N1EUWSBLAD VOOR ZEELAND. sate Meit No. 185, 1906. Woensdag 9 Mei 20e Jaargang. GHRISTELIJK- HISTORISCH ing. roningen, [tekcop Boitenlaudsch Overzicht. Us. id stbode inde Meid istmeid ►ode. Écht it, P. G.. Tissenkerke. ►knecht [necht Vlissingen. iKoudekerke. [echt VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN HAVEN VAN GOES. Goedkoop en toch duur. Een Hollandsch avonturier uit de 18e eeuw. KOOP week koop- tEUW, Goes. Heeren- iering, nieuw Te bevragen 11 i n g e. e k e r k e. ['E, Domburg lm |n, bij N. J. Lan hetzelfde te bekomen. Laurens. i d lARS WZ., eduiti. stbode In. Brieven IW, Goes. stonden aau 5 J AN, ^ou- Le Meid ÜTE, te Me- I terstond I 20 jaar. |H. A. MOL, Augustus als I bij Mevrouw o e s Is nü 8 uur. en October IJS Pz., g e k e r k e. d bij H. K. IN EENEN- ilden. fNIEST, Irstond loodigd, die POLDER- Grijpskerke. iectit met paarden 3RMAN, 1 g e k e r k e. techt )ELEN, weg, Paul. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers0,026. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Burgemeester en Wethouders van Goes geven kennis aan de belanghebbenden, dat voor de gewone onderhoudswerken de haven van Goes zal gesloten zijn van Zondag 13 Mei des namiddags 2 uur tot en met Zaterdag 26 Mei. In dien tusschentijd wordt niet geschut. Op Zondag den 27 en Maandag 28 Mei wordt weder water ingenomen en het al of niet schutten door den Sasmeester gerégeld. Tot en met de laatste week in Juni kan het schutten niet regelmatig geschieden wegens het lichten der sasdeuren. Een eigenaardige tentoonstelling is de vorige week in Londen geopend. Eene tentoonstelling van huisarbeid. Daar kan men een maand lang zien wat en hoe de armen tehuis werken en voor- wat loon. Inderdaad een hongerloon. Zie hier eenige staaltjes. Een vrouw is bezig met kinderbroekjes te maken. Ze krijgt daarvoor 1,10 gld. per dozijn. Een ander ziet men franje voor sjaals maken. Drie gulden in de week verdient het mensch, indien ze n. 1. zeventien uren per dag hard werkt. Een knap schoenmaker is er bezig, verdienende met 14 uren werkens per dag nog geen 60 centen 's daags. En dan moet de man nog zelf zijne naalden koopen. Er is ook een oude vrouw die borstels maaktvoor elke duizend gaten, die de ziel vult, krijgt ze 6'Ji stuiver en kan het op die manier wellicht tot 3,60 gld. per week brengen, in geen geval hooger. Met het vouwen van Bijbels verdient een vrouw met in gespannen werken 4,50 gld. per week. Voor een mantel te bewerken wordt 60 cent per stuk betaald en bij verkoop ont vangt men er juist een dubbeltje minder dan 7 gulden voor. Geen wonder, dat prinses Henry van Battenberg, die met hare dochter prinses Ena, die tentoonstelling geopend had, toen zij vernam, hoe lang die arme schepsels dag aan dag werken en hoe weinig ze er mee verdienen, telkens zei„Shocking, shocking indeed," wat zooveel beteekent FEUILLETON. (Slot.)" De admiraal Perez, met wien Ripperda blijkens het schrijven van Van der Meer betrekkingen had aangeknoopt was een Spanjaard, die Mohammedaan geworden was, en in Marokkaanschen dienst was ge treden. Perez bevond zich destijds in Den Haag om namens den Sultan van Marokko te onderhandelen over het vrijkoopen van Christenslaven, die in M arokko gevangen waren. Ripperda was met hem in kennis gekomen en zijn eerzucht, die in Europa geen bevrediging meer kon vinden deed hem den blik slaan naar het wonderbare Moorenland aan de overzijde van de Mid- dellandsche Zee. Over dat land waren in Europa destijds de meest merkwaardige geruchten in om loop. Avonturiers van allerlei landaard, en vaak mat zeer zonderlinge verledens, poog den daar vooruit te komen. Onder dezen behoorde ook de Spanjaard Perez, die in Marokko tot den rang van admiraal opge klommen was; en Perez