Vissers in dorp zonder zee hebben soms danig het land Belg pleegde lange reeks van flessentrekkerijen i- Tergend langzaam wordt-, de Veerse levensadem afgesneden Koewachtenaar bood glas bier aan ZATERDAG 18 MAART 1961 ZEEUWSCH DAGBLAD Pag- Operatie »galg en strop99 Wurging Monsterstraf Reservisten Heel peloton Stiroom als streng Nog niiet getemd Waterstand reguleren Van spring- naar doodtij Straks nemen zij afscheid van Veere POLITIERECHTER MIDDELBURG WEINIG ANIMO VOOR COLIJNSPLAAT BIJ ARNEMUIDSE VROUWEN Ver van zee Wikken en wegen Vindingrijk Intrede kand. Stam te Fijnaart Classis Middelburg Ned. Hervormde kerk Souburg teleurgesteld over niet toewijzen woningwetwoningen feT^he^£TedemaraaladWnrede|! ||aei schoolond!nvijsrteC^rcofynsplaat K^bT 5! Middeleeuwse monsterstraf met een strop van beton VROUWENPOLDER. Bij de afsluiting van zeegaten neemt men doorgaans aan dat de laatste caisson het lot van het binnenwater be zegelt. Maar bq het „dichtgooien" van het Veerse gat zal dit niet het geval zijn. Als de laatste caisson op z'n plaats ligt zullen alle bootjes die op het water dobberen vrolijk stoom afblazen en de duizenden toeschouwers zullen een zucht slaken, maar of dit een zucht van ver lichting is zullen we wijselijk in het midden laten. Hier en daar zal iemand heimelijk staan te hopen dat de hele zaak op het laatste moment nog zal wegspoelen. (Een heerlijke woeste kwajongensdroom: „Rijkswaterstaat heeft zich verrekend; de hele santekraam het zeegat uitgedreven; Veere ligt weer open naar de zee; Bert Haanstra heeft voor niets gefilmd!!") Maar dromen zijn bedrog, zelfs de droom van een kwajongen. „Ziezo, dat is weer gebeurd", zul len de duizenden zeggen en als het laatste gevaarte op zijn plaats is gebracht zal men min of meer tevre den huiswaarts gaan in het besef een historisch moment te hebben bijge woond. Maar bij Rijkswaterstaat zal de spanning dan nog allerminst gewe ken zijn. Te goed is men zich bewust dat de zeven doorlaatcaissons inder daad nog een onnoemelijke hoeveel heid water zullen doorlaten. De gehe le betonnen muur, waarmee men in de loop van een week het sluitgat hoopt dicht te metselen vormt in fei te een stelsel van sluizen dat een lengte heeft van 324 meter. De grote kunst zal het zijn deze sluizen dicht te draaien. Voor een leek lijkt dat natuurlijk zo „simpel als een knikker". Draai een voudig bij een voordelige waterstand alle schuiven tegelijk dicht. Makkelij ker kan het al niet. Jawel, maar dit sommetje hebben de technici van Rijkswaterstaat vele malen nagere kend en het kwam steeds verkeerd uit. In wezen is de hele operatie een ter gend langzame marteling, die welbewust gericht is op een wurging van het Veer se meer. Het Veerse meer is één van de Zeeuwse longen, die ademt op de eb en vloedstroom, Het is een ijzeren long, die gevuld is met Veerse levensadem en die een taaie en onverbiddelijke rakker zal blijken te zijn. Sterk als een mythologisch monster kwakt de boezem In langgerekte zuch ten miljoenen kuub water naar buiten en scheurt ze weer naar binnen op hoog bevel van zon en maan. Met deze levens adem valt niet te spotten, want ze heeft de potentiële kracht om steden weg te spoelen. En wat denkt Rijkswaterstaat te doen tegen dit ziedend natuurgeweld? Ja, wat denkt men te doen. In feite niets anders dan een middeleeuwse mon sterstraf. Het Veerse meer krijgt een strop van beton om de nek die langzaam met stalen schuiven en met zware elec- tromotoren wordt aangehaald. De levensadem moet afgesneden wor den, maar er zal verzet zijn. Schurend, gierend zal de boezem blijven pulseren en de krachten zullen verdubbeld, ja ver veelvoudigd worden naarmate het keel gat nauwer wordt. Een heroïsche strijd waarin de natuur met beton getemd zal worden. Is het wonder dat hier