PARIJS: Afscheid voor de prinses en een Panhard die een Eend wou zijn DE NATUUR 1 KAPPIE EN DE DIEPZEEDUIKERS I Uit de kerken 1 KÓPeMA&N Helemaal leeg Zaak bellen Kop koffie Hoe kan dat als wereldreis weddenschap Te laat Bambi in en om uw huis 400 politiemannen in „misdaadtoto" Woensdag 12 april 1961 ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. 2 «•WlMiÉILT f P. W, RUSSEL «AMgN 1<Q Kpl PARIJS. Een prinses stond gistermiddag in een lange bruine broek en in de zon precies onder de Eiffeltoren in Parijs en lachte. „Zo lachen in Denemarken alle boeren als zij kiespijn hebben", zei ze zelf en leunde achterover tegen haar bloedrode Volvo Amazone met Zweedse nummerplaat. „Afgelopen, voorbij, uit met de rally", peinsde ze hardop. „En dat na één dag. Wat zal mijn man zeggen, wat zal de fabriek zeggen en wat zegt u er eigenlijk van?", vroeg me prinses Birgitte de Bourbon Parma, die vlak bij Kopenhagen op een kasteel woont. 2e dag van rally vol zuinigheid die wijsheid niet vermag te bedriegen Beetje dom, zei ik beleefd maar naar waarheid. „Ja, maar dan moet de fabriek me toch waar schuwen dat het kan", zuchtte de prinses en het hui len stond haar nader dan het lachen. Hoe lang rijdt u nu auto?, vroeg ik. „Laat maar", antwoord de ze en streek met haar slanke aristocratische handen door haar kastanjebruin haar, „laat maar, ik voel al waar u heen wilt. Van mijn achttiende jaar af rijd ik en ik had het moeten weten." TJ zult begrijpen, dat ik prinses Bir gitte niet ge vraagd heb hoe lang dat geleden was, dat ze haar eerste lessen in autorijden kreeg. Die leeftijd, be grijpt u? Het was in Scheven ingen al begonnen. Prinses Birgitte was daar heen gekomen met een door de Zweedse auto- fabriek gepre pareerde en heel zuinig afgestelde nieuwe Volvo Amazone om deel te nemen aan die „Caltex Performance test 1961". En tóen ze maandagavond van start ging op die vaderlandse boulevard en vlak bij de pier in aan bouw, toen wilde het al niet. De Volvo van de prinses zat met een volkomen lege accu. df Prinses Birgitte de Bourbon Parma leest nog even de kaart, maar voor haar is de pret er af. Haar zorgen liggen voorlopig in Zweden De avond ervoor, toen ze met haar wagen iedere technische controle ge passeerd was en haar voertuig het pare fermé inschoof had ze de radio aangelaten. „Ik dacht dat die radio vanzelf uit was als je het contact sleuteltje eruit haalde." Maar zo was het niet. Enfin, is opgeladen, maar prinses de accu Birgitte kwam zeventien minuten te laat in Namen aan en gisterochtend werd het bekend, ze mocht niet opnieuw starten in deze prestatierit. Maar een prinses is tenslotte een prinses en de organisatoren hebben ge zegd: u mag de rally wel volgen en op onze kosten benzine tanken. „Natuurlijk ben ik tot Parijs gereden, maar ik denk dat ik daama direct naar Denemarken terugga", zei ze me gister middag. „En de fabriek in Zweden, die zal wel niet blij met me zijn." Als prins Jacques, uw man, dat nu maar met u in Denemarken is, dat is de hoofdzaak, vond ik. „Hoe bestaat het dat iemand dat ge woon tegen je zegt", verwonderde prin ses Birgitte zich hardop. „De mensen zeggen altijd koninklijke hoogheid tegen me en allerlei beleefde dingen, maar nooit eens iets gewoons. Maar u heeft gelijk, ik ga Jacques meteen op bellen. Tot ziens." En weg wandelde de lange en slanke prinses Birgitte. De zon stond laag en de schaduw van de prinses wedijverde in lengte met die van de Eiffeltoren. Frankrijk natuur lijk niet hetzelfde verwachten als er gens in een Neder landse grensplaats. Geen douaneman nen die ons ston den op te wachten. Welnee, drie geü niformeerde heren zaten in groot ge peins verzonken rond een tafeltje en staarden naar een houten Bambi, op wielen. „Het probleem is, dat het touwtje na tuurlijk telkens tussen dat linker voorwiel komt", zei de ene, toen ik het kantoortje bin nenkwam. „Dan kunnen we het beste het haakje verzetten waar het touw aan vastzit", vond de tweede. „Maar dan kun je er beter een nieuw haakje inschroe ven, anders splijt het hout, wanneer je gaat timmeren," besloot nummer drie. Kan ik doorrij den, wanneer ik niet stoor?, vroeg ik. O natuurlijk, knikten de drie en gingen ijverig ver der met hun hou ten speelbeest. Het zou prettig zijn wanneer de bomen omhoog gingen, sprak ik zachtjes om niet te veel te zijn op dit moment van uiterste concentratie. Jacqueline, riep een van de mannen tot zijn dochter van veertien,- til voor meneer eens even de bomen op. Jacqueline deed het en gunde ons een gulle lach van haar gevulde lippen. „Zo, zo", zei een Nederlandse rally rijder, die meeprofiteerde van de ge opende bomen en het hele landschap aanschouwde. Een Fransman die Chaterre heet en in een Lelijke Eend rijdt hoeft van ochtend ook niet te starten op weg naar Luxemburg, want hij reed zestig kilometer om en kwam een uur te laat binnen. „Mijn schuld niet", zei in Parijs de man, die vorig jaar dikke prijzen in de wacht sleepte. Wiens schuld het dan wel was weet niemand, maar meneer Chaterre is nu meteen weer thuis en dat is toch ook weer een prettig idee. Vooral voor mevrouw Chaterre, zei iemand. Nou, en wie dan het gesprek van de dag vormt, dat is de heer Maus Gatsonides, de Nederlandse rallyrijder, zoals u bekend zal zijn. Met zijn vrouw als tweede chauffeur volgt hij de rally. Ja ja, dezelfde rally die hij al twee jaar heeft gewonnen. Maar op het ogenblik is hij nummer tien van zijn klasse en hoewel er nog van alles kan gebeuren voor de rijders in Kopenhagen aankomen dat is niet zo'n beste plaats. Hoe kan dat nou?, vraagt iedereen zich af. Want het gaat om dezelfde Maus Gatsonides, die weken lang op zijn rechtstreeks uit de Franse fabriek komende Panhard getraind heeft. Tus sen Amsterdam en Utrecht bijvoor beeld heeft hij met zes verschillende merken banden gereden. Telkens bij een snelheid van honderd kilometer en bij hetzelfde kilometerpaaltje zette hij dan de motor af en keek hoever de wagen uitliep. De banden met het meeste succes bij deze proef heeft Gatsonides onder zijn wagen. 22 Hij wees op hun koffers. ,,In welke koffer zit die tulband?" Zijn stem klonk autoritair en zeer koel. „In welke koffer Wel in geen een!" De officier richtte zijn stokje op Marc's maagstreek alsof hij niet had gehoord wat hij zei. „Ik heb geen tijd te verliezen. Ik wéét dat de heren een tulband hebben. Ik wens onmid dellijk te weten, in welke koffer die is opgeborgen." „Maar ik zeg u toch dat we hele maal geen tulband hébben! We had den er inderdaad opdracht voor, maar dank zij die grappige journalis ten van u wou niemand ons het ple zier doen de zijne af te staan!" „Bent u bereid dit te zweren?" „Op een hele stapel bijbels des noods!" „Dus u eh beschikt werkelijk niet over een politietulband? Mare moest zich werkelijk beheer sen om geen onfatsoenlijk antwoord te geven. „Neen zei hij zo langzaam en duidelijk als hij kon. „Wij beschikken zeer beslist niet over een politietul band!" De officier stak zijn stokje onder zijn arm. Hij gaf een wenk naar een indrukwekkende geüniformeerde In diër. De man kwam onmiddellijk naar hem toe; hij had iets in zijn hand „Heren" zei de eerste officier, „Mag ik u voorstellen: de kolonel van de politiemacht van Nieuw Del hi!" De kolonel maakte het pakje open. „Mag ik u deze tulband aanbieden? Nooit zal gezegd mogen worden dat u een punt hebt verloren tengevolge van een gebrek aan beleefdheid van de zijde der politie van de hoofdstad van India!" Eerbiedig nam Mare de trofee van hem aan. De geheel verblufte reizi gers konden nauwelijks hun dank uit spreken. In het vliegtuig naar Bangkok merkte Bertrand op: „Het oosterse gevoel voor humor staat toch wel heel dicht bij het Engelse! „Wat een slag voor die arme Di- no!" zei Abel, die zich weer kiplek ker voelde. Nieuw Delhi 21/5 22u30 Dino reisbureaus sabote ren systematisch toer door opdrachten bijna onmogelijk te maken stop niettemin alle punten uitgevoerd zij het moeizaam Armand. .w: m 'ABEL ARMAND cc'! _A_4- BERTRAND D'OULTREMONT v J1J S BANGKOK 6 tot 10 oktobe Punten: 7. een beeldje van teakhout 8. een gebruikt buskaartje 9. een ontslagbewijs van de centrale gevangenis. In één' nacht vloog de Britannia van de BOAC over de uitmondingen van de Ganges en het noordelijkste stukje van de Baai van Bengalen, om bij zonsopgang de Irawaddy over te steken en te dalen in Rangoon, waar het een poosje bleef staan. Een super-de-luxe vliegtuig, dat de Brit se vlag, die het voerde, eer aandeed. Alle reizigers sliepen rustig. Ber trand werd het eerst wakker hij had honger. De stewardes' scheen meer te glijden dan te lopen toen ze met de ontbijtbladen het midden pad af kwam. Bertrand deed één oog open, kennelijk onder de indruk, maar, smulpaap als hij was, niet zo zeer van dat blad dan wel van haar charmante verschijning. En ze was dan ook inderdaad de moeite van het aanzien waard. „Hé, mafkoppen worden jullie eens wakker!" Mare en Abel knipperden met de ogen. De opgaande zon speelde een ondeugend spelletje met het nylon gewaad van de Eurasische stewar des en bewees dat Bertrand gelijk had. Gebakken spek en eieren bracht hen alle drie weer terug tot minder frivole realiteiten. Beneden zich. za gen zij één grote kleurenmengeling, waarin groen in vele tinten de boven toon voerde het donkere groen van de Burmaanse wouden, het licht groen van de rijstvelden, het blauw groen van de oceaan. Ook verder bood de reis naar Bangkok een dui zelingwekkend schouwspel. Zo ver het oog kon zien lagen er onmete lijke rijstvelden die nog nat waren van de oktobermoesson. Overal werd het zonlicht weerspiegeld door het water, dat door snalle kanalen door de rijstvelden stroomde en zo een enorm schaakbord vormde. Het was moeilijk Bangkok te ont dekken. Dat leek meer op een vlot dat bijna onderdook in het water van de Menam-rivier. Toen om elf uur de deur van het vliegtuig werd geopend drong er zo'n verstikkende hitte naar binnen dat de passagiers het gevoel kregen in een woestijnwervelwind terechtgeko men te zijn. De thermometer wees vijf en negentig graden aan, en het vochtgehalte was negentig procent. In dat seizoen blies de moesson vrij wel om de andere dag. (Wordt vervolgd) ned. herv. kerk Beroepen te Rotterdam, vac. M. L. W. Schoch; G. H. Wolvensberger te Den Hoorn, Texel; Bedankt voor Hedel: J. G. Ab- bringh, te IJsselmuiden; voor St. Pan- cras: A. de Bruijn te Werkendam. Beroepbaarstelling: H. J. de Jong, kand. te Tienhoven, Nieuweweg 9, is beroepbaar. gereformeerde kerken Beroepen te Has-selt-Vinfkeveen en te Kamerik: J. de Waard, kand. te Rijsoord. Bedankt voor Maarssen: G. Vesseur te Rockanje. De heer J. de Waard, cand. te Rijs oord kan geen nieuwe beroepen meer in overweging nemen. Christ, geref. kerken Tweetal te Rotterdam-Kr.H. v. d. Schaaf te Opperdoes en W. van 't Spijker te Dorgeham; te Schiedam: G. Blom te Meerkerk en I. de Bruijne te Rotterdam-c. Tweetal te Zeist: D. Henstra te Delft en W. M. Nieuwenhuijzen te Amster dam-W. gereformeerde gemeenten Beroepen te Rijssen voor de tweede maal: J. van Haaren te Kampen. Ziet u de stoeltjes van de Eend? Wat er omheen zit, is de Panhard van Gatso nides. -)(- Maus Gatsonides en echtgenote. Al zijn trainen heeft tot nu toe geen resultaat. daarom heeft hij maar de tiende plaats in zijn klasse. Op dat moment kwam er een wan delclub of iets dergelijks van Parijse meisjes langs. Enfin, de zon scheen nog steeds en u begrijpt wel, dat niemand het meer over auto's of benzine had. „Ik had twintig jaar geleden dit land moeten bezoeken", zuchtte een Deense rallyrijder. En hij streek met een vermoeid ge baar over zijn haarloze hoofd. Het lijkt me wat overdreven u nog te zeggen, dat we de tweede dag van deze rally van het Belgische Namen naar Parijs reden. Dat kon, omdat we bijna 370 km aflegden en de uitzetters van deze reis hadden de route weer langs fijne smalle weggetjes gekozen, door een stuk Ardennen met mist en regen, maar uiteindelijk aankomend in een zonovergoten Parijs. Vlak voor het Franse Hierson gin gen we de grens over en nog net op Belgisch terrein zeiden fotograaf Bob Kuhry en uw dienaar tegen elkaar: Koffie? Ja! Nu weet u wel dat koffiedrinken voor mij evenveel betekent als voor Japie het hollen in een weiland. Wat voor weiland dat is, zal Japie een zorg zijn, maar die koffie van gisterochtend was erger dan het vetste afwaswater dat u de laatste tien jaar in huis had. Madame, zei ik tegen de patrones van het café, ik ben niet kinderachtig maar dit is geen koffie meer. O nee, vroeg ze verwonderd, wat dan wel? Dit is gezet van oud graan enbvan ieder graantje heeft u eerst het haar gekamd, merkte ik op. U bent de eerste die het zegt meneer, want de toeristen hebben doorgaans geen beste smaak. Maar dan schenk ik u een kop in uit onze eigen koffiepot. Ze deed het en het was heerlyk. De madame stond er bij te kyken, toen ik dronk en wachtte met een blik van „hoe is ie?" op een uitspraak. Prima, zei ik. Dacht ik wel, aldus de madame en ze veegde haar handen af aan een schort, die al drie jaar om haar mid del hing te gillen om een wasserij. Hij heeft meer. Hij heeft de stoelen uit de Panhard gesloopt en die van een Lelijke Eend er ingezet. Artikel vijf van het reglement zegt namelijk dat „alles wat tot het gerief van de passagiers van de wagens kan bijdra gen" geoorloofd is. En Maus heeft ge zegd: ik zit in deze stoeltjes gemakke lijker. .Het zal niet meevallen dit jaar bij de eerste te horen", heeft Gatsonides me twee dagen geleden gezegd. „Van de vierenzestig deelnemers zijn er der tig „zware jongens" en de rest vakan tierijders. Maar volgens mij zit de winnaar in een BMW 700 of het is Hans Kreisel in zijn Gordini." Zo, dat gaan we dan allemaal fijn afwachten en mocht Maus Gatsonides dus niet (voor de derde keer) winnen, dan is de terugtocht al gedekt. Ik heb ook iemand gesproken die zei: ik zag benzine uit zijn wagen lopen, Honderd meter verder was het kan toortje van de 'rranse douane en nu moet u bij het binnenkomen van De asparagus of sier-asperge kan ook wel bloeien; overigens behoeft men de aspargus sprengeri niet voor de onaan- zienlijke-groen-witte bloemen te kweken; het is echter wel een mooie groenblij- vende sierplant; de lange ranken wor den speciaal in de bloemisterij voor smjgroen gekweekt. In de kamer kan men er echter een sierlijke plant van opkweken; ze kan veel water en veel voedsel hebben. Eigen nieuwsdienst AMSTERDAM. Vierhonderd Am sterdamse politiemannen zijn inge schakeld om de verdachte Philippe Ripley te ontmaskeren. De massale actie begon maandagnacht, kort na twaalf uur, en was een drie uur la< ter voltooid. De vierhonderd dienaren van Sint Her mandad legden tijdens deze donkere uren bijzondere speurzin aan de dag, of liever: nacht, want er ligt misschien een prijs op hen te wachten. Het onderzoek gebeurde in de Cineac bioscoop aan het Damrak, waar spe ciaal voor hen de film „Alleen de zon was getuige" werd gedraaid. In deze film vermoordt een jongeman een mede-passagier van een schip om diens geld te bemachtigen. Hij laat het lijk verdwijnen en het heeft er alle schijn van dat hij de volmaakte misdaad heeft gepleegd. Pas in de laatste meters van de uitstekende, spannende thriller wordt de misdaad op zeer verrassende wijze opgelost. Vlak voor die ontknoping werd de film gestopt en konden de politiemannen op een formulier invullen waarom zij de dader, Philippe Ripley, schuldig achtten. Toen de formulieren waren opgehaald werd de rest van de film gedraaid en konden de politiemannen zelf contro leren of zij het bij het rechte eind hadden. Waarschijnlijk hebben slechts weinigen de oplossing van de misdaad goed geraden. Vrijdag wordt de uitslag bekend ge maakt. De winnaars wachten een ra dio, een verrekijker, een filmcamera en duizend sigaretten. -JU MISSEL'JK STUK ETEN IK PROBEER SPORTIEF TE Z'JN EH IK DOE ALLES OM JE KAMERAAD TB WORDEN/ MET MAAR HET L'JKT WEL OF JU NIET WILT, DAT IK IETS IN JE LEVEN BEN, DOOR JE SUFFE HOBBIES TE DELEN—GEEF nillllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiniiiuiiimiiiiiyi 45. De vreemde damp lag als een gele, dikke deken over de Kraak. Op het goede schip heerste een doodse stilte, want iedereen lag er roerloos op het dek. Pas toen de damp wat op trok, kwam er beweging in de verdoof de mannen. Balein kwam duizelig over eind en staarde ongerust in het rond. „A-arie is weg stamelde hij. De maat keek hem troebel aan. „W-watte..?! Wat is er gebeurd?" vroeg hij met dikke tong. „Waar kwam opeens die onfrisse damp vaindaan?!" riep Kappie opkrab belend. Okki was inmiddels voldoende helder om hem uit te leggen wat er precies was gebeurd. „Er zat een snertvent in een bootje, die eerst probeerde Arie te harpoene ren," vertelde hij. „Maar toen schoot hij jullie de diepte in! Later, toen jul lie weer boven water kwamen, pro beerde hij het nog eens en toen kwam die vieze damp.." „Hoe zag hij er uit, jong?" vroeg Kappie dringend. Okki gaf een beschrijving. „Donder en bliksem! Dat is diezelf de walslurp, die jouw vis wilde kopen!" zo wendde Kappie zich tot Balein. De viskundige antwoordde niet. Al leen liet hij nu en dan een trieste roep in het Povi over het water klinken, vu rig hopend, dat Arie zou antwoorden. Maar buiten het gedruis van de zee bleef alles stü en de watervlakte bleef leeg. 60. De zigeunerhoofdman liet zich van zijn paard glijden en was met een paar stappen bij de kleine groep, die hem aarzelend afwachtte. „Wat gebeurt hier?" vroeg Janosz streng. Hij wacht te het antwoord van Gabor niet af. „Laat die twee onmiddellijk los1" be val hij. Nog steeds met tegenzin ge hoorzaamden de mannen hem en op nieuw wendde de hoofdman zich tot Ga bor. „Wat heeft dit te betekenen?" snauwde hij. „Wanneer er recht gespro- ken moet worden, zal ik dat doen! Wat hebben die twee misdaan. Gabor had zich vlug hersteld. Hij strekte een beschuldigende wijsvinger naar Otto uit. „Die schurk was van plan Zaïda te roven!" beet hij Janosz toe. „Eerst heeft hij Elar vermoord en toen wilde hij haar meevoeren!" Janosz stiet een verachtelijk geknor uit. „Elar was een schurk," merkte hij laconiek op. „En waarschijnlijk heb je aan hem," hij wees naar Otto, „te dan ken, dat Zaïda nog leeft! In ieder ge val bestaat er geen enkele reden om hem op te hangen." „Maarbegon Gabor woedend, doch de oude man liet hem niet uitspre ken. „Verdwijn!" bulderde hij. „En neem je troep mee! Als er één is, die nog een hand naar deze twee durft uit te steken, zal ik meteen met hem afre kenen! Ik mag dan oud zijn, maar ile ben irog steeds jullie hoofdman!"

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1961 | | pagina 2