ITALIANEN SLAPEN
OP DE KRAAMZAAL
ONZE GASTVRIJHEID IS VOORTAAN
VOOR DE TOERISTEN- zegt Veer es burgemeester
lentegeiSen*°o5""u
heen - maar voorae
ook
op uw tafel
ACHTER DE CAISSONS WACHT
VEERE EEN NIEUWE TOEKOMST
V'
Tapijtfabriek
in Almelo lost
woonprobleem
radicaal op
reis om de wereld
met ttekeuketipan
l
Stenen pilaar:
stadhuistoren
Zaterdag 22 april 1961
ZEEÜWSCH DAGBLAD
MET BROKKEN STEENKOOL
WAT DOEN ZE DAT RUSTIG
GEEN BENDE
AUTO GEPARKEERD
Paj». 1\
en
de
zee
Van een onzer verslaggevers
'ROUWENPOLDER. De poppe
tjes zijn van de schoorsteen
mantel gehaald, want anders rol
len ze er toch af als de grijper van de
grote kraan, die naar mijnsteen graait in
het ruim van de Arcadia tegen het beschot
bonkt. Mevrouw Kersten-van Laak,
vrouw van de schipper, ligt met haar
schip (de naam is door haar bedacht,
omdat de Griekse mythologie er al de
betekenis van geluk, gastvrijheid en vrij
heidsliefde aan verbond) vlak naast de
caissons in het Veerse gat. Ze heeft de
eerste caisson er in zien gaan en de
tiveede.
Het was imposant, maar ze komt toch
niet terug met de Arcadia vol mijnsteen,
want het is onrendabele vracht voor de
Arcadia geweest. Het schip ligt nu, met
alle oponthoud meegerekend, nu al een
Week lang te lossen en dat kan niet.
De grijper van de kraan zakt weer in het ruim.
Schipper Kersten wenkt de zware muil een tikkeltje
wijder open. De vracht zwaait omhoog, naar een
auto. Bbbens erin. De drijver van kraan num
mer 21 doet het feilloos. De auto zwoegt de helling
van de stortplaats op en kiept de grijze brokken
uit de staatsmijnen voor de voeten van twee rustige
knapen, die de mijnsteen nazoeken op brokken
steenkool. Dat is meegenomen.
Diep in de caisson vloekt de technisch ambtenaar
A. Bergsma. Nou weet ik niet -hoeveel auto's steen
erin zijn gegooid. Hij heeft gewoon vergeten te
turven.
Nog dieper naar beneden gonst het water voorbij.
Als de vloed op zijn sterkst is, trilt het hier een
beetje soms, zegt de heer J. Wattel, een blauwogige
telg uit een Hugenotenfamilie, die helemaal geluk
kig is in de nederige functie van waker bij Rijks
waterstaat. Hij geniet van deze stille oorlog tegen
de zee en hij is overal waar de auto's hun last
lossen boven de diepe gaten van de caissons. Hij
vertelt over de landhoofden, die eerst gelegd
moesten worden en van het baggeren en van de
duinen, die kunstmatig zijn opgespoten en van de
hoge dijk, die alvast naar het grote werk wijst,
maar er nog een beetje wezenloos bijligt.
Op het landhoofd staan de landrotten, de boeren
en de burgers. De boerin vindt de hoge caissons
eng en ze slikt als er een mannetje naar boven
klimt, boven de wilde wieling van het doorstromende
vloedwater. De motorbarkas Johanna komt in de
stroomdraad terecht en raakt teugelloos op drift.
Een vlet graaft zich tegen de stroom in en drie
mannen op de voorplecht trekken het bootje aan
een tros naar de caissons toe, waar het water
steeds wilder onderdoor schiet.
Mevrouw Hammacher is toevallig in Domburg
gelogeerd en ze is met haar man gaan kijken. Haai
man filmt, zij heeft een oppertje gezocht achter de
deur van een werkkeet. Zij zegt: wat doen ze dat
allemaal rustig, je ziet er eigenlijk nauwelijks
wat van.
