NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. jter-Sc/ie/de. CHRISTELIJK- HISTORISCH wrg. 1o. 54. 1898. 8 Mmati ïïmaaffde laar gang. TWEEDE KAMER. 1 10,- ,10. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Middelburg;. Vlissingen. 't Zandt en Souburg;. Goes, lerseke, Brigdamme Neuzen (kom), Zierikzee. Overige gemeenten op de ei- landen. Zeeuwsch-Vlaanderen. Isaac da Co sta. Persoonlijke dienstplicht. I'DIENST LB.-R OTTERDAM an. iTau Tan lelbnrg. Botterdam. 7,30 8,15 0 7,30 8,15 7,30 8,15 7,30 8,15 n 7,30 8,15 n 7,30 8,15 ij 7,30 n 8,15 7.30 8,15 7,30 8,15 7,30 8.15 n 7,30 8,15 7,30 n 8,15 1CHTZOEKER". naar Amsterdam des r Goes eiken Zater- >sche Stoomboot- ppijen. -ROTTERDAM ?en plaatsen. Van Rotterdam: 11.— 8,- 9.30 10.— 10.— 11.— 11,— 10.— 10,- 10- 10,- 10,- 11,- 11.— 8,- o, 9.30 10,30 10.30 11,— 11.— 10,30 10.30 10,30 10,30 10,30 11,- 8.— 8,- 8.— TDIENST •g en Zierikzet. pee Spoorweg Goes Van Zi erikzee: 'smorg. s midd insd 1 7,50 1.30 oen. 2 7,50 2.30 6,30 2,30 7.50 2,30 6,30 2,30 7,50 6.30 2,30 7,— 2,30 7.50 2.30 6.30 2,30 7,50 2,30 7,50 2.30 7,50 7,50 2.30 7.50 11,30 7,50 2,— 6.30 2,30 7,50 2,30 7,50 2.30 7,50 6,30 2,30 7.— 2,30 7,50 2.30 6.30 2,30 7,50 2.30 7,50 2,30 7,50 7,50 )ond. rrijd. ater. ond. laan. >insd. 8 Voen. 9 •ond.lO rrijd.ll ^ater.12 ton. 13 laan. 14 )ins. 15 )ins. 15 Voenl6 )ond,17 frijd.18 U ter. 19 'ond. 20 laan .21 )ina. 22 Voen23 )ond.24 /"rijd.25 tater. 26 üond. 27 Maan.28 2,30 ;55c), nm. 3,25(7) 25c), 3,55 nm. 1,55 2,15 3,25 d) 3,45 1,40. gemaakt. naar Breskena en. Ay* hoog ELKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent'. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. O Loonkiezers, die 't kiesrecht al hadden wegens aangifte als loonkiezersen ook zg die wegens loon aanspraak op kiesrecht krijgen, moeten zich voor 15 Februari aan geven ter secretarie. Zij moeten Tanaf 1 Januari 1897 bij denzelfden baas of firma gewerkt hebben en voor 15 Mei 1898 vgf-en-twintig jaar worden. Woonkiezers die 't reeds zgn, maar ver leden jaar verhuisd rijn; en ook zij die wegens hunne woning meenen kies recht te hebben, wijl zij «p z'n laatst vanaf 1 Augustus 1897 gewoond hebben, ook die moeten zich voor 15 Februari, a. aan geven ter secretarie. Huurprijs f 1,50. Loon minstens f 8 of f 6,50 met kost of f 2,50 met kost en inwoning. Loonkiezers en woonkiezersIe est eens wat hierboven aan die van Middelburg is gezegd, dit is ook aan nw adres. Maar let op dat uw woninghunr min stens fl,75; uw loou f9; of f7,75 met kost of f 3 met kost en inwoning moet bedragen. Loon- en woonkiezers aldaar, leest wat wij aan uwe Middelburgsche lotgenooten schreven en bedenkt dat nw weekhunr minstens f 1,25 moet zijn. Uw weekloon f7; of f 5,75 met kostof f 2 met kost en inwoning. Loon- en woonkiezers die minstens een jaar gewoond en verdiend hebtook gij moet n aangeven en bedenken dat uw loon moet zijn minstens f6.50; of f5,50 met kostef f 2 met kost en inwoning. En uw woninghunr fl. Huur ook voor n, loon- en woonkiezers I is f 1 en 't loon is f 6 of f 4,50 met kost of f 2 met kost en inwoning. Huur f 0,80 Axel (o. d.) en Neuzen (o. d.) fl. Loon f275. Vrije kost f 25. Vrgekost en inwoning f 175 's jaars. gMP* Wie een vol jaar belasting be taald heeftBedrijfs-, Vermogens-, Grond- of Personeel, die behoeft zich niet aan te geven die is van zelf kiezer. Kiesvereenigingen, helpt een handje 1 FEUILLETON. Vervolg). Wel verre er vandaan, dat de heftige en bittere tegenstand, dien de „bezwaren" opwekten, den schrijver er van afschrikte, op dezen weg voort te gaan, scheen juist die weerstand hem daartoe te prikkelen. Een nieuw vlugschrift in denzelfden