GASTHEER VAN FORMAAT TE GAST IN AMSTERDAM EICHMANN DOET ZICH VOOR ALS BESCHERMER KORTER WERKEN en MEER VERDIENEN De zeshonderd-drie-en-dertigste Lord Mayor komt Gevangenisstraffen voor drie valsemunters Zonder extra inspanning BOSCH Alleen verantwoordelijk voor transport van joden Voorrang Thermoe/asttC Anthony Veder neemt Prins Maurits over van Sir Bernard Waley-Cohen de top van de Mont Blanc tot de top van de City of London Van vele markten Forse knollen Twee en half jaar voor Nederlander Rechter ProfWemelsfelder kijkt vijftig jaar vooruit Hogere ambtenaren achtergesteld" „Heilige daders voor de rechter Zaterdag 22 april 1961 LiuLL) v» aGii DAGBLAD Pag. 13 an onze correspondent LORDEN. De man die Londens gastheer hij uitnemendheid is, terwijl hij in feite maar regeert over één vierkante mijl van de Britse hoofdstad, wordt nu op zijn beurt eens ontvangen. Van 23 tot en met 26 april brengt Sir Bernard Waley-Cohen, Lord Mayor van de City van Londen, een officieel bezoek aan Amsterdam, de hoofdstad van het land waar zijn voorouders in de achttiende eeuw vandaan kwamen. Londens Lord Mayor gaat tijdens zijn bezoek ook naar Amersfoort. Hij stelt bijzonder veel belang in het gemeentehuis van die stad, want daar woonden eens zijn voor ouders in voor zij naar Engeland kwamen. Er zijn meer' banden tus sen het geslacht Waley Cohen en het lage land aan de overkant van de Noordzee. Sir Robert Waley Cohen, de vader van de Lord Mayor, stond jarenlang aan het hoofd van de Shell Groep. Hij was het die indertijd de onderhandelingen leid de die aan het begin van deze eeuw de totstandkoming van de Royal Dutch Shell tot gevolg hadden. Niet alleen met Nederland, maar ook met het bestuur van de City van Londen het financiële en commer ciële hart van Groot-Britannië heeft de Lord Mayor oude banden. Honderd- twintig jaar geleden werd het ambt van Lord Mayor bekleed door Sir Da vid Salomons. Diens vrouw maakte deel uit van het geslacht Waley-Co hen. Sir David was 'tevens de eerste joodse burgemeester van de Londen- se City ook de huidige Lord Mayor iseen Jood. Hij bekleedt een voor aanstaande functie in het joods ker kelijke leven van de Britse hoofd stad. Vanzelfsprekend is sir Bernard Waley-Cohen een vermogend man. Hij zou anders niet in staat zijn het bur gemeestersambt voor een jaar te be kleden, een ambt dat zeer veel re presentatieve verplichtingen met zich brengt, die voor een belangrijk deel door hem zelf gedragen moeten wor den. Het grote jaarlijkse banket dat na de ambtsaanvaarding van de Lord Mayor het begin vormt van zijn be wind. waar de leden der regering als eregasten aanzitten een luisterrijke gebeurtenis die door achthonderd uit verkorenen wordt bijgewoond wordt door de Lord Mayor en enkele van zijn ..sheriffs" persoonlijk bekostigd. Enkele eeuwen geleden moest voor dit banket tussen de zes en zevenhon derd pond worden neergeteld. Men kan nagaan wat zoiets tegenwoordig kost... Advertentie BOUGIES afgestemd op hel hedendaagse verkeer AHeenv«rt. N.V. Willem von Rijn Ams»erdam*W. - Postbus 8005 Eigen nieuwsdienst ROTTERDAM. Het Transatlan tisch scheepvaartbedrijf Anthony Ve der te Rotterdam heeft te Kiel van de werf Lindenau het motorschip Prins Maurits overgenomen. Het schip, dat een draagvermogen heeft van 5650 ton, zal voor de Fjell-Oran- je Lijnen gaan varen tussen het Eu ropese vasteland en Canada en de Grote Meren. Het scheepstype als van de Prins Maurits wordt beschouwd als het gun stigste voor de vaart op de verbeterde St. Laurenszeeweg. Om daar op de meest doeltreffende wijze gebruik van te maken hebben de Fjeil Line en de Oranje Lijn de laatste twee jaar reeds er.keje van hun schepen laten verlengen tot vierduizend ton. Ook lieten zij nieu we schepen tot negenduizend ton bou wen. Ue Prins Maurits is 108 