stelde aan Ripperda voor, dat er in Marokko een ruim veld open was voor zijn eerzucht, terwijl hij daar tevens gelegenheid zou vinden,om zich op Spanje te wreken. Aan de voorstellen van Perez gehoor ge vend scheepte Ripperda zich in 1731 naar Marokko in, gevolgd door de getrouwen die hem sedert de vlucht uit Segovia vergezelden. Van nu af is zijn levensloop niet meer met zekerheid na te gaan. Wsgenaar vermeldt, dat hy den Me als het Hollandsclie dat is toch verschrik kelijk, zoo'narbeidstijdenzoo'n hongerloon. Zulke toestanden zijn dan ook diep treurig en spreken boekdeelen. Ze geven ons een kijkje in het sociale leven in den lande van overzee, dat ons een trouw spiegelbeeld geeft van de toe standen ook in andere rijken en staten. Zij, die voor zulk een arbeid geëxploiteerd worden, zijn meest vrouwen en kinderen, niet beschermd gelijk de arbeiders in fabrie ken en werkplaatsen. Wat weten zij af van arbeidsduur, van gezondheidsmaat regelen, van standaard loon. Werken doen zij, zoolang de levensvlam flikkert of nog walmt, in meest ongezonde vertrekken, ook wel dakkamertjes, de bekende mansardes in Parijs, van den vroegen morgen, tot 's avonds laat, som migen nog een gedeelte van den nacht er bij, van 12 tot 16 uren 's daags als regel. En de verdienste varieert dan van 2.5 tot 3.5 gulden 's weeks. Dat is het lot van duizenden en duizen den i rouwen in de groote steden. Roepen deze hoogst treurige, ja bedenke lijke toestanden niet luide om verbetering We denken èr gewoonlijk zoo weinig aan, als we de biljetten met /zeldzame koopjes" voor de ramen en etalages zien, die zoovele kijkers en koopers lokken. Het moet uit de lengte ot breedte komen zegt men wel in het dagelijks leven. Zware lasten drukken op de winkels en magazijnen, die in zulke „zeldzame koop jes" doen. Niet minder dan op de andere magazijnen. Hooge huren, niet minder hooge belastingende omzet is wisselvallig en schadeposten zijn ook hier te boeken. Van daar dat de winkelier en magazijn houder er zooveel mogelijk op uit is, om het loon te beknibbelen. Zoowel van degenen, die de artikelen maken, als van hen, die helpen ze aan den man te brengen. Van beide soorten zijn er immers legio te krijgen. En het is een feit, dat het loon, dat ook deze laatste veelszins ontvangen, in de meeste gevallen niet toereikend is, om de opge schikte kleederen te bekostigen, welke zij dragen en dragen moeten. Dragen moeten ja, want de klanten zien de verkoopsters gaarne piekfijn en elegant gekleed. Hoe zij dat aanleggen? Wie zal het zeggen. hammedaansehen godsdienst omhelsde, in dienst trad van den Keizer van Marokko, Moeley Abdallah, en achtereenvolgens de posten van pacha, opperbevelhebber van het leger en eerste minister bekleed, en het volle vertrouwen van den keizer genoten zou hebben. Na diens onttroning door Moeley Ali zou Ripperda, naar Tetuan gegaan, weder katholiek geworden en al daar gestorven zijn. De Europeesche Mercuur van Juli Decemher 1737 echter meldt, dat hij in „zoo gering aanzien bij den koning bleef, dat hij genoodzaakt was zich met koop handel in schapen te geneeren, in welken staat hij eindelijk, in slachtmaand des jaars 1737, te Tetuan overleden is". In de dissertatie van Verschuer wordt daartegen op gezag van „Capteyn Mart. Lambrechts, liggende in de baay van Tan- ger, met 's lands schip den Arend, 25 September 1743" medegedeeld: „dat Rip perda het laatste zijnes levens inBarba- ryen te Tetuan doorgebragt heeft, alwaar hij ook gestorven is, dog niet als een Mohametaan, 'tgeene hij nooijt geweest heeft, veel min Bassa èn Bevelhebber over de troupen der Moren, gelijk valsche- lijk in den Roman, die den naam van zijn levensbeschrijving draagt, gezegd wordt, maar ambteloos en zonder eenige bezig