geest volgde „De Saddnceën", waarvan de dich terlijke opdracht aanDr. Capadose 't vroe ger besproken strijdlied den inhoud doet vermoeden. Bg na tegelykertyd trad hg ook op een geheel ander terrein als kampioen voor de waarheid opmet zgn „Karakter van Prins Manrits" en „Rechtspleging van 's Lands Advocaat Johan van Oldenbarne- velt" beide verschenen in 1825. Deze historische studiën waren geheel vruchten van den Bilderdgkschen akker. Niet 't minst belaDgrgk deel van 's grootea dich ters werkzaamheid was besteed geworden aan de herziening van de heerschende beschouwing onzer Geschiedenis. Deze beschouwing stond geheel onder den in vloed van den Amsterdamschen geschied- schrgver der 18de eeuw Jan Wagenaar, die wij mogen 't er voor hondente goeder trouw op zgn beurt zich liet Een klein beetje politiek is er in het spel geweest bg de goedkeuring van som mige posten bg Oorlog en Marine in de tweede kamer. De heer Godin de Beaufort heeft er in de eerste kamer de aandacht op gevestigd. Bg voorbeeld da heer Goeman Borgesius, minister van binnenlandsche zaken, is altgd een overtuigd antimilitarist geweest. „Uit gaven voor militaire doeleinden, hetzg voor strijders of voor kruisers, hetzg van gewe ren of van vestingen", hg stemde ze alle af. Onder zgn collega's zgn er ook die vaak aan hunne antimilitaristische neigingen uiting gaven. Onder anderen toen er bg de begrooting voor 1897 sprake was van het afwerken van de stelling van Amster dam stemden de toenmalige leden der Kamer, thans ministers, Borge»ius, Cremer, Lely en de Beaufort, alle vier tegen die uitgave. En zie nu hebben èn Goeman Borgesius die altgd, èn Lely die meestal „tegen der- gelgke uitgaven stemde en die beiden het vorige jaar tegen den fortenbonw stem den, ditmaal gestemd zoowel voor het voorstel van minister Jansen ten aanzien van de strgders, als voor de forten in de stelling van Amsterdam". Wat de heer Godin de Beaufort hier omtrent opmerkte, is inderdaad een op vallend blgk van politieke homogeniteit. Maar politiek heeft twee beteekenissen. Het is daa ook wel politiek die op eenmaal veranderde gezindheid van deze twee anti- militaire ministers. Maar zoodoende jagen zg toch de Ker- dgk-clnb, waarmede het Kamerlid Borge sius, toen hg nog geen minister was, zich zoo homogeen voelde, tegen zich in het harnas. Het bericht in ons blad gemeld omtrent den verkoop van het huis van wglen no taris Gallis Merens aan de Ger. Gemeente te Biezelinge wordt door de Goesche cou rant onjuist genoemd. Zg schrgft: „Het bericht in de Zeeuw van 29 dezer, dat de Christ. Geref. gemeente te Biezelinge door onderhandschen aan koop eigenares is geworden van het huis van wglen den heer Gallis Merens schgnt op een misverstand te berusten. Naar men ons meldt is van verkoop van dat huis geen sprake. „Alswg goed zgn ingelicht zgn wel onderhandelingen gevoerd, maar heeft de tegenwoordige eigenares van dat huis haar aanbieding tot verkoop terng- leiden door de begrippen der Loevenstein- sche factie, die zich verbeeldde de erfge name te zijn der Hoeksche traditie. Vandaar, dat Wagenaar in zgn beschou wing van onzen Graventgd geen recht liet weervaren aan Willem I, Willem V, en aan de Bourgondisch - Oostenrgksche vorsten, en bg de behandeling van de ge schiedenis der Republiek Oldebarneveldt en De Wit ten koste der Oranjevorsten Terheerlgkte. Een en ander was Bilderdgk, die veel meer dan Wagenaar de eeuwige beginselen zag, die telkens in de geschiedenis in ver schillenden vorm de leidende gedachte uit maken, een doorn in 't oog. Hg zette er zich toe nadat ook reeds prof. Kluit (doch slechts in 't Latgn) 't onhoudbare van enkele beschouwingen