meter lang. Zij meet bijna vierduizend brt. en haar snelheid bedraagt vijftien mijl. Tal van voorzieningen zijn getroffen om naast stukgoed ook massagoed als graan en bevroren en vloeibare lading te vervoe ren. Uit de fondsen, die de City ter be schikking staan krijgt de Lord Mayor voor ..zijn" jaar vijftienduizend pond als vergoeding. Dat is lang niet vol doende. Om te voldoen aan de vele verplichtingen moet hij uit eigen mid delen putten. De hoge eer aan zijn ambt verbonden hij heeft in de City van Londen na de drager van de Kroon voorrang boven alle anderen vergoedt hem veel. Zeshonderdtweeëndertig Lord Mayors zijn Sir Bernard voorgegaan. Hij is met zijn 46 jaar één der jong- sten, die ooit het ambt bekleedden.De City en geheel Engeland kennen hem als een bijzonder geestig man, een geboren redenaar er komen dagen voor dat hij zes tot negen verschil lende speeches moet houden zeer gastvrij en sportief. In zijn jonge ja ren beklom hij eens de Mont Blanc zonder enige voorbereiding. Hij deed dat om eenw eddenschap. Wie hem nu riet zou hem deze prestatie niet aanzien. De Lord Mayor is vrij ge zet. hij maakt een massieve indruk. De vele ceremoniën, die de Lord Mayor tijdens zijn ambtstermijn moet leiden en bijwonen maken het hem niet gemakkelijk een persoonlijk stempel te drukken op ,,zijn" jaar. Toch is dat Sir Bernard Waley-Cohen al ge lukt. Hij heeft o.a. een nieuw jaar lijks terugkerend banket ingesteld, speciaal ter ere van vooraanstaande kunstenaars en beoefenaren van de wetenschappen. Het was al lang de gewoonte belang rijke staatslieden, bankiers, leden der De Lord Mayor, Sir Bernard Waley-Cohen rechterlijke macht enzovoorts op een vaste dag in het jaar te inviteren op Mansion House, zijn ambtswoning. Dit jaar. op 31 mei, wordt dit nieuwe banket aan de bestaande reeks toe gevoegd. Sir Bernard is directeur van diverse beleggingsmaatschappijen. Hij is pre sident-commissaris van negen onder nemingen en hij is belanghebbende bij het verzekeringsconcern Lloyd's. Hij is letterlijk op vele markten thuis: Op zijn boerderijen en lande rijen rondom Exmoor graast een kudde Devon-stamboekvee, de groot ste van die soort in het land. Met de wol van zijn schapen -behaalde hij tal van prijzen. Dat hij naast zijn vele activiteiten nog tijd overhoudt voor zijn jachthon den en zijn gezin mag een wonder he ten. Zijn knappe, intelligente echtgeno te staat hem actief terzijde. Het echt paar Waley-Cohe heeft vier kinderen. Bernard Waley-Cohen was eigenlijk helemaal niet voor het zakenleven be stemd. Hij wilde bij de marine en ging daarom naar Dartmouth voor een officiersopleiding. Zijn ogen wa ren evenwel een belet sel voor een carrière op zee. Van Dartmouth ging de jonge Waley-Cohen naar Cam bridge, waar hij een zeer actief stu dentenleven leidde. Na Cambridge deed hij zijn intrede en met veel succes in het zakenleven van de City. Op den duur leidde dat tot het lidmaatschap van de Clothworkers' Company, één van de illustere gilden die de City rijk is. Van dit gilde klom Sir Bernard op in de hiërarchie van het stadsbestuur der City tot hij alderman werd, wet houder. het laatste stadium voor zijn verkiezing (vorig jaar september) tot Lord Mayor. Zoals de traditie voorschrijft ver toonde Sir Bernard Waley-Cohen zich voor het eerst aan zijn gemeentena ren op de tweede zaterdag in novem ber. Gekleed in zijn magnifieke wijde mantel, met bont afgezet, de driekan te steek op het hoofd en de uit vroe ger eeuwen stammende ambtsketen om de hals. Zo reed hij in stro mende regen in een kleurrijke stoet in zijn gouden koets naar de Law Courts om voor de leden van het hooggerechtshof de vereiste verkla ring af te leggen. Forse knollen van bierbrouwerijen trokken zijn koets. Ook dat is een heilige traditie. Gedurende het jaar van