Uit de Kamperveersche Toren in Veere, waar de
heer Van Kranenburg een vorstelijke manchet op
een goed glas bier tapt, zijn de caissons m de
verte kleine tralievensters in de zeearm.
De heer Van Kranenburg. Delftenaar
var. geboorte, maar sinds veertig jaar
van harte één van de 1050 burgers van
Veere, ziet de toekomst met gemengde
gevoelens tegemoet. Walcheren wordt s s
zegt hij een unicum tussen Sta-
vanger en Portugal. Waar vindt u
straks zo'n recreatie-oord? Neem nou
Vrouwenpolder, het handjevol huizen
achter de diik tussen Veere en de
nieuwe afsluiting. Dat slaat straks de
hele Belgische kust. Dat moet een
exclusieve dure badplaats worden, want
we zijn een heel eind van huis, als we "\7?
er massarecreatie naar toe gaan trek- V
ken. Dat willen ze geloof ik hier en
daar.
Bij massificatie
zou heel Walcheren
mee omlaag worden
getrokken.
Dan wordt het ei
land overlopen.
Donker brommen de stemmen in Veere's verstilde stadhuis. Nooit is de visserplaats in zo grote
benauwenis geweest en nooit ook is de dapperheid der vroedschap zo vergeefs geweest als nu,
Van een onzer verslaggevers
ALMELO. „Contento, con-
tento", zeiden twee jonge Ita
lianen om de beurt, keurden hun
bedden en bleken weer zeer con
tento. Zij waren speciaal voor
ons naar „Casa Cortina" ge
komen, om vast eens pools
hoogte te nemen. Vanmorgen
nemen Ricci (23) en Ucelli (25)
samen met een dertig andere
Italianen bezit van hun nieuwe
woonoord.
„Casa Cortina" is de mooi klinken
de naam voor wat eens het oude Al
gemeen Ziekenhuis in Almelo was.
Een leuke naam is het ook, want Ca
sa is huis en Cortina is de benaming
van een poplinstof die wordt gemaakt
bij de Koninklijke Nederlandse tapijt-
fabrieken Nijverdal Ten Cate. De ver
dere verklaring is eenvoudig. De fa
briek heeft het ziekenhuis gehuurd van
de gemeente en gaat er haar Ita
liaanse werknemers In huisvesten.
LUSTELOOS
Veel van een ziekenhuissfeer is er
overigens niet meer te vinden en dat
was één van de redenen waarom Ric
ci en Ucelli zo enthousiast deden.
Toch ook wel om andere dingen leg
den zij rad van tong uit. Zij werken
sinds een maand of wat bij Ten Cate,
vinden dat prettig en voelen zich hier
ook wel op hun gemak, maar niet
echt „thuis". Dat komt doordat zij en
hun landgenoten verspreid wonen, In
kosthuizen of in het vakantieoord Het
Stiftshuis in Weerselo.
„Ziet u", legt Ricci omstandig uit,
„In die pensions werden we nogal
lusteloos. Daarom verheugen we ons
zo op het samenzijn in „Casa Corti
na". We weten zeker, dat we ons
daardoor geestelijk sterker zullen
gaan voelen."
Ucelli knikt heftig instemmend.
„Wij stellen ons op onze gemeen
schappelijke slaapzaal een soort fa
milieband voor. Wij willen als broers
voor elkaar zijn". Waarmee hij niets
ten nadele van de Nederlanders wil
ze'ggen. In zijn eerste gebrekkige
Hollandse woorden: „Goede kamera
den, erg vriendelijk".
Ten Cate zat er anders lelijk mee.
Het contract met het vakantie-oord
loopt 1 mei af en het aantal buiten
landse arbeiders wordt steeds groter.
Binnenkort zijn het al 165 Italianen
en een goede tachtig Spanjaarden. Al
melo is geen Amsterdam, dus is het
aantal pensions ook niet zo groot.
Toen viel het oog op dat oude,
sinds een half jaar leegstaande zie
kenhuis. De gemeente had het voor
250.000 gekocht, omdat dit gedeelte
van de stad gesaneerd zal worden.
Misschien zouden de slopershamers
er nu al op de muren beuken als Ten
Cate het niet had gehuurd, voorlopig
voor een jaar.
