Het harde geslacht Doetjes poedelen met een doel P. W. RUSSEL'S BELONING VOOR MOEDIGE KNAAP TOEDRACHT RAMP BERMUDA NIET DUIDELIJK Vier gewonden door ongeluk met missie vliegtuigje KAPPIE EN DE LUCHTSTRIJD ZEEEtwSCH DAGBLAD P°g- Zulke vrouwen Doelbewust Dezelfde avond De Doetjes Voor kenners Geaccepteerd Een leegloper Juist, ja Noren beledigd door term in brochure PRINS BERNHARD MAANDAG NAAR DE SOEDAN Uit de kerken 1 FLITS B GORDON H in het heelal n Dan Barry ■diiiuiiiiisiigiiniiwiiiiffiiniiiin ■■■■Hi DE TINTELS -ï Jack Dunkley Zelf aan de slag Zaterdag 4 februari 1961 Amsterdam. „Hoe meer er gepoedeld wordt hoe be ter", zei me gistermiddag in Amsterdam mevrouw A. van Leeuwen-Troost en ze keek er heel gewoon bij. Neen, neen, niet wat u dacht. Want u had toch die oud-vaderlandse gewoonte in uw hoofd, nietwaar; van op zaterdag het bad opzoeken? Maar dat is het niet, want het poedelen waar mevrouw Van Leeuwen het over had dat brengt geld op. Eén cent per keer. 9 Gisterochtend vroeg had ik er nog f een idee van, dat ik 's middags in Amsterdam zou zijn. Dat kwam eigen lek door meneer Th. Kersbergen uit Delft. Hij schreef me een briefje en dat lag gisteren op mün werktafel. Ja. zo begon het. U dient dan wel even te weten, dat meneer Kersbergen de secretaris is van de Delftse biljartvereniging O.D.I. (en dat is dan weer: Ontspanning door In spanning). Veertig jaar bestaat die ver eniging dezer dagen en dan gaan ze in Delft biljarten. Speciaal voor deze ge legenheid: tegen dames, aldus liet de heer Kersbergen me weten. Dames die biljarten? Ik had er lang geleden wel eens een losse opmerking over gehoord, maar dit was mijn kans, dacht ik. Vrouwen die de keu hanteren en met de pommerans werken, zulke vrouwen wilde ik ontmoeten. Direct, onmiddellijk, zonder uitstel. Op dus naar Amsterdam. En wel met de trein, want op mijn autootje werd plamuur gesmeerd omdat een vrien delijk heer, die van links kwam, dacht er twee deuken in te moeten rijden. Ze is voorzitster van D.O.E., mevrouw Van Leeuwen in Amsterdam. „Die naam ontlenen we aan de oprichtster, dat was mevrouw Doe", zei mevrouw' Van Leeuwen, „maar van die letters hebben we gemaakt: Doelbewust Oefent Elk". Ruim negen jaar geleden was het, dat mevrouw Doe een advertentie in een buurtblad zette en daarin om biljartsters vroeg. Niet dat de vrouwen zich in rijen van zes kwamen melden, maar er waren er toch een paar die er voor voelden en de biljartvereniging voor dames werd opgericht. „Kijk, de man van mevrouw Doe was een bekende figuur in de biljartwereld", vertelde mevrouw Van Leeuwen. ,,Hij is overleden en zijn vrouw wilde de naam toch verbonden zien met biljarten. Zo is het gekomen". Nu heeft mevrouw Doe zich allang teruggetrokken uit de biljartvereniging, maar acht jaar geleden zeiden kennis- zen van mevrouw Van Leeuwen: „Kom ook in de club". „Na veel vijven en zessen beloofde ik: goed, ik kom, maar alleen om te kijken", aldus de voorzitster van D.O.E., dezelfde mevrouw Van Leeuwen. „Ik stond voor het biljart en een trainer zei: probeer het nu ook eens, Nee, ik kom alleen kijken, antwoordde ik, maar tenslotte heb ik het toch eens gepro beerd en dezelfde avond werd ik lid". Dat zijn de ware enthousiastelingen voor de biljartkeu, dacht ik. Komen kijken en meteen lid worden. En nu? Nu speelt mevrouw Van Leeuwen elke dinsdagavond, met de andere (negen) leden van de club. In Rotterdam wordt elk jaar een wedstrijd gespeeld tegen „Kunst en Vriendschap" (allemaal mannen) en in Monnikendam speelden de dames vorig jaar tien partijen tegen het sterke ge slacht en wonnen ze alle tien. „Ze noemen ons in Rotterdam De Doetjes", zei een ander D.O.E.-lid, me vrouw W. E. Roffel-Vlek, die penning- meesteresse van de club is en door de week als gemeente-ambtenares bij de Amsterdamse geneeskundige dienst werkt. De andere leden? De vrouw van een 'bakkerij-eigenaar, de vrouw van een kapitein op de binnenvaart, de vrouw van een employé bij het G.