zijn bewind Van onze correspondent BONN In het internationale valsemuntersproces te Osnabrück is gisteren de 48-jarige Nederlandse chemigraaf en lithograaf A. O. ver oordeeld tot twee jaar en zes maan den gevangenisstraf, de 58-jarige Duitser H. S. tot twee jaar en de 38- jarige Algerijn A. A. eveneens tot twee jaar. De rechter achtte hen schuldig aan een gemeenschappelijke poging tot valse munterij. Naar men weet was het plan om voor de Algerijnse onafhankelijkheids beweging vals Frans bankpapier voor een bedrag van 96 miljoen nieuwe francs te drukken. De eis van de officier van justitie was aanzienlijk hoger. Hij had voor O. vier jaar zware gevangenisstraf en voor de andere twee drie jaar geëist. O. en A. hebben laten verklaren, dat zij het vonnis aannemen, dus niet in hoger beroep gaan; S. heeft om bedenktijd gevraagd. Als verzachtende omstandigheid heeft het hof laten gelden, dat de drie beklaagden nog nooit met de rechter in aanraking waren geweest en dat zij niet tot het gebruikelijke type valsemunters behoren. Alle drie hebben uit idealisme gehandeld, vond het hof. Voor O., die als gangmaker van de onderneming moet worden beschouwd, is aldus de rechter een hogere straf dan voor de anderen gerechtvaardigd. De Nederlander heeft als enige de moed gehad zijn daad ronduit toe te geven. De medeplichtigheid van de Duitser achtte het hof evenzo bewezen als die van A., hoewel deze hardnekkig ontkent. Maar er zijn bij hem briefjes gevonden met het telefoonnummer van O. in Haarlem en kwitanties van S. voor 15.000 en 35.000 Zwitserse francs, die de Algerijn hem voor de uitvoering van het plan in handen heeft gespeeld. A. heeft zijn mond gehouden over de achtergronden van dit geval om de mannen die achter hem staan, te dekken. Het gerechtshof neemt aan dat de Algerijn zwijgt „uit vaderlandse motieven". Na de uitspraak verklaarde de president van het hof, dat de uit gebreide veiligheidsmaatregelen die bij dit proces zijn getroffen, nood zakelijk waren om ordeverstoringen zowel van „de ene als van de andere zijde" te vermijden. Hij bedoelde hiermee waarschijnlijk een mogelijke aanslag van de Algerijnse FLN of van de Franse terroristenorganisatie De rode hand. wordt de Lord Mayor bijgestaan door een waar hof van ambtsdragers, die functies bekleden die herinneren aan voorbije tijden. Daar is de imposante drager van de „mace", de zware gouden scepter, met zijn hoge muts van bont. De baljuws, de griffier met fraaie pruik, de zwaarddrager, de stadsmaarschalk, de common cryer, de stadsomroeper. Allemaal gezeten burgers, die belangrijke functies be kleden in het commerciële leven van de City. In de Guildhall, waar de grote plechtigheden worden gehouden, of in Mansion House, dragen zij hun kleurige gewaden en de regalia die bij hun ambt behoren met plechtsta tige ernst en waardigheid. Vooral bij de vele ontvangsten die de Lord Mayor houdt. De Lord Mayor van de City van Londen is eerste Burger, hij is ook rechter voorzover het bepaalde ver grijpen betreft in zijn. stadsgebied be gaan. Zijn stadsbestuur heeft verder net als alle andere gemeenten waaruit Londen bestaat, de zorg voor het on derwijs, de wegen, de huisvesting (de C'lty heeft eigen woningbezit 'tot ver buiten de grenzen van Groot-Londen) riolering, markten, musea, openbare gezondheid enzovoorts. De City heeft een eigen politiekorps, dat helmen dyaagt die iets afwijken van die der andere „bobbies" in Lon den. Het inwonertal van de City is maar gering: rond 4900. Bijna een half mil joen mensen werken evenwel binnen de grenzen van de City. Van heinde en verre komen zij elke dag per trein, ondergrondse en auto naar dit hart van Londen met zijn vele kanto ren, de effectenbeurs, de vele centra le veilingen voor geheel Londen die zich in de City bevinden (Smithfield