van Wageraar aangetoond had den gegkfcen vorm der Nederlandsche geschiedschrg ving ter toetse te brengen, en dat onder Bilderdijks hand van zgn tegenpartij niet veel heel zou blijven, ko.i men a priori vaststellen. Dat zgn weerlegging van Wagenaar op vele punten mank gaat, is in vervolg van tijd dikwijls gebleken, doch aan de eene zgde had zyn fijner historisch gevoel niet zelden meer bg intuïtie dan door scherp zinnig onderzoek der bronnen de waarheid gevoeld, en zooal niet scherp belgnd aan gewezen, dan toch de plaats ondekt, waar genomen, zoodra haar bekend werd voor wie de persoon, die de bespre kingen begonnen was, handelde, en vóór dat deze persoon het aanbod had aan genomen. Onder die omstandigheden is er dus geen overeenkomst tot stand gekomen, wordende daartoe toch ver- eiseht, wilsovereenstemming van beide partg en. Zoolang deze wilsovereenstem ming niet bestaatzijn beide onderhan delende partgen volkomen bevoegd zich terug te trekken Dit geren we echter niet foe. Wat is het geval. Tusschen den lasthebber en de eigenares was reeds een koopprijs bedongen en vastgesteld, en met toestemming der eigenares had de lasthebber aeht dagen beraad genomen. Vóór het einde van het beraad, ('s Vrgdags), toen de eigenares hoorde, voor wie het gekocht zou worden schreef deze een briefje, dat zg van den verkoop afzag en de lasthebber des ande ren daags niet meer hoefde te komen. We zullen nu over deze daad als daad tegenover de Ger. Gemeente niet uitwei den, elk weldenkend mensch heeft daar reeds het zgne van gedacht, maar we vra gen of de eigenares het recht had, het recht van beraad t© vernietigen. Wij gelooven het niet. De lasthebber kon zich tot Zaterdag bera'en. Hg is toen naar de eigenares gaan zeggen, dat hy qq den koop aannam. En dat de tijd van be raad werkelgk nog niet verstreken was, blgkt. uit het briefje door de eigenares hem geschreven. Wij meenen daarom dat art. 1494 B. W. hier van toepassing is, waar te lezen is „Zg (Jcoop en verkoopwordt gehouden tus schen de partgen voltrokken te zgn, zoodra deze het eens zijn geworden over de zaak en den prgs hoewel ook de zaak nog niet mocht geleverd, noch de prgs betaald zijn." Met groote woorden is deze zaak daarom zoo maar niet weg te redeneerenen wy gelooven dat niet alleen moreel de verkoop een feit is, maar dat ook de wet in het nadeel der eigenares spreekt. 2 Feb. '98. Naar men verneemt zal nog dezen zomer door den nieuwbenoemden secretaris generaal voor landbouwzaken, den heer 0. J. Sickesz, bij de Tweede Kamer een voorstel ingediend worden tot oprichting van een proef-Zuivelboerderg, hij het proef- station te Hoorn. Hiervoor zou dan een snppletoire be grooting noodig zgn. Wij laten hier een en ander volgen om trent het verleden van den heer Sickesz. men haar te vinden had, en aan den anderen kant ('t werd o. a. door Van Wijn, bg na onmiddellgk na Bilderdyks optreden op dit terrein, erkend) prikkelde zgn werk tot nader onderzoek, waar men lang gewaand had, dat na Wagenaar bijkans niets meer te doen viel. Vooral over twee punten werd door Bilderdgk en de volgelingen van Wage naar een heftige strijd gevoerd, nl. over t al dan niet onrechtvaardige van 't dood vonnis van Barnevelt en over 't al dan niet rechtmatige der handelingen van Prins Willem II. Deze stryd nam een zoo scherp karakter aan, wijl hij, of liever de rond vraag, die te beslissen viel, nog immer actueel was (en nog is)„Calvinist of Libertijn t Gevolg daarvan iB geweest, dat t oordeel over de zaak van 1617 en van 1650 vele jaren 't schibboleth bleef waaraan men iemands aanhoorigheid aan een der beide hoofdpartijen ol zeer spoedig herkennen kon. Dat