GASTHEER VAN FORMAAT
TE GAST IN AMSTERDAM
EICHMANN DOET ZICH
VOOR ALS BESCHERMER
KORTER WERKEN en
MEER VERDIENEN
De zeshonderd-drie-en-dertigste Lord Mayor komt
Gevangenisstraffen voor
drie valsemunters
Zonder extra inspanning
BOSCH
Alleen verantwoordelijk voor transport van joden
Voorrang
Thermoe/asttC
Anthony Veder neemt
Prins Maurits over
van
Sir Bernard Waley-Cohen
de top van de Mont Blanc tot
de top van de City of London
Van vele markten
Forse knollen
Twee en half jaar voor Nederlander
Rechter
ProfWemelsfelder kijkt vijftig jaar vooruit
Hogere ambtenaren
achtergesteld"
„Heilige daders
voor de rechter
Zaterdag 22 april 1961
LiuLL) v» aGii DAGBLAD
Pag. 13
an onze correspondent
LORDEN. De man die Londens gastheer hij uitnemendheid is, terwijl hij in feite maar regeert
over één vierkante mijl van de Britse hoofdstad, wordt nu op zijn beurt eens ontvangen. Van 23
tot en met 26 april brengt Sir Bernard Waley-Cohen, Lord Mayor van de City van Londen, een
officieel bezoek aan Amsterdam, de hoofdstad van het land waar zijn voorouders in de achttiende
eeuw vandaan kwamen.
Londens Lord Mayor gaat tijdens
zijn bezoek ook naar Amersfoort.
Hij stelt bijzonder veel belang in
het gemeentehuis van die stad,
want daar woonden eens zijn voor
ouders in voor zij naar Engeland
kwamen. Er zijn meer' banden tus
sen het geslacht Waley Cohen en het
lage land aan de overkant van de
Noordzee. Sir Robert Waley Cohen,
de vader van de Lord Mayor,
stond jarenlang aan het hoofd van
de Shell Groep. Hij was het die
indertijd de onderhandelingen leid
de die aan het begin van deze eeuw
de totstandkoming van de Royal
Dutch Shell tot gevolg hadden.
Niet alleen met Nederland, maar
ook met het bestuur van de City van
Londen het financiële en commer
ciële hart van Groot-Britannië heeft
de Lord Mayor oude banden. Honderd-
twintig jaar geleden werd het ambt
van Lord Mayor bekleed door Sir Da
vid Salomons. Diens vrouw maakte
deel uit van het geslacht Waley-Co
hen. Sir David was 'tevens de eerste
joodse burgemeester van de Londen-
se City ook de huidige Lord Mayor
iseen Jood. Hij bekleedt een voor
aanstaande functie in het joods ker
kelijke leven van de Britse hoofd
stad.
Vanzelfsprekend is sir Bernard
Waley-Cohen een vermogend man. Hij
zou anders niet in staat zijn het bur
gemeestersambt voor een jaar te be
kleden, een ambt dat zeer veel re
presentatieve verplichtingen met zich
brengt, die voor een belangrijk deel
door hem zelf gedragen moeten wor
den. Het grote jaarlijkse banket dat
na de ambtsaanvaarding van de Lord
Mayor het begin vormt van zijn be
wind. waar de leden der regering als
eregasten aanzitten een luisterrijke
gebeurtenis die door achthonderd uit
verkorenen wordt bijgewoond wordt
door de Lord Mayor en enkele van
zijn ..sheriffs" persoonlijk bekostigd.
Enkele eeuwen geleden moest voor
dit banket tussen de zes en zevenhon
derd pond worden neergeteld. Men
kan nagaan wat zoiets tegenwoordig
kost...
Advertentie
BOUGIES
afgestemd op hel hedendaagse verkeer
AHeenv«rt. N.V. Willem von Rijn
Ams»erdam*W. - Postbus 8005
Eigen nieuwsdienst
ROTTERDAM. Het Transatlan
tisch scheepvaartbedrijf Anthony Ve
der te Rotterdam heeft te Kiel van
de werf Lindenau het motorschip
Prins Maurits overgenomen. Het
schip, dat een draagvermogen heeft
van 5650 ton, zal voor de Fjell-Oran-
je Lijnen gaan varen tussen het Eu
ropese vasteland en Canada en de
Grote Meren.
Het scheepstype als van de Prins
Maurits wordt beschouwd als het gun
stigste voor de vaart op de verbeterde
St. Laurenszeeweg. Om daar op de
meest doeltreffende wijze gebruik van
te maken hebben de Fjeil Line en de
Oranje Lijn de laatste twee jaar reeds
er.keje van hun schepen laten verlengen
tot vierduizend ton. Ook lieten zij nieu
we schepen tot negenduizend ton bou
wen.
Ue Prins Maurits is 108 meter lang.
Zij meet bijna vierduizend brt. en haar
snelheid bedraagt vijftien mijl. Tal van
voorzieningen zijn getroffen om naast
stukgoed ook massagoed als graan en
bevroren en vloeibare lading te vervoe
ren.
Uit de fondsen, die de City ter be
schikking staan krijgt de Lord Mayor
voor ..zijn" jaar vijftienduizend pond
als vergoeding. Dat is lang niet vol
doende. Om te voldoen aan de vele
verplichtingen moet hij uit eigen mid
delen putten. De hoge eer aan zijn
ambt verbonden hij heeft in de City
van Londen na de drager van de
Kroon voorrang boven alle anderen
vergoedt hem veel.
Zeshonderdtweeëndertig Lord Mayors
zijn Sir Bernard voorgegaan. Hij
is met zijn 46 jaar één der jong-
sten, die ooit het ambt bekleedden.De
City en geheel Engeland kennen hem
als een bijzonder geestig man, een
geboren redenaar er komen dagen
voor dat hij zes tot negen verschil
lende speeches moet houden zeer
gastvrij en sportief. In zijn jonge ja
ren beklom hij eens de Mont Blanc
zonder enige voorbereiding. Hij deed
dat om eenw eddenschap. Wie hem
nu riet zou hem deze prestatie niet
aanzien. De Lord Mayor is vrij ge
zet. hij maakt een massieve indruk.
De vele ceremoniën, die de Lord
Mayor tijdens zijn ambtstermijn moet
leiden en bijwonen maken het hem niet
gemakkelijk een persoonlijk stempel
te drukken op ,,zijn" jaar. Toch is
dat Sir Bernard Waley-Cohen al ge
lukt. Hij heeft o.a. een nieuw jaar
lijks terugkerend banket ingesteld,
speciaal ter ere van vooraanstaande
kunstenaars en beoefenaren van de
wetenschappen.
Het was al lang de gewoonte belang
rijke staatslieden, bankiers, leden der
De Lord Mayor, Sir Bernard Waley-Cohen
rechterlijke macht enzovoorts op
een vaste dag in het jaar te inviteren
op Mansion House, zijn ambtswoning.
Dit jaar. op 31 mei, wordt dit nieuwe
banket aan de bestaande reeks toe
gevoegd.
Sir Bernard is directeur van diverse
beleggingsmaatschappijen. Hij is pre
sident-commissaris van negen onder
nemingen en hij is belanghebbende
bij het verzekeringsconcern Lloyd's.
Hij is letterlijk op vele markten
thuis: Op zijn boerderijen en lande
rijen rondom Exmoor graast een
kudde Devon-stamboekvee, de groot
ste van die soort in het land. Met de
wol van zijn schapen -behaalde hij tal
van prijzen.
Dat hij naast zijn vele activiteiten
nog tijd overhoudt voor zijn jachthon
den en zijn gezin mag een wonder he
ten. Zijn knappe, intelligente echtgeno
te staat hem actief terzijde. Het echt
paar Waley-Cohe heeft vier kinderen.
Bernard Waley-Cohen was eigenlijk
helemaal niet voor het zakenleven be
stemd. Hij wilde bij de marine en
ging daarom naar Dartmouth voor
een officiersopleiding. Zijn ogen wa
ren evenwel een belet sel voor een
carrière op zee. Van Dartmouth ging
de jonge Waley-Cohen naar Cam
bridge, waar hij een zeer actief stu
dentenleven leidde. Na Cambridge
deed hij zijn intrede en met veel
succes in het zakenleven van de
City. Op den duur leidde dat tot het
lidmaatschap van de Clothworkers'
Company, één van de illustere gilden
die de City rijk is.
Van dit gilde klom Sir Bernard op
in de hiërarchie van het stadsbestuur
der City tot hij alderman werd, wet
houder. het laatste stadium voor zijn
verkiezing (vorig jaar september) tot
Lord Mayor.
Zoals de traditie voorschrijft ver
toonde Sir Bernard Waley-Cohen zich
voor het eerst aan zijn gemeentena
ren op de tweede zaterdag in novem
ber. Gekleed in zijn magnifieke wijde
mantel, met bont afgezet, de driekan
te steek op het hoofd en de uit vroe
ger eeuwen stammende ambtsketen
om de hals. Zo reed hij in stro
mende regen in een kleurrijke
stoet in zijn gouden koets naar de
Law Courts om voor de leden van het
hooggerechtshof de vereiste verkla
ring af te leggen. Forse knollen van
bierbrouwerijen trokken zijn koets.
Ook dat is een heilige traditie.
Gedurende het jaar van zijn bewind
Van onze correspondent
BONN In het internationale
valsemuntersproces te Osnabrück is
gisteren de 48-jarige Nederlandse
chemigraaf en lithograaf A. O. ver
oordeeld tot twee jaar en zes maan
den gevangenisstraf, de 58-jarige
Duitser H. S. tot twee jaar en de 38-
jarige Algerijn A. A. eveneens tot
twee jaar. De rechter achtte hen
schuldig aan een gemeenschappelijke
poging tot valse munterij.
Naar men weet was het plan om
voor de Algerijnse onafhankelijkheids
beweging vals Frans bankpapier voor
een bedrag van 96 miljoen nieuwe
francs te drukken. De eis van de
officier van justitie was aanzienlijk
hoger. Hij had voor O. vier jaar zware
gevangenisstraf en voor de andere
twee drie jaar geëist. O. en A. hebben
laten verklaren, dat zij het vonnis
aannemen, dus niet in hoger beroep
gaan; S. heeft om bedenktijd gevraagd.
Als verzachtende omstandigheid
heeft het hof laten gelden, dat de
drie beklaagden nog nooit met de
rechter in aanraking waren geweest
en dat zij niet tot het gebruikelijke
type valsemunters behoren. Alle drie
hebben uit idealisme gehandeld, vond
het hof. Voor O., die als gangmaker
van de onderneming moet worden
beschouwd, is aldus de rechter een
hogere straf dan voor de anderen
gerechtvaardigd.
De Nederlander heeft als enige de
moed gehad zijn daad ronduit toe te
geven. De medeplichtigheid van de
Duitser achtte het hof evenzo bewezen
als die van A., hoewel deze hardnekkig
ontkent. Maar er zijn bij hem briefjes
gevonden met het telefoonnummer
van O. in Haarlem en kwitanties van
S. voor 15.000 en 35.000 Zwitserse
francs, die de Algerijn hem voor de
uitvoering van het plan in handen
heeft gespeeld. A. heeft zijn mond
gehouden over de achtergronden van
dit geval om de mannen die achter
hem staan, te dekken. Het gerechtshof
neemt aan dat de Algerijn zwijgt „uit
vaderlandse motieven".
Na de uitspraak verklaarde de
president van het hof, dat de uit
gebreide veiligheidsmaatregelen die
bij dit proces zijn getroffen, nood
zakelijk waren om ordeverstoringen
zowel van „de ene als van de andere
zijde" te vermijden. Hij bedoelde
hiermee waarschijnlijk een mogelijke
aanslag van de Algerijnse FLN of van
de Franse terroristenorganisatie De
rode hand.
wordt de Lord Mayor bijgestaan door
een waar hof van ambtsdragers, die
functies bekleden die herinneren aan
voorbije tijden. Daar is de imposante
drager van de „mace", de zware
gouden scepter, met zijn hoge muts
van bont. De baljuws, de griffier met
fraaie pruik, de zwaarddrager, de
stadsmaarschalk, de common cryer,
de stadsomroeper. Allemaal gezeten
burgers, die belangrijke functies be
kleden in het commerciële leven van
de City. In de Guildhall, waar de
grote plechtigheden worden gehouden,
of in Mansion House, dragen zij hun
kleurige gewaden en de regalia die
bij hun ambt behoren met plechtsta
tige ernst en waardigheid. Vooral bij
de vele ontvangsten die de Lord
Mayor houdt.
De Lord Mayor van de City van
Londen is eerste Burger, hij is ook
rechter voorzover het bepaalde ver
grijpen betreft in zijn. stadsgebied be
gaan. Zijn stadsbestuur heeft verder
net als alle andere gemeenten waaruit
Londen bestaat, de zorg voor het on
derwijs, de wegen, de huisvesting (de
C'lty heeft eigen woningbezit 'tot ver
buiten de grenzen van Groot-Londen)
riolering, markten, musea, openbare
gezondheid enzovoorts.
De City heeft een eigen politiekorps,
dat helmen dyaagt die iets afwijken
van die der andere „bobbies" in Lon
den.
Het inwonertal van de City is maar
gering: rond 4900. Bijna een half mil
joen mensen werken evenwel binnen
de grenzen van de City. Van heinde
en verre komen zij elke dag per
trein, ondergrondse en auto naar dit
hart van Londen met zijn vele kanto
ren, de effectenbeurs, de vele centra
le veilingen voor geheel Londen die
zich in de City bevinden (Smithfield
o.a. voor vlees), de hoofdkantoren
van de grote Britse banken en verze
keringsconcerns en niet te vergeten:
Fleet Street, het hart van de Britse
krantenwereld, waar dag en nacht
grote activiteit heerst. Over dit alles
zwaait de Lord Mayor zijn (fraaie)
scepter, over het rijk van de ene
vierkante mijl. vermaard o.m. de be
roemde kathedraal van Sint Paul,
moederkerk van he't Gemenebest, de
Tower waar de kroonjuwelen worden
bewaard, de Bank of England, en de
Tower Bridge, een der meest ver
maarde bruggen over de Theems.
Het vervullen van het ambt is voor
Sir Bernard Waley-Cohen waarlijk
geen sinecure. Zojuist was hij in
Portugal voor een officieel bezoek.
Nu volgt Nederland en van 28 juli tot
29 september maakt hij een grote
reis naar het Verre Oosten voor offi
ciële bezoeken aan vijf landen.
Geen Lord Mayor vóór Sir Bernard
heeft ooit zo'n uitgebreide reeks be
zoeken aan andere landen gebracht,
zeker niet zijn eerste voorganger in
de twaalfde eeuw.
JERUZALEM (Reuter/AP) Eichmann is gisteren de gehele dag weer
alleen aan het woord geweest in het Beth ha'Am te Jeruzalem. Hoewel ook
ditmaal de woorden niet rechtstreeks van de bleke bebrilde man uit de
kogelvrije glazen kooi in dc rechtszaal kwamen maar van een bandappa
raat klonken, lieten zijn bekentenissen tegenover zijn Israëlische onder
vragers ook nu niet na diepe indruk op rechters en publiek te maken. Wie
zou het ook niet schokken iemand in gemoede te horen verklaren: „Ik
gehoorzaamde blindelings wat mij opgedragen werd, dat gaf mij grote
bevrediging. Als een superieur mij eens zou hebben opgedragen: je moet
je vader doden, hij is een verrader zou ik dat prompt geloofd en gedaan
hebben en evenmin als iemand anders uit die tijd ook zelfs maar een schijn
van bewijs vooraf verlangd hebben".
De uitroeiing van de joden was
slechts een kwestie van gehoorzaam
heid voor hem, gehoorzaamheid aan
zijn meerderen, de Fiihrer, Himmler
en Heydrich, die daartoe het bevel
hadden gegeven. Eichmann erkende dat
de „Endlösung" (oplossing van het
joodse vraagstuk in de naziterminolo
gie) geen rijkswet was geweest, maar
slechts het woord van Hitier. „Maar
zijn woord was wet, ieder wist dat en
het gold voor alles."
Ten gevolge van een storing
in de verbindingen is het ver
slag van onze rechtbankverslag
gever in Jeruzalem over het pro-
ces-Eichmami gisteren niet op
tijd doorgekomen.
Gespannen
Eichmanns reacties op zijn eigen
woorden waren ook nu weer uiterst
schaars en weinig zeggend. Wel be
studeerde hij kennelijk gespannen de
gezichten van de rechters om te zien
welke uitwerking zijn vroegere ver
klaringen mogelijk op hen zouden
hebben.
Zijn verklaringen van vrijdag maak
ten deel uit van de tientallen bandjes
die in de acht maanden van zijn voor
arrest waren opgenomen en die don
derdag op de dertiende verjaardag van
Israels onafhankelijkheid in zes dikke
boekdelen weergegeven in de open
baarheid waren gegeven. Ook vrijdag
kwam de openbare aanklager nog niet
door dit overstelpende bewijsmateriaal
héén (volgens enkele rechtskundigen
is Eichmanns verklaring van een mil
joen woorden de langste verklaring
die ooit van een verdachte is opge
tekend). zodat men maandag bij de
hervatting van het proces er wel weer
mee verder zal gaan.
Evacuatie
Ook deze keer kwam duidelijk uit
dat Eichmann er steeds de nadruk op
tracht te leggen dat hij niets met het
vermoorden te maken had, en „slechts"
verantwoordelijk was voor het vervoer
van de joden naar de concentratie- en
vernietigingskampen.
Op een gegeven moment trachtte hij
zelfs de rollen om te draaien en voor
jodenbeschermer door te gaan: „Ik
kreeg last zorg te dragen voor de
„evacuatie" van de joden, maar lang
niet iedereen die door mijn afdeling
naar elders vervoerd werd kwam om.
Ik wist van de uitroeiing toen nog
niets af. 'In feite overleefden zelfs bijna
twee en een half miljoen joden de
nazi-tijd omdat ik zelf me niet met
het moorden bemoeide." Zijn onder
vrager, de Israëlische hoofdinspecteur
Avner Less, beet hem daarop geërgerd
toe: „Het feit dat er na de oorlog nog
levende joden werden aangetroffen,
was allerminst uw verdienste, maar
louter die van de geallieerde legers
die de overwinning wegdroegen."
Schweine liund"
Tekenend voor de ongekend lage
waarde die de nazi-bonzen aan een
mensenleven uit de concentratiekam
pen toekenden, was ook het deel uit
het verhoor dat Eichmann als „han
delaar in schedels" kenschetste. Eich
mann ontkende iets te weten over de
uitwerking van een bevel van Himm
ler aan zijn afdeling om honderd
vijftig schedels te leveren. Hij had
honderdvijftig schedels van „joods-
bolsjewistische commissarissen" moe
ten leveren, die de Straatsburgse hoog
leraar in de anatomie, prof. August
Hirt, voor zijn collectie menselijke
schedels en skeletten had besteld. Hirt,
die in het laatste stadium van de oor
log verdween, was behalve hoogleraar
ook kapitein in de SS en een deskun
dige op het gebied van de rassen
theorieën der nazi's.
Destijds op het Neurenbergse pro
ces is al aangevoerd dat Eichmann
last had gekregen 79 joden, dertig
jodinnen, twee Polen en vier Centraal-
Aziaten uit Auschwitz te laten halen
om ze te laten prepareren voor pro
fessor Hirts skelettenverzameling. Kort
voor de bevrijding van Straatsburg is
de collectie vernietigd. Hirt had Himm
ler verzocht de geselecteerde mensen
eerst te laten fotograferen en anthro-
pologisch te laten opmeten voor ze
gedood werden. Het hoofd mocht niet
beschadigd worden en moest van de
romp gescheiden op sterk water naar
Hirt gestuurd worden.
Eichmann zei dat het hem onberoerd
had gelaten nadat hij gemerkt had
dat het een bevel van Himmler zelf
was. „Het was niet van belang wie de
order uitvoerde, het moest gebeuren
door die instelling die er het meest ge
schikt voor was, en dat was mijn af
deling. Ik was dus niet de verant
woordelijke persoon achter de zaak".
Hij zei dat het niet nodig was ge
weest om het bevel tot het doden van
150 man aan Auschwitzs kampleider
Hoess door te geven omdat Hoess, op
eigen verantwoordelijkheid doodde.
„Waarom zou ik een bevel tot het
doden van 150 man doorgeven aan
Hoess, die immers zelf dagelijks dui
zenden mensen doodde op bevel van de
Führer?" Avner Less wees Eichmann
erop dat de ongelukkigén tenslotte niet
in Auschwitz vermoord waren maar
in het concentratiekamp Natzweiler
in het Riinland. Zulk een detail deed
hem echter weinig: „Vooruit, dan in
Natzweiler. Gemoord werd er in elk
concentratiekamp als er gemoord
moest worden".
Een vloek
Eichmanns breedsprakigheid uit zijn
eerste tijd in Israëlische gevangen
schap nu lijkt hij de zwijgzaamheid
zelve bleek niet alleen uit dit ver
haal, maar uit elk detail dat gisteren
werd aangeroerd. Meer dan eens had
den zijn ondervragers moeten aan
dringen op een kleine pauze, omdat
Eichmann in zijn ijver zelfs meerma
len zijn maaltijden liet voorbijgaan.
Hij vertelde hoofdinspecteur Less
dat hij er nooit toe had kunnen komen
om Hitiers „Mein Kampf" geheel uit
te lezen. In 1933 had hij in Oostenrijk
voor de radio van Hitiers machtsover
name' gehoord. „Ik was dadelijk zeer
enthousiast. Hitier brak met de banden
van Versailles, hij beloofde werk en
brood en hield zich aan zijn woord".
Maar later was het allemaal toch
wel anders uitgevallen. „Ik zag overal
lijken, dood - en vernietiging, ook bij
mijn terugkeer in de Oostenrijkse stad
Linz. Ik zag mijn verminkte collega's
die bij een bombardement waren om
gekomen en begreep het niet. Er rustte
een vloek op mijn leven. Alles wat ik
wilde werd mij door het lot ont
houden".
Onofficieel"
Van een onzer verslaggevers
OOSTERBEEK Voor de komende halve eeuw kan men den
ken aan een verdere verkorting van de werktijd met ongeveer
een kwart en aan op zijn allerminst een verdubbeling van het
inkomen per arbeidsuur. Wij hoeven daar niets extra's voor te
doen. Het valt ons toe als manna uit de hemel.
Deze voorspelling deed gisteren prof. dr. J. Wemelsfelder,
hoogleraar in de economie aan de Technische hogeschool te
Eindhoven, op een studieconferentie van de Centrale van hogere
ambtenaren en de Nederlandse vereniging van hoger personeel
in Oosterbeek. Onderwerp was dè vrije zaterdag.
De hoogleraar vroeg zich af of wij
thans een enkele reis hebben genomen
op de lange weg naar het economi
sche paradijs op aarde of dat onze
lange reis in het heelal van de nieu
we mogelijkheden wellicht ontijdig ten
einde zal komen.
Drie mogelijkheden
Voor net laatste zag hij drie moge
lijkheden: in de eerste plaats een ka-
tastrofale crisis a la 1929. Wat dit ri
sico aar.gaat constateerde hij dat on
ze maatschappij de laatste tiental
len jaren aan innerlijke stabiliteit
had gewonnen. De overheidsuitgaven
sterk ongevoelig voor de conjunc
tuur bedragen in de meeste landen
twintig procent of meer van het na
tionale inkomen. De boerenstand
wordt in de meeste landen gekoesterd
en vertroeteld met maatregelen die
zijn inkomen stabiel houden. De stij
gende sociale voorzieningen hebben
evenzeer een bodem gelegd in moge
lijke recessieachtige dalingen van het
uitga venpeil.
Een tweede mogelijkheid zag hij in
een zodanige bedwelming met ver-
bruiksgoederen dat wij oververza
digd raken en de afzet een natuurlijk
eindpunt vindt. Deze situatie achtte
proi. Wemelsfelder nog heel ver weg.
Onze behoeftenschaal verschuift im
mers naarmate wij over meer goede
ren oeschikken. zodat de spanning
tussen onze behoeften en de middelen
tot bevrediging daarvan steeds blijft
bestaan. Hoe meer wij bezitten, hoe
meer wii willen bezitten. Bovendien is
het tempo van de economische ont
wikkeling toch te laag om iedereen
van deze generatie nog in weelde te
doen baden
Geen meeropbrengsten
Als derde mogelijkheid van stagna
tie noemde hij een stokken van de
technische ontwikkeling zelf, zodat het
kapitaal geen meeropbrengsten meer
oplevert. Het is zeker niet uitgesloten
dat du eens kan gebeuren, maar een
periode van bijv. vijftig jaar lijkt
daarvoor toch te kort.
Bij he perspectief dat ons wenkt,
rijst volgens prof. Wemelsfelder nu
en in de toekomst voor alle werkne
mers de vraag, op welke wijze wij de
toenemende welvaart zouden willen
consumeren. Meer inkomen of meer
vrije tijd? Kiezen wij het laatste, dan
rijst weer de meer gedetailleerde
vraag in welke vorm wij deze vrije
tijd willen incasseren: meer vakantie,
vrije werkdagen of kortere dagtijden.
voorkeur gaf: meer loon of meer vrije
tijd.
Slechts een betrekkelijk kleine meer
derheid prefereerde het laatste. In
de lagere Ioonklassen was de meer
derheid echter voor hogere Ionen. Een
onderzoek in België leverde eenzelfde
resultaat op. Zij die de vrije zaterdag
al in de zak hadden, gaven zelfs in
overweldigende meerderheid de voor
keur aan een hoger loon.
V erantwoordelijkheid
Wat de specifieke positie van het
hogere personeel in de maalstroom
van de werktijdverkorting betreft
meende prof. Wemelsfelder, met alle
vooroenoud voor uitzonderingen, te
kunnen stellen dat de verantwoorde
lijkheden van deze groep niet ophou
den bii het dichtslaan van de fa-
briekspoorten of het sluiten van de lo
ketten; dit in tegenstelling met de la
ger gesalarieerde groeperingen. De
grote, moeilijk te omschrijven last die
verantwoordelijkheid heet, torst men
wellicht soms zelfs mee tot aan het
vakantiekamp of de stranden van de
Rivièra en stellig ook dikwijls tot in
het weekeinde.
Volgens hem betekent een en ander
dat, als m de verdere sociale ontwik
keling de keuze valt op de werktijd
verkorting in plaats van op verhoging
van loon en salaris, het hogere perso
neel tot op zekere hoogte wordt gedu
peerd, althans relatief benadeeld ten
opzichte van de andere groeperingen.
Bovendien vinden deze gemakkelijker
aanvullend werk in hun vrije tijd.
De hogere functionarissen werken
gemiddeld veertig procent langer dan
de arbeider-werknemers.
Als er normaal acht fabrieks- of over-
heidskantooruren wordt gewerkt, be
tekent dit voor de hogere functionaris-
De conferentie van Wannsee, een
Berlijnse voorstad, in januari 1942
noemde Eichmann het begin van het
werkelijke moorden, ook al moest hij
toegeven dat er voordien ook „onoffi
cieel" reeds gemoord was. Het syste
matisch moorden was dus zijns inziens
pas in 1942 begonnen; dat de gaska
mers van Auschwitz al in 1941 gewerkt
hadden, om van de vroegere massale
executies aan de galg of door de kogel
nog niet te spreken, was hierop niet
van invloed.
„Waarom werd u voor deze confe
rentie uitgenodigd als u werkelijk
maar zo'n ondergeschikte rol had?"
Op deze vraag van Less antwoordde
Eichmann bescheiden dat hij op aan
wijzen van Heydrich de invitaties had
verstuurd en dat hij er daarom bij was
geweest. Maar hij had geen woord aan
de conferentietafel gesproken. Hey
drich had volgens de documenten toen
gezegd dat „het restant van de joden
dat in staat lijkt dit alles uiteindelijk
te overleven, een passende behandeling
moet krijgen omdat deze overleven
den gezien moeten worden als een na
tuurlijke selectie, die de.kiemcel van
een joodse rehabilitatie zou kunnen
worden wanneer zij ooit weer op vrije
voeten zouden komen.". Desgevraagd
erkende Eichmann dat de „passende
behandeling" waarvan Heydrich ge
rept had, niets anders dan „vermoor
den" betekende en dat zijn afdeling
van deze order op de hoogte was ge
steld.
Less liet Eichmann ook een verkla
ring lezen die Dieter Wisliceny over
zijn vroegere boezemvriend had afge
legd. Volgens Wisliceny had Eichmann
hem eens gezegd: „Ik zal lachend in
mijn graf springen omdat het gevoel
dat ik vijf miljoen joden heb gedood
mij geweldige voldoening geeft." Eich
mann wees er kwaad op dat hij dit
nöoit gezegd kon hebben omdat hij
nimmer van het getal van vijf of zes
miljoen vermoorde joden had gehoord.
Het was volgens hem veel kleiner.
Wisliceny had hem dus slechts belas
terd, en hier paste maar een woord:
„Schweinehund".
Ondanks het feit dat hij heeft toege
geven zich althans medeplichtig te
achten aan de dood van miljoenen om
dat hij „voor hun vervoer verantwoor
delijk was", denkt Eichmann nog
steeds niet gering over zichzelf. „Ieder
een kon goed met mij opschieten. Ik
was geen strenge meester. Ik eiste
slechts dat elk zijn plicht deed net
als ikzelf, maar daarbuiten trachtte ik
iedereen te sparen. Het was mij om het
even of een man mij salueerde of niet.
Ik was een van die officieren, die hier
nooit iemand voor lieten vervolgen. Ik
vond het volmaakt onbelangrijk of
iemand met zijn hakken klakte of niet.
Daardoor kwam het ik weet het
best dat ik tot de officieren be
hoorde die bij hun minderen geliefd
waren."
Het lijk van de 71-jarige mevrouw M.
H. M. is gisteren in Den Haag opge
haald uit het water bij de elektriciteits
centrale.
Van
onzer verslaggevers
een
AMSTERDAM De ambassadeurs
van de „interkerkelijke en bovennatio
nale" organisatie De heilige daad. J.J.
en M.J.J.V., moeten op 25 mei voor de
Amsterdamse rechtbank komen.
De mannen werden vorig jaar in no
vember gearresteerd naar aanleiding
van de affaire-Socrates. Zij worden o.m.
verdacht van het oplichten van de di
recteur van de n.v. Socrates, de heer
N. den Besten.
Advertentie
Stem in en koop een FONGERS
de kees voor?)
hei leven!
Vreemd
Hij meende dat het met deze belang
rijke veuze in onze maatschappij
eigenlijk vreemd gesteld is. Er schort
veel aan de souvereine vrijheid van
de werknemer om zelf de verhouding
tussen vrije tiid en inkomen te bepa
len. tl.-genlijk ligt deze verhouding in
het verlengde van de vrije keuze van
consumotie, omdat men de vrije tijd
ook als een verbruiksgoed kan zien.
De aosolute vrijheid is op dit ge
bied echter moeilijk te verwezenlij
ken. Ue werktijden zijn vaak noodza
kelijkerwijs bepaald door technische
omstandigheden, door de samenwer
king met anderen, door maatschappe
lijke conventies of door sociale en eco
nomische eisen. Overigens was prof.
Wemelsfelder maar eens in zijn le
ven ae marskramer tegengekomen die
uit eigen vrije wil drie dagen in de
week langs de huizen ging om zijn ne
gotie te slijten ten einde de rest van
zijn tijd aan filosofie te kunnen be
steden.
Enige invloed op de verhouding
tussen vrije tijd en inkomen kunnen
de icontrekkenden toch wel uitoefenen
via de vakbewegingen en die zullen
ongetwijfeld stellen dat hun stem die
van ae leden is. Maar voorzover hem
bekend, was er maar één vakvereni
ging ,n Nederland geweest die aan de
vooravond van' de vrije-zaterdag-psy-
chose haar leden direct op de man
af nad gevraagd waaraan men de
OOSTERBEEK. „De toenemen-
sen een werktijd van gemiddeld elf uur. de achterstelling van hogere ambte
naren, of men hun positie nu verge
lijkt met die van andere ambtena
ren dan wel met die van vergelijk
bare functies in het bedrijfsleven,
neemt geleidelijk een vorm aan die
tot grote -spanning leidt".
Dit zei gisteren de heer W. de
werktijdverkorting Lange, voorzitter van een vergade-
een vorm die een r;ng van Verenigingsraad van de
en ver- Centrale van Hogere Ambtenaren,
eras bijv. De hogere ambtenaren worden wat
Andere vorm
Dr. G. H. Bast, bedrijfssociolo-
gisch adviseur bij Thomsen's Ha
venbedrijf, kwam op de conferentie
tot de conclusie dat voor het hoge
re personeel
wenselijk is m
grote mate van vrijheid
scheidenheid open laat,
door een tamelijk drastische ver- de salariëring betreft over een kam ge
meerdering van het aantal snipper- schoren met de werknemers, gebonden
dagen. Die zou men naar keuze aan een e.a-o. Het geduld van velen
moeten kunnen gebruiken voor vrije raakt; te" einde.
zaterdagen, willekeurige vrije week- mI i s ?ck,s
dagen, een korte tweede jaarlijkse toJt het rel£tieve peil ^a/ 1928-193™
vakantie of een verlenging van de Het Centraal Bureau voor de statistiek
gebruikelijke jaarlijkse vakantie. heeft berekend dat de hogere ambtena-
ren er recht op hebben dat hun belo-
Overigens achtte hij bezorgdheid ningen met ongeveer de helft worden
over de bevrediging die men in de verhoogd, aldus de heer De Lange,
arbeid virdt en bezinning op de beste- De Centrale is zeker niet van mening
ding dcor de gemeenschap van een ge- dat de lagere en middelbare ambtena-
deeite van de welvaart, o.m. aan ren te veel verdienen. Verre van dat
voorzieningen voor de recreatie, meer Ik juich het toe dat de koopkracht van
op nun olaats dan sociaal-culturele be- een schrijver en een schrijver-A rela
tief bezien ongeveer op het peil van
1928—1938 ligt.
Maar bij de adjunctkommiezen begint
al de achteruitzetting ten opzichte van
- - de vooroorlogse jaren: meer dan tien
beid met als gevolg geestelijke belas- procent. De hogere ambtenaren gaan
tuig cq. overbelasting vooral gedacht naar de vrije bedrijven als zij even de
dient te worden aan minder vaak kans krijgen. Hun vacatures moeten
voorkomende, maar langer durende ook worden bezet waardoor de overi-
perioden voor herstel van het even- gen veel sterker worden belast, zo be.
wic™t. sluit: de heer De Lange.
wogenheid over de manier waarop de
massa naar vrije tijd besteedt.
De arts B. Lammers, directeur van
de bedrijfsgeneeskundige dienst Alme
lo, betoogde dat bij intellectuele ar-