heid, in den staat van een Christen zijnde na het uiterlijke te oordeelen, daerin zijn plicht nakomende, brengende zijnen lee- digen tijd door met het leezen van den Bybel". Lambrechts betoogt, dat Ripperda «door het onderneme zijner reize.naar Barbarijen getoond [heeft] geheel onkundig vau den We denken hierbij aan het antwoord, dat zeker schrijver een winkeljuffrouw van dergelijk Lij uitstek goedkoop reclame- magazijn in een der wereldsteden doet geven op deze vraag aan de eigenares van liet magazijn, toen deze haar een wenk gaf om wat coquetter zich voor te doen. De juffrouw was wel in alles net maar niet „elegant" genoeg. Meisjelief, je moet wat coquetter zijn. Zeer elegant gekleed. Met wat ik verdien, mevrouw was de vraag. Hoe nu, met wat gij verdientVoordat salaris kan ik zooveel meisjes krijgen als ik maar wil en piekfijn hoor, dat verzeker ik je. Hoe leggen die dat dan aan Mevrouw, zoo sprak het juffertje zacht, u weet zelf heel goed, hoe zij dat aanleggen. Nadere verklaring is hier overbodig. De gevolgen blijven dan doorgaans ook niet uit als het n.l. zoo gaat. Misdaad en wroeging soms, waarvan de rechtbanken konden getuigen, om van de degeneratie, de ontaarding van 't familie leven niet te spreken. Ook dit zijn posten op de rekening. Goedkoop en toch op de keper beschouwd ontzaglijk duur. De verkiezingen in Frankrijk zijn in het voordeel der regeering en van de radicaal- socialistische Kamermeerderheid uitge vallen. Gekozen zijn 77 conservatieven, 28 nationalisten, 58 progressivisten, 64 links republikeinen, 83 radicalen, 74 socialisten, 32 vereenigde socialisten en 10 onafhanke lijke socialisten. In 134 districten moet herstemming plaats hebben. De kiezers hebben zich tegen de uitersten rechts en de uitersten links verklaard. De nationalisten (dat zyn de olericale anti- republiekgezinden) en de revolutionaire socialisten werden geslagen. De demo craten rechts die de regeering steunen type abt Lemire en de saciaal-democra- ten links, die het regeerings-„bloc" helpen vormen type Jaurès en Clemenceau zijn herkozen. De zeer roode regeeringsmeerderheid, doch die, dank zij de snelle evolutie van het liberalisme, tot zoogenaamde middenpartij is verkleurd, heeft reden van blijdschap. staat van dat gewest en volk te wezen. Terwijl die ongelukkige en rustelooze man zich in Tetuan en onder liet gezag van Bassa Hamet bevond, werd hij om de allergeringste gunsten te ontvangen door de gewone Barbarijsehe policie genood zaakt eerst geld, en naderhand zijn ju- weelen en zilverwerk van tijd tot tijd aan den Bassa en de twee bovengenoemde Joden te verecrenwaardoor hij bij zijn sterven zeer arm was, hebbende niet meer als een Joodse knegt tot zijnen dienst. Zijne boeken en papieren, benevens een klein huijsje, dat hij bewoonde en eenen kleinen tuijn, benevens zijne verdere ge ringe nalatenschap sloeg de Bassa na zijn dood aan. Zijnde hij geboren te Groningen den 7 Maart 1862 en te Tetuan armelijk ten grave gebracht. Sic transit gloria mundi''. (Zoo vergaat de roem der wereld! Er is nog een andere lezing, die zoowel de eene als de andere opvatting bevestigt. Het is die, door v. d. Meer medegedeeld in zijne brieven^aan H. H. Hoog Mogen- den. Volgens dat verhaal kwam Ripperda in Marokko aan, en begaf hij zich naar Mequinez, de residentie des keizers. Hier werd hij omstreeks half December 1731 in audiëntie ontvangen door den vorst, wien hij prachtige geschenken aanbood, en zijn voornemen te kennen gaf tot het Mohammedaansche geloof te willen over gaan. Bovendien besprak hij met den keizer eeD plan om Ceuta, dat in handen van de Spanjaarden was, te veroveren. Ripperda werd zeer goed ontvangen. JDe keizer gelastte aan de Joden ie Mequinez hem te huisvesten en voor zijn