weemoed zal heersen naast de roes van de overwinr In het sluitgat bij Vrouwenpolder ligt op het ogenblik een soort radar eiland verankerd, waarop een zeer fijngevoelige apparatuur is gemon teerd. Rijkswaterstaat zal met dit instrument de stroombeweging in het sluitgat van het radarscherm af fotograferen. In tegenstelling tot de normale radarapparatuur, die een golflengte heeft van drie cm., heeft dit instrument met een golflengte van acht mm. een zeer grote ge voeligheid en is derhalve ook uiterst vatbaar" voor storingen. De golf slag, die door normale apparaten niet gereflecteerd wordt, zal op dit scherm zichtbaar worden en in foto grafische beelden vastgelegd kunnen worden. Mocht de proef op deze manier niet lukken, dan zal men normale drijvers gebruiken, die van een speciaal reflectiescherm zijn voorzien. Aan de hand van reflectie- stippen zal men dan een nauwkeu rig beeld van de stroombeweging kunnen krijgen. De operatie „galg en strop" zal inder daad een romantisch avontuur worden, al het zekerheids-geprevel van zuurprui men ten spijt. Natuurlijk is de kans dat het mis gaat te verwaarlozen klein, maar die kans is er niettemin. Dacht U dat de technici van Rijkswaterstaat voor niets zo'n geweldig reserveleger op de been hadden gebracht. De eerste reservist die opgeroepen zal worden is het grote caisson dat in de haven van Kruiningen ligt. Op het ogen blik wordt dit gevaarte voor gebruik gereed gemaakt en als geen onverhoop te belemmeringen in het vooruitzicht liggen, zal men de reus op 12 of 13 april via het kanaal door Walcheren naar het Veerse meer slepen. Verloopt alles naar wens dan zal dit blok beton geplaatst worden in de geul van het caisson-bouwdok als de andere reuzen hun definitieve bestemming hebben ge kregen. Maar mocht er iets mis gaan, dan heeft men in het Kruiningse caisson een aardig „achterdeurtje" bij de hand. Een tweede oproep zich voor de strijd gereed te houden gaat uit daar een pe loton van negentien kleinere caissons met opzet st ukken, die gekazerneerd zijn op de oeiver van het kanaal door Walcheren. In de kritieke periode zullen acht van deze caissons te water worden gelaten om onmiddellijk voor gebruik gereed te liggen. Blijkbaar is men beslist niet van plan de vijand (het Veerse meer) te onder schatten. Men houdt rekening met het feit dat een kat in het nauw rare spron gen kan maken. Het leger van reservisten wordt nl. nog verder uitgebreid. Ter plaatse van het strijdtoneel zullen tientallen mensen met een grote hoe veelheid materiaal in depot worden ge houden. Bij drastische tegenstand van de Veer se boezem heeft men ee'n claim op voor raden en materiaal van andere water staatswerken, die door de hoogste leger leiding genoteerd worden als „potenti ële reserve". En mocht de strijd in volle hevigheid losbranden de maand april kan ten slotte pittige stormen in petto hebben dan kan een beroep gedaan worden op de genietroepen van het Nederlandse le ger. waaraan in het uiterste geval zelfs andere legeronderdelen kunnen worden toegevoegd. Gezien de strijdmacht die in stel ling gebracht wordt, met de stoottroe pen van de zeven doorlaatcaissons in de eerste waterlinie, ziet het er voor het Veerse meer bijzonder triest uit. Op de eigenlijke frontlinie, dus tussen de beide landhoofden van het sluitgat, heerst nu reeds een koortsachtige stroom, maar wij vrezen dat dit alles tegen het geweld van Rijkswaterstaat weinig te betekenen zal hebben. Rijkswaterstaat heeft een listige tak- tiek opgesteld, die openlijk en uitda gend gepubliceerd mag worden. Een inleidende schermutseling werd reeds gevormd door de aanleg van een tweetal landhoofden, die geheel buiten de Veerse boezem werden aangebracht. Het zijn stroombrekers, die de eigen lijke landhoofden (de startpunten van de