Dominee van 18 jaar in Haamstede OECUMENISCH BERAAD KERK ST. -PHILIPSLAND Een SER-advies, waarmee iedereen te maken heeft Mee betalen GEESTELIJK GESTOORDE BLINDEN VRAGEN DE BIJZONDERE HULP Wist V dat Zaterdag 4 februari 1961 ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. 7 Rietje een ander kind op „De Ehze"" HET WINKELBEDRIJF DENKT HAARTWISTEN door ds. Joh. van Dnllemen te Zoutelande Vallen en opstaan Twee maal schakelaar omgedraaid; alles donker Van een bijzondere medewerker rpOEN IN 1599 ds. Jan Cornelisz. Kempe, sinds 1582 predikant te j Haamstede, overleden was werd proponent Godefridus Cornelisz. Udemans, geboren te Bergen op Zoom, beroepen. Deze jongeman telde nauwelijks achttien jaar toen hij 12 december 1599, d.w.z. binnen vier weken na z'n beroep, te Haamstede bevestigd werd. IETJE is in de nacht ge boren, maar het is voor haar geen morgen ge worden. Toen Rietje vol gens de scheppingsorde het levens licht moest aanschouwen, zagen haar ogen alleen de duisternis. Rietje is in de nacht geboren en dit deel van een etmaal, waarin God het zonlicht verduistert, op dat de mensen geneigd zouden zijn te gaan slapen heeft voor haar al zeven jaren voortgeduurd en haar leven is geworden als een naar geestige droom. Toen het donker was heeft de De blindenschool van „Bartimeus" te Zeist bezit een miniatuur kerk, die is vervaardigd door het Jeugd Rode Kruis te St. Philipsland. De jongens en meisjes betasten het gebouw en krijgen dan een indruk van het exterieur van een kerkgebouw. heeft en wel in de tijd, dat de winkels open zijn. TEN SLOTTE is er het aspect van het winkelpersoneel. In ander ver band hebben wij al eens de aandacht gevestigd op de slechte concurrentie positie van de overheid als werkgeef ster, wanneer die ten aanzien van de se condaire arbeidsvoorwaarden zou ach terblijven bij het vrije bedrijfsleven. Zou een dergelijke situatie niet even eens ontstaan, wanneer het winkelbe drijf blijft vasthouden aan een zesdaag se werkweek? Wij menen van wel en dat blijkt ook, wanneer men hoort, dat twee grote bedrijven, met zeer vele winkelfilialen door het gehele land in de eerste plaat hun fabriekspersoneel een vijfdaagse werkweek toestaan, maar daarnaast het winkelpersoneel. Zeker, men past nog een rouleringssysteem toe, maar het is de vraag *of dit op den duur houdbaar zal blijven. Nog een enkel woord over de zelf- "de meeste tegenstand te verwachten zijn, wanneer de SER zou beslissen dat een winkelsluiting op zaterdag aanbeveling verdient. Dat is ook wel begrijpelijk, omdat de kleine winkelier in vele op zichten het meest kwetsbaar is. Toch geloven wij, dat zijn zienswijze wat al te somber is en dat de verkoopgewoon ten, waarvan wij schreven, zich ook te zijnen gunste zullen ontwikkelen. En wie sal ook de zelfstandige ondernemer, die dikwijls langer werkt dan de werkne mer, de vrije zaterdag niet gunnen? Met dit al wordt het SËR-advies in tal rijke kringen met grote spanning tege moet gezien en, zoals wij aantoonden, niet ten onrechte, omdat iedereen er mee te maken zal krijgen. Van een speciale medewerker "P|E onstuitbare opmars van de vijfdaagse werkweek heeft, zoals te verwachten viel, ook in het winkelbedrijf de geesten aan het denken gezet. Er deden zich in deze bedrijfstak typische moeilijk heden voor bij het bestuderen van het vraagstuk van een verkorte werkweek. De regering heeft thans advies gevraagd aan de Sociaal Economische Raad in plaats van aan het Hoofdbedrijfsschap voor de detailhandel, waarover dit be- drijfsschap nogal ontstemd is. De argumentering van de regering is standige winkelier. Van zijn zijde zal 6 li.1 meeste tegenstand te verwachten zij onder andere, dat bij een verkorte werkweek in het winkelbedrijf bredere belangen gemoeid zijn dan alleen die van werkgevers en werknemers, namelijk die van de consumenten. Blijkbaar is de re gering van mening, dat de consu mentenbelangen in betere handen zijn bij de S.E.R. dan bij het hoofd bedrijfsschap. Hoe het ook zij. er zal een advies ko men en het spreekt van zelf, dat met al leen de werknemers en werkgevers dit advies met belangstelling tegemoet zien, maar ook de consument. Hij/zij immers, zal er de meeste last van ondervinden. Nu is het goed bij de bepaling van zijn standpunt voor een verkorte werkweek in het winkelbe drijf een aantal facetten in het oog te houden, die er anders niet zijn. Het winkelbedrijf is een typisch dienstverlenend bedrijf en moet dus ten dienste staan van de consument als de ze gelegenheid heeft om te winkelen. Van een produktiviteitsverhoging is vrij wel geen sprake om de eenvoudige re den, dat er niets geproduceerd wordt Variatie HET TREFFEN van algemene maat regelen is daarom alleen al zo moei lijk, omdat het winkelbedrijf zo oneindig gevarieerd is. Men kan een eenmans-.si- garenzaak niet vergelijken met een fi liaal van een grootwinkelbedrijf, dat vier of vijf verkoopsters in dienst heeft. En ten slotte, maar dat is meer c-en formele zaak, de winkelsluitingstijd vormt een belemmering om de arbeids tijd te verkorten. Wij zijn geneigd met al deze bezwaren rekening te houden, om niettemin een pleidooi te voeren voor een vijfdaagse arbeidsweek in het winkelbedrijf. Wan neer wij de situatie in het buitenland bekijken en dan met name in Duitsland, dan blijkt, dat in talrijke steden daar de winkels op zaterdagmiddag of de ge hele zaterdag gesloten zijn. In België is een dergelijke ontwikkeling aan de gang en men kan nu eenmaal niet als een eilandje blijven leven temidden van een aantal landen, dat die maatregelen wel neemt. Dat pleit voor een stevige maatregel, al behoeft men uiteraard het buitenland niet klakkeloos te volgen. Een ander vraagstuk, en dat is het consumentenbe lang, lijkt ons meer een theoretisch probleem. Toen men indertijd, onder dwang van de bezettingstijd de winkel sluitingsbepalingen kreeg, heeft men ernstig gevreesd voor een terugslag in de verkoopcijfers. Niets is minder waar gebleken, ook niet na de oorlog, toen iedereen aan die winkelsluitingstijden gewend was. De koopgewoonten van het publiek passen zich eenvoudig aan. In dien men na zes uur nergens meer te recht kan zorgt men er voor het nodige vóór dat tijdstip te hebben gekocht. Dat zal zo gaan, wanneer de zaken op zaterdagmiddag gaan sluiten. Ter compensatie zou men koopavonden of een koopavond kunnen invoeren, maar het is buiten iedere twijfel verheven, dat het publiek zal kopen wat het nodig verloskundige gejokt dat een meis je het levenslicht aanschouwde en haar bestaan was bovendien als een hedendaagse burgerwoning- met-grote-kamer-en-twee-lamper» als de schakelaar twee keer wordt omgedraaid zijn beide lampen uit. Haar ogen hebben geen licht en haar geest is ook donker. Rietje is blind en erg achterlijk, heeft de buurvrouw van haar ou ders gezegd en dat was een harde conclusie, die bijna bewaarheid zou worden. Bijna, want Rietje woont nu al veertien dagen in het prachtige DE opvoeding van een blind kind, dat bovendien nog met een andere han dicap te worstelen heeft, is bijzonder zwaar en gaat in de meeste gevallen de krachten van het gezin te boven. Daar om juist moet er iets voor deze kinde ren worden gedaan, meende het bestuur van Bartimeus en het besloot, hoewel nog geen rijkssubsidie voor dit werk wordt ontvangen, het toch ter hand te nemen. ,,Wij zien slechts tekorten" zei de directeur van Bartimeus, ds. A. de Vries, in Zeeland geen onbekende om dat hij een aantal jaren predikant is geweest van de Hervormde gemeente te Middelburg. Moet echter elk werk van banmhartig- heid, elke arbeid, die uit liefde tot God en tot Zijn schepselen wordt verricht, altijd vooraf precies berekend worden? Het bestuur van Bartimeus is in Almen begonnen met de verzorging en opvoe ding van kinderen, die volledig in duis ternis verkeren, lichamelijk en naar het schijnt ook geestelijk. „Wij hebben tal van vrienden in Nederland", vertelde ds. De Vries enkele uren voor de ope ning van ,,De Ehze", die een mijlpaal betekent in het werk van Bartimeus. Wij hebben veel vrienden in Nederland, die ons werk helpen dragen door het ge ven van een jaarlijkse bijdrage. Die hulp zal blijven bestaan en nog meer mensen van protestants-christelijke le vensovertuiging zullen zich geroepen gevoelen iets van de rijke zegen, die zij hebben ontvangen, af te staan voor dit werk van christelijke barmhartigheid, dat wij geen ogenblik langer dan nodig is, mogen uitstellen. HET werk, dat de leiders en leidsters van ,,De Ehze" op zich hebben ge nomen is buitengewoon moeilijk en zwaar. Men zou zeggen, dat er dan in deze tijd, waarin de vraag het aanbod overheerst op de arbeidsmarkt, wel een schrijnend tekort aan personeel voor het werk onder de geestelijk gehandicapte blinde kinderen zal zijn. Toch is dat niet het geval. Een overvloed van personeel heeft Bartimeus niet, er zijn wel eens problemen in verband met vacatures, doch het bestuur heeft met grote dank baarheid ervaren dat steeds weer man nen en vrouwen zich bereid verklaren dit werk, dat alleen in een diepgevoeld roepingsbesef kan worden gedaan, te verrichten. Er zijn op ,,De Ehze" een land huis temidden ven prachtige bossen op het ogenblik vijftien kinderen. Op 19 januari is het huis geopend door de Commissaris der Koningin in de provin cie Gelderland en verwacht wordt dat over enkele weken ongeveer 25 kinde ren ,,De Ehze" zullen bevolken. Er is veel opoffering en geduld voor nodig om zwak begaafde blinde kinde ren op te voeden, doch het is ook een werk, dat tot verheugende resultaten kan leiden. Niet elk blind kind, dat gehandicapt schijnt door zwakbegaafdheid en van die handicap ook tal van jaren blijk ge geven heeft, is ook werkelijk in die graad gehinderd als men veronderstelt. HET is moeilijk een blind kind, dat geestelijke stoornissen vertoont, op te voeden en in een gezin kan daarin vrijwel nooit die bijzondere aandacht worden geschonken, die nodig en ge wenst is. Men komt er gemakkelijk toe het kind te verwennen en met medelij den te behandelen. Het komt dan ook meermalen voor dat geestelijk gehandi capte blinde kinderen niet kunnen lopen en niet alleen kunnen eten. Toch zijn er op dit gebied veranderingen mogelijk, hoewel de opvoeding daartoe geen kwes tie van dagen, doch van maanden en jaren is. De bijzondere en voortdufende aandacht en het leven in teamverband met anderen, die ook speciale zorg ge nieten, kan voor deze kinderen zeer ze genrijke gevolgen hebben. In een gezin kan een blind kind het beeld van achterlijkheid vertonen, ter wijl later blijkt dat het toch beslist niet achterlijk is, vertelde ds. De Vries ons. Het kind heeft echter zeer bijzondere hulp nodig en op „De Ehze" wordt de ze zorg zeer individueel gegeven. Er zijn gevallen, waarin het nodig is voor elk kind een eigen verzorgster te hebben, die zich uitsluitend met dat ene blinde kind bezig houdt en met veel geduld en opofferingsgezindheid dit kind probeert te begeleiden naar een toekomst, waar in wat blijdschap, vreugde en licht in het hart ontvangen wordt. Het is niet voor te stellen, welk een verdriet het voor de ouders van een blind kind is te ervaren dat die jongen buitenhuis „De Ehze" bij Almen in de Gelderse Achterhoek en daar is gebleken dat het blinde meisje niet die vorm van achterlijkheid heeft, die men bij haar veronder stelde. Bartimeus, het christelijk insti tuut voor blinden en slechtzienden