zij thans dit niet meer is. dat de zienswgze van Bilderdgk thans in hoofdzaak door geleerden van elke richting gedeeld wordt, is vooral te dan ken aan 't onpartgdig onderzoek van onzen voortreffelgken gescbiedkenner Prof. R. Frnin. Na deze uitweiding wellicht wat langdoch ten einde men de beteekenis van Da Costa's optieden ook in dezen op Den 19 Februari 1839 te Amersfoort geboren, bracht hg de eerste jaren van zgn leven te Arnhem door. Te Utrecht promoveerde hg tot meester in de rechten (1864), en werd in datzelfde jaar burge meester van het Geldersche dorp Laren, waar hg op het buitengoed „De Cloese" zich vestigde en zgn vrgen tgd besteedde aan onderzoekingen en studies op land- en boschbouwkundig gebied. In het hoofd- bestnnr der Geldersche Maatschappij van Landbouw was hg eerst lid, weldra voorz. In 1874 werd hg lid der Provinciale Staten van Gelderland, in 1877 der Tweede Kamer, in 1884 der Eerste Kamer, waar hg in 1888 uittrad, om in 1896 door de Staten van Zuid-Holland weer naar den Senaat te worden afgevaardigd. Inmiddels was hg in 1886 voorzitter der Staats-landbonw- commissie geworden. (Ned.) De heer H. Seret, lid van de Tweede Kamer, van de Provinciale Staten van Zuid-Holland (voor Delft) en van den ge meenteraad te 's Gravenhage, zal zich met Mei metterwoon te Amsterdam vestigen wegens zgn benoeming tot gedelegeerd commissaris der Amsterdamsche Lev. MS. Men schrgft hem het voornemen toe ontslag te nemen als Kamerlid voor Gorinchem. Wg vonden dat bericht in de Hollandsche bladen en kunnen niet anders zeggen dan dat wg er van schrokken. Yoor den Haagschen gemeenteraad voor Zuid-Hol lands Staten, voor de Tweede Kamer en voor de antirevolutionaire partg zon 't heengaan van den heer Seret een zeer groot verlies zgn, indien hg zich aan alle nnttige publieke werkzaamheid gaat onttrekken. Wg willen nog hopen dat men verkeerd is ingelicht geweest. Men verzoekt ons onderstaand mani fest te plaatsen. Stads-Evangelisatie te Brussel.' Het bestuur van de Yereeniging Silo, gevestigd te Utrecht en erkend by Kon.- Besluit van 18 Augustus 1893, hoe diep ook getroffen door Let smartelgk overig den van ds. de Jonge, den directeur van het gezegend Evangelisatiewerk in j Brussel en voorsteden, verklaart dat het onder Gods zegen en met krachtigen steun van de vriendeD dit werk voortaan hoopt voort te zetten. Als medebestuurslid, in de plaats van het lid N. de Jonge is gekozen ds. W. Hoekpredikant van de Nederlandsche Evangelische kerk te Brussel, aan wien de giften die direct naar Brussel worden gezonden kunnen worden geadresseerd. haar iuiste waarde schatte, konden wg ze niet achlerwege laten keeren wg tot de beschouwing van zgn verder leven en werken terug. Wg kunnen niet bij alles stilstaan. Wg moeten zgn „Geestelgke Wapenkreet,", zijn „Dichterlgke Krijgsmu ziek" laten rusten. Zelfs zijn Feestliede ren waarom vond niet één daarvan in den „Vervolgbundel" onzer „Evangelische Gezangen een plaats kunnen we niet nader bespreken. Doch metéén voortbreng sel zgner Muze moeten we een uitzonde ring maken de Hymne „God met ons" met den heerlgken Voorzang, waaraan we onze beschrg ving van zgn zielstoestand bg zgn bekeering ontleenden. Slechts noode weerhouden we ons, ook 'tslot hier uit te schrgven Mijn Redder, mijn Goël, mijn Zondenvernieler I Mijn Meester, mijn Heiland, mijn Heer en mijn God! Mijn Onheilverwinuer, mijn Levensbezieler I Gezegend, geheiligd, beslist is mijn lot I Voor U wil ik strijden, voor U wil ik lijden, Voor U wil ik de aarde doorgalmen van lof I Aan TJ wil ik adem en levenskracht wijden, Tot de Engel des levens mij slake uit dit stof I De Hymne zelf is een