onderhoud te zorgeu. Na zijn overgang tot denMo- Maar het geeft te denken dat de vrijzinnige bladen zoo hard juichen overeen overwin ning, waarbij de sociaal-democratie de hoogste tonen zingt. Deze toch deelt, meer nog dan vorige jaren onder Millerand, in Frankrijk de lakens uit. Het is, gelijk als ten onzent, het opportunisme won het ver van het revisionisme. Frankrijk is weer voor eenige jaren gesteld onder de heer schappij van het op z'nZondagschgekleede roode gevaar. Met de verkiezingen vielen samen de inhechtenisnemingen van en huiszoekingen bij vyanden der republiek, zelfs by een aanhanger van het oude Ordeansche Ko ningshuis, en de werkstakingen in het noorden. Omtrent de eerste wordt geen licht ver spreid. Het kan best een verkiezings manoeuvre geweest zijn van de regeering. En wat de laatste betreft, in meer dan één district gaan de menschen weer aan het werk. In 't geheel telt het Noorderdepar tement nog slechts 11 duizend stakers. 8 Mei 1906. Na 1848 was een vier-jarige ambtsduur van den Minister v. Binnenlandsche Zaken het hoogste, op een kleine uitzondering na. Ziehier het bewijs Van der Heim 1 Jan.'48-25 Mrl.'48, 3 mnd. Luzac Nov.'48-Nov.'49, 1 jaar. Thorbecke (1.) 1 Nov.'49-Apr.'53, ruim 3 j. Van Reenen April '53-Juli '56, ruim 3 j. Simons Juli '56-Jan. '57, een l/2 j. Van Rappard Jan.'57-Mrt.'58, ruim 1 j. Van Tets Mrt.'58-Febr.'60, bijna 2 j. Van Heemstra Febr. '60-Febr. '62, 2 jaar. Thorbecke (1.) Febr.'62-Febr.'66, 4 jaar. Geertsema (1.) Febr. '66-Juni '66, 4 mnd. Heemskerk Juni '66-Juni '68, 2 jaar. Fock (1.) Juni '68-Jan. '71, 21 /2 jaar. Thorbecke (1.) Jan.'71-Juni'72, l'/2 jaar. Van Bosse (1.) Juni '72-Juli '72, 1 mnd. Geertsema (1.) Juli '72-Aug. '74, 2 jaar. Heemskerk Aug.'74-Nov.'77, 3 jaar. Kappeyne (1.) Nov.'77-Aug.'79, 2 jaar. Six (I.) Aug.'79-Febr.'82, 2'/2jaar. PijnackerHordijk (1.) Febr. '82-April '83, 1 jaar. Heemskerk (1.) April '83-April '88, 5 jaar. Mackay (a.-r.) April '88-Febr. '90, 2 jaar. Lohman (a.-r.) Febr.'90-Aug.'91, l'/2jaar. Tak (1.) Aug. '91-Mei '94, 3 jaar. Van Houten (1) Mei'94-Juli'97, 3 jaar. Borgesius- (1.) Juli '97-Juli 1901, 4 jaar. *- Kuyper (a.-r.) Juli'01-Juli'05, 4 jaar.-— Van deze 26 ministers dienden alzoo hammecTaanscBen godsdienst zou hij het bevel over het leger ontvangen. Inmiddels hadden de Mooren een troe penmacht op de been gebracht, om Ceuta te belegeren. In Sanje was men er zoo zeker van, dat dit op raad en aansporen van Ripperda plaais had, dat de koning hem vervallen verklaarde van zijn titels van hertog en grande van Spanje. Ook was ia Spanje bekend, dat hij den keizer geraden had vier galeien te bouwen voor de kaapvaart in de straat van Gibraltar. Maar de barbaarsche zeden, en de wreed heden van de Mooren behaagden Ripperda slechts matig. Bovendien schijnt hij zeer opgezien te hebben tegen den eisch, dat hij besneden zou moeten wordeD. Hierin zag hij op zijn leeftijd nog al bezwaar. Dit wekte wantrouwen aan den ernst zijner bedoelingen) zoodat hij 'tniet ge raden achtte te Mequinez te blijven. Hij vertrok naar Tetuan, waar hij sedert leefde. Zijn verblijf aldaar was echter niet benijdenswaard. Zijn lotgenooten ver lieten hem. Jacob van den Boseh vluchtte, na zijn meester bestolen te hebben, naar Ceuta. Gevankelijk naar Sevilla gebracht, werd hij tweemalen op de pijnbank ge legd, omdat men van hem iets naders over de plannen van Ripperda hoopte te ver nemen. In het volgende jaar verliet hem ook Josepha Ramos, die naar Amsterdam vertrok, waar zij overleden is. Ten slotte verdient nog melding gemaakt te worden van een brief van Ripperda aan Troye (afgedrukt bij OrtizCompen- dio VII388), waarin hij bezweert, dat het niet waar is, dat hij den Mahome- daanschen godsdienst omhelsd heeft, en