Dominee van 18 jaar
in Haamstede
OECUMENISCH BERAAD
KERK ST. -PHILIPSLAND
Een SER-advies, waarmee
iedereen te maken heeft
Mee betalen
GEESTELIJK GESTOORDE BLINDEN VRAGEN
DE BIJZONDERE HULP
Wist V dat
Zaterdag 4 februari 1961
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pag. 7
Rietje een ander
kind op „De Ehze""
HET WINKELBEDRIJF DENKT
HAARTWISTEN
door
ds. Joh. van Dnllemen
te Zoutelande
Vallen en opstaan
Twee maal schakelaar omgedraaid;
alles donker
Van een bijzondere medewerker
rpOEN IN 1599 ds. Jan Cornelisz. Kempe, sinds 1582 predikant te
j Haamstede, overleden was werd proponent Godefridus Cornelisz.
Udemans, geboren te Bergen op Zoom, beroepen. Deze jongeman telde
nauwelijks achttien jaar toen hij 12 december 1599, d.w.z. binnen vier
weken na z'n beroep, te Haamstede bevestigd werd.
IETJE is in de nacht ge
boren, maar het is voor
haar geen morgen ge
worden. Toen Rietje vol
gens de scheppingsorde het levens
licht moest aanschouwen, zagen
haar ogen alleen de duisternis.
Rietje is in de nacht geboren en
dit deel van een etmaal, waarin
God het zonlicht verduistert, op
dat de mensen geneigd zouden zijn
te gaan slapen heeft voor haar al
zeven jaren voortgeduurd en haar
leven is geworden als een naar
geestige droom.
Toen het donker was heeft de
De blindenschool van „Bartimeus" te Zeist bezit een miniatuur kerk,
die is vervaardigd door het Jeugd Rode Kruis te St. Philipsland. De
jongens en meisjes betasten het gebouw en krijgen dan een indruk
van het exterieur van een kerkgebouw.
heeft en wel in de tijd, dat de winkels
open zijn.
TEN SLOTTE is er het aspect van
het winkelpersoneel. In ander ver
band hebben wij al eens de aandacht
gevestigd op de slechte concurrentie
positie van de overheid als werkgeef
ster, wanneer die ten aanzien van de se
condaire arbeidsvoorwaarden zou ach
terblijven bij het vrije bedrijfsleven.
Zou een dergelijke situatie niet even
eens ontstaan, wanneer het winkelbe
drijf blijft vasthouden aan een zesdaag
se werkweek?
Wij menen van wel en dat blijkt ook,
wanneer men hoort, dat twee grote
bedrijven, met zeer vele winkelfilialen
door het gehele land in de eerste plaat
hun fabriekspersoneel een vijfdaagse
werkweek toestaan, maar daarnaast het
winkelpersoneel. Zeker, men past nog
een rouleringssysteem toe, maar het is
de vraag *of dit op den duur houdbaar
zal blijven.
Nog een enkel woord over de zelf-
"de
meeste tegenstand te verwachten zijn,
wanneer de SER zou beslissen dat een
winkelsluiting op zaterdag aanbeveling
verdient. Dat is ook wel begrijpelijk,
omdat de kleine winkelier in vele op
zichten het meest kwetsbaar is. Toch
geloven wij, dat zijn zienswijze wat al
te somber is en dat de verkoopgewoon
ten, waarvan wij schreven, zich ook te
zijnen gunste zullen ontwikkelen. En wie
sal ook de zelfstandige ondernemer, die
dikwijls langer werkt dan de werkne
mer, de vrije zaterdag niet gunnen?
Met dit al wordt het SËR-advies in tal
rijke kringen met grote spanning tege
moet gezien en, zoals wij aantoonden,
niet ten onrechte, omdat iedereen er
mee te maken zal krijgen.
Van een speciale medewerker
"P|E onstuitbare opmars van de
vijfdaagse werkweek heeft,
zoals te verwachten viel, ook in
het winkelbedrijf de geesten aan
het denken gezet. Er deden zich in
deze bedrijfstak typische moeilijk
heden voor bij het bestuderen van
het vraagstuk van een verkorte
werkweek. De regering heeft thans
advies gevraagd aan de Sociaal
Economische Raad in plaats van
aan het Hoofdbedrijfsschap voor
de detailhandel, waarover dit be-
drijfsschap nogal ontstemd is. De
argumentering van de regering is standige winkelier. Van zijn zijde zal
6 li.1 meeste tegenstand te verwachten zij
onder andere, dat bij een verkorte
werkweek in het winkelbedrijf
bredere belangen gemoeid zijn
dan alleen die van werkgevers en
werknemers, namelijk die van de
consumenten. Blijkbaar is de re
gering van mening, dat de consu
mentenbelangen in betere handen
zijn bij de S.E.R. dan bij het hoofd
bedrijfsschap.
Hoe het ook zij. er zal een advies ko
men en het spreekt van zelf, dat met al
leen de werknemers en werkgevers dit
advies met belangstelling tegemoet
zien, maar ook de consument.
Hij/zij immers, zal er de meeste
last van ondervinden. Nu is het goed bij
de bepaling van zijn standpunt voor een
verkorte werkweek in het winkelbe
drijf een aantal facetten in het oog te
houden, die er anders niet zijn.
Het winkelbedrijf is een typisch
dienstverlenend bedrijf en moet dus ten
dienste staan van de consument als de
ze gelegenheid heeft om te winkelen.
Van een produktiviteitsverhoging is vrij
wel geen sprake om de eenvoudige re
den, dat er niets geproduceerd wordt
Variatie
HET TREFFEN van algemene maat
regelen is daarom alleen al zo moei
lijk, omdat het winkelbedrijf zo oneindig
gevarieerd is. Men kan een eenmans-.si-
garenzaak niet vergelijken met een fi
liaal van een grootwinkelbedrijf, dat
vier of vijf verkoopsters in dienst heeft.
En ten slotte, maar dat is meer c-en
formele zaak, de winkelsluitingstijd
vormt een belemmering om de arbeids
tijd te verkorten.
Wij zijn geneigd met al deze bezwaren
rekening te houden, om niettemin een
pleidooi te voeren voor een vijfdaagse
arbeidsweek in het winkelbedrijf. Wan
neer wij de situatie in het buitenland
bekijken en dan met name in Duitsland,
dan blijkt, dat in talrijke steden daar
de winkels op zaterdagmiddag of de ge
hele zaterdag gesloten zijn. In België is
een dergelijke ontwikkeling aan de
gang en men kan nu eenmaal niet als
een eilandje blijven leven temidden van
een aantal landen, dat die maatregelen
wel neemt.
Dat pleit voor een stevige maatregel,
al behoeft men uiteraard het buitenland
niet klakkeloos te volgen. Een ander
vraagstuk, en dat is het consumentenbe
lang, lijkt ons meer een theoretisch
probleem. Toen men indertijd, onder
dwang van de bezettingstijd de winkel
sluitingsbepalingen kreeg, heeft men
ernstig gevreesd voor een terugslag in
de verkoopcijfers. Niets is minder waar
gebleken, ook niet na de oorlog, toen
iedereen aan die winkelsluitingstijden
gewend was. De koopgewoonten van het
publiek passen zich eenvoudig aan. In
dien men na zes uur nergens meer te
recht kan zorgt men er voor het nodige
vóór dat tijdstip te hebben gekocht.
Dat zal zo gaan, wanneer de zaken
op zaterdagmiddag gaan sluiten. Ter
compensatie zou men koopavonden of
een koopavond kunnen invoeren, maar
het is buiten iedere twijfel verheven, dat
het publiek zal kopen wat het nodig
verloskundige gejokt dat een meis
je het levenslicht aanschouwde en
haar bestaan was bovendien als
een hedendaagse burgerwoning-
met-grote-kamer-en-twee-lamper»
als de schakelaar twee keer wordt
omgedraaid zijn beide lampen uit.
Haar ogen hebben geen licht en
haar geest is ook donker.
Rietje is blind en erg achterlijk,
heeft de buurvrouw van haar ou
ders gezegd en dat was een harde
conclusie, die bijna bewaarheid
zou worden.
Bijna, want Rietje woont nu al
veertien dagen in het prachtige
DE opvoeding van een blind kind, dat
bovendien nog met een andere han
dicap te worstelen heeft, is bijzonder
zwaar en gaat in de meeste gevallen de
krachten van het gezin te boven. Daar
om juist moet er iets voor deze kinde
ren worden gedaan, meende het bestuur
van Bartimeus en het besloot, hoewel
nog geen rijkssubsidie voor dit werk
wordt ontvangen, het toch ter hand te
nemen. ,,Wij zien slechts tekorten" zei
de directeur van Bartimeus, ds. A. de
Vries, in Zeeland geen onbekende om
dat hij een aantal jaren predikant is
geweest van de Hervormde gemeente te
Middelburg.
Moet echter elk werk van banmhartig-
heid, elke arbeid, die uit liefde tot God
en tot Zijn schepselen wordt verricht,
altijd vooraf precies berekend worden?
Het bestuur van Bartimeus is in Almen
begonnen met de verzorging en opvoe
ding van kinderen, die volledig in duis
ternis verkeren, lichamelijk en naar het
schijnt ook geestelijk. „Wij hebben tal
van vrienden in Nederland", vertelde
ds. De Vries enkele uren voor de ope
ning van ,,De Ehze", die een mijlpaal
betekent in het werk van Bartimeus. Wij
hebben veel vrienden in Nederland, die
ons werk helpen dragen door het ge
ven van een jaarlijkse bijdrage. Die
hulp zal blijven bestaan en nog meer
mensen van protestants-christelijke le
vensovertuiging zullen zich geroepen
gevoelen iets van de rijke zegen, die zij
hebben ontvangen, af te staan voor dit
werk van christelijke barmhartigheid,
dat wij geen ogenblik langer dan nodig
is, mogen uitstellen.
HET werk, dat de leiders en leidsters
van ,,De Ehze" op zich hebben ge
nomen is buitengewoon moeilijk en
zwaar. Men zou zeggen, dat er dan in
deze tijd, waarin de vraag het aanbod
overheerst op de arbeidsmarkt, wel een
schrijnend tekort aan personeel voor het
werk onder de geestelijk gehandicapte
blinde kinderen zal zijn. Toch is dat niet
het geval. Een overvloed van personeel
heeft Bartimeus niet, er zijn wel eens
problemen in verband met vacatures,
doch het bestuur heeft met grote dank
baarheid ervaren dat steeds weer man
nen en vrouwen zich bereid verklaren
dit werk, dat alleen in een diepgevoeld
roepingsbesef kan worden gedaan, te
verrichten.
Er zijn op ,,De Ehze" een land
huis temidden ven prachtige bossen
op het ogenblik vijftien kinderen. Op 19
januari is het huis geopend door de
Commissaris der Koningin in de provin
cie Gelderland en verwacht wordt dat
over enkele weken ongeveer 25 kinde
ren ,,De Ehze" zullen bevolken.
Er is veel opoffering en geduld voor
nodig om zwak begaafde blinde kinde
ren op te voeden, doch het is ook een
werk, dat tot verheugende resultaten
kan leiden.
Niet elk blind kind, dat gehandicapt
schijnt door zwakbegaafdheid en van
die handicap ook tal van jaren blijk ge
geven heeft, is ook werkelijk in die
graad gehinderd als men veronderstelt.
HET is moeilijk een blind kind, dat
geestelijke stoornissen vertoont, op
te voeden en in een gezin kan daarin
vrijwel nooit die bijzondere aandacht
worden geschonken, die nodig en ge
wenst is. Men komt er gemakkelijk toe
het kind te verwennen en met medelij
den te behandelen. Het komt dan ook
meermalen voor dat geestelijk gehandi
capte blinde kinderen niet kunnen lopen
en niet alleen kunnen eten. Toch zijn
er op dit gebied veranderingen mogelijk,
hoewel de opvoeding daartoe geen kwes
tie van dagen, doch van maanden en
jaren is. De bijzondere en voortdufende
aandacht en het leven in teamverband
met anderen, die ook speciale zorg ge
nieten, kan voor deze kinderen zeer ze
genrijke gevolgen hebben.
In een gezin kan een blind kind het
beeld van achterlijkheid vertonen, ter
wijl later blijkt dat het toch beslist niet
achterlijk is, vertelde ds. De Vries ons.
Het kind heeft echter zeer bijzondere
hulp nodig en op „De Ehze" wordt de
ze zorg zeer individueel gegeven. Er zijn
gevallen, waarin het nodig is voor elk
kind een eigen verzorgster te hebben,
die zich uitsluitend met dat ene blinde
kind bezig houdt en met veel geduld en
opofferingsgezindheid dit kind probeert
te begeleiden naar een toekomst, waar
in wat blijdschap, vreugde en licht in
het hart ontvangen wordt.
Het is niet voor te stellen, welk een
verdriet het voor de ouders van een
blind kind is te ervaren dat die jongen
buitenhuis „De Ehze" bij Almen in
de Gelderse Achterhoek en daar
is gebleken dat het blinde meisje
niet die vorm van achterlijkheid
heeft, die men bij haar veronder
stelde.
Bartimeus, het christelijk insti
tuut voor blinden en slechtzienden
te Zeist heeft het prachtig gelegen
landgoed „De Ehze" te Almen bij
Zutphen gehuurd en heeft in het
huis een afdeling ingericht voor
blinde kinderen, die vanwege hun
zwakbegaafdheid niet in een der
Zeister afdelingen van „Bartime
us" konden worden opgenomen.
of dat meisje bovendien geestelijk ge
handicapt is. En dat verdriet wordt nog
groter als men tot de overtuiging komt
ae opvoeding van het kind niet aan te
kunnen.
En daarom hebben wij hoewel wij
er niet voldoende geld voor beschikbaar
hebben toch gemeend dit werk te
moeten beginnen, zei ons ds. De Vries.
Het bestuur van Bartimeus heeft 45
jaar lang de hulp van velen ontvangen
voor het geven van een christelijke op
voeding aan blinde en slechtziende kin
deren. „Onze hemelse Vader zal ons ook
verder helpen", heeft het bestuur ge
zegd.
RIETJE is in de nacht geboren, maar
heeft het levenslicht niet aan
schouwd. Zij is zwakbegaafd, is in een
rapport over haar geschreven.
Als de leidster op „De Ehze" voor
leest uit de kinderbijbel van Anne de
Vries, blijkt echter dat Rietje anders
begaafd is, want welk kind met twee
gezonde ogen kan zo 'intens luisteren?
In een zaaltje van „De Ehze" zitten
aan kleine tafeltjes geestelijk gestoorde
blinde kinderen. Zij kunnen zelf niet
eens eten, maar hebben op achtjarige
leeftijd nog dagelijks de hulp van een
verzorgster nodig en van de wereld rond
om hen hebben zij slechts een vage
voorstelling.
Triest, zullen de mensen zeggen, die
„De Ehze" bezoeken.
Och ja, het is ook triest.
Er is gelukkig een keerzijde. Was Hij,
die het Licht der wereld is, niet met
ontferming bewogen over het lot der
blinden en heeft Hij de armen van geest
niet zalig gesproken?
Aanvankelijk waren er nogal wat ge
meenteleden die niet zo erg met hem
ingenomen waren, de meesten omdat ze
hem te jong vonden. Doch dit veran
derde spoedig, want toen ds. Üdemans
in juli 1602 naar Zierikzee beroepen
was en hij dit beroep aangenomen had,
wilde men hem in Haamstede geen ont
slag geven. Pas nadat de staten van
Zeeland zich er mee bemoeid hadden,
liet men hem gaan, zodat hij 11. april
1604 m zijn tweede en laatste gemeen
te bevestigd kon worden.
Ds. Udemans is heel wat keren tijde
lijk weggeweest uit Zierikzee. Zo werd
hij in 1616 afgevaardigd naar Amster
dam om daar voorbereidingen te tref
fen voor de bekende synode die te Dor
drecht van 1618 tot 1619 gehouden is.
Van deze vergadering werd hij later
tweede .praeses. In het tussenliggende
jaar is hij een aantal maanden uitge
leend aan de gemeente te 's Gravenha-
ge, terwijl hij in 1629 enige tijd afge
staan is aan de na de inname van 's
Hertogenbosch door Frederick Hendrik
aldaar ontstane gemeente. In die stad
is hij niet minder' dan driemaal tever
geefs beroepen. Toen na de vrede van
Munster te 's Hertogenbosch een gróte
kerkvergadering gehouden werd, waar.
bij alle provincies op één na vertegen
woordigd waren, werd de reeds bejaar
de ds. Udemans tot praeses van deize
vergadering gekozen. Ze was hoofdzake
lijk belegd met het doel om in het ge
neraliteitsland Brabant en met name in
de Meijenij van 's Hertogenbosch een
veertiental predikanten te beroepen. Kort
na zijn terugkeer in Zierikzee is ds.
Udemans ziek geworden en in januari
1640 overleden, waarna hij .in de St.
Lievenskerk aldaar begraven is.
T\S. Udemans was dn zijn tijd een zeer
bekend persoon, in Nederland. Via
Holland was de Franse mode, die bij
mannen het dragen van lang haar voor
schreef, naar Zeeland gekomen. Dit was
hem een doorn in het oog. Zondag aan
zondag toornde hdj hiertegen op de kan
sel. Weldra schreef hij een .boek over
de tien geboden, waarin hij heftig van
leer trok tegen de nieuwlichters en
waarbij de lange lokken en blessen het
vooral moesten ontgelden. Toen dit niet
voldoende succes opleverde begon hij
aan een nieuw, vrij lijvig, geschrift, dat
hij „Absaloms hayr" doopte.