aanval) vrij houden van het zo ge vreesde „kopeffeet". Met dit kopeffect wordt het kolken van het water bedoeld rondom de hoeken van de caissons. Met die buitenste landhoofden heeft men bereikt dat de stroom als een soort streng wordt samengebundeld in het midden van het sluitgat, zodat de startpunten bij voorbaat beveiligd zijn. Te zijner tijd zullen de sluitcaissons evenwel midden in de stroom komen te liggen, maar om het dan in hevige ma te optredende 'kopeffect zo kort moge lijk op één plaats te binden, oordeelde men het aanvankelijk raadzaam van één oever uit te werken, zodat bij een tempo van één sluitcaisson per dag het gevreesde kopeffect zich ook elke vier en twintig uur een caissonlengte zou verplaatsen. De veelheid van hoogst gecompliceerde omstandigheden dwong tenslotte echter tot een compromis. Men zal nu twee caissons vanuit de Walcher- se kust plaatsen en de overige vijf van uit de Noord Bevelandse wal. Het laat ste Sluitgat zal dus toch nog dichter bij de Walcherse kust liggen dan bij de Noord Bevelandse. Het voornaamste ar gument van het „hoofdkwartier" was hierbij dat het kopeffect zo ver moge lijk van de Noord Bevelandse kust weg gedrukt moest worden. Het grondmechanisch onderzoek heeft nl. aangetoond dat aan de Noord Oos- verkleining van het sluitgat) praktisch volledig gecompenseerd zal worden I doordat het verval naarmate men h»» dno6':i nrJ=rt ook steeds! geringer zal worden. Een punt van waarue dus dai volledig uitgebuit zal kunnen worden als men tenminste niet door amciminabele weersomstandigheden gestoord zal worden. Een aangezien een enigszins betrouw bare voorspelling van het weer op lan ge termijn eenvoudig niet gegeven kan worden, blijft dit een risico-factor van betekenis. De laatste caisson zal geplaatst wor- den bij optimaal doodtij, maar dit bete kent niet dat het Veerse meer op het zelfde moment getemd zal zijn. Als de gehele betonnen muur geplaatst is heeft men in feite de beschikking over een meer dan 300 meter lang sluizencom- plex, doch. deze sluizen kunnen niet zon der meer dichtgedraaid worden. Om hier een redelijk inzicht in te verkrijgen zal men enigszins op de hoogte moeten zijn met de constructie van de schuiven. Elk caisson heeft acht openingen van vijf meter breedte en per gat functione ren twee schuiven, die elk ook weer vijf meter hoog zijn. Per opening is een electromotor aangebracht voor de be weging van deze schuiven. Het is echter duidelijk dat de schuiven niet meer be wogen zouden kunnen worden als ze zon der meer in de betonsponningen zouden glijden. De druk van het water zou de stalen platen zo muurvast zetten, dat er geen beweging meer in te krijgen zou zijn. Vandaar de volstrekte nood zaak dat de schuiven door middel van vier wielen in de sponningen moeten lopen. Een nadeel hiervan is dat de totale waterdruk in dit geval niet door de ge hele sponning wordt opgevangen, maar slechts op vier punten, nl.- ter plaatse van de wielen. Men heeft berekend dat de wielassen nooit zo .geconstrueerd kun nen worden dat ze deze geweldige druk kunnen opvangen. Dit laatste betekent dat de schuiven alleen bewogen kunnen worden bij een kentering van het tij, dus als de waterstand voor en achter het caisson gelijk is. Op dat moment kunnen de schuiven dichtgedaan wor den. Zijn ze eenmaal in hun laagste stand, dan „klikken" de wielen in een speciale uitsparing, zodat de stalen plaat in gesloten stand inderdaad klem zit in de sponning. Maar naast de bijzonderheid dat de schuiven alleen bij tijkenteringen bewo gen kunnen worden, staat men ook voor de opgave om het Veerse meer af te sluiten tussen optimaal doodtij en opti maal springtij. Bij een maximaal ver val van drie meter betekent dit dat het verschil in waterstand na de sluiting hoogstens tot anderhalve meter kan op lopen. De spectaculaire plaatsing van de laatste caisson wordt derhalve drie da gen later (halverwege het volgende springtij) pas gevolgd door de feitelijke sluiting. In die tussenliggende dagen wil men de waterstand zodanig reguleren dat men tenslotte bij de gewenste wa terstand uitkomt. Uiteraard zal men ook dan steeds bij tij-kenteringen met de schuiven werken. In dit verband spraken wij "dus van een „middeleeuwse monsterstraf" want het is nu wel duidelijk dat de operatie „galg en strop" neerkomt op een lang zame wurging van het Veerse meer. Hoe onkies deze gedachte ook mag zijn, ze is in dit verband volledig op haar plaats. Tenslotte verplaatst de af sluiting van het Veerse meer ons mid den in de eeuwigdurende strijd met het water. Wij zijn getuige van een gevecht, en het is de strijd tegen een wezenlijke vijand, wiens bijkans ontembare krach ten velen in dit gewest aan den lijve hebben ondervonden. Het is een vijand die even prachtig is als wreed. Maar dankzij een nauwgezet en zeer syste matisch opgezet wetenschappelijk onder zoek geeft hij juist in onze eeuw het ene geheim na het andere prijs. Ook in dit verband is de afslui ting van het Veerse meer een mijlpaal. Niet voor niets zal een grote wetenschappelijke staf ge tuige zijn van de laatste zuchten van de Veerse boezem. Niet voor niets zullen een grote hoeveelheid extra metingen worden verricht. Het Veerse meer is als het ware een opengewerkt model in de in structiezalen van Rijkswaterstaat. De rijke en veelsoortige ervarin gen zullen geboekstaafd worden en één van de bases vormen voor verdere stappen. Kwajongens dromen er van dat de hele santekraam het zeegat uit spoelt, maar er zijn ook andere dromen. Die van een ontsloten en veilig gewest. telijke zijde een laag losgepakt zand ligt, die bij vervloeiing een ernstige verzakking van het Noord Bevelandse landhoofd tot gevolg zou kunnen heb ben. Voor de eigenlijke aanval kwamen verschillende perioden in aanmerking. De keuze is tenslotte gevallen op de periode van 17 tot 24 april, waarbij men een uitwijkmogelijkheid heeft naar mei. De zeventiende april is een dag waarop een z.g. optimaal springtij zal optreden. Precies een week later komt men dan uit bij optimaal doodtij. Dit laatste is een voortreffelijke begunsti ging van de situatie omdat het na deel van een steeds groter wordende stroomsnelheid (die optreedt bij een Het „radareiland" in het sluitgat te Vrouwenpolder ligt midden in een felle stroom. Zowel van de schippers van de kleine ronkende motorbootjes als van het personeel dat over moet stappen wordt dan ook een grote behendigheid gevergd. De onbezoldigde en niet erkende „gemeenteraad" van het dorp, druk pratend over de problemen van de laatste tijd, niet in het minst dat van de visserij. RNEMUIDENDe klompe voeten stevig op de grond, een schrobber in de sterke knuisten, mept een Arnemui- dense boerenvrouw met een fikse zwaai een hoeveelheid water uit haar emmer tegen de ruiten van haar woning. De boel moet schoon zijn. En tijd voor een praatje met de buur vrouw heeft ze niet. „Nae Coal- tjesplaete.Ik krijg niet veel aandacht van de „boerin", die allerminst zin heeft om over de visserij te praten, ,,'k Hè noe geen tied, zegt ze en ze stapt naar binnen om haar em mertje opnieuw te vullen. Ik leid uit haar houding af, dat ze er bar weinig voor voelt om in Arnemuiden haar boeltje op te pakken en naar Noord-Beveland te verhuizen. „Noe niet en nooit nie!" zei een andere vissers vrouw, die een eindje verder in de straat al net zo'n schoon ruitje wilde hebben als haar schuin-overbuurvrouw. „Mè vier paerden kriege ze me Erremuu'e nie uut1" ging ze verder, terwijl ze haar stoepje nog schoner wilde schuren dan het al was. „Ik ken er geen men- zeHier up 't durp voel ik me tuusü" Ik heb zo de idee, dat burgemeester Schuit van Kortgene niet zo heel veel Arnemuidenaren kan verwach ten in zijn gemeente. De animo om een huisje in Colijnsplaat te be trekken is bepaald niet bijster groot. Want ie kunt veel beter een Dordte- naar neerzetten in Rio de Janeiro dan een Arnemuidenaar in Colijns plaat. De vissers en vooral hun vrouwen zijn zo „vastgegroeid" aan eigen bodem, dat vestiging in elke andere gemeente een mislukking zou worden. De banden zijn te sterk. En dan vooral de familie banden. Er zijn wel eens mensen geweest die hebben gezegd, dat Arnemuiden eigenlijk één grote familie is. Dat is natuurlijk overdreven, maar een feit blijft, dat men in Arnemuiden bijzonder sterk aan elkaar gehecht is, al bestaan er zoals in elk Nederlands dorp net zo goed wrij vingen, maar die liggen zuiver in tern en hebben beslist geen invloed op het „buitenlands" beleid van het dorp. Om een voorbeeld te noemen: speelt de plaatselijke voetbalclub, die in heel Zeeland een grote faam heeft, tegen de nabuurclub Nieuw- dorp, dan zijn alle eventuele onder linge vetes vergeten en treden de supporters en dat zijn er heel wat naar buiten als één man op. Dan is „Erremuu'e" fel en krijgt ,,'t Nieuwedurp" het zwaar te ver duren. Arnemuiden, een merkwaardig dorp. Een vissersplaats, maar dan een plaats die in tegenstelling tot alle andere Nederlandse vissersdorpen helemaal niet aan zee ligt. Je kunt de zee zelfs niet zien of horen brui sen in Arnemuiden. Zelfs niet met een verrekijker. Ja, wel een uitlo per ervan. Dat wil zeggen nu nog, want spoedig gaat het Veerse Gat dicht en dan is de zee bij wijze van spreken nog veel verder weg. Nee, Arnemuiden is zogezegd een nest vol vissers, maar zonder haver. Nu ja, een water is er wel, het Ar- nemuidens kanaal, maar drukbeva ren is dit allerminst. Zelfs niet met Bissersschepen. Die blijven par don bleven liggen in Veere, waar zij niet in hoge mate bijdroegen tot verhoging van de sfeer in dit ka rakteristieke stadje. „Een dam zonder sluis is voor Veere een kruis", zei burgemeester Den Beer Poortugael onlangs in een bij eenkomst van de Vrienden van Vee re. Met hetzelfde recht kan men die leuze toepassen op Arnemuiden, dat in feite net zo goed door de af sluiting van het Veerse Gat wordt getroffen. Misschien nog meer, om dat de Veerse vissers toch feitelijk Arnemuidse vissers zijn, die wonen in Arnemuiden maar die nu nood gedwongen zullen moeten verhui zen naar Colijnsplaat. In Veere verandert er iets van het uiterlijk, maar in Arnemuiden is er een conflictsituatie „van binnen" ontstaan. Een wikken en wegen, een dubben, of men gaan zal of niet. En met dat gaan is dan be doeld: verhuizen. Een beslissing ne men valt hier moeilijk, omdat zij diep ingrijpt in het dorpsleven. Maar de vrees voor een uittocht is echter ongegrond gebleken, want er zijn al vele vissers vooral de ouderen die hebben gezegd: „Wij gae nie" en dat betekent, dat slechts een aantal jongeren de gro te stap zal wagen, met toestem ming van meisje of verloofde of niet. Dat zal ook weer uitgepraat moeten worden. Op dagen dat de vissersvloot binnen was kon je tot voor kort hier en daar in het dorp of erbuiten club jes vissers aantreffen, druk in ge sprek gewikkeld over de schade- kwestie, want als iets de vissers hoog zit, is het deze. Daar wordt soms nog meer over gesproken dan MIDDELBURG. De Belg A. R. D. uit Sint-Gillis had in 1959 in Nederland diverse oplichtingen ge pleegd, week daarna naar Zwitser land uit, omdat hij ook in zijn eigen land door de politie werd gezocht. Begin dit jaar zocht hij ons land weer op, waarna aan de lange reeks dóór hem gepleegde oplichterijtjes en flessentrekkerij en weer enige werden toegevoegd. De politie was deze keer paraat en sloot D. in het Huis van Bewaring in