Vissers in dorp zonder zee
hebben soms danig het land
Belg pleegde lange reeks
van flessentrekkerijen
i- Tergend langzaam wordt-,
de Veerse levensadem
afgesneden
Koewachtenaar
bood glas bier aan
ZATERDAG 18 MAART 1961 ZEEUWSCH DAGBLAD Pag-
Operatie »galg
en strop99
Wurging
Monsterstraf
Reservisten
Heel peloton
Stiroom als streng
Nog niiet getemd
Waterstand reguleren
Van spring- naar doodtij
Straks nemen zij afscheid van Veere
POLITIERECHTER MIDDELBURG
WEINIG ANIMO VOOR
COLIJNSPLAAT BIJ
ARNEMUIDSE VROUWEN
Ver van zee
Wikken en wegen
Vindingrijk
Intrede kand. Stam
te Fijnaart
Classis Middelburg
Ned. Hervormde kerk
Souburg teleurgesteld
over niet toewijzen
woningwetwoningen
feT^he^£TedemaraaladWnrede|!
||aei schoolond!nvijsrteC^rcofynsplaat
K^bT 5!
Middeleeuwse monsterstraf
met een strop van beton
VROUWENPOLDER. Bij de afsluiting van zeegaten neemt men
doorgaans aan dat de laatste caisson het lot van het binnenwater be
zegelt. Maar bq het „dichtgooien" van het Veerse gat zal dit niet het
geval zijn. Als de laatste caisson op z'n plaats ligt zullen alle bootjes
die op het water dobberen vrolijk stoom afblazen en de duizenden
toeschouwers zullen een zucht slaken, maar of dit een zucht van ver
lichting is zullen we wijselijk in het midden laten. Hier en daar zal
iemand heimelijk staan te hopen dat de hele zaak op het laatste
moment nog zal wegspoelen. (Een heerlijke woeste kwajongensdroom:
„Rijkswaterstaat heeft zich verrekend; de hele santekraam het zeegat
uitgedreven; Veere ligt weer open naar de zee; Bert Haanstra heeft
voor niets gefilmd!!") Maar dromen zijn bedrog, zelfs de droom van
een kwajongen.
„Ziezo, dat is weer gebeurd", zul
len de duizenden zeggen en als het
laatste gevaarte op zijn plaats is
gebracht zal men min of meer tevre
den huiswaarts gaan in het besef een
historisch moment te hebben bijge
woond. Maar bij Rijkswaterstaat zal
de spanning dan nog allerminst gewe
ken zijn. Te goed is men zich bewust
dat de zeven doorlaatcaissons inder
daad nog een onnoemelijke hoeveel
heid water zullen doorlaten. De gehe
le betonnen muur, waarmee men in
de loop van een week het sluitgat
hoopt dicht te metselen vormt in fei
te een stelsel van sluizen dat een
lengte heeft van 324 meter. De grote
kunst zal het zijn deze sluizen dicht
te draaien.
Voor een leek lijkt dat natuurlijk zo
„simpel als een knikker". Draai een
voudig bij een voordelige waterstand
alle schuiven tegelijk dicht. Makkelij
ker kan het al niet. Jawel, maar dit
sommetje hebben de technici van
Rijkswaterstaat vele malen nagere
kend en het kwam steeds verkeerd uit.
In wezen is de hele operatie een ter
gend langzame marteling, die welbewust
gericht is op een wurging van het Veer
se meer. Het Veerse meer is één van de
Zeeuwse longen, die ademt op de eb en
vloedstroom, Het is een ijzeren long, die
gevuld is met Veerse levensadem en
die een taaie en onverbiddelijke rakker
zal blijken te zijn.
Sterk als een mythologisch monster
kwakt de boezem In langgerekte zuch
ten miljoenen kuub water naar buiten
en scheurt ze weer naar binnen op hoog
bevel van zon en maan. Met deze levens
adem valt niet te spotten, want ze heeft
de potentiële kracht om steden weg te
spoelen. En wat denkt Rijkswaterstaat
te doen tegen dit ziedend natuurgeweld?