o.a. voor vlees), de hoofdkantoren van de grote Britse banken en verze keringsconcerns en niet te vergeten: Fleet Street, het hart van de Britse krantenwereld, waar dag en nacht grote activiteit heerst. Over dit alles zwaait de Lord Mayor zijn (fraaie) scepter, over het rijk van de ene vierkante mijl. vermaard o.m. de be roemde kathedraal van Sint Paul, moederkerk van he't Gemenebest, de Tower waar de kroonjuwelen worden bewaard, de Bank of England, en de Tower Bridge, een der meest ver maarde bruggen over de Theems. Het vervullen van het ambt is voor Sir Bernard Waley-Cohen waarlijk geen sinecure. Zojuist was hij in Portugal voor een officieel bezoek. Nu volgt Nederland en van 28 juli tot 29 september maakt hij een grote reis naar het Verre Oosten voor offi ciële bezoeken aan vijf landen. Geen Lord Mayor vóór Sir Bernard heeft ooit zo'n uitgebreide reeks be zoeken aan andere landen gebracht, zeker niet zijn eerste voorganger in de twaalfde eeuw. JERUZALEM (Reuter/AP) Eichmann is gisteren de gehele dag weer alleen aan het woord geweest in het Beth ha'Am te Jeruzalem. Hoewel ook ditmaal de woorden niet rechtstreeks van de bleke bebrilde man uit de kogelvrije glazen kooi in dc rechtszaal kwamen maar van een bandappa raat klonken, lieten zijn bekentenissen tegenover zijn Israëlische onder vragers ook nu niet na diepe indruk op rechters en publiek te maken. Wie zou het ook niet schokken iemand in gemoede te horen verklaren: „Ik gehoorzaamde blindelings wat mij opgedragen werd, dat gaf mij grote bevrediging. Als een superieur mij eens zou hebben opgedragen: je moet je vader doden, hij is een verrader zou ik dat prompt geloofd en gedaan hebben en evenmin als iemand anders uit die tijd ook zelfs maar een schijn van bewijs vooraf verlangd hebben". De uitroeiing van de joden was slechts een kwestie van gehoorzaam heid voor hem, gehoorzaamheid aan zijn meerderen, de Fiihrer, Himmler en Heydrich, die daartoe het bevel hadden gegeven. Eichmann erkende dat de „Endlösung" (oplossing van het joodse vraagstuk in de naziterminolo gie) geen rijkswet was geweest, maar slechts het woord van Hitier. „Maar zijn woord was wet, ieder wist dat en het gold voor alles." Ten gevolge van een storing in de verbindingen is het ver slag van onze rechtbankverslag gever in Jeruzalem over het pro- ces-Eichmami gisteren niet op tijd doorgekomen. Gespannen Eichmanns reacties op zijn eigen woorden waren ook nu weer uiterst schaars en weinig zeggend. Wel be studeerde hij kennelijk gespannen de gezichten van de rechters om te zien welke uitwerking zijn vroegere ver klaringen mogelijk op hen zouden hebben. Zijn verklaringen van vrijdag maak ten deel uit van de tientallen bandjes die in de acht maanden van zijn voor arrest waren opgenomen en die don derdag op de dertiende verjaardag van Israels onafhankelijkheid in zes dikke boekdelen weergegeven in de open baarheid waren gegeven. Ook vrijdag kwam de openbare aanklager nog niet door dit overstelpende bewijsmateriaal héén (volgens enkele rechtskundigen is Eichmanns verklaring van een mil joen woorden de langste verklaring die ooit van een verdachte is opge tekend). zodat men maandag bij de hervatting van het proces er wel weer mee verder zal gaan. Evacuatie Ook deze keer kwam duidelijk uit dat Eichmann er steeds de nadruk op tracht te leggen dat hij niets met het vermoorden te maken had, en „slechts" verantwoordelijk was voor het vervoer van de joden naar de concentratie- en vernietigingskampen. Op een gegeven moment trachtte hij zelfs de rollen om te draaien en voor jodenbeschermer door te gaan: „Ik kreeg last zorg te dragen voor de „evacuatie" van de joden, maar lang niet iedereen die door mijn afdeling naar elders vervoerd werd kwam om. Ik wist van de uitroeiing toen nog niets af. 