Nu Is een leeg ziekenhuis anno 1893
geen gezellige boel. „Al vertimmer je
er voor een ton aan", meent de bouw
kundige G. Pelgrum, „dan vindt je
er nóg niets van terug". Toch moes
ten we er in drie weken een accep
tabel woonoord van maken."
„We hebben een paar handen vol
schoonmaaksters, schilders en electri-
ciens bij elkaar gehaald. Alles wat
aan een ziekenhuis herinnert hebben
we er zoveel mogelijk uitgehaald of
op slot gedaan. Op de vendu konden
we de keukenuitrusting, bedden, ta
fels en zo terug kopen en voor de
rest is alles nieuw. Vrolijk gekleurde
dekens, gezelllige lampen, moderne
bloembakken, planten en zo meer".
Rare situaties ontstaan er op die
manier anders wel. De operatieka
mers en polikliniek mogen dan als op
slagruimte verhuurd zijn aan Palthe,
vannacht slapen Ricci en Ucelli dan
toch maar in de kraamafdeling. In de
kamer waar in de loop van ettelijke
decennia duizenden baby's ter wereld
zijn gebracht, zullen twee andere zui
derlingen het hoofd te ruste leggen.
De keuken is de keuken gebleven,
maar in de ouderwetse badkamers
staan In de plaats van de grote kui
pen op hun steriotiepe draaipootjes
moderne, verplaatsbare douchecabi
nes.
Een klein stukje Italië is er al. In
het trappenhuis prijkt een echt ci
troenboompje, eigendom van het Ne
derlandse echtpaar Alsema. Hij en zij
zullen samen met een kok, wat keu
kenmeisjes, huishoudelijke hulpen en
een ambulante naaister („voor de
klusjes") voor de Italianen gaan zor
gen.
VLAKBIJ
De heer en mevrouw Alsema heb
ben in dienst van een Nederlandse
reisorganisatie veel ervaring opge
daan in het beheren van hotels in
Italië. „Het wordt echter tijd dat de
kleine Alsema naar een Nederlandse
school gaat, en alles bij elkaar",
zegt de vrouwelijke helft van het
echtpaar, „vinden we het best leuk
hier te gaan werken. Mijn man
spreekt goed Italiaans en ik kan ze
ook best verstaan".
Zo gaan met ingang van vandaag
de Italianen van Nijverdal Ten Cate
wonen, op nog geen drie minuten af
stand van het bedrijf waar zij wer
ken. Als de Spanjaarden komen kun
nen zij zo in de pensions trekken die
de Italianen hebben vrijgemaakt.
„Casa Cortina" is dan wel geen
iuxieuse „Arosa Sun" van de Hoog
ovens, maar een goede oplossing voor
een steeds moeilijker wordend pro
bleem is het wel.
Wat het alles, bij elkaar heeft ge
kost? Fabrieksgeheim!
De jonge Italianen Ricci en Ucelli verkennen in het oude Algemeen
Ziekenhuis in Almelo hun nieuwe woonoord „Casa Cortina". Zij waren zeer
„contento" over de inrichting van de slaapzaal, die eens de kraamafdeling
van het ziekenhuis was.
Van een onzer verslaggevers
EERE. Er is niemand te Zien.
De deur ziet er gesloten uit,
maar gaat echt open en daar
achter ligt een andere wereld. Het
koele duister van een abdij leeft ge
luidloos in een ranke, ruime hal. Er
zijn geen ingetogen monniken, want
achter tralies schuilt onder de trap
Veere is nu een
poot uitgedraaid, de
vissersvloot is weg
en de twee smeden
van het stadje we
ten bijvoorbeeld al
niet waar ze aan toe
zijn, omdat ze hele
maal op de vloot ge
oriënteerd waren.