È.B. en nog een paar andere. Vierenzeventig jaar is het oudste lid en drieëntwintig de jongste biljart ster, had ik juist gehoord en toen wa ren de dames Van Leeuwen en Roffel even vergeten dat ik in de kamer zat. „Wat heeft jouw keu gekost?", vroeg de een aan de ander. „Zeven en vijftig, vijftig." Van onze Haagse redactie DEN HAAG Voor de dertien jarige Scheveningse jongen Peter Duivenbode is het maandag een be langrijke dag. De Britse ambassadeur sir Andrew Noble zal hem dan een loffelijk getuigschrift uitreiken voor een moedige redding, die hij vorig jaar aan de Schotse kust verrichtte. Peter was toen afhouder op de Sch 63 van de Scheveningse rederij Frank Vrolijk. Op de avond van 18 mei roeide hij op de brede riviermond van de Dee bij de Schotse havenstad Aberdeen, toen hij aan de oever een jongen in het water zag .vallen. De jongen, de tien jarige John Green, kon niet zwemmen. Hij werd door de sterke ebstroom mee gesleurd. Peter roeide naar de drenke ling toe en sprong in het water. Hij greep de jongen beet en bracht hem veilig en wel aan de wal. De korpschef van de politie in Aber deen sprak later van een zeer moeilijke redding. Hij zorgde ervoor dat Peters heldhaftige daad bekend werd bij de Royal humane society of Great Britain. Het getuigschrift dat de Britse ambas sadeur aan Peter zal uitreiken is onder tekend door de hertog van Gloucester, de voorzitter van deze organisatie. Zo gaat dat bij die biljartende dames („Voor zover wij weten: de enige damesclub in Nederland", zeiden ze) in Amsterdam. Voor zitster mevrouw A. van Leeutven- Troost is aan stoot en wedstrijd leidster mevrouw A. van der Zouw kijkt keurend en (nog) niet oordelend naar het groene laken. „Dan ben je veel te duur uit ge weest, meid, de mijne'twintig gulden." „Dat is dan zeker een zogezegd tweedehansie." „Kan wel, maar ik liet hem nog aan Dinges zien en die vond hem gewel dig." „Ja, de mijne is gekraakt toen er een ander mee speelde; er moet een nieuw onderstuk in, maar ik zal m'n neef eens vragen." Op dat moment zagen ze me weer. „Thee?", vroeg mevrouw Van Leeu wen. Kijken de mannen nu niet vreemd wanneer u ergens biljart?, vroeg ik. „Soms wel, als ik ergens een par tijtje met m'n man speel of zo, maar ik trek me er niets van aan", vond mevrouw Van Leeuwen. „Er is wel eens een enkele man die een opmer king maakt, maar over het algemeen wordt het toch wel geaccepteerd, dat dames ook biljarten." „En dan hebi je bijvoorbeeld een leegloper. Pardon, wat zegt u, mevrouw Van Leeuwen? „Een leegloper? Weet u niet wat een leegloper is? Dat is een poedel. Je bent aan stoot en je hebt niets gemaakt, dan heb je dus een carambole gemist; wel, dat is dan een poedel. In onze club moet je dan één cent in de reser- vepot doen. Die pot gaan we open maken bij het tienjarig bestaan, in april. Hoe meer er dus gepoedeld wordt, des te beter voor die reserve- pot." Wel rest mij nog een slotwoord van dank aan de heer Kersbergen in Delft. Want als ik van hem niets vernomen had over dat veertigjarig bestaan van zijn vereniging, dan had ik gisteren nooit zo gezellig met mevrouw Van Leeuwen gesproken over poedel, ge miste stoten en leeglopers. O ja, en bij ons afscheid zei die Am sterdamse voorzitster nog dit: „Als we tien van rood spelen dan spreken we af: de laatste moet ge maakt worden van de losse band of van drie banden." Juist mevrouw Van Leeuwen, knik te ik en ik voelde me of ik een poedel had gemaakt. Eigen nieuwsdienst AMSTERDAM. De Raad voor de scheepvaart heeft uitspraak gedaan over het vergaan van het m.s. Bermu da. De raad meent dat het onmogelijk is een bevredigend inzicht te krijgen in het verloop van de gebeurtenissen. De Bermuda was vorig jaar op 20 ja nuari omgeslagen voor de mond van de Nieuwe Waterweg, toen de 'sleepboot Gele Zee het schip binnen trachtte te slepen. De vier opvarenden kwamen om het le»ren. De raad vindt de gegevens waarover hij beschikt onvolledig. Het is onbekend welke omstandigheden er toe hebben geleid dat het schip onderweg van Kings Lynn naar de Schelde voor Hoek van Holland is gekomen. Voor de po gingen van de Gele Zee het schip in veiligheid te brengen heeft de raad waardering. Tenslotte spreekt hij zijn medeleven uit met de nabestaanden. Van onze correspondent OSLO. Een pijnlijke herinnering aan een vocabulaire dat al vijftien jaar is afgeschaft, heeft in Noorwegen groot opzien en diepe verontwaardiging ge baard. In een geografisch handboekje dat de luchtvaartmaatschappij S.A.S. aan haar vertegenwoordigers in ver schillende landen heeft toegezonden om toeristische propaganda voor Scandina vië te maken, wordt Noorwegen aange prezen als een land dat uitsluitend door „Ariërs" wordt bewoond. Nu zijn van alle volken ter wereld de Noