook niet in orde.
Door dien scherpen blik voelde Karei
zich nog m'nder op zijn gemak.
Karei, begon mijnheer, kun je je nog
herinneren, dat jo een dag of tien ge
loden, van mij een vrijen middag hebt
gehad om te gaan fietsen?
Ja mijnheetr, zeido Karei, nauw hoor
baar. Nu wist hij het zeker, alles was
uitgekomen, wat moest hij beginnen?
O, wat moest hij toch beginnen.
En weet jo ook nog ging mijnheer voort
dat ik je toen een pakje voor Mevrouw
Van Hemert heb meegegeven, en gezegd,
dat wanneer mevrouw betaalde je mij
des avonds maar het geld moest afdra
gen?
„Ja, mijnheer,' 'fluisterde Karei.
„En kun je mlij ook zeggen," vroeg
mijnheer verder, „of nievrouw toen be
taald heeft, ©n zoo ja aan wein jo dan
het gold hebt afgedragen?"
Nu antwoordde Karcd niet. Een oogen-
blik dacht hij er over om onwaarheid te
gaan spreken en te zeggen dat mevrouw
niet betaald had, maar hij zag te goed aan
zijn patroon, dat hij op do hoogt© was,
dat durfde hij nief.
Nog altijd sprak hij niet, maar zat mei
zijn oogen neeigeslagen naar den grond
te turen. Mijnheer Van Leeuwen wond
zich op. Aan Karel's heiele houding kon
hij duidelijk zien dat hij schuldig was,
en dat stolde hem diep teleur. Tot, nog
toe had hij steeds eerlijke jongens gehad,
en nu een oneerlijken te hebben, die er
nog wel zoo betrouwbaar uitzag, maakte
hem boos. Met moeite bedwong hij zijn
toorn.
Streng zeide hij: „Spreek Karei, ik wil
de goheele waarheid weten. Je behoefl
er niet om hoen te draaien en geen
uitvluchten te gebruiken. Zelf ben ik bij
mevr. Van Hamert geweest en heb met
haar en 't dienstmeisje gesproken, dus lie
gc-n zal je heusch niet baten."
Karei zag zelf ook in, dat openhart g
bekennen het beste was, wat hij doen
kon.
Enkele Oudejaarsavond-
recepten.
Sneeuwballen (30 stuks).
60 gr. boter, 120 gr. bloem, 2 d.L. melk,
4 eieren, 20 gr. suiker, 50 gr. krenten en
sucade, iets zout, frituurvet.
Bereiding: Verwarm de melk met de bo
ter, tot deze gesmolten is, voeg een weinig
zout en de gezeefde bloem ineens toe. Roer
dit samen op de kachel tot een zeer stijven
bal. Laat het deeg bekoelen. Voeg er dan
de suiker bij en één ei, roer dit weer tot
een gladde massa, voeg vervolgens nog
een ei toe en ga zoo voort, steeds roerende,
tot alle eieren er in verwerkt zijn. Klop het
beslag daarna minstens nog 5 min. Ver
meng het deeg met de gewasschen kren
ten en de gesnipperde sucade. Maak het
frituurvet eerst niet te warm. Maak twee
lepels vet, maak hiermede ronde balletjes
van het deeg, laat ze in het vet glijden, dat
langzamerhand heeter moet worden. De
sneeuwballen moeten sterk opzwellen. Laat
ze, als ze gaar zijn, even uitlekken op
grauw papier. Stapel ze op een schotel en
bestrooi ze met poedersuiker.
Gevulde beschuitbollen.
12 kleine beschuitbolletjes (of 6 groote),
1 rolletje amandelpers, J4 L. kookroom (of
desnoods melk), 50 G. (3 afgestreken eet
lepels) boter.
Snijd de bolletjes met een scherp mes
het bovenste kapje af; hol ze daarna voor
zichtig uit. Breng den room (of de melk)
aan de kook, wrijf er het uitgeholde brood
kruim in fijn, roer er de suiker en de
amandelpers door en vul met dat mengsel
de hollen.
Leg er het bovenkapje weer op, besmeer
de bollen rondom met de gesmolten boter
en laat ze in den oven (op een bakblik of in
een braadslee) knappend worden (onge
veer een kwartier).
Practische wenken.
Blanke handen. Wanneer ge aard
appelen of appelen hebt geschild, moet u
voor u gaat slapen, de handen in lauw wa
ter met zeep wasschen. De vochtige han
den moeten daarna ingewreven worden
met een mengsel van gelijke deelen glyce
rine en citroensap.
Roestig nikkel. Het is heel een
voudig' om roest van nikkel te verwijderen.
Men smeert de roestige plekken goed met
vaseline in, laat het eenige dagen staan en
wrijft daarna de vaseline er af. Poetst ge
het nikkel dan nog met ammonia, dan zult
ge zien, dat het weer blank is geworden.
Het schoonmaken van mica
ruitjes. Sommige haarden en vulka
chels hebben mica-ruitjes, waardoor men
zoo aardig het vuur kan zien branden. Ze
worden echter gauw vuil. Den aanslag
van rook kan men verwijderen door ze met
een lapje met spiritus af te wrijven, of met
een spons met heete azijn.