slechts vier ministers langer dan drie jaar by dit Departement, en van deze vier bleef alleen Heemskerk vijf jaar aan, ter oorzake van de Grondwetsherziening. De drie overigen waren Thorbecke, Bor gesius eu Kuyper, die elk 4 jaar aan het Departement bleven. De ministers achter wier naam geen letter staat waren conservatief, de overige liberaal of anti-revolutionair. Na prof. Holwerda, is dezer dagen nog een vrijzinnig man, een modern predikant ds. du Buy opgestaan om in een Open Brief aan het Hoofdbestuur van de Maat schappij tot Nut van 't Algemeen zyn bezwa ren van modern godsdienstig standpunt tegenhet volstrekt godsdienstloos onderwys aan de openbare school te zeggen. Hij schryft onder meer »Het zal u toch niet ontgaan zijn, dat tegen woordig niet alleen de confessioneelen, niet alleen nagenoeg alle orthodoxen, maar ook de meeste evangelischen, maar ook, blijkens de uit latingen van tal hunner woordvoerders, een steeds wassend aantal vrijzinnigen geen vrede meer hebben met de openbare school, zooals zij veelszins is, bepaaldelijk met de veelal heer- schende opvatting van wat de neutraliteit eisclit en in de praktijk met godsdienstloos, indien niet erger, overeenkomt. »Daar in onze dagen een liberalisme, dat meer en meer de liefde ook van zijn vroegere aanhan gers verliest, een liberalisme, nog gehuldigd door het grootste deel der vrijzinnige pers, dat steeds zegt overtuigd te zijn van de kracht der religie en als het te pas komt, een buiging voor haar maakt, maar dat, als de godsdienst vraagt, zijn lijdelijke positie te mogen verlaten en een werk zame kracht te mogen zijn, hem aanstonds beleefd, maar uitdrukkelijk terugwijst Wil hij ook op het gebied van het volksonderwijs zijn rechten laten gelden, dan heet dat in breeden kring »niet in 't belang van goed volksonderwijs". Nu ook uit moderne kringen dergelijke stemmen opgaan tegen „de school waaraan de natie gehecht is", mogen wy hopen dat men het ideaal „de vrije school voor heel de natie" weer een schrede nader is gekomen. Dat de openbare school „neutraal" zou zijn en „goed voor allen", begint al meer twijfel te vinden in kringen, van welke men het nooit zou gedacht hebben. Een ongevraagde goedkeuring van onzen strijd voor de vrije school. betuigt, dat hij nooit de wapenen tegen Spanje gevoerd heeft of voeren zou. Verschuer eindigt zijn dissertatie met een korte karakteristiek van Ripperda, waarin hij zegt: Met een helder en schérp verstand be gaafd, had hij zich een uitgebreide kennis in allerlei vakken van wetenschap weten te verwerven. Daarbij voegde hij een groote menschenkennis. Hij wist uitnemend van de zwakke zijde der menschen tot bereiking vau zijn doel gebruik te maken. Doorzijn warme welsprekendheid wist hij elkeen te overtuigen en zijn plannen ingang te doen vinden, terwijl zijn aangename manieren en gemakkelijkheid in den omgang iedereen voor hem innamen. Hoe komt het dan, dat hij met al die talenten zoo slecht geslaagd is, en geëin digd op zulk een treurige wijze Het was, wijl elk beginsel, elke overtuiging hem ontbraken. Zijn eenige drijfveer was de zucht tot eigen verheffing. Evenals hij het goede niet deed dan met het oog op de eer en het voordeel die er voor hem uit zouden voortvloeien, was hij ook steeds gereed om als het hem voordeelig voor kwam, van de meest afkeurenswaardige middelen gebruik te maken. Zoo hij zich niet liet omkoopen, was dit minder uit een hooger beginsel van zedelijkheid, dan omdat zijn eerzucht zich hooger dan tot het bezit van geld verhief. Maar Ripperda was geheel de man van zij tijd. En in het licht van dien tijd moet hij beschouwd worden, wil men hem billijk beoordeelen. Handelsblad,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1906 | | pagina 1