Om u een indruk te geven van zijn
ideeën delen we u hier, in hedendaag
se spelling, enkele gedachten mee:
We moeten niet alleen met onze leden,
TJET is tegenwoordig alles oecumenisch
**wat de klok slaat! De éénheid der ker
ken staat in het middelpunt van de belang
stelling. Het is in dit artikel niet mogelijk
een overzicht te geven van de situatie op
dit gebied: daar zouden bladzijden mee te
vullen zijn. Ik doe slecht® enkele losse gre
pen uit «en groot geheel van oecumenische
activiteiten.
In januari werd zoals vele jaren de
„week der gebeden" gehouden, een bij uit
stek interkerkelijke aangelegenheid. De
Commissie voor Geloof en Kerkorde van de
Wereldraad van Kerken heeft de hierbij
aangesloten kerken opgeroepen op 22 ja
nuari te bidden voor de éénheid der ker
ken. Dat de jeugd niet onverschillig staat
tegenover dit vraagstuk blijkt uit de oecu
menische jeugdconferentie te Lausanne, en
kele maanden geleden.
In oktober is er in Nyborg weer een con
ferentie geweest van de Europese kerken.
De Gereformeerde Kerken in Nederland,
hoewel nog niet aangesloten bij de Wereld
raad van kerken maken met de oecumeni
sche gedachte hoge ernst. In eigen kring
wordt toenadering gezocht tot de Vrijge-
maakten om de onzalige scheiding weer
op te heffen.
Het Centraal Weekblad ten dienste van
de Gercf. kerken in Nederland licht zijn le
zers geregeld in over oecumenische zaken,
en dit zeer positief en in opbouwende geest.
Hel Geref. blad „De strijdende Kerk"
klaagt erover, dal vele Hervormde predi
kanten de gereformeerde zo slecht kennen
en deze klacht spruit voort uit de behoefte
aan meerder contact.
In het algemeen kan gezegd worden, dat
1961 in het teken zal staan van de oecu
menische gedachte. Immers de Wereldraad
van Kerken zal dit jaar in New-Delhi (In
dia) bijeenkomen. Onder het thema „Jezus
Christus het Licht der Wereld" zal tevens
de basisformule in discussie komen.
De formule: Jezus Christus, God en Hei
land zou moeten worden uitgebreid met de
woorden „naar de Schriften". Mocht deze
uitbreiding een feit worden dan zal het voor
de gereformeerden opnieuw zaak worden
zich op aansluiting bij de Wereldraad nog
te Jiieer [e bezinnen.
TV7ANNEER ik de kring wijder trek dan
mag niet vergeten worden, dat de Paus,
Johannes de XXIII, de 20-ste eeuw de
eeuw van de éénheid der kerken heeft ge
noemd en een oeoumeniscih concilie in het
uitzicht heeft gesteld. En wat te denken
van het „beleefdheidsbezoek" van de aarts
bisschop der Anglicaanse kerken, dr. Fisher,
een vorig jaar aan de Paus gebracht?
De oecumenische gedachte wint hoe langer
hoe meer veld!
Ik heb echter de indruk dat het oecu
menisch streven nog te ver van ons af
staat. New-Delhi is ver weg en het gemeen
telid neemt slechts op een afstand van een
en ander kennis. Het blijft een zaak van
de „tópfiguren" der kerken en het gevolg
is, dat de oecumenische gedachte nog te
weinig in daden is omgezet.
Natuurlijk mogen we niet voorbij-zien aan
veel, dal tot stand is gebracht. Met name
de Herv. Kerk heeft in zijn Kei-korde 1951
een aparte Ordinantie gewijd aan het ver
hand en de hereniging der kerken. Dat dit
geen dode letter is gebleven blijkt uit de
Consensus met de Lutherse kerk, waardoor
de mogelijkheid van wederzijdse kanselruil
en avondmaalsviering tot stand is gekomen.
Met de remonstranten onderhoudt de
Herv. Kerk een gesprek.
De vraag, die bij me opkomt is echter
deze: hoe- staat het gemeentelid of de ge
meente in haar geheel tegenover dit al
les?
Of anders: hoe staat het op „laag" ni
veau met de oecumenische gedachte?
Speciaal denk ik aan de verhouding tus
sen Gereformeerden en Hervormden. Er is
al veel contact geweest, in het verleden.
Maar buiten de kerken om, nl. in het chris-
telijk-organisatorisoh leven, op christelijk-
filanthropisch gebied, op het erf der elir.
scholen, en eveneens op politiek terrein. Er
is veel interkerkelijk contact, dat echter
niet strikt kerkelijk is, maar laat ik zeg
gen: officieus. Hier en daar komen leden
van beide kerken samen in een gemeen
schappelijke dienst b.v. ter herdenking van
een nationaal gebeuren. Maar hierbij blijft
het, ondanks welwillendheden aan beide zij
den.
TIC ben er van overtuigd, dat dit „offi
cieuze" interkerkelijke contact een goe
de voedingsbodem kan worden (en mogelijk
al is) voor oecumenisch beraad. De pijn
om de scheiding van 1886 moet voelbaar
blijven. Verheugend is dat aan heide zij
den hoe langer hoe meer wordt beseft, dat
het zo niet door kan blijven gaan, al wor
den er ook vermanende stemmen gehoord
tegen overijling, zoals prof. Waterink in
het Centraal Weekblad van 7 jan. 1.1. Ver
heugend is de innige samenwerking op zen
dingsterrein. Er is ongetwijfeld vooruitgang
geboekt. De dreiging van een verschillende
psalmberijming is geweken, naar we hopen
definitief. De gezangenkwestie en de toga
zijn geen punten van discussie meer. Er is
heel wat kruitdamp opgetrokken, ook al
heeft het wederzijdse Synodale contact nog
niet veel zoden aan de dijk gezet.
Prof. H. Berkhof (Herv.) heeft er inder
tijd op gewezen, dat de eenheid der kerken
niet meer op „hoog niveau" moest worden
voortgezet, maar plaatselijk moet worden
aangevat. Het is een zaak van de gemeen
ten onderling. En zo van heneden af aan
naar boven. Hier ben ik het van harte mee
eens. Maar zie nu de andere zijde van de
medaille, nu een stukje praktijk. Ik denk
aan de bouw van vele nieuwe kerken.
Het zal ieder wel bekend zijn, dat de
Herv. kerk met haar Kcrkbouwactie 1959
10 millioen op tafel heeft gelegd. In de
nieuw te bouwen wooncentra zullen in de
toekomst vele kerken (herv. n.l.) als pad
destoelen uit de grond opschieten. Natuur
lijk zitten de Gereformeerden ook niet stil.
S.S.K. (Stichting Steun Kerkbouw) streeft
naar een bedrag van 7 miljoen voor het
zelfde doel en een groot deel hiervan is al
bijeengebracht. De overheidssubsidie vol
gens het plan-Sassen zal zeker het :ijne er
toe bijdragen, dat de geprojecteerde kei-ken
geen luchtkastelen blijven. Maar hoe moet
dit nu?.Straks dyzen in de nieuwe woonwij
ken of in nieuwe dorpen (denk aan de
Zuid-Oostpolder) 2 kerken op in eikaars na
bijheid. Als de oecumenische droom (en een
Christen mag dromen dromen en gezichten
zien, Handelingen 2:17) een hereniging tus
sen beide kerken werkelijkheid wordt zitten
we met een overschot aan kerkgebouwen. En
daar zijn ze toch te duur voor. Want iedere
kerk kost ongeveer 1.000 per zitplaats. Na
tuurlijk zal dan het aantal kerkgangers
(van beide, kerken samen) toenemen, maar
daartegenover blaat de algemene onkerke
lijkheid en afval. En het is daarom zaak, dat
het oecumenisch beraad hier, plaatselijk
moet beginnen met het oog op een even-
UieJe hereniging in de toekomst. Toen de
uitslag van de Hervormde Kerkbouwactie
bekend werd is al gewezen, op gezamenlijke
kerkbouw. Op enkele plaatsen in ons land
b.v. in Leiden hebben de Gereformeerden
en de Hervormden al lamg een gemeen
schappelijk kerkgebouw. En dat marcheert
best.
In Kraggen'burg, in de Noord-Oos-tpolder
hebben de Gereformeerden bij notariële ac
te de helft van het Hei-vormde kerkgebouw
„gekocht". Dat is een verstandig en op de
toekomst gericht beleid, een stukje oecu
menisch streven in de praktijk!
lyiISSCHIEN zal iemand zeggen„zover
is hel nog niet, je bent veel te haas
tig". Ja, maar er is ook haast bij. Als de
kerkgebouwen er eenmaal staan worden
ze niet meer afgebroken hij een eventuele
hereniging. Deze laatste kan juist ongun
stig beïnvloed worden door het feit dat er
een kerk teveel kojnt.
Ik zou willen pleiten voor een studiecom
missie, samengesteld uit beide kerken om
de materie van een gezamenlijke kerkbouw
te bestuderen, vanuit oecumenisch oogpunt.
Laten we niet vergeten, dat de hereniging
van kerken niet een zaak van mensen al
leen is, maar van Gods Geest, die de kerk
muren kan doorbreken. En dan gaat liet
vlugger, dan we nu kunnen voorzien.
Op grond van dit geloof is oecumenisch
beraad een eerste vereiste, ja een godde
lijk Gebod.
JN Hervormd Kerkblad (ring
Nijmegen Maas en Waal)
schrijft dominee J. L. Keijzer
onder meer: „Een kerkdienst
met vallen en opstaan was de
bevestigingsdienst in Borgharen
jl. zondag. Wat er gebeurde?
Juist terwijl na de preek, de
gemeente zong, „ach, wij vrezen
staag te vallen, zwervend door
't gevaarlijkst land help en
schraag en steun ons allen
smaakten twee collecterende
broeders kerkeraadsleden het
genoegen als illustratie van het
gezongene, achtereenvolgens,
vlak na elkaar uit te glijden en
een salto te maken op de glad
gewreven vloer voor de kansel,
„en hun val was groot".
Broeder Snoek, op de voorste
bank wist zich plots bedreigd
door zwaaiende hengelstokken,
broeder H. Colijn zag rustig
temidden van woedende baren"
gelijk de bekende staatsman, als
gloednieuwe koster, veilig vanaf
zijn zetel met voldoening toe
hoe de intensieve wrijfarbeid,
door zijn echtgenote en hem,
de vorige middag zeker niet
voor niets was verricht. Zuster
de Vaal, zo hoog gezeten, speel
de voort, alle laagvloerse aflei
ding ten spijt.
Een mager winterzonnetje be
scheen spottend het geheel, toen
enkele ogenblikken later slechts,
broeder G. H. Bloem, alweer op
rees van zijn zitplaats om „ja"
te antwoorden op de bevesti
gingsvragen. Vallen en opstaan
is het leven, ook in de christe
lijke gemeente. Deze dienst de
monstreerde het weer!"
De leden van de damclub „Kapelle'
speelden enkele partijen om hel persoon
lijk; damkampioenschap. De uitslagen
zijn: A. v. d. Schraaf-J. de Neet 2—0; J
C. v. Liere-J. op 'tHot 1—1; A. v. 4
Schraal-C. Blankenburg 20; C- van
Liere-G. Lepoeter 2—0; Iz. op 'tHof-Chr.
Korstanje 2—0; J. .T Ganseman-C. Sul-
stêrs 02.
maar ook met ons haar, de paden
volgen, die God onze Schepper ons ge
geven heeft in de natuur en dn de bij*
bel. Als we ons haar verven of schil
deren bespotten we onze Schepper en
maken we onze Zaligmaker leugen
achtig. De haren van ons hoofd heeft
de Voorzienigheid Gods ons gesteld tot
onze vertroosting (Matt. 10 t 28). Dat
de mannen lange haren dragen als de
vrouwen is zo onnatuurlijk alsof sij
tanden hadden als leeuwentanden! het
een zowel als het ander is het brand
merk van de antichristische sprinkha
nen (Openb. 9 8). De mannen dpen
de mannelijke eerbaarheid tekort in
dien zij lange haren dragen: zij onteren
hun hoofd en het Beeld Gods (1 Cor,
11 7,14). Vooral kerkelijke personen
mogen deze zotte manieren niet vol
gen, want zij moeten boven anderen
voorbeelden zijn van godzaligheid, ze
digheid en matigheid.
Zoals elke actie reactie verwekt, *0
kwamen er weldra talrijke geschriften
van diverse vooraanstaande personen
waarin het pro en contra naar voren
kwamen; de kerkelijke haarfcwitten
laaiden in alle hevigheid op. Van al
deze auteurs vermelden we alleen ds
Beid se hoogleraar, tevens Zeeuwse kro.
niekschrijver, Marcus Zuérius Boxhom,
Tijdens een vakantie in Zeeland zijnde,
zag hij op een zondag een Middelburg.
se predikant met kam en scheermes de
preekstoel beklimmen. Zelf langgelokt
moest Boxhorn uit dominee's mond aan.
horen, dat de langgelokten ondankbar*
mensen waren en dat, indien de schim
men hunner afgestorven vaderen uit de
graven kwamen oprijzen en de haardos
sen en blessen zouden zien van hen die
uit hun lendenen gesproten waren, ze
zich zouden schamen en hen niet als
wettige kinderen erkennen, maar getui
gen, dat het monsters waren, goed ge
schapen door de natuur, maar mismaakt
door zichzelf en vreemdelingen in eigen
vaderland.
Boxhorn werd door deze preek geïn
spireerd tot het schrijven van zijn
„Spiegelkens, vertoonende 't lanck hayr
en de hayrlocke bij de oude Hollanders
en Zeelanders gedragen". Vermelden
we verder alleen nog dat, toen dit hoek
de door hem gewenste uitwerking mis
te, hij zijn Roskam" schreef.
TN DUITSLAND is een storm van
1 verontwaardiging opgestoken naar
aanleiding van een verklaring van
dr. Muller, president van het nationa
le arbeidsgerechtshof in de Bondsre
publiek. Deze dr. Midler heeft name
lijk verklaard dat de „Duitse vakbon
den het recht hebben een solidari
teitsbijdrage te eisen van niet-geor-
gamiseerde arbeiders". Hij kwam
daarbij in heit vaarwater van de gro
te Duitse baas van de bond van bouw
vakarbeiders Georg Leber, die in het
nieuwe contract wil vastleggen, dat
de 800.000 niet georganiseerde metse
laars en timmerlieden een vaste con
tributie gaan betalen aan de bond.
Nu is dat niet helemaal nieuw,
want in Zwitserland kent men dit
systeem al vele jaren en er zijn nim
mer moeilijkheden over bekend ge
worden.
Dr. Müller verklaarde voorts nog
„De inning van contributie van onge
organiseerden is niet in strijd met
het geldende arbeidsrecht, noch met
de vrijheid van vereniging, die in de
grondwet is vastgelegd."
Het ligt voor de hand, dat de ver
ontwaardiging niet komt van de zij
de van de georganiseerden. Van die
kant wordt wel wat begrip gevonden-
al is men het niet in alle geledingen
met die opvatting eens.
Ook in ons land doet de mening «f
en toe opgeld. Nog zeer onlangs werd
m het orgaan van de Christelijke Be
drijfsgroepen Centrale een zelfde me
ning verkondigd. De ongeorganiseer
den waren pure klaplopers en daar
om zou het wel eens goed zijn, wan
neer zij verplicht werden een bepaal
de bijdrage te betalen.
Wij zouden ons tegen een dergelij
ke opvatting willen verzetten. Het is
niet in het belang van de organisatie
kwaad- of niet goedwillenden te
dwingen een aandeel te leveren in de
financiële opbouw van een organisa
tie, maar bovendien strijdt het met
ons gevoel van vrijheid, hoezeer ook
wij voorstanders zijn van een gezon-
de vakbeweging.
Behalve dat men de vrijheid van
vereniging moet hebben, dient men
ook uit te gaan van een vrijheid, die
zo groot is, dat men zich niet behoeft
te organiseren en dus ook niet behoeft
mee te betalen.
Daar komt nog iets bij. In het Duit.
het ieeM er ,bij dat men
„strridacties 83311 gebruiken vocr
Maar waarvoor dan wel? Welke
kant wil men er mee op? Hoe gevaar
lijk een dergelijke opvatting is, blijkt
hft NW ?ene "0? m4 de houdinS van
net NVV ten opzichte van de Bel«i-
wiierteC>e!?('StiSCheJva1kbond- Wanneer
de öeste van de lening als zoda
nig buiten beschouwing laten, komt
dafm hef vraagstuk aan de orde
dfe weflid8- d Seb«hkt van mensen,
ie wel lid zijn van een bepaalde vak-
^TZnmaar b^ nietdlZ^o
m?IatJ0taa\ov?1'ziende' komt men wel
tei tsbij dr age "uitde^bozTis "sfcbe"
indei766ermet33volrf 3n 's_Hertogenbosch
dat he® ro'ndm'alfrul SSft
feit dat'n6'1 dlt cons'ateerde aan het
l d?.t Per avondmaaldienst één
ker wijn werd gebruikt? n an"
heeft o0ver d? Jml3nd Zich braden
ve mogelijkheden38vana3rdedefüm^'fn
aanleidmg ^iervVV31 Tl naar
Fon^'e/^
tig echtp^mi'^ierden^hui "zilve285"
gouden of diamanten bru "ft
19 de-er-Taad van Aardenburg op
aan do' oi Z13n goedkeuring hechtte
aan de plannen van de orgelcommic
sie om over te «aan tnt ^ls;
van een echt kerkorgel? aanscbaf
christSj^Yjn? waarvan °230 „oT'000
testent en móOoTaSe^ Z°n
wöonVnanerdeoptWdir^e^I
ken'8 Het'8" Ti 8#°# roomskathoiie-
waii bedraagt 1200 ende4'n^en 0p Tai"
do3Loe kerkeraad van Enschede in
de hoorcommissie o.a. twee zusteï
der gemeente benoemde?