Ja, wat denkt men te doen. In feite
niets anders dan een middeleeuwse mon
sterstraf. Het Veerse meer krijgt een
strop van beton om de nek die langzaam
met stalen schuiven en met zware elec-
tromotoren wordt aangehaald.
De levensadem moet afgesneden wor
den, maar er zal verzet zijn. Schurend,
gierend zal de boezem blijven pulseren
en de krachten zullen verdubbeld, ja ver
veelvoudigd worden naarmate het keel
gat nauwer wordt. Een heroïsche strijd
waarin de natuur met beton getemd zal
worden.
Is het wonder dat hier weemoed zal
heersen naast de roes van de overwinr
In het sluitgat bij Vrouwenpolder
ligt op het ogenblik een soort radar
eiland verankerd, waarop een zeer
fijngevoelige apparatuur is gemon
teerd. Rijkswaterstaat zal met dit
instrument de stroombeweging in
het sluitgat van het radarscherm af
fotograferen. In tegenstelling tot de
normale radarapparatuur, die een
golflengte heeft van drie cm., heeft
dit instrument met een golflengte
van acht mm. een zeer grote ge
voeligheid en is derhalve ook uiterst
vatbaar" voor storingen. De golf
slag, die door normale apparaten
niet gereflecteerd wordt, zal op dit
scherm zichtbaar worden en in foto
grafische beelden vastgelegd kunnen
worden. Mocht de proef op deze
manier niet lukken, dan zal men
normale drijvers gebruiken, die van
een speciaal reflectiescherm zijn
voorzien. Aan de hand van reflectie-
stippen zal men dan een nauwkeu
rig beeld van de stroombeweging
kunnen krijgen.
De operatie „galg en strop" zal inder
daad een romantisch avontuur worden,
al het zekerheids-geprevel van zuurprui
men ten spijt. Natuurlijk is de kans dat
het mis gaat te verwaarlozen klein,
maar die kans is er niettemin. Dacht U
dat de technici van Rijkswaterstaat voor
niets zo'n geweldig reserveleger op de
been hadden gebracht.
De eerste reservist die opgeroepen zal
worden is het grote caisson dat in de
haven van Kruiningen ligt. Op het ogen
blik wordt dit gevaarte voor gebruik
gereed gemaakt en als geen onverhoop
te belemmeringen in het vooruitzicht
liggen, zal men de reus op 12 of 13
april via het kanaal door Walcheren
naar het Veerse meer slepen. Verloopt
alles naar wens dan zal dit blok beton
geplaatst worden in de geul van het
caisson-bouwdok als de andere reuzen
hun definitieve bestemming hebben ge
kregen. Maar mocht er iets mis gaan,
dan heeft men in het Kruiningse caisson
een aardig „achterdeurtje" bij de hand.
Een tweede oproep zich voor de strijd
gereed te houden gaat uit daar een pe
loton van negentien kleinere caissons
met opzet st ukken, die gekazerneerd
zijn op de oeiver van het kanaal
door Walcheren. In de kritieke periode
zullen acht van deze caissons te water
worden gelaten om onmiddellijk voor
gebruik gereed te liggen.
Blijkbaar is men beslist niet van plan
de vijand (het Veerse meer) te onder
schatten. Men houdt rekening met het
feit dat een kat in het nauw rare spron
gen kan maken.
Het leger van reservisten wordt nl. nog
verder uitgebreid.
Ter plaatse van het strijdtoneel zullen
tientallen mensen met een grote hoe
veelheid materiaal in depot worden ge
houden.
Bij drastische tegenstand van de Veer
se boezem heeft men ee'n claim op voor
raden en materiaal van andere water
staatswerken, die door de hoogste leger
leiding genoteerd worden als „potenti
ële reserve".
En mocht de strijd in volle hevigheid
losbranden de maand april kan ten
slotte pittige stormen in petto hebben
dan kan een beroep gedaan worden op
de genietroepen van het Nederlandse le
ger. waaraan in het uiterste geval zelfs
andere legeronderdelen kunnen worden
toegevoegd.
Gezien de strijdmacht die in stel
ling gebracht wordt, met de stoottroe
pen van de zeven doorlaatcaissons in
de eerste waterlinie, ziet het er voor
het Veerse meer bijzonder triest uit.
Op de eigenlijke frontlinie, dus tussen
de beide landhoofden van het sluitgat,
heerst nu reeds een koortsachtige
stroom, maar wij vrezen dat dit alles
tegen het geweld van Rijkswaterstaat
weinig te betekenen zal hebben.
Rijkswaterstaat heeft een listige tak-
tiek opgesteld, die openlijk en uitda
gend gepubliceerd mag worden.
Een inleidende schermutseling werd
reeds gevormd door de aanleg van een
tweetal landhoofden, die geheel buiten
de Veerse boezem werden aangebracht.
Het zijn stroombrekers, die de eigen
lijke landhoofden (de startpunten van
de aanval) vrij houden van het zo ge
vreesde „kopeffeet". Met dit kopeffect
wordt het kolken van het water bedoeld
rondom de hoeken van de caissons.
Met die buitenste landhoofden heeft
men bereikt dat de stroom als een
soort streng wordt samengebundeld in
het midden van het sluitgat, zodat de
startpunten bij voorbaat beveiligd zijn.
Te zijner tijd zullen de sluitcaissons
evenwel midden in de stroom komen te
liggen, maar om het dan in hevige ma
te optredende 'kopeffect zo kort moge
lijk op één plaats te binden, oordeelde
men het aanvankelijk raadzaam van
één oever uit te werken, zodat bij een
tempo van één sluitcaisson per dag het
gevreesde kopeffect zich ook elke vier
en twintig uur een caissonlengte zou
verplaatsen. De veelheid van hoogst
gecompliceerde omstandigheden dwong
tenslotte echter tot een compromis. Men
zal nu twee caissons vanuit de Walcher-
se kust plaatsen en de overige vijf van
uit de Noord Bevelandse wal. Het laat
ste Sluitgat zal dus toch nog dichter bij
de Walcherse kust liggen dan bij de
Noord Bevelandse. Het voornaamste ar
gument van het „hoofdkwartier" was
hierbij dat het kopeffect zo ver moge
lijk van de Noord Bevelandse kust weg
gedrukt moest worden.
Het grondmechanisch onderzoek heeft
nl. aangetoond dat aan de Noord Oos-
verkleining van het sluitgat) praktisch
volledig gecompenseerd zal worden I
doordat het verval naarmate men
h»» dno6':i nrJ=rt ook steeds!
geringer zal worden. Een punt van
waarue dus dai volledig
uitgebuit zal kunnen worden als men
tenminste niet door amciminabele
weersomstandigheden gestoord zal
worden.
Een aangezien een enigszins betrouw
bare voorspelling van het weer op lan
ge termijn eenvoudig niet gegeven kan
worden, blijft dit een risico-factor van
betekenis.
De laatste caisson zal geplaatst wor-
den bij optimaal doodtij, maar dit bete
kent niet dat het Veerse meer op het
zelfde moment getemd zal zijn. Als de
gehele betonnen muur geplaatst is heeft
men in feite de beschikking over een
meer dan 300 meter lang sluizencom-
plex, doch. deze sluizen kunnen niet zon
der meer dichtgedraaid worden.
Om hier een redelijk inzicht in te
verkrijgen zal men enigszins op de
hoogte moeten zijn met de constructie
van de schuiven.
Elk caisson heeft acht openingen van
vijf meter breedte en per gat functione
ren twee schuiven, die elk ook weer vijf
meter hoog zijn. Per opening is een
electromotor aangebracht voor de be
weging van deze schuiven. Het is echter
duidelijk dat de schuiven niet meer be
wogen zouden kunnen worden als ze zon
der meer in de betonsponningen zouden
glijden. De druk van het water zou de
stalen platen zo muurvast zetten, dat
er geen beweging meer in te krijgen
zou zijn. Vandaar de volstrekte nood
zaak dat de schuiven door middel van
vier wielen in de sponningen moeten
lopen.
Een nadeel hiervan is dat de totale
waterdruk in dit geval niet door de ge
hele sponning wordt opgevangen, maar
slechts op vier punten, nl.- ter plaatse
van de wielen. Men heeft berekend dat
de wielassen nooit zo .geconstrueerd kun
nen worden dat ze deze geweldige druk
kunnen opvangen. Dit laatste betekent
dat de schuiven alleen bewogen kunnen
worden bij een kentering van het tij,
dus als de waterstand voor en achter
het caisson gelijk is. Op dat moment
kunnen de schuiven dichtgedaan wor
den. Zijn ze eenmaal in hun laagste
stand, dan „klikken" de wielen in een
speciale uitsparing, zodat de stalen
plaat in gesloten stand inderdaad klem
zit in de sponning.
Maar naast de bijzonderheid dat de
schuiven alleen bij tijkenteringen bewo
gen kunnen worden, staat men ook voor
de opgave om het Veerse meer af te
sluiten tussen optimaal doodtij en opti
maal springtij. Bij een maximaal ver
val van drie meter betekent dit dat het
verschil in waterstand na de sluiting
hoogstens tot anderhalve meter kan op
lopen.
De spectaculaire plaatsing van de
laatste caisson wordt derhalve drie da
gen later (halverwege het volgende
springtij) pas gevolgd door de feitelijke
sluiting. In die tussenliggende dagen wil
men de waterstand zodanig reguleren
dat men tenslotte bij de gewenste wa
terstand uitkomt. Uiteraard zal men ook
dan steeds bij tij-kenteringen met de
schuiven werken.
In dit verband spraken wij "dus van
een „middeleeuwse monsterstraf" want
het is nu wel duidelijk dat de operatie
„galg en strop" neerkomt op een lang
zame wurging van het Veerse meer.
Hoe onkies deze gedachte ook mag
zijn, ze is in dit verband volledig op
haar plaats. Tenslotte verplaatst de af
sluiting van het Veerse meer ons mid
den in de eeuwigdurende strijd met het
water.
Wij zijn getuige van een gevecht, en
het is de strijd tegen een wezenlijke
vijand, wiens bijkans ontembare krach
ten velen in dit gewest aan den lijve
hebben ondervonden. Het is een vijand
die even prachtig is als wreed. Maar
dankzij een nauwgezet en zeer syste
matisch opgezet wetenschappelijk onder
zoek geeft hij juist in onze eeuw het
ene geheim na het andere prijs.
Ook in dit verband is de afslui
ting van het Veerse meer een
mijlpaal. Niet voor niets zal een
grote wetenschappelijke staf ge
tuige zijn van de laatste zuchten
van de Veerse boezem. Niet voor
niets zullen een grote hoeveelheid
extra metingen worden verricht.
Het Veerse meer is als het ware
een opengewerkt model in de in
structiezalen van Rijkswaterstaat.
De rijke en veelsoortige ervarin
gen zullen geboekstaafd worden en
één van de bases vormen voor
verdere stappen.
Kwajongens dromen er van dat
de hele santekraam het zeegat uit
spoelt, maar er zijn ook andere
dromen. Die van een ontsloten en
veilig gewest.
telijke zijde een laag losgepakt zand
ligt, die bij vervloeiing een ernstige
verzakking van het Noord Bevelandse
landhoofd tot gevolg zou kunnen heb
ben.
Voor de eigenlijke aanval kwamen
verschillende perioden in aanmerking.
De keuze is tenslotte gevallen op de
periode van 17 tot 24 april, waarbij
men een uitwijkmogelijkheid heeft naar
mei.
De zeventiende april is een dag
waarop een z.g. optimaal springtij zal
optreden. Precies een week later komt
men dan uit bij optimaal doodtij. Dit
laatste is een voortreffelijke begunsti
ging van de situatie omdat het na
deel van een steeds groter wordende
stroomsnelheid (die optreedt bij een
Het „radareiland" in het sluitgat te
Vrouwenpolder ligt midden in een
felle stroom. Zowel van de schippers
van de kleine ronkende motorbootjes
als van het personeel dat over moet
stappen wordt dan ook een grote
behendigheid gevergd.
De onbezoldigde en niet erkende
„gemeenteraad" van het dorp, druk
pratend over de problemen van de
laatste tijd, niet in het minst dat
van de visserij.
RNEMUIDENDe klompe
voeten stevig op de grond,
een schrobber in de sterke
knuisten, mept een Arnemui-
dense boerenvrouw met een
fikse zwaai een hoeveelheid
water uit haar emmer tegen de
ruiten van haar woning. De
boel moet schoon zijn. En tijd
voor een praatje met de buur
vrouw heeft ze niet. „Nae Coal-
tjesplaete.Ik krijg niet
veel aandacht van de „boerin",
die allerminst zin heeft om over
de visserij te praten, ,,'k Hè noe
geen tied, zegt ze en ze
stapt naar binnen om haar em
mertje opnieuw te vullen. Ik
leid uit haar houding af, dat ze
er bar weinig voor voelt om in
Arnemuiden haar boeltje op te
pakken en naar Noord-Beveland
te verhuizen. „Noe niet en nooit
nie!" zei een andere vissers
vrouw, die een eindje verder in
de straat al net zo'n schoon
ruitje wilde hebben als haar
schuin-overbuurvrouw. „Mè vier
paerden kriege ze me Erremuu'e
nie uut1" ging ze verder,
terwijl ze haar stoepje nog
schoner wilde schuren dan het
al was. „Ik ken er geen men-
zeHier up 't durp voel ik
me tuusü"
Ik heb zo de idee, dat burgemeester
Schuit van Kortgene niet zo heel
veel Arnemuidenaren kan verwach
ten in zijn gemeente. De animo om
een huisje in Colijnsplaat te be
trekken is bepaald niet bijster groot.
Want ie kunt veel beter een Dordte-
naar neerzetten in Rio de Janeiro
dan een Arnemuidenaar in Colijns
plaat. De vissers en vooral hun
vrouwen zijn zo „vastgegroeid" aan
eigen bodem, dat vestiging in elke
andere gemeente een mislukking
zou worden. De banden zijn te
sterk. En dan vooral de familie
banden.
Er zijn wel eens mensen geweest
die hebben gezegd, dat Arnemuiden
eigenlijk één grote familie is. Dat
is natuurlijk overdreven, maar een
feit blijft, dat men in Arnemuiden
bijzonder sterk aan elkaar gehecht
is, al bestaan er zoals in elk
Nederlands dorp net zo goed wrij
vingen, maar die liggen zuiver in
tern en hebben beslist geen invloed
op het „buitenlands" beleid van het
dorp. Om een voorbeeld te noemen:
speelt de plaatselijke voetbalclub,
die in heel Zeeland een grote faam
heeft, tegen de nabuurclub Nieuw-
dorp, dan zijn alle eventuele onder
linge vetes vergeten en treden de
supporters en dat zijn er heel
wat naar buiten als één man op.
Dan is „Erremuu'e" fel en krijgt
,,'t Nieuwedurp" het zwaar te ver
duren.
Arnemuiden, een merkwaardig dorp.
Een vissersplaats, maar dan een
plaats die in tegenstelling tot alle
andere Nederlandse vissersdorpen
helemaal niet aan zee ligt. Je kunt
de zee zelfs niet zien of horen brui
sen in Arnemuiden. Zelfs niet met
een verrekijker. Ja, wel een uitlo
per ervan. Dat wil zeggen nu nog,
want spoedig gaat het Veerse Gat
dicht en dan is de zee bij wijze
van spreken nog veel verder weg.
Nee, Arnemuiden is zogezegd een
nest vol vissers, maar zonder haver.
Nu ja, een water is er wel, het Ar-
nemuidens kanaal, maar drukbeva
ren is dit allerminst. Zelfs niet met
Bissersschepen. Die blijven par
don bleven liggen in Veere, waar
zij niet in hoge mate bijdroegen tot
verhoging van de sfeer in dit ka
rakteristieke stadje.
„Een dam zonder sluis is voor Veere
een kruis", zei burgemeester Den
Beer Poortugael onlangs in een bij
eenkomst van de Vrienden van Vee
re. Met hetzelfde recht kan men die
leuze toepassen op Arnemuiden,
dat in feite net zo goed door de af
sluiting van het Veerse Gat wordt
getroffen. Misschien nog meer, om
dat de Veerse vissers toch feitelijk
Arnemuidse vissers zijn, die wonen
in Arnemuiden maar die nu nood
gedwongen zullen moeten verhui
zen naar Colijnsplaat.
In Veere verandert er iets van het
uiterlijk, maar in Arnemuiden is er
een conflictsituatie „van binnen"
ontstaan. Een wikken en wegen,
een dubben, of men gaan zal of
niet. En met dat gaan is dan be
doeld: verhuizen. Een beslissing ne
men valt hier moeilijk, omdat zij
diep ingrijpt in het dorpsleven.
Maar de vrees voor een uittocht is
echter ongegrond gebleken, want er
zijn al vele vissers vooral de
ouderen die hebben gezegd: „Wij
gae nie" en dat betekent, dat
slechts een aantal jongeren de gro
te stap zal wagen, met toestem
ming van meisje of verloofde of
niet. Dat zal ook weer uitgepraat
moeten worden.
Op dagen dat de vissersvloot binnen
was kon je tot voor kort hier en
daar in het dorp of erbuiten club
jes vissers aantreffen, druk in ge
sprek gewikkeld over de schade-
kwestie, want als iets de vissers
hoog zit, is het deze. Daar wordt
soms nog meer over gesproken dan
MIDDELBURG. De Belg A.
R. D. uit Sint-Gillis had in 1959 in
Nederland diverse oplichtingen ge
pleegd, week daarna naar Zwitser
land uit, omdat hij ook in zijn
eigen land door de politie werd
gezocht. Begin dit jaar zocht hij
ons land weer op, waarna aan de
lange reeks dóór hem gepleegde
oplichterijtjes en flessentrekkerij
en weer enige werden toegevoegd.
De politie was deze keer paraat en
sloot D. in het Huis van Bewaring
in Middelburg op.
Gistermiddag stond hij voor de poli
tierechter. D. werd ten laste gelegd In
1959 in Aardenburg een kapelaan met
fraaie woorden geld afhandig te hebben
gemaakt. Hij vertelde de geestelijke dat
hij om politieke redenen zijn eigen land
was ontvlucht. Daarna werd een café
houder in Bergen op Zoom het slacht
offer van D.'s verzinsels. D. betaalde
zijn verteringen met chèques.
Hij had inderdaad een rekening bij
een bank geopend, maar daarop niets
gestort. In dat jaar had hij ook nog in
Terneuzen en Hoogerheide hotelrekenin
gen gemaakt en in Bergen op Zoom een
taxirekening zonder deze te betalen.
Maar dat had de officier van justitie,
mr. Ph. M. Schenkenberg van Mierop,
hem niet eens ten laste gelegd.
Gedurende 1960 verbleef de vinding
rijke Belg in Zwitserland en hield zich
bezig met de handel in goud en edel
stenen. In 1961 bevond hij zich weer in
Nederland en wel in Zeeuws-Vlaande-
ren. Caféhouders in IJzendijke en Axel
werden voor enige honderden guldens
door hem opgelicht. Toen greep de po
litie in.
De officier had weinig consideratie
met hem en eiste vier maanden on
voorwaardelijke gevangenisstraf met
aftrek van voorarrest. Mr. B. S. Sie-
perda, de politierechter, vonniste con
form, ondaks het verzoek om cle-
imentie, dat D.'s raadsman, mr. J. J.
van der Weel, deed. Deze wees erop
dat D. na zijn straf in Nederland aan
België zou worden uitgeleverd, waar
hem eveneens een vrijheidsstraf wacht
te.
Arnemuidse vrouw, met haar brei
werkje voor de deur. Een vertrouwd
beeld in het dorp.
over de verplaatsing. „As me noe
mae'es wisten mè wa Maris los
kwam, dan waeren mie ol' een 'een
eind varder....! betoogde er een
in de bocht van de rijksweg, ter
wijl ik er net langs kwam. De vis
ser schoof zijn pet wat beter op
zijn hoofd, keek me aan toen ik
bleef stilstaan en zei: „Wablief,
voor de krante...?" De vissers zwe
gen. Zij waren tot de overtuiging
gekomen, dat de kranten er zo wei
nig aan konden doen. Bij Rijkswa
terstaat moest je van goeden huize
komen om iets te bereiken. Maar
een spitse baas merkte op, dat „me
noe toch meer wete dan een half
jaer 'eleje.D'r komt een zelf
standigenregeling". Opnieuw werd
gezwegen. Ik wist al genoeg. Men
had veel meer verwacht.
De vissersvloot heeft Walcheren
eigenlijk al voorgoed vaarwel
gezegd. Ja, de Arnemuidense
garnalenjagers zijn nog even
teruggekomen in de Veerse ha
ven om Bert Haanstra een ple
zier te doen. En om de vlag
halfstok te hangen. Over veertien
dagen nemen ze afscheid van
de burgemeester van Veere en
van zijn wethouders en van wie
er maar komen wil in het ver
enigingsgebouw. Een traan weg
pinken zullen ze niet. Dat doen
geen vissers. Maar een brok in
de keel kunnen ze verbergen
voor de ander. En dat doen ze
dan ook, hebben ze gezegd.
GOES Kand. C. Stam te Goes zal
op zondag 9 april intrede doen in de
gereformeerde kerk van Fijnaart. In de
morgendienst wordt hij bevestigd door
drs. G. Th. Rothuizen, studentenpredi
kant te Leiden. In de woensdag gehou
den vergadering van de classis Klundert
heeft kand. Stam met goed gevolg zijn
peremptoir examen afgelegd, waarna
hij toegelaten werd dot de Dienst des
Woord en de bediening van de Sacra
menten.
De landbouwer A. C. R. uit Heinkens-
zand had tijdens het natte weer van de
afgelopen herfst op 25 november bij Nis-
se met een onwillig paard te doen.
Drie paarden stonden voor een bieten
wagen, waarop een vracht van twee en
een half ton, gespannen, welke van een
zeer modderig veld moest worden ge
trokken.
R. vond een der dieren niet gewillig
genoeg en trachtte het dier met een bie-
tenriek aan te sporen. Een wachtmees
ter van de rijkspolitie was getuige van
deze pogingen en maakte prompt pro
cesverbaal op.
De officier, mr.
T. Lebret, vond dat R. weliswaar ook
door het natte najaar in moeilijkheden
was gebracht, maar tever was gegaan.
Hij eiste 50 boete of tien dagen hech-
ïn een Axelse cafetaria op 5 februari
In een Axelse cafetaria op 5 februari
was onenigheid tussen de fabrieksar
beider C. M. D. R. uit Koewacht en een
jongeman uit Terneuzen oorzaak van
mishandeling. De Terneuzenaar zei te
gen R.: „Kom eens buiten!" en daar
gaf R. gevolg aan. Buitengekomen trac-
teerde hij zijn tegenstander op een glas
bier maar niet op de gebruikelijke wij
ze. Hij sloeg het glas op het hoofd van
de ander stuk, die daardoor bloedende
snijwonden boven een oog opliep en 2
weken niet in staat was te werken.
De officier zei, dat de verdachte reeds
meer voor mishandeling was veroor
deeld, maar typeerde deze zaak als „ge
meen en gevaarlijk". Hij vond ernsti
ge m'lshandeling bewezen en eiste twee
weken onvoorwaardelijk. Het vonnis was
twee weken voorwaardelijk met een
proeftijd van drie jaar en 60 of twaalf
dagen.
MIDDELBURG. Donderdagavond
vergaderde de classis Middelburg van
de Ned. Herv. kerk, in Het Ned Kof
fiehuis. De vergadering werd door de
praeses ds. J. de Boer, herv. pred. te
Vrouwenpolder geopend. Het grootste
gedeelte van deze avond werd in be
slag genomen door de voortzetting van
de behandeling van het mutatie vraag
stuk waarover aan alle classes een no
ta, door de Synode is toegezonden. Be
doeld wordt dit vraagstuk, waar van
een, door een commissie samengesteld
rapport de onrustbarende feiten en fa
cetten bloot legt, onder de aandacht van
de kerk te brengen, en haar te vragen
zich met de commissie en Generale Sy
node te bezinnen op de wegen die kun
nen leiden tot opheffing van de ergste
moeilijkheden op dit punt. Hoewel in
de vergadring veel begrip was voor de
noodsituatie, waarin meerdere predi
kanten zich bevinden kon men zich met
de oplossing, zoals die in de nota voor
gesteld wordt, niet verenigen. Verschil
lende andere wegen werden echter ge
noemd, om tot een betere roulering van
het predikantenkorps te komen. Naar
aanleiding van het beleid de generale
Synode inzake de behandeling van de
procedure prof. dr. P. Smits werden
enkele vragen gesteld en besproken.
Besloten werd een schrijven aan de Ge
nerale Synode te richten. Waarin de
verontrusting uitgesproken wordt, over
de gang van zaken en verzocht wordt
aan de kerkeraden meer voorlichting te
geven. De vergadering werd door de
praeses gesloten.
Vrouwelijk raadslid beëdigd
SOUBURG. De burgemeester, de
heer A. H. S. Stemerding, die gister
middag de vergadering van de gemeen
teraad leidde, sprak de teleurstelling
van de gemeente uit ever het besluit
van G. S. dit jaar aan Souburg geen
woningwetwoningen toe te wijzen. Het
vorig jaar toegewezen aantal van veer
tien huizen vond de heer Stemerding al
„schamel", maar de beslissing van G.
S. dit jaar helemaal geen woningen aan
Souburg toe te wijzen typeerde hij als
ibedroevend."
„Het Ls erg," aldus de burgemeester,
;daL£OOIU-deze beslissing de minst
araagkrachtigen in onze gemeente geen
woningen zullen kunnen krijgen." On
suggesaes van de heren A. W. Bouff en
C. Potter (arbeid) voor het verkriigen
van woningwetwoningen de bestaande
noodwoningen op te ruimen verklaarde
de voorzitter dat dit voorlopig nog wel
met mogelijk was.
Daarvoor had de burgemeester me
Ïï-H!7 ,w- Postema-Woldhek als raadslid
hlerIST rieed Jp de Plaata van de
der Graven (arbeid), die
toff aS Persoon]ijke redenen ontslag
^aaT?geïraagdd haar '"trede in dl
raad. De heer Stemerding mérkte in
m?t melkomstwoord °-m- °P: „Zeg het
611 wel ln de Souburgse
^?.armee doelend op de bloe
menhulde, die het vrouweliike raadslid
van de ander fracties h^k0ent;aaads^d
feit dlfe-mhes. ir„ wees verder op het
gemeentenet dl r'g bestaan van de
hon kennis' van^n^^te?1*