Middelburg op. Gistermiddag stond hij voor de poli tierechter. D. werd ten laste gelegd In 1959 in Aardenburg een kapelaan met fraaie woorden geld afhandig te hebben gemaakt. Hij vertelde de geestelijke dat hij om politieke redenen zijn eigen land was ontvlucht. Daarna werd een café houder in Bergen op Zoom het slacht offer van D.'s verzinsels. D. betaalde zijn verteringen met chèques. Hij had inderdaad een rekening bij een bank geopend, maar daarop niets gestort. In dat jaar had hij ook nog in Terneuzen en Hoogerheide hotelrekenin gen gemaakt en in Bergen op Zoom een taxirekening zonder deze te betalen. Maar dat had de officier van justitie, mr. Ph. M. Schenkenberg van Mierop, hem niet eens ten laste gelegd. Gedurende 1960 verbleef de vinding rijke Belg in Zwitserland en hield zich bezig met de handel in goud en edel stenen. In 1961 bevond hij zich weer in Nederland en wel in Zeeuws-Vlaande- ren. Caféhouders in IJzendijke en Axel werden voor enige honderden guldens door hem opgelicht. Toen greep de po litie in. De officier had weinig consideratie met hem en eiste vier maanden on voorwaardelijke gevangenisstraf met aftrek van voorarrest. Mr. B. S. Sie- perda, de politierechter, vonniste con form, ondaks het verzoek om cle- imentie, dat D.'s raadsman, mr. J. J. van der Weel, deed. Deze wees erop dat D. na zijn straf in Nederland aan België zou worden uitgeleverd, waar hem eveneens een vrijheidsstraf wacht te. Arnemuidse vrouw, met haar brei werkje voor de deur. Een vertrouwd beeld in het dorp. over de verplaatsing. „As me noe mae'es wisten mè wa Maris los kwam, dan waeren mie ol' een 'een eind varder....! betoogde er een in de bocht van de rijksweg, ter wijl ik er net langs kwam. De vis ser schoof zijn pet wat beter op zijn hoofd, keek me aan toen ik bleef stilstaan en zei: „Wablief, voor de krante...?" De vissers zwe gen. Zij waren tot de overtuiging gekomen, dat de kranten er zo wei nig aan konden doen. Bij Rijkswa terstaat moest je van goeden huize komen om iets te bereiken. Maar een spitse baas merkte op, dat „me noe toch meer wete dan een half jaer 'eleje.D'r komt een zelf standigenregeling". Opnieuw werd gezwegen. Ik wist al genoeg. Men had veel meer verwacht. De vissersvloot heeft Walcheren eigenlijk al voorgoed vaarwel gezegd. Ja, de Arnemuidense garnalenjagers zijn nog even teruggekomen in de Veerse ha ven om Bert Haanstra een ple zier te doen. En om de vlag halfstok te hangen. Over veertien dagen nemen ze afscheid van de burgemeester van Veere en van zijn wethouders en van wie er maar komen wil in het ver enigingsgebouw. Een traan weg pinken zullen ze niet. Dat doen geen vissers. Maar een brok in de keel kunnen ze verbergen voor de ander. En dat doen ze dan ook, hebben ze gezegd. GOES Kand. C. Stam te Goes zal op zondag 9 april intrede doen in de gereformeerde kerk van Fijnaart. In de morgendienst wordt hij bevestigd door drs. G. Th. Rothuizen, studentenpredi kant te Leiden. In de woensdag gehou den vergadering van de classis Klundert heeft kand. Stam met goed gevolg zijn peremptoir examen afgelegd, waarna hij toegelaten werd dot de Dienst des Woord en de bediening van de Sacra menten. De landbouwer A. C. R. uit Heinkens- zand had tijdens het natte weer van de afgelopen herfst op 25 november bij Nis- se met een onwillig paard te doen. Drie paarden stonden voor een bieten wagen, waarop een vracht van twee en een half ton, gespannen, welke van een zeer modderig veld moest worden ge trokken. R. vond een der dieren niet gewillig genoeg en trachtte het dier met een bie- tenriek aan te sporen. Een wachtmees ter van de rijkspolitie was getuige van deze pogingen en maakte prompt pro cesverbaal op. De officier, mr. T. Lebret, vond dat R. weliswaar ook door het natte najaar in moeilijkheden was gebracht, maar tever was gegaan. Hij eiste 50 boete of tien dagen hech- ïn een Axelse cafetaria op 5 februari In een Axelse cafetaria op 5 februari was onenigheid tussen de fabrieksar beider C. M. D. R. uit Koewacht en een jongeman uit Terneuzen oorzaak van mishandeling. De Terneuzenaar zei te gen R.: „Kom eens buiten!" en daar gaf R. gevolg aan. Buitengekomen trac- teerde hij zijn tegenstander op een glas bier maar niet op de gebruikelijke wij ze. Hij sloeg het glas op het hoofd van de ander stuk, die daardoor bloedende snijwonden boven een oog opliep en 2 weken niet in staat was te werken. De officier zei, dat de verdachte reeds meer voor mishandeling was veroor deeld, maar typeerde deze zaak als „ge meen en gevaarlijk". Hij vond ernsti ge m'lshandeling bewezen en eiste twee weken onvoorwaardelijk. Het vonnis was twee weken voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar en 60 of twaalf dagen. MIDDELBURG. Donderdagavond vergaderde de classis Middelburg van de Ned. Herv. kerk, in Het Ned Kof fiehuis. De vergadering werd door de praeses ds. J. de Boer, herv. pred. te Vrouwenpolder geopend. Het grootste gedeelte van deze avond werd in be slag genomen door de voortzetting van de behandeling van het mutatie vraag stuk waarover aan alle classes een no ta, door de Synode is toegezonden. Be doeld wordt dit vraagstuk, waar van een, door een commissie samengesteld rapport de onrustbarende feiten en fa cetten bloot legt, onder de aandacht van de kerk te brengen, en haar te vragen zich met de commissie en Generale Sy node te bezinnen op de wegen die kun nen leiden tot opheffing van de ergste moeilijkheden op dit punt. Hoewel in de vergadring veel begrip was voor de noodsituatie, waarin meerdere predi kanten zich bevinden kon men zich met de oplossing, zoals die in de nota voor gesteld wordt, niet verenigen. Verschil lende andere wegen werden echter ge noemd, om tot een betere roulering van het predikantenkorps te komen. Naar aanleiding van het beleid de generale Synode inzake de behandeling van de procedure prof. dr. P. Smits werden enkele vragen gesteld en besproken. Besloten werd een schrijven aan de Ge nerale Synode te richten. Waarin de verontrusting uitgesproken wordt, over de gang van zaken en verzocht wordt aan de kerkeraden meer voorlichting te geven. De vergadering werd door de praeses gesloten. Vrouwelijk raadslid beëdigd SOUBURG. De burgemeester, de heer A. H. S. Stemerding, die gister middag de vergadering van de gemeen teraad leidde, sprak de teleurstelling van de gemeente uit ever het besluit van G. S. dit jaar aan Souburg geen woningwetwoningen toe te wijzen. Het vorig jaar toegewezen aantal van veer tien huizen vond de heer Stemerding al „schamel", maar de beslissing van G. S. dit jaar helemaal geen woningen aan Souburg toe te wijzen typeerde hij als ibedroevend." „Het Ls erg," aldus de burgemeester, ;daL£OOIU-deze beslissing de minst araagkrachtigen in onze gemeente geen woningen zullen kunnen krijgen." On suggesaes van de heren A. W. Bouff en C. Potter (arbeid) voor het verkriigen van woningwetwoningen de bestaande noodwoningen op te ruimen verklaarde de voorzitter dat dit voorlopig nog wel met mogelijk was. Daarvoor had de burgemeester me Ïï-H!7 ,w- Postema-Woldhek als raadslid hlerIST rieed Jp de Plaata van de der Graven (arbeid), die toff aS Persoon]ijke redenen ontslag ^aaT?geïraagdd haar '"trede in dl raad. De heer Stemerding mérkte in m?t melkomstwoord °-m- °P: „Zeg het 611 wel ln de Souburgse ^?.armee doelend op de bloe menhulde, die het vrouweliike raadslid van de ander fracties h^k0ent;aaads^d feit dlfe-mhes. ir„ wees verder op het gemeentenet dl r'g bestaan van de hon kennis' van^n^^te?1*

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1961 | | pagina 7