Ze hadden Veere
net zo goed zijn
stadhuisje kunnen
afnemen. Maar moe
ten we nu een tweede Loo'sdrecht wor
den? Nee liever niet. Verleden jaar
werden mij de flessen wijn uit de
kelder gebietst, toen het jongvolk de
plaats overspoelde tijdens zeilwedstrij
den. Toch houden de middenstanders
de moed erin. Op 29 april, de zaterdag
nadat de schuiven in de caissons ge
sloten zijn, wordt er een stertocht voor
jachten naar Veere gehouden. Als er
een stuk van je zaak wegdrijft met de
vloot, moet je zien een stuk te laten
terugdrijven. Maar alsjeblieft geen
bende hier. Ze moeten van elkaar
zeggen: Lig jij in Veere? Man, ik wist
niet, dat je zo'n nette vent was...."
J. Wattel, helemaal geluk
kig met zijn aandeel in het
werk bij Vrouwenpolder. Hij
geniet van de stille oorlog tegen
de zee. „Kijk eens," glundert
hij, „hoe gesmeerd het loopt!"
Technisch ambtenaar
A. Bergsma
Mevrouw Kersten-van Laak:
„We komen hier met ons schip,
de Arcadia, niet terug. Er is
te veel oponthoud en het lossen
van de mijnsteen duurt
te lang."
ROTTERDAM. „We hebben de
auto neergezet bij een stenen pilaar
met een klok." Met die boodschap
kwam een Brits echtpaar lopend
in zijn hotel in Rotterdam terug
na een bezoek aan de stad.
De Engelsman was met zijn
vrouw gaan winkelen en had daar
na zijn wagen niet meer kunnen
vinden. Zij hadden er geen idee van
waar de stenen pilaar stond. De po
litie werd erbij gehaald en die zocht
bij de vele klokken die in Rotter
dam op palen staan. Zij vond ten
slotte inderdaad de auto, maar niet
bij een paal. Hij stond in het ge
zicht van de toren van het stadhuis.
Urenlang staan ze bij tientallen te kijken naar de stroom, die na
iedere fase sneller door de open caissons giert.
een archief met gele folianten. Hier
rust de diplomatie van Veere. Hier
werden het meest barre avontuur en
de meest bruisende victorie tot ver
stilde geschiedenis.
Een avontuurlijke wenteltrap kron
kelt omhoog. Bij een van de vele ron
dingen is een kandelaber in de muur
gemetseld. De gele kaars is de vroed
schap tot licht geweest, wanneer zij
in het holle van de nacht gehaast bij
een kwam om te beslissen in oorlog
of noodweer.
MACHTELOOS
De romantiek van het verleden
wordt weggevaagd, want een halve
meter boven de gele kaars hangt een
elektrisch bollampje, dat met koel
oog langs de kronkels van de trap
strijkt. De koude blik is een waar
schuwing, want boven aan de eerste
trap komen echte kantoren. Hier ver
zamelt men formulieren en adressen,
moties en notulen. De folianten en de
logboeken rusten beneden.
Er hangt een bordje „Gesloten" op
een deur, die open staat. En achter
een andere deur klinken stemmen.
De vroedschap vergadert.
Donker brommen de stemmen door
de zware, met ijzer beslagen deur.
De woorden zijn onverstaanbaar,
maar de klank is duidelijk: Veere is
in grote nood. Het oude Veere sterft.
Waar vroeger vastberadenheid en
kloek verstand baatten, staat Veere
nu machteloos.
Caissons varen naar het gat; de zee
neemt voorgoed afscheid van het oude
stadje, waar gevels uit de veertiende
eeuw nog dapper tegen de wind op
tornen.
Nooit is de vissersplaats in zo grote
benauwenis zo machteloos geweest.
STEUNPUNT
Hoe wijs moet een vroedschap zijn
om voor Veere een nieuwe toekomst
te vinden, die past in de lijn van zijn
verleden, vervuld van zilte zeewind
en politieke stormen.
De donkere stemmen, zwanger van
zorgen, hebben een rotsvast steun
punt: Het verleden heeft Veere een
basis gegeven, die voor het bouwwerk
van een nieuwe toekomst een hecht
fundament kan zijn.
Burgemeester jhr. I. F. den Beer
Poortugaal zit wat later in de sche
merige zaal van de Kamperveersche
Toren. Buiten de ramen heerst nog
de getemde zee. Duidelijk zichtbaar
is de blonde strook van het Beveland-
se strand.
