NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 5. 1906. Vrijdag 5 October
21e Jaargang.
HlSTORISeH
CHRISTELIJK-
Tenen ie Rerolntie, bet Eianplk
A. E. HEIDRIISE.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed.
S„ J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
SLUIS.
IEPEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers0,02'.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Voor de herstemming op 16 October
in 't distriet Sluis voor een lid der Provin
ciale Staten steunen wij den candidaat dei-
Katholieken en Antirevolutionairen, dhr.
burgemeester van Waterlandkerkje.
Ga alle man nu toch voor dezen alles
zins bekwamen candidaat in het vuur
Zoo eindigden wy ons vorig artikel.
In deze formule staat geen woord te
veel, maar ook geen woord te weinig.
Groen van Prinsterer koos niet tot leus
„Tegen revolutie het Evangelie". Maar
tegen de Revolutie.
Waarom? Dat heeft men in ons vorig
opstel kunnen lezen. En niet alleen tegen
de Revolutie, maar tegen de Revolutie
Hij koos met opzet het lidwoord. Maar
ook, hij die „de woorden voor zijn Ve-
netiaansche Mozaïek steeds zoo keurig
schiftte", onderstreepte nog met opzet
dat lidwoord om elk misverstand weg te
snijden, als zou niet de Revolutie, maar re
volutie in 't algemeen door hem bedoeld zijn.
Want hy was niet tegen alle revolutiën.
Hij was te uitnemend geschiedvorscher,
om niet te weten, dat er geen ontwikke
ling van menschelijke toestanden zonder
schokken, zonder gewelddadige stooten,
en dus zonder revolutiën, denkbaar is.
En niemand beter dan hij wist dat juist
het Evangelie de machtigste revolutiën
in landen en volken, in familiën en huis
gezinnen, en in het menschenhart heeft
teweeg gebracht.
De machtige revolutie in den toestand
van Israels volksstaat en in heel de toen
malige bekende wereld is door het Evan
gelie gewerkt. En door de weeropleving
van datzelfde Evangelie is in de dagen
der Reformatie evenzeer een machtige
revolutie veroorzaakt in menig land van
Noord- en West-Europa.
De revolutie door Stadhouder Willem III
in Engeland tot stand gebracht was juist
de zegepraal van het Evangelie over de
Revolutie bevochtenen met datzelfde
Evangelie als schild verdedigde de over
grootvader van den Stadhouder Koning, de
Vader des Vaderlands onze vrijheden tegen
de Revolutie die ze belaagde.
Met niets minder dan het Evangelie kan
men in den strijd tegen de Revolutie toe.
Die Btrijd is een door het Evangelie
geboden revolutie.
Van dit woord revolutie is dan ook de
anti-revolutionair nooit geschrokkenge
leerd als hij heeft te onderscheiden tusschen
revolutie en revolutie.
Tegen de revolutie, dat is tegen die
stelselmatige omkeering van begrippen
waardoor in plaats van de ordinantiën Gods
menschelijke willekeur ten grondslag van
Staat en Maatschappij, van recht en vrij
heid gesteld wordt, ging en gaat onder ons
de strijd.
Die gestelselde revolutie dagteekent van
1789. Als zoodanig trad zy in de Fransche
revolutie aan het licht.
Tegen die revolutie ons keerende be
doelen wij dan ook niet het goede dat zy
wraakt, of liever het kwade dat zij keerde
te ontkennen.
Wij zouden niet Chriatelyk-Afsfonscft
zyn wanneer wij vergaten dat de Pransche
revolutie menig misbruik heeft opgeruimd,
en aan menig goed denkbeeld ingang heeft
geschonken.
Natuurlijk verliezen wij daarbij niet uit
het oog dat de verheerlijkers der Fransche
revolutie al te zeer de gebreken van het
„ancien régime", het tijdperk vóór de Revo
lutie, en de sociale zegeningen die 1789
bracht, hebben overdreven.
Maar ook zoo deed de Heere onze God
toch ook veel goeds uit het kwade voort
komen. Er bestonden schandelijke mis-
jbrujkenj en menige goede voor pps
burgerleven dagteekent van nu vóór ruim
een eeuw.
Het is dan ook niet waar, hetgeen men
van die zij de den volke heeft willen wijs
maken, als zou Groen van Prinsterer met
zijn Tegen de Revolutie het Evangelie hebben
bedoeld het Evangelie te willen stellen
tegen de gruwelen, de moordpartijen en
rooverijen, de uitgieting van den haat en
den wrok, den Koningsmoord waarin ten
jare 1793 de Fransche revolutie van 1789
verliep. Waaraan men dan heel gemoedelijk
toevoegt dat nren het daarmede eens is,
want dat men de Revolutie niet in haar
excessen, maar in haar sehoonen aanvang
zegent, niet met 1793 maar met 1789 zijn
lofrede begint.
Neen, dat weten wij beter. Niet tegen
1793 maar tegen 1789 al, niet tegen de
vrucht pas, maar tegen den wortel reeds is
't zwaard des Evangelies door hem gericht.
En terecht.
Wijl tegen hot 'politiek beginsel dat in de
Revolutie van 1789 met zoo zeldzame
driestheid belichaamd werd, zich zijn strijd
en opzet keerde.
Het is gelijk Groen's opvolger in een
zijner eerste /S'fawdaard-artikelen met zoa
uitnemende juistheid wist te teekenen
Hét gold in 1789 niet de vervanging
van den drager der kroon, maar die kroon
zelve.
Met klare, heldere bewustheid wierd
een geheel ander régime uitgevoerd.
Er was verwisseling van stelselom
wenteling van het rad der beginselen
algeheele verandering van politieke denk
wijze en politiek redebeleid.
Men drong tot den wortel zeiven van heel
ons staatsleven door.
En de verhouding waarin op politiek
terrein de mensoh dusver tot God Almachtig
had gestaan, wierd thans uitgeruild voor
vlak het tegendeel.
Wat boven was, wierd naar omlaag ge
trokken, en wat laag stond naar omhoog
geheven.
De boom kwam op zijn kruin te staan,
met zijn wortelen in de lucht gespreid.
Men begon den bouw van het huis bij
de nok van het dak in steê van bij heipaal
en fundamentsteen.
In figuurlijken zin wierd het een op zijn
hoofd loopen.
Vandaar dat deze politieke omwenteling
dan ook evenmin uit politieke overweging
voortsproot als ze tot het politiek terrein
beperkt bleef.
Ze sproot voort uit den afgodendienst
van de menschelijke Rede, die de Ency-
clopaedisten tegen het Kruis van Golgotha,
en uit de verafgoding van den menschelijken
wil, die Rousseau tegen de souvereiniteit
des Heeren had overgestel d.
En daarmee samenhangend, keerde ze
allengs alle levensverhoudingen om. De
wereld der gedachten en der gewoonte,
het sociale en politieke leven, huis, school
en kerk.
Gelijk een oliedrop niet kan rusten eer
heel het stuk papier er van doorzogen is,
zoo rustte ook dit beginsel der Fransche
Revolutie niet, eer het heel ons leven
doortrok.
4 October 1906.
Nu de tijd van rekenen voor Staats-en
Gemeentefinanciën, door het inkomen der
begrootingen alweer daar is, zal eene ver
gelijking tusschen de schulden van eenige,
in zielental uiteenloopende gemeenten,
zeker niet van belang ontbloot zyn.
We hebben daarby het oog op de finan
ciën van Middelburg, die met het jaar meer
drukkend worden.
Een vergelijking aan de hand van bij
gaand staatje zal eenige ophelderinggeven:
Kampen met 20.000 inwoners heeft een
schuld van f 1.693.500.
Leeuwarden met 34.000 inwoners een
schuld van 21/2 millioen.
Breda met 26.000 inwoners heeft 2 mil
lioen opgenomen,
Schiedam met 28.000 zielen is eveneens
2 millioen schuldig en Middelburg met
20.000 inwoners is ruim 3'/a millioen
schuldig.
Aan hoofdelijken omslag is verschuldigd
per f 1000 inkomen
te Zwolle f 24, te Schiedam f 27, te
Leeuwarden f21, te Delft f20, te Breda
f 16, te 's-Bosch f 12, en te Middelburg
voortaan circa f 30.
De ambachtsscholen raken zoo zacht-
kens aan ingeburgerd in ons land. Het vak
onderwijs in Nederland komt nietachteraan.
Vooral het teekenonderwijs aan aanstaande
ambachtslieden kan eene vergelijking met
dat in grootere landen glansrijk doorstaan,
zooals o. a. blijkt uit een rapport van den
inspecteur van het middelbaar onderwijs,
De Groot, opgemaakt na het bezoek aan
verschillende inrichtingen van technisch,
industrieel en handelsonderwijs in Zuid-
Duitschland en Oostenrijk.
Geen tak van onderwijs is langen tijd
minder verzorgd geweest dan juist het
ambachtsonderwijs. Maar langzamerhand
is er kentering gekomen en is ook op dit
gebied de belangstelling ontwaakt. Bet be
sef werd meer en meer levendig, dat ook
een ambacht zoowel theoretische als prac-
tische vorming eischt, dat er een opleiding
toe noodig is en wel eene opleiding voor
ieder ambacht verschillend. Een twaalftal
jaren geleden waren er over hetgansche
land slechts een 15-tal ambachtsscholen
met een totaal van 2295 leerlingen, terwijl
in 1904, dus nu twee jaren achteruit, dit
aantal 32 bedroeg met een leerlingentotaal
van 4567. En steeds neemt het ambachts-
onderwijstoe. Appingedam,Venlo en Brielle
openden hunne scholen verleden jaar en nu
zijn er plannen van nieuwe scholen aan
hangig, zoowel in het hooge noordente
Hoogeveen en Sappemeer.als in hetmidden
des lands o. a. te Oud-Beierland, Doetin-
chem, Doesburg. Ook blijft het zuiden niet
achter. Denk aan Bergen-op-Zoom en Roer
mond. En in onze provincie aan Neuzen en
Hulst.
Altemaal moedgevende teekenen, die
er op wijzen, dat het ambachtsonderwijs
in een bestaande behoefte voorziet. Hier
over zijn alle partijen het eens.
Wel is er van liberale zijde wel eens
beweerd, dat het teekende, dat in anti
revolutionaire kringen meer dan verwacht
werd, hooge prijs wordt gesteld op am
bachtsonderwijs, als ware in genoemde
kringen de duisternis meer waard dan het
lichtdoch, die bewering latende voor
hetgeen ze is, constateeren we met ge
noegen, dat die belangstelling er is, en
bekommeren ons minder, waar ze van
daan komt. En we hopen, dat ze steeds
meerder worde en in goede bedding worde
geleid. Wie nog niet overtuigd is van het
groote nut van het ambachtsonderwijs,
beginne maar eens met een kijkje te nemen
op de jaarlijksche tentoonstellingen der
ambachtsscholen, waar het gemaakte werk
gezien mag worden tot in de kleinste
bijzonderheden toe.
Ook hier looft het werk den meester. Dat
zullen alle vakmannen volmondig erkennen.
Om deze redenen zal het ons een oorzaak
van vreugde zijn, als ook in onze provincie
dat onderwijs meer en meer tot bloei komt.
En waar in de hoofdstad, in Middelburg,
de ambachtsschool een bange en moeilijke
crisis heeft door te maken waarlijk geen
bedroevend teeken, daar het pleit vöor hare
soliditeit bij al het insoliede harer gebou
wen, die tevens te klein zijn daar hopen
we, dat zeer spoedig die benauwende crisis
zal zijn doorgemaakt en uit de oude, naar
men wil, in meer dan een opzicht ver
ouderde ambachtsschool, een betere moge
verrijzen, liefst onder het oude, wakkere
bestuur, hetwelk in nog grootere sympathie
dan zijn voorganger moge deelen en dat
de resultaten van het daar gegeven onder
wijs nog sohitterender mogen zijn dan tot
heden bij de bestaande ambachtsschool het
geval was,
ff
Wanneer men ingelicht wil zijn omtrent
de verwezenlijking van sociaal-democra-
ti8che toekomst-theoriën, dan moet men,
om een onpartijdig oordeel te kunnen
vellen, een kijkje nemen bij menschen die
zeiven met deze toekomst-denkbeelden
d weepen en bereids gepoogd hebben ze in
toepassing te brengen.
Bijvoorbeeld de quaestie Gemeenschap
pelijk Bezit, waarmee natuurlijk gepaard
gaat opheffing van het Privaat Bezit, is dat
uitvoerbaar
Dr. Frederik van Eeden, de Tolstiaan-
anarchist, die in het Gooi de ideaal-colonie,
Walden stichtte, heeft het beproefd. En
nu schrijft hij in De Pionier er van
a-Ronduit moet ik verklaren, dat wat ik tot
nu toe van Gemeenschappelijk Bezit heb ge
zien, altijd uitliep op verwaarloozing.