verheerlijking van den Godmensch, den Beloofde aan de Va deren, verschenen in de volheid des tgds, „geworden uit een vrouw, geworden on der de Wet." Later, toen Da Costa, door voortgezet biddend Schriftonderzoek ook Mevr. de Wed. de Jonge heeft zich be reid verklaard, voorloopig de geldelgke gaven in ontvangst te nemen, die, gelgk vroeger zullen worden gezonden aan het bekende adresKatharijne Kade No. 3 te Utrechtwelke gaven gelgk dit de ge woonte was zullen verantwoord worden in het Christelijk Volksblad. Wat de gelden betreft, die aan de Drnk- kerg behooren verzonden te worden, ter betaling van bladen enz. deze gelieve men voortaan te zenden aan den heer J. Mat- hijsen Evangelisatie-drukkerij, Allée Verte 89te Brussel. Verder beveelt zich het bestuur in aller gebed en steun, opdat de ons ontnomen geliefde doode, niet eenmaal tegen iemand behoeve te getuigen „gg hebt niet vol hard in uwe liefde voor het werk," dat toch een werk was en is van den Heere zelveen de vier broeders Evangelisten met den colporteur, die in Brussel den arbeid willen doorzetten, mogen ondervin den dat zg, met hun gezinnen big ven verzorgd worden om de* Heeren Jezns wil Het Bestuur voornoemd O. GEERLING, Voorzitter. N. P. FOCKENS, Secretaris. Th. A. EEKMAN. A. L. WICHERS,Penningm-ad interim. W. HOEK. Utrecht, 30 Januari 1898. Bg de Tweede Kamer is thans inge diend door de ministers van oorlog, van marine en van binnenlandsche zaken het wetsontwerp tot wgziging der militiewet, in dien zin, dat de bevoegdheid tot het stellen van plaatsvervangers en nummer- verwisselaars uit de wet verdwgne. Het ontwerp heeft ten doel het vast stellen en in toepassing brengen van het beginsel van den persoonlg ken dienstplicht en behelst geen andere wgzigingen dan die, welke op de persoonlg ke vervulling van den dienst betrekking hebben of daar mee in rechtstreeksoh verband staan. Wordt het voorgedragen ontwerp tot wet verheven, dan aldus verklaart de Re geering in haar Memorie van Toelichting zal krachtig de hand worden geslagen aan de hervorming der levende strijd krachten, hoewel intusschen door onver- wijlde invoering van den verplichten per soonlijken dienst al dadelijk eene nood zakelijke verbetering der levende strijd krachten zal zijn tot stand gebracht, welke aan elke hervorming op dat gebied ten meer dan in dien eersten tgd na zgn be keering de hooge beteekenis had leeren verstaan van des Heeren tweede komst, heeft hij in zijn „Zit aan Mgne rechter hand!" een tegenhanger van dezen zang gegeven. „God. met ons" is een trouwe afdruk, evenals de Feestliederen, van Da Costa's theologische inzichten in de straks genoemde periode. Men kan niet zeggen, dat Da Costa ooit de oude paden, die des- tgds zoo geheel zgn schreden bepaalden, verlaten heeft, en toch is de geest, die uit zgn latere geestelgke liederen ens te- genademt veelszins een andere. Men voelt 'tDa Costa is in geestelgk leven en in inzicht in de H. Schrift vooruitgegaan. Hg heeft gevoeld dat, hoe goed ook de oude lederen zakken waren voor den ouden wijn en hoe voortreffelgk deze zelf mocht we zen, er een tgd komt, dat de Heer zelf nieuwen wijn uitgiet in nieuwe lederen zakken. Wij zgn er Da Costa dankbaar voor, dat bg ook dat besef in proza en dicht heeft durven uiten. Bgbelstndie, we zeiden 't reeds terloops, is steeds een der voornaamste werkzaam heden van Da Costa geweest en hg heeft in tal van kostbare werken (sinds 1827 toen hg zgn Voorlezingen over de Han delingen der Apostelen begon nit te ge ven) de vruchten zgner studie neergelegd, 't Meest bekend zgn wel zgn Bijbellezing

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1898 | | pagina 1