'In feite overleefden zelfs bijna twee en een half miljoen joden de nazi-tijd omdat ik zelf me niet met het moorden bemoeide." Zijn onder vrager, de Israëlische hoofdinspecteur Avner Less, beet hem daarop geërgerd toe: „Het feit dat er na de oorlog nog levende joden werden aangetroffen, was allerminst uw verdienste, maar louter die van de geallieerde legers die de overwinning wegdroegen." Schweine liund" Tekenend voor de ongekend lage waarde die de nazi-bonzen aan een mensenleven uit de concentratiekam pen toekenden, was ook het deel uit het verhoor dat Eichmann als „han delaar in schedels" kenschetste. Eich mann ontkende iets te weten over de uitwerking van een bevel van Himm ler aan zijn afdeling om honderd vijftig schedels te leveren. Hij had honderdvijftig schedels van „joods- bolsjewistische commissarissen" moe ten leveren, die de Straatsburgse hoog leraar in de anatomie, prof. August Hirt, voor zijn collectie menselijke schedels en skeletten had besteld. Hirt, die in het laatste stadium van de oor log verdween, was behalve hoogleraar ook kapitein in de SS en een deskun dige op het gebied van de rassen theorieën der nazi's. Destijds op het Neurenbergse pro ces is al aangevoerd dat Eichmann last had gekregen 79 joden, dertig jodinnen, twee Polen en vier Centraal- Aziaten uit Auschwitz te laten halen om ze te laten prepareren voor pro fessor Hirts skelettenverzameling. Kort voor de bevrijding van Straatsburg is de collectie vernietigd. Hirt had Himm ler verzocht de geselecteerde mensen eerst te laten fotograferen en anthro- pologisch te laten opmeten voor ze gedood werden. Het hoofd mocht niet beschadigd worden en moest van de romp gescheiden op sterk water naar Hirt gestuurd worden. Eichmann zei dat het hem onberoerd had gelaten nadat hij gemerkt had dat het een bevel van Himmler zelf was. „Het was niet van belang wie de order uitvoerde, het moest gebeuren door die instelling die er het meest ge schikt voor was, en dat was mijn af deling. Ik was dus niet de verant woordelijke persoon achter de zaak". Hij zei dat het niet nodig was ge weest om het bevel tot het doden van 150 man aan Auschwitzs kampleider Hoess door te geven omdat Hoess, op eigen verantwoordelijkheid doodde. „Waarom zou ik een bevel tot het doden van 150 man doorgeven aan Hoess, die immers zelf dagelijks dui zenden mensen doodde op bevel van de Führer?" Avner Less wees Eichmann erop dat de ongelukkigén tenslotte niet in Auschwitz vermoord waren maar in het concentratiekamp Natzweiler in het Riinland. Zulk een detail deed hem echter weinig: „Vooruit, dan in Natzweiler. Gemoord werd er in elk concentratiekamp als er gemoord moest worden". Een vloek Eichmanns breedsprakigheid uit zijn eerste tijd in Israëlische gevangen schap nu lijkt hij de zwijgzaamheid zelve bleek niet alleen uit dit ver haal, maar uit elk detail dat gisteren werd aangeroerd. Meer dan eens had den zijn ondervragers moeten aan dringen op een kleine pauze, omdat Eichmann in zijn ijver zelfs meerma len zijn maaltijden liet voorbijgaan. Hij vertelde hoofdinspecteur Less dat hij er nooit toe had kunnen komen om Hitiers „Mein Kampf" geheel uit te lezen. In 1933 had hij in Oostenrijk voor de radio van Hitiers machtsover name' gehoord. „Ik was dadelijk zeer enthousiast. Hitier brak met de banden van Versailles, hij beloofde werk en brood en hield zich aan zijn woord". Maar later was het allemaal toch wel anders uitgevallen. „Ik zag overal lijken, dood - en vernietiging, ook bij mijn terugkeer in de Oostenrijkse stad Linz. Ik zag mijn verminkte collega's die bij een bombardement waren om gekomen en begreep het niet. Er rustte een vloek op mijn leven. Alles wat ik wilde werd mij door het lot ont houden". Onofficieel" Van een onzer verslaggevers OOSTERBEEK Voor de komende halve eeuw