Dit is een feit, een ervaring, die men even
onomwonden moet constateeren en uitspreken,
als iedere wetenschappelijke ervaring. Het is
ons niet te doen om een of andere theorie te
bewijzen, het is ons te doen om de waarheid.
De waarheid nu is, dat het in onze proef
nemingen met Gemeenschappelijk Bezit meestal
uitliep op verwaarloozing van dat bezit. Ja,
men kan wel zeggen, dat wij het Gemeenschap
pelijk Bezit alleen maar in zeer kleine groepjes,
en bij uitzondering werkelijk hebben zien bestaan.
Waar het op groote schaal werd beproefd,
volgde verwaarloozing en verlies. Daar waar
werkelijk bloei ontstond, daar was het bezit ook
niet werkelijk gemeenschappelijk.
Er zijn in ^Gemeenschappelijk Grondbezit"
een aantal kleine groepjes, die zich zoo onge
veer bedruipen, deze hebben nog geen feitelijk
bezit. Er zijn een paar lichamen, die zich aan
zienlijk uitbreiden, en daar is het bezit niet in
derdaad gemeenschappelijk.
En dan moet ik er dit nog bijvoegen, dat i>
zoover dat bezit practisch gemeenschappelijk is,
het ook inderdaad verwaarloosd wordt.
Walden staat op naam van één persoon,
maar in de practijk doet men alsof het gemeen
schappelijk bezit is. En het gevolg is dat Wal
den jaren lang feitelijk verwaarloosd is. Ik ben
het best in de gelegenheid geweest het waar
te nemen. Zoolang ik weet, tot dit oogenblik
toe, is Walden verwaarloosd, omdat het als
gemeenschapsgoed is beschouwd. De indus-
trieele bloei is toe te schrijven aan het feit dat
iemand, altijd de macht behield slechte krach
ten te verwijderen en goede op te nemen.
Men zal dit een treurige ervaring noemen.
Dat is het ook. Het bewijst dat de allermeeste
menschen, al noemen ze zich nog met zulke
mooie namen, onvoldoende plichtsbesef, ener
gie, activiteit verantwoordelijkheidsgevoel, orde
lievendheid en gemeenschapszin hebben, om
uit eigen beweging goed voor gemeenschap
pelijk eigendom te zorgen.
Dit is de duidelijkste leer, die acht jaren lang
probeeren heeft opgeleverd".
Hetgeen dus zeggen wiléén groote
mislukking. Een vonnis, de beteekenis
waarvan niet kan worden verkleind door
onder staande vergoelijkende bijvoeging.
Men moet die waarheid niet wegstoppen,
zooals de meeting-socialisten het zoo graag
zouden doen, want dan komt men tóch later voor
den vuilen rommel te zitten. Het moet liever
royaal opgemerkt en erkend worden.
Het is niet ééns, maar herhaaldelijk en overal
gebleken maar zeer weinig menschen staan
hoog genoeg in karakter en beschaving, om aan
hem iets gemeenschappelijk veilig toe te ver
trouwen.
De meesten halen ervan wat ze kunnen, en be
kommeren zich niet om de rest.
Zoo gaat het met het kostelijke erfgooiersland.
Langzamerhand worden 1000 bunders door af-
plaggen en houtkappen tot een woestenij. Ieder
erfgooier denkt„als ik maar mijn oogenblikke-
ljk voordeeltje heb, de rest zal me'n zorg zijn
Ziedaar waartoe Gemeenschappeljk Bezitleidt,
bij onbeschaafde menschen onder slecht beheer.
Dit is nu echter het gelukkige, dat onbe
schaafde menschen opgevoed kunnen wor
den. Men beginne met gemeenschappelijk
bezit te plaatsen onder streng verantwoor
delijk, persoonlijk beheer van een degelijk,
energiek, actief beheerder.
Zoo luidt des dokters conclusie. En dan
somt hij de eisehen op waaraan zulk een
„opvoeder'' haast zeiden wy, zulk een
Napoleon zou moeten voldoen.
Intusschen, 't slot van de geschiedenis is,
dat in hetzelfde nummer,waarin deze merk
waardige erkentenis is opgenomen, de
heeren Van Eeden, E4elma» Kwons,
de drie G's, die tot dusver de redactie
van De Pionier uitmaakten, als zoodanig
bedankt hebben.