te Zeist heeft het prachtig gelegen landgoed „De Ehze" te Almen bij Zutphen gehuurd en heeft in het huis een afdeling ingericht voor blinde kinderen, die vanwege hun zwakbegaafdheid niet in een der Zeister afdelingen van „Bartime us" konden worden opgenomen. of dat meisje bovendien geestelijk ge handicapt is. En dat verdriet wordt nog groter als men tot de overtuiging komt ae opvoeding van het kind niet aan te kunnen. En daarom hebben wij hoewel wij er niet voldoende geld voor beschikbaar hebben toch gemeend dit werk te moeten beginnen, zei ons ds. De Vries. Het bestuur van Bartimeus heeft 45 jaar lang de hulp van velen ontvangen voor het geven van een christelijke op voeding aan blinde en slechtziende kin deren. „Onze hemelse Vader zal ons ook verder helpen", heeft het bestuur ge zegd. RIETJE is in de nacht geboren, maar heeft het levenslicht niet aan schouwd. Zij is zwakbegaafd, is in een rapport over haar geschreven. Als de leidster op „De Ehze" voor leest uit de kinderbijbel van Anne de Vries, blijkt echter dat Rietje anders begaafd is, want welk kind met twee gezonde ogen kan zo 'intens luisteren? In een zaaltje van „De Ehze" zitten aan kleine tafeltjes geestelijk gestoorde blinde kinderen. Zij kunnen zelf niet eens eten, maar hebben op achtjarige leeftijd nog dagelijks de hulp van een verzorgster nodig en van de wereld rond om hen hebben zij slechts een vage voorstelling. Triest, zullen de mensen zeggen, die „De Ehze" bezoeken. Och ja, het is ook triest. Er is gelukkig een keerzijde. Was Hij, die het Licht der wereld is, niet met ontferming bewogen over het lot der blinden en heeft Hij de armen van geest niet zalig gesproken? Aanvankelijk waren er nogal wat ge meenteleden die niet zo erg met hem ingenomen waren, de meesten omdat ze hem te jong vonden. Doch dit veran derde spoedig, want toen ds. Üdemans in juli 1602 naar Zierikzee beroepen was en hij dit beroep aangenomen had, wilde men hem in Haamstede geen ont slag geven. Pas nadat de staten van Zeeland zich er mee bemoeid hadden, liet men hem gaan, zodat hij 11. april 1604 m zijn tweede en laatste gemeen te bevestigd kon worden. Ds. Udemans is heel wat keren tijde lijk weggeweest uit Zierikzee. Zo werd hij in 1616 afgevaardigd naar Amster dam om daar voorbereidingen te tref fen voor de bekende synode die te Dor drecht van 1618 tot 1619 gehouden is. Van deze vergadering werd hij later tweede .praeses. In het tussenliggende jaar is hij een aantal maanden uitge leend aan de gemeente te 's Gravenha- ge, terwijl hij in 1629 enige tijd afge staan is aan de na de inname van 's Hertogenbosch door Frederick Hendrik aldaar ontstane gemeente. In die stad is hij niet minder' dan driemaal tever geefs beroepen. Toen na de vrede van Munster te 's Hertogenbosch een gróte kerkvergadering gehouden werd, waar. bij alle provincies op één na vertegen woordigd waren, werd de reeds bejaar de ds. Udemans tot praeses van deize vergadering gekozen. Ze was hoofdzake lijk belegd met het doel om in het ge neraliteitsland Brabant en met name in de Meijenij van 's Hertogenbosch een veertiental predikanten te beroepen. Kort na zijn terugkeer in Zierikzee is ds. Udemans ziek geworden en in januari 1640 overleden, waarna hij .in de St. Lievenskerk aldaar begraven is. T\S. Udemans was dn zijn tijd een zeer bekend persoon, in Nederland. Via Holland was de Franse mode, die bij mannen het dragen van lang haar voor schreef, naar Zeeland gekomen. Dit was hem een doorn in het oog. Zondag aan zondag toornde hdj hiertegen op de kan sel. Weldra schreef hij een .boek over de tien geboden, waarin hij heftig van leer trok tegen de nieuwlichters en waarbij de lange lokken en blessen het vooral moesten ontgelden. Toen dit niet voldoende succes opleverde begon hij aan een nieuw, vrij lijvig, geschrift, dat hij „Absaloms hayr" doopte. Om u een indruk te geven van zijn ideeën delen we u hier, in hedendaag se spelling, enkele gedachten mee: We moeten niet alleen met onze leden, TJET is tegenwoordig alles oecumenisch **wat de klok slaat! De éénheid der ker ken staat in het middelpunt van de belang stelling. Het is in dit artikel niet mogelijk een overzicht te geven van de situatie op dit gebied: daar zouden bladzijden mee te vullen zijn. Ik doe slecht® enkele losse gre pen uit «en groot geheel van oecumenische activiteiten. In januari werd zoals vele jaren de „week der gebeden" gehouden, een bij uit stek interkerkelijke aangelegenheid. De Commissie voor Geloof en Kerkorde van de Wereldraad van Kerken heeft de hierbij aangesloten kerken opgeroepen op 22 ja nuari te bidden voor de éénheid der ker ken. Dat de jeugd niet onverschillig staat tegenover dit vraagstuk blijkt uit de oecu menische jeugdconferentie te Lausanne, en kele maanden geleden. In oktober is er in Nyborg weer een con ferentie geweest van de Europese kerken. De Gereformeerde Kerken in Nederland, hoewel nog niet aangesloten bij de Wereld raad van kerken maken met de oecumeni sche gedachte hoge ernst. In eigen kring wordt toenadering gezocht tot de Vrijge- maakten om de onzalige scheiding weer op te heffen. Het Centraal Weekblad ten dienste van de Gercf. kerken in Nederland licht zijn le zers geregeld in over oecumenische zaken, en dit zeer positief en in opbouwende geest. Hel Geref. blad „De strijdende Kerk" klaagt erover, dal vele Hervormde predi kanten de gereformeerde zo slecht kennen en deze klacht spruit voort uit de behoefte aan meerder contact. In het algemeen kan gezegd worden, dat 1961 in het teken zal staan van de oecu menische gedachte. Immers de Wereldraad van Kerken zal dit jaar in New-Delhi (In dia) bijeenkomen. Onder het thema „Jezus Christus het Licht der Wereld" zal tevens de basisformule in discussie komen. De formule: Jezus Christus, God en Hei land zou moeten worden uitgebreid met de woorden „naar de Schriften". Mocht deze uitbreiding een feit worden dan zal het voor de gereformeerden opnieuw zaak worden zich op aansluiting bij de Wereldraad nog te Jiieer [e bezinnen. TV7ANNEER ik de kring wijder trek dan mag niet vergeten worden, dat de Paus, Johannes de XXIII, de 20-ste eeuw de eeuw van de éénheid der kerken heeft ge noemd en een oeoumeniscih concilie in het uitzicht heeft gesteld. En wat te denken van het „beleefdheidsbezoek" van de aarts bisschop der Anglicaanse kerken, dr. Fisher, een vorig jaar aan de Paus gebracht? De oecumenische gedachte wint hoe langer hoe meer veld! Ik heb echter de indruk dat het oecu menisch streven nog te ver van ons af staat. New-Delhi is ver weg en het gemeen telid neemt slechts op een afstand van een en ander kennis. Het blijft een zaak van de „tópfiguren" der kerken en het gevolg is, dat de oecumenische gedachte nog te weinig in daden is omgezet. Natuurlijk mogen we niet voorbij-zien aan veel, dal tot stand is gebracht. Met name de Herv. Kerk heeft in zijn Kei-korde 1951 een aparte Ordinantie gewijd aan het ver hand en de hereniging der kerken. Dat dit geen dode letter is gebleven blijkt uit de Consensus met de Lutherse kerk, waardoor de mogelijkheid van wederzijdse kanselruil en avondmaalsviering tot stand is gekomen. Met de remonstranten onderhoudt de Herv. Kerk een gesprek. De vraag, die bij me opkomt is echter deze: hoe- staat het gemeentelid of de ge meente in haar geheel tegenover dit al les? Of anders: hoe staat het op „laag" ni veau met de oecumenische gedachte? Speciaal denk ik aan de verhouding tus sen Gereformeerden en Hervormden. Er is al veel contact geweest, in het verleden. Maar buiten de kerken om, nl. in het chris- telijk-organisatorisoh leven, op christelijk- filanthropisch gebied, op het erf der elir. scholen, en eveneens op politiek terrein. Er is veel interkerkelijk contact, dat echter niet strikt kerkelijk is, maar laat ik zeg gen: officieus. Hier en daar komen leden van beide kerken samen in een gemeen schappelijke dienst b.v. ter herdenking van een nationaal gebeuren. Maar hierbij blijft het, ondanks welwillendheden aan beide zij den. TIC ben er van overtuigd, dat dit „offi cieuze" interkerkelijke contact een goe de voedingsbodem kan worden (en mogelijk al is) voor oecumenisch beraad. De pijn om de scheiding van 1886 moet voelbaar blijven. Verheugend is dat aan heide zij den hoe langer hoe meer wordt beseft, dat het zo niet door kan blijven gaan, al wor den er ook vermanende stemmen gehoord tegen overijling, zoals prof. Waterink in het Centraal Weekblad van 7 jan. 1.1. Ver heugend is de innige samenwerking op zen dingsterrein. Er is ongetwijfeld vooruitgang geboekt. De dreiging van een verschillende psalmberijming is geweken, naar we hopen definitief. De gezangenkwestie en de toga zijn geen punten van discussie meer. Er is heel wat kruitdamp opgetrokken, ook al heeft het wederzijdse Synodale contact nog niet veel zoden aan de dijk gezet. Prof. H. Berkhof (Herv.) heeft er inder tijd op gewezen, dat de eenheid der kerken niet meer op „hoog niveau" moest worden voortgezet, maar plaatselijk moet worden aangevat. Het is een zaak van de gemeen ten onderling. En zo van heneden af aan naar boven. Hier ben ik het van harte mee eens. Maar zie nu de andere zijde van de medaille, nu een stukje praktijk. Ik denk aan de bouw van vele nieuwe kerken. Het zal ieder wel bekend zijn, dat de Herv. kerk met haar Kcrkbouwactie 1959 10 millioen op tafel heeft gelegd. In de nieuw te bouwen wooncentra zullen in de toekomst vele kerken (herv. n.l.) als pad destoelen uit de grond opschieten. Natuur lijk zitten de Gereformeerden ook niet stil. S.S.K. (Stichting Steun Kerkbouw) streeft naar een bedrag van 7 miljoen voor het zelfde doel en een groot deel hiervan is al bijeengebracht. De overheidssubsidie vol gens het plan-Sassen zal zeker het :ijne er toe bijdragen, dat de geprojecteerde kei-ken geen luchtkastelen blijven. Maar hoe moet dit nu?.Straks dyzen in de nieuwe woonwij ken of in nieuwe dorpen (denk aan de Zuid-Oostpolder) 2 kerken op in eikaars na bijheid. Als de oecumenische droom (en een Christen mag dromen dromen en gezichten zien, Handelingen 2:17) een hereniging tus sen beide kerken werkelijkheid wordt zitten we met een overschot aan kerkgebouwen. En daar zijn ze toch te duur voor. Want iedere kerk kost ongeveer 1.000 per zitplaats. Na tuurlijk zal dan het aantal kerkgangers (van beide, kerken samen) toenemen, maar daartegenover blaat de algemene onkerke lijkheid en afval. En het is daarom zaak, dat het oecumenisch beraad hier, plaatselijk moet beginnen met het oog op een even- UieJe hereniging in de toekomst. Toen de uitslag van de Hervormde Kerkbouwactie bekend werd is al gewezen, op gezamenlijke kerkbouw. Op enkele plaatsen in ons land b.v. in Leiden hebben de Gereformeerden en de Hervormden al lamg een gemeen schappelijk kerkgebouw. En dat marcheert best. In Kraggen'burg, in de Noord-Oos-tpolder hebben de Gereformeerden bij notariële ac te de helft van het Hei-vormde kerkgebouw „gekocht". Dat is een verstandig en op de toekomst gericht beleid, een stukje oecu menisch streven in de praktijk! lyiISSCHIEN zal iemand zeggen„zover is hel nog niet, je bent veel te haas tig". Ja, maar er is ook haast bij. Als de kerkgebouwen er eenmaal staan worden ze niet meer afgebroken hij een eventuele hereniging. Deze laatste kan juist ongun stig beïnvloed worden door het feit dat er een kerk teveel kojnt. Ik zou willen pleiten voor een studiecom missie, samengesteld uit beide kerken om de materie van een gezamenlijke kerkbouw te bestuderen, vanuit oecumenisch oogpunt. Laten we niet vergeten, dat de hereniging van kerken niet een zaak van mensen al leen is, maar van Gods Geest, die de kerk muren kan doorbreken. En dan gaat liet vlugger, dan we nu kunnen voorzien. Op grond van dit geloof is oecumenisch beraad een eerste vereiste, ja een godde lijk Gebod. JN Hervormd Kerkblad (ring Nijmegen Maas en Waal) schrijft dominee J. L. Keijzer onder meer: „Een kerkdienst met vallen en opstaan was de bevestigingsdienst in Borgharen jl. zondag. Wat er gebeurde? Juist terwijl na de preek, de gemeente zong, „ach, wij vrezen staag te vallen, zwervend door 't gevaarlijkst land help en schraag en steun ons allen smaakten twee collecterende broeders kerkeraadsleden het genoegen als illustratie van het gezongene, achtereenvolgens, vlak na elkaar uit te glijden en een salto te maken op de glad gewreven vloer voor de kansel, „en hun val was groot". Broeder Snoek, op de voorste bank wist zich plots bedreigd door zwaaiende hengelstokken, broeder H. Colijn zag rustig temidden van woedende baren" gelijk de bekende staatsman, als gloednieuwe koster, veilig vanaf zijn zetel met voldoening toe hoe de intensieve wrijfarbeid, door zijn echtgenote en hem, de vorige middag zeker niet voor niets was verricht. Zuster de Vaal, zo hoog gezeten, speel de voort, alle laagvloerse aflei ding ten spijt. Een mager winterzonnetje be scheen spottend het geheel, toen enkele ogenblikken later slechts, broeder G. H. Bloem, alweer op rees van zijn zitplaats om „ja" te antwoorden op de bevesti gingsvragen. Vallen en opstaan is het leven, ook in de christe lijke gemeente. Deze dienst de monstreerde het weer!" De leden van de damclub „Kapelle' speelden enkele partijen om hel persoon lijk; damkampioenschap. De uitslagen zijn: A. v. d. Schraaf-J. de Neet 2—0; J C. v. Liere-J. op 'tHot 1—1; A. v. 4 Schraal-C. Blankenburg 20; C- van Liere-G. Lepoeter 2—0; Iz. op 'tHof-Chr. Korstanje 2—0; J. .T Ganseman-C. Sul- stêrs 02. maar ook met ons haar, de paden volgen, die God onze Schepper ons ge geven heeft in de natuur en dn de bij* bel. Als we ons haar verven of schil deren bespotten we onze Schepper en maken we onze Zaligmaker leugen achtig. De haren van ons hoofd heeft de Voorzienigheid Gods ons gesteld tot onze vertroosting (Matt. 10 t 28). Dat de mannen lange haren dragen als de vrouwen is zo onnatuurlijk alsof sij tanden hadden als leeuwentanden! het een zowel als het ander is het brand merk van de antichristische sprinkha nen (Openb. 9 8). De mannen dpen de mannelijke eerbaarheid tekort in dien zij lange haren dragen: zij onteren hun hoofd en het Beeld Gods (1 Cor, 11 7,14). Vooral kerkelijke personen mogen deze zotte manieren niet vol gen, want zij moeten boven anderen voorbeelden zijn van godzaligheid, ze digheid en matigheid. Zoals elke actie reactie verwekt, *0 kwamen er weldra talrijke geschriften van diverse vooraanstaande personen waarin het pro en contra naar voren kwamen; de kerkelijke haarfcwitten laaiden in alle hevigheid op. Van al deze auteurs vermelden we alleen ds Beid se hoogleraar, tevens Zeeuwse kro. niekschrijver, Marcus Zuérius Boxhom, Tijdens een vakantie in Zeeland zijnde, zag hij op een zondag een Middelburg. se predikant met kam en scheermes de preekstoel beklimmen. Zelf langgelokt moest Boxhorn uit dominee's mond aan. horen, dat de langgelokten ondankbar* mensen waren en dat, indien de schim men hunner afgestorven vaderen uit de graven kwamen oprijzen en de haardos sen en blessen zouden zien van hen die uit hun lendenen gesproten waren, ze zich zouden schamen en hen niet als wettige kinderen erkennen, maar getui gen, dat het monsters waren, goed ge schapen door de natuur, maar mismaakt door zichzelf en vreemdelingen in eigen vaderland. Boxhorn werd door deze preek geïn spireerd tot het schrijven van zijn „Spiegelkens, vertoonende 't lanck hayr en de hayrlocke bij de oude Hollanders en Zeelanders gedragen". Vermelden we verder alleen nog dat, toen dit hoek de door hem gewenste uitwerking mis te, hij zijn Roskam" schreef. TN DUITSLAND is een storm van 1 verontwaardiging opgestoken naar aanleiding van een verklaring van dr. Muller, president van het nationa le arbeidsgerechtshof in de Bondsre publiek. Deze dr. Midler heeft name lijk verklaard dat de „Duitse vakbon den het recht hebben een solidari teitsbijdrage te eisen van niet-geor- gamiseerde arbeiders". Hij kwam daarbij in heit vaarwater van de gro te Duitse baas van de bond van bouw vakarbeiders Georg Leber, die in het nieuwe contract wil vastleggen, dat de 800.000 niet georganiseerde metse laars en timmerlieden een vaste con tributie gaan betalen aan de bond. Nu is dat niet helemaal nieuw, want in Zwitserland kent men dit systeem al vele jaren en er zijn nim mer moeilijkheden over bekend ge worden. Dr. Müller verklaarde voorts nog „De inning van contributie van onge organiseerden is niet in strijd met het geldende arbeidsrecht, noch met de vrijheid van vereniging, die in de grondwet is vastgelegd." Het ligt voor de hand, dat de ver ontwaardiging niet komt van de zij de van de georganiseerden. Van die kant wordt wel wat begrip gevonden- al is men het niet in alle geledingen met die opvatting eens. Ook in ons land doet de mening «f en toe opgeld. Nog zeer onlangs werd m het orgaan van de Christelijke Be drijfsgroepen Centrale een zelfde me ning verkondigd. De ongeorganiseer den waren pure klaplopers en daar om zou het wel eens goed zijn, wan neer zij verplicht werden een bepaal de bijdrage te betalen. Wij zouden ons tegen een dergelij ke opvatting willen verzetten. Het is niet in het belang van de organisatie kwaad- of niet goedwillenden te dwingen een aandeel te leveren in de financiële opbouw van een organisa tie, maar bovendien strijdt het met ons gevoel van vrijheid, hoezeer ook wij voorstanders zijn van een gezon- de vakbeweging. Behalve dat men de vrijheid van vereniging moet hebben, dient men ook uit te gaan van een vrijheid, die zo groot is, dat men zich niet behoeft te organiseren en dus ook niet behoeft mee te betalen. Daar komt nog iets bij. In het Duit. het ieeM er ,bij dat men „strridacties 83311 gebruiken vocr Maar waarvoor dan wel? Welke kant wil men er mee op? Hoe gevaar lijk een dergelijke opvatting is, blijkt hft NW ?ene "0? m4 de houdinS van net NVV ten opzichte van de Bel«i- wiierteC>e!?('StiSCheJva1kbond- Wanneer de öeste van de lening als zoda nig buiten beschouwing laten, komt dafm hef vraagstuk aan de orde dfe weflid8- d Seb«hkt van mensen, ie wel lid zijn van een bepaalde vak- ^TZnmaar b^ nietdlZ^o m?IatJ0taa\ov?1'ziende' komt men wel tei tsbij dr age "uitde^bozTis "sfcbe" indei766ermet33volrf 3n 's_Hertogenbosch dat he® ro'ndm'alfrul SSft feit dat'n6'1 dlt cons'ateerde aan het l d?.t Per avondmaaldienst één ker wijn werd gebruikt? n an" heeft o0ver d? Jml3nd Zich braden ve mogelijkheden38vana3rdedefüm^'fn aanleidmg ^iervVV31 Tl naar Fon^'e/^ tig echtp^mi'^ierden^hui "zilve285" gouden of diamanten bru "ft 19 de-er-Taad van Aardenburg op aan do' oi Z13n goedkeuring hechtte aan de plannen van de orgelcommic sie om over te «aan tnt ^ls; van een echt kerkorgel? aanscbaf christSj^Yjn? waarvan °230 „oT'000 testent en móOoTaSe^ Z°n wöonVnanerdeoptWdir^e^I ken'8 Het'8" Ti 8#°# roomskathoiie- waii bedraagt 1200 ende4'n^en 0p Tai" do3Loe kerkeraad van Enschede in de hoorcommissie o.a. twee zusteï der gemeente benoemde?

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1961 | | pagina 7