„Er is geen rouw in Veere", zegt
de burgervader vastbesloten. „De vis
sers zijn met de vlag in top weggeva-
rên en de klokken hebben geluid uit
dankbaarheid voor alles, wat de zee
en de vissers ons door alle eeuwen
hebben gegeven."
„Rouw past een dode stad, maar
Veere staat alleen aan het begin van
een nieuwe tijd. Waar eens iedere
avond de vissersscheepjes voeren, zul
len binnenkort de zeilen van de toe
risten blinken in de zon. En wij zul
len de toeristen ontvangen, zoals wij
eeuwenlang gastvrijheid hebben ver
leend aan de vissers. Binnen de drie
jaar zullen er hotels komen, een groot
hotel, een hotel hotel op het water
en een jeugdhotel. De echtg water
sportliefhebbers zullen zich hier thuis
gaan voelen.
Voor de oudere bewoners van Veere
zal het misschien in het begin een
beetje moeilijk zijn. Maar ik zie niet
in, waarom de mens ook op de zondag
niet van Gods mooie natuur zou mo
gen genieten, waarom men op zondag
niet het wijde water zou mogen opzoe
ken om daar een gezuiverd plezier te
vinden. Neen, liever geen dancings en
lawaaischoppers. Die moeten maar
ergens anders hun vertier zoeken Ik
wil Veere tot een echt waterspor
trum maken."
RUST VAN EEUWEN
De stemmen in het oude stadhuis
zijn verstomd. Op Re wenteltrap
heerst weer de serene rust van eeu
wen. Veere heeft zijn besluit geno
men. De zwaarste storm, die het
stadje heeft geteisterd, is manmoedig
onder ogen gezien.
En die van Veere weten, dat na
iedere storm het ogenblik aanbreekt,
dat de zon weer gaat schijnen en dat
men zich moeilijk meer kan voorstel
len, dat de storm zoveel benauwenis
heeft gebracht.
\K was nog maar net weer thuis
van de reis of ik ben gaan
praten, kijken is eigenlijk een
beter woord hiervoor, bij Piet
die zo'n heerlijk groente-assor
timent heeft uitgestald op een
hoekje bij de Binnenweg in
Rotterdam.
Ik wilde namelijk ineens weten of
wij in Nederland zeer achterstaan met
de groenteprimeurs. Dit in vergelij
king met de meer zuidelijke landen!
Laat ik u geruststellen huisvrouwen:
wij kunnen wel heel blij zijn met de
activiteit van onze Nederlandse groen
tehandelaars. Talrijk en indrukwek
kend zijn de vele heerlijkheden die zij
ons op dit gebied bieden. Zo zag ik
liggen: tuinboontjes, binnen- maar ook
buitenlandse tomaten, de laatste soort
duurder maar dan ook zo groot, zo
mooi donkerrood van kleur en zo mals
en vlezig. Bovendien zijn ze zoetig van
smaak en daardoor heerlijk op het
brood met een beetje suiker erbij! De
Nederlandse zustertomaat is bijzonder
geschikt voor de soep, maar ook voor
al voor het lentegerecht dat ik straks
met u wilde gaan maken. Verder kun
nen wij kopen Franse cresson oftewel
waterkers. Maar ook de paprika heeft
haar entree gedaan en vele artisjokken
met mooie uitjes van verschillende
komaf zijn aanwezig. Het worteltje
ziét er teer en aantrekkelijk uit, de
postelein ligt er zo vers en sappig bij,
u zoudt er zo in willen happen.
Nu spreek ik nog niet eens van de
vele fruitsoorten: de gele buitenlandse
mandarijn, de kleinere grapefruitsoort
en dan de aardbei die zo heerlijk is.
De grapefruit vooral om als sinaas
appel, geschild en dus in partjes ver
deeld. te worden geconsumeerd. Ook
appels zijn er nog en juist 1 kilo hand
appels hebben wij straks modig voor
ons lentedessert.
Laten wij het eerste gerecht eens
gaan bekijken, het is een
Gouden hoorn van lentegroente; We
gebruiken hiervoor verse paprikas,
jonge uitjes, mooie stevige tomaten,
niet te weinig worteltjes, een paar
handjesvol postelein en zeker y2 kopje
fijngehakte cresson vermengd met
bieslook of peterselie.
We beginnen en wassen vlug alle
groentesoorten schoon, daarna pas
snijden we de paprikas in vooral niet
te dunne stukken, de wortels een
maal in de lengte door en de tomaten
schillen we en vferdelen ze in de helft.
De postelein lafen we zo: dan smaakt
ze het pittigste. De uitjes laten we
nadat ze geschild zijn in hun ronde
vorm. Ze mogen hiervoor niet te groot
zijn! Al deze groente koken we slechts
enkele minuten af waarbij ik zou wil
len zeggen slechts 2-3 minuten. Ze wor
den in kokend water (vooral zo wei
nig mogelijk) gelegd en in een open
pan geblancheerd. Dan alleen zullen
zij hun mooie lentekleuren behouden.
Het kookvocht bewaren wij en de
groente laten we in een vergiet goed
uitlekken. Ik zie u nu denken; hebben
we alle soorten groente tegelijk af
gekookt met de uien erbij. Ja inder
daad. Want ze zijn allen ongeveer op
dezelfde tijd halfgaar, mits u fijne
uien hebt gebruikt. Terwijl de groen
te uitlekt hebben we een zeer lekkere
béchamelsaus gemaakt en wel zó:
in 50 g boter fruiten we een fijnge
snipperd uitje goudgeel, hierdoorheen
roeren we peper, zout en 44 theelepel
kerriepoeder. Daar komt ongeveer 40
g bloem bij en als deze glad door de
boter is geroerd lengen wij dit meng
sel aan met het groentekookvocht.
Maar natuurlijk in beperkte hoeveel
heid. Laten we zeggen dat we liter
saus nodig hebben, hiervoor gebruiken
we 3 dl kookvocht en 2 dl melk. Bo
vendien is het wel zeer aan te beve
len om de saus af te maken met een
scheutje room. De groente is inmid
dels uitgelekt en u deponeert ze in
een met boter ingesmeerde vuurvaste
schotel die u heeft belegd en nu
komt het lekkere pas met plak
ken magere ham. Hierop strooit u een
laag geraspte kaas en dan is de groen
te aan de beurt. De saus giet u er
overheen en u maakt de bovenkant
af met een laag paneermeel waarop
u opnieuw een beetje geraspte kaas
deponeert met enige klontjes boter. In
de hete oven moet dit gerecht door
en door gaar en warm worden en ten
slotte goudgeel bakken (gratineren).
Mocht u beslist koolhydraten hierbij
willen eten: neem jonge gekookte aard
appelen waaroverheen u de inhoud
van het kopje met gehakt groen strooit!
Begrijpt u nu waar dit voor was: ex
tra kracht voor deze vermoeiende len
tetijd. De vitamine blijft vooral in dit
groen bewaart als u: ze vlug wast
en niet te lang van te voren. Als u
ze op het laatste moment hakt en dan
vooral niet al te fijn. Als u ze op het
allerlaatste moment over de hete aard-
apnelen strooit.
De appelen die ik u had laten ko
pen behandelt u vandaag zó:
Lucullus appclhap: reken 1-2 appels
per persoon, was ze en steek ze uit.
Er staat een mengsel klaar van aman
delsnippers (in zakjes te koop), op
gekookte rozijnen, citroensap, suiker
en/of honing. Hiermede worden de uit
gestoken ongeschilde appels gevuld, de
bovenkant wordt afgedekt en wel met
royale hand met boter of margarine.
De bodem van een vuurvaste scho
tel is eveneens met boter, maar ook
met biscuitkruim afgedekt. Hierop zet
ten we de appels neer. dekken de hele
schotel af met een stuk aluminium fo
lie. We laten dit gerecht in 35-45 mi
nuten in de oven gaarstoven. De oven
moesten we immers toch gebruiken
voor de lenteschotel: dat komt dus
goed uit.
Smakelijk eten en tot de volgende
keer.
Micky Woodhousc.