In welk licht de volgende toelichting
te grooter beteekenis krijgt
„In korte woorden is de uitkomst van de
ervaring dezeGemeenschappelijk bezit is
alleen houdbaar, en zal alleen dan niet tot
verwaarloozing en achteruitgang leiden, wan
neer het geplaatst is onder streng, verantwoor
delijk, persoonlijk beheer van een degelijk,
energiek, actief beheerder.
Het spijt mij bjzonder van al de mooie theo
rieën, die natuurlijk zich hevig zullen verzetten
tegen deze gevolgtrekking. Maar in de weten
schap ieeren we de waarheid en de feiten
meer liefhebben dan de schoonste theorie.
Ik ben begonnen aan te nemen dat het
anders kon, dat het persoonlijk initiatief onder
vrije werkers wel voldoende zou zijn. Niemand
kan mij er van terughouden openlijk te ver
klaren welke waarheid ik onomstootelijk heb
gevonden in de practijk.
Over 't algemeen is van persoonlijk initia
tief zeer weinig te wachten. Alles hangt af van
enkele personen, die de stuwkracht geven. Om
een groote zaak, zooals onze moderne tijd ze
onverbiddelijk eischt, tot stand te brengen en
in stand te houden, is het noodig aan enkele
daartoe bekwame menschen de volle bevoegd
heid te geven alles naar hun persoonlijk inzicht
te regelen. Natuurlijk zooveel mogelijk reke
ning houdend met de individueele vrijheid en
het initiatief".
Wat de doctor over het particulier
initiatief zegt, moet men natuurlijk be
schouwen in het licht van de opheffing
van 't privaat bezit die aan de kolonie
Walden ten grondslag ligt. Hoezal'tpar
ticulier initiatief leeren zorgen, wanneer
het toch niets heeft dat het nu eens „privé"
het zijne kan noemen
Zulk particulier initiatief moet wel ver
suffen.
Maar niet dat, wat bijv. op schoolgebied
in Chr. kringen nu al een halve eeuw
zich gelden deed. Dat weet waarvoor het
werkt. Dat is een proletariaat, hetwelk
werkt voor zijn proles (voor zijn kroost)
voor het vaderlijk erfdeel, voor de toe
komst, voor ganseh het volk, en dit staalt
de krachten en houdt den ijver warm.
Dat is partioulier initiatiefniet dat van
Walden
Het socialisme heeft al meer idealen
gedood dan dat,
Ons resten uit De Openbare School nog
een paar sprokkelingen getiteldNa op
gedane ervaring en de Algemeene Volks
school. In de eerste spreekt Dr. Engelberts,
Ned. Herv. pred. te Amsterdam, in de tweede
dlir. Ligthart, hoofd eener school in Den
Haag. Beiden gingen vroeger op een
Christelijke school, hoewel de eerste slechts
twee jaar, en zijn nu zeer groote voor
standers van de openbare school. En nu
kan men op Z.-Beveland juist het tegen
gestelde opmerken. Er zyn in vele dorpen
heel wat oud-leerlingen van de openbare
school, die er grooten spijt van hebben,
dat ze vroeger op de openbare school
hebben moeten gaan, die zelf gezien en
ondervonden hebben, hoeveel onverdraag
zaamheid daar heerscht en uit door er
varing gevoelde overtuiging nu van gan-
scher harte de vrije Christelijke school zijn
toegedaan.
Verslagen behooren niet tot de uitspau-
nings-lectuur, en worden door hen die vele
andere dingen te doen heeft wel eens ter
zijde gelegd, om later op te nemen.
Maar van uitstel komt niet zelden afstel.
Ook wij zullen onze lezers niet vermoeien
met een verslag, maar willen er toch wel
even op wijzen dat onder de christelijk-
philantropisehevereenigingenzich'nnieuwe
een zeer populaire tracht baan te breken.
Populair helaas, omdat zij te arbeiden
heeft op het terrein der volksziekte bij
uitnemendheid de tuberculose.
Door sanatoria verzachting, zoo mogelijk
herstel te brengen aan de lijders is het zeer
te waardeeren wachtwoord van onzen tijd.
Terwijl de studie van de te vreezen ziekte
SMjh uitbreidt en de congressen waar inga