kan men den ken aan een verdere verkorting van de werktijd met ongeveer een kwart en aan op zijn allerminst een verdubbeling van het inkomen per arbeidsuur. Wij hoeven daar niets extra's voor te doen. Het valt ons toe als manna uit de hemel. Deze voorspelling deed gisteren prof. dr. J. Wemelsfelder, hoogleraar in de economie aan de Technische hogeschool te Eindhoven, op een studieconferentie van de Centrale van hogere ambtenaren en de Nederlandse vereniging van hoger personeel in Oosterbeek. Onderwerp was dè vrije zaterdag. De hoogleraar vroeg zich af of wij thans een enkele reis hebben genomen op de lange weg naar het economi sche paradijs op aarde of dat onze lange reis in het heelal van de nieu we mogelijkheden wellicht ontijdig ten einde zal komen. Drie mogelijkheden Voor net laatste zag hij drie moge lijkheden: in de eerste plaats een ka- tastrofale crisis a la 1929. Wat dit ri sico aar.gaat constateerde hij dat on ze maatschappij de laatste tiental len jaren aan innerlijke stabiliteit had gewonnen. De overheidsuitgaven sterk ongevoelig voor de conjunc tuur bedragen in de meeste landen twintig procent of meer van het na tionale inkomen. De boerenstand wordt in de meeste landen gekoesterd en vertroeteld met maatregelen die zijn inkomen stabiel houden. De stij gende sociale voorzieningen hebben evenzeer een bodem gelegd in moge lijke recessieachtige dalingen van het uitga venpeil. Een tweede mogelijkheid zag hij in een zodanige bedwelming met ver- bruiksgoederen dat wij oververza digd raken en de afzet een natuurlijk eindpunt vindt. Deze situatie achtte proi. Wemelsfelder nog heel ver weg. Onze behoeftenschaal verschuift im mers naarmate wij over meer goede ren oeschikken. zodat de spanning tussen onze behoeften en de middelen tot bevrediging daarvan steeds blijft bestaan. Hoe meer wij bezitten, hoe meer wii willen bezitten. Bovendien is het tempo van de economische ont wikkeling toch te laag om iedereen van deze generatie nog in weelde te doen baden Geen meeropbrengsten Als derde mogelijkheid van stagna tie noemde hij een stokken van de technische ontwikkeling zelf, zodat het kapitaal geen meeropbrengsten meer oplevert. Het is zeker niet uitgesloten dat du eens kan gebeuren, maar een periode van bijv. vijftig jaar lijkt daarvoor toch te kort. Bij he perspectief dat ons wenkt, rijst volgens prof. Wemelsfelder nu en in de toekomst voor alle werkne mers de vraag, op welke wijze wij de toenemende welvaart zouden willen consumeren. Meer inkomen of meer vrije tijd? Kiezen wij het laatste, dan rijst weer de meer gedetailleerde vraag in welke vorm wij deze vrije tijd willen incasseren: meer vakantie, vrije werkdagen of kortere dagtijden. voorkeur gaf: meer loon of meer vrije tijd. Slechts een betrekkelijk kleine meer derheid prefereerde het laatste. In de lagere Ioonklassen was de meer derheid echter voor hogere Ionen. Een onderzoek in België leverde eenzelfde resultaat op. Zij die de vrije zaterdag al in de zak hadden, gaven zelfs in overweldigende meerderheid de voor keur aan een hoger loon. V erantwoordelijkheid Wat de specifieke positie van het hogere personeel in de maalstroom van de werktijdverkorting betreft meende prof. Wemelsfelder, met alle vooroenoud voor uitzonderingen, te kunnen stellen dat de verantwoorde lijkheden van deze groep niet ophou den bii het dichtslaan van de fa- briekspoorten of het sluiten van de lo ketten; dit in tegenstelling met de la ger gesalarieerde groeperingen. De grote, moeilijk te omschrijven last die verantwoordelijkheid heet, torst men wellicht soms zelfs mee tot aan het vakantiekamp of de stranden van de Rivièra en stellig ook dikwijls tot in het weekeinde. Volgens hem betekent een en ander dat, als m de verdere sociale ontwik keling de keuze valt op de werktijd verkorting in plaats van op verhoging van loon en salaris, het hogere perso neel tot op zekere hoogte wordt gedu peerd, althans relatief benadeeld ten opzichte van de andere groeperingen. Bovendien vinden deze gemakkelijker aanvullend werk in hun vrije tijd. De hogere functionarissen werken gemiddeld veertig procent langer dan de arbeider-werknemers. Als er normaal acht fabrieks- of over- heidskantooruren wordt gewerkt, be tekent dit voor de hogere functionaris- De conferentie van Wannsee, een Berlijnse voorstad, in januari 1942 noemde Eichmann het begin van het werkelijke moorden, ook al moest hij toegeven dat er voordien ook „onoffi cieel" reeds gemoord was. Het syste matisch moorden was dus zijns inziens pas in 1942 begonnen; dat de gaska mers van Auschwitz al in 1941 gewerkt hadden, om van de vroegere massale executies aan de galg of door de kogel nog niet te spreken, was hierop niet van invloed. „Waarom werd u voor deze confe rentie uitgenodigd als u werkelijk maar zo'n ondergeschikte rol had?" Op deze vraag van Less antwoordde Eichmann bescheiden dat hij op aan wijzen van Heydrich de invitaties had verstuurd en dat hij er daarom bij was geweest. Maar hij had geen woord aan de conferentietafel gesproken. Hey drich had volgens de documenten toen gezegd dat „het restant van de joden dat in staat lijkt dit alles uiteindelijk te overleven, een passende behandeling moet krijgen omdat deze overleven den gezien moeten worden als een na tuurlijke selectie, die de.kiemcel van een joodse rehabilitatie zou kunnen worden wanneer zij ooit weer op vrije voeten zouden komen.". Desgevraagd erkende Eichmann dat de „passende behandeling" waarvan Heydrich ge rept had, niets anders dan „vermoor den" betekende en dat zijn afdeling van deze order op de hoogte was ge steld. Less liet Eichmann ook een verkla ring lezen die Dieter Wisliceny over zijn vroegere boezemvriend had afge legd. Volgens Wisliceny had Eichmann hem eens gezegd: „Ik zal lachend in mijn graf springen omdat het gevoel dat ik vijf miljoen joden heb gedood mij geweldige voldoening geeft." Eich mann wees er kwaad op dat hij dit nöoit gezegd kon hebben omdat hij nimmer van het getal van vijf of zes miljoen vermoorde joden had gehoord. Het was volgens hem veel kleiner. Wisliceny had hem dus slechts belas terd, en hier paste maar een woord: „Schweinehund". Ondanks het feit dat hij heeft toege geven zich althans medeplichtig te achten aan de dood van miljoenen om dat hij „voor hun vervoer verantwoor delijk was", denkt Eichmann nog steeds niet gering over zichzelf. „Ieder een kon goed met mij opschieten. Ik was geen strenge meester. Ik eiste slechts dat elk zijn plicht deed net als ikzelf, maar daarbuiten trachtte ik iedereen te sparen. Het was mij om het even of een man mij salueerde of niet. Ik was een van die officieren, die hier nooit iemand voor lieten vervolgen. Ik vond het volmaakt onbelangrijk of iemand met zijn hakken klakte of niet. Daardoor kwam het ik weet het best dat ik tot de officieren be hoorde die bij hun minderen geliefd waren." Het lijk van de 71-jarige mevrouw M. H. M. is gisteren in Den Haag opge haald uit het water bij de elektriciteits centrale. Van onzer verslaggevers een AMSTERDAM De ambassadeurs van de „interkerkelijke en bovennatio nale" organisatie De heilige daad. J.J. en M.J.J.V., moeten op 25 mei voor de Amsterdamse rechtbank komen. De mannen werden vorig jaar in no vember gearresteerd naar aanleiding van de affaire-Socrates. Zij worden o.m. verdacht van het oplichten van de di recteur van de n.v. Socrates, de heer N. den Besten. Advertentie Stem in en koop een FONGERS de kees voor?) hei leven! Vreemd Hij meende dat het met deze belang rijke veuze in onze maatschappij eigenlijk vreemd gesteld is. Er schort veel aan de souvereine vrijheid van de werknemer om zelf de verhouding tussen vrije tiid en inkomen te bepa len. tl.-genlijk ligt deze verhouding in het verlengde van de vrije keuze van consumotie, omdat men de vrije tijd ook als een verbruiksgoed kan zien. De aosolute vrijheid is op dit ge bied echter moeilijk te verwezenlij ken. Ue werktijden zijn vaak noodza kelijkerwijs bepaald door technische omstandigheden, door de samenwer king met anderen, door maatschappe lijke conventies of door sociale en eco nomische eisen. Overigens was prof. Wemelsfelder maar eens in zijn le ven ae marskramer tegengekomen die uit eigen vrije wil drie dagen in de week langs de huizen ging om zijn ne gotie te slijten ten einde de rest van zijn tijd aan filosofie te kunnen be steden. Enige invloed op de verhouding tussen vrije tijd en inkomen kunnen de icontrekkenden toch wel uitoefenen via de vakbewegingen en die zullen ongetwijfeld stellen dat hun stem die van ae leden is. Maar voorzover hem bekend, was er maar één vakvereni ging ,n Nederland geweest die aan de vooravond van' de vrije-zaterdag-psy- chose haar leden direct op de man af nad gevraagd waaraan men de OOSTERBEEK. „De toenemen- sen een werktijd van gemiddeld elf uur. de achterstelling van hogere ambte naren, of men hun positie nu verge lijkt met die van andere ambtena ren dan wel met die van vergelijk bare functies in het bedrijfsleven, neemt geleidelijk een vorm aan die tot grote -spanning leidt". Dit zei gisteren de heer W. de werktijdverkorting Lange, voorzitter van een vergade- een vorm die een r;ng van Verenigingsraad van de en ver- Centrale van Hogere Ambtenaren, eras bijv. De hogere ambtenaren worden wat Andere vorm Dr. G. H. Bast, bedrijfssociolo- gisch adviseur bij Thomsen's Ha venbedrijf, kwam op de conferentie tot de conclusie dat voor het hoge re personeel wenselijk is m grote mate van vrijheid scheidenheid open laat, door een tamelijk drastische ver- de salariëring betreft over een kam ge meerdering van het aantal snipper- schoren met de werknemers, gebonden dagen. Die zou men naar keuze aan een e.a-o. Het geduld van velen moeten kunnen gebruiken voor vrije raakt; te" einde. zaterdagen, willekeurige vrije week- mI i s ?ck,s dagen, een korte tweede jaarlijkse toJt het rel£tieve peil ^a/ 1928-193™ vakantie of een verlenging van de Het Centraal Bureau voor de statistiek gebruikelijke jaarlijkse vakantie. heeft berekend dat de hogere ambtena- ren er recht op hebben dat hun belo- Overigens achtte hij bezorgdheid ningen met ongeveer de helft worden over de bevrediging die men in de verhoogd, aldus de heer De Lange, arbeid virdt en bezinning op de beste- De Centrale is zeker niet van mening ding dcor de gemeenschap van een ge- dat de lagere en middelbare ambtena- deeite van de welvaart, o.m. aan ren te veel verdienen. Verre van dat voorzieningen voor de recreatie, meer Ik juich het toe dat de koopkracht van op nun olaats dan sociaal-culturele be- een schrijver en een schrijver-A rela tief bezien ongeveer op het peil van 1928—1938 ligt. Maar bij de adjunctkommiezen begint al de achteruitzetting ten opzichte van - - de vooroorlogse jaren: meer dan tien beid met als gevolg geestelijke belas- procent. De hogere ambtenaren gaan tuig cq. overbelasting vooral gedacht naar de vrije bedrijven als zij even de dient te worden aan minder vaak kans krijgen. Hun vacatures moeten voorkomende, maar langer durende ook worden bezet waardoor de overi- perioden voor herstel van het even- gen veel sterker worden belast, zo be. wic™t. sluit: de heer De Lange. wogenheid over de manier waarop de massa naar vrije tijd besteedt. De arts B. Lammers, directeur van de bedrijfsgeneeskundige dienst Alme lo, betoogde dat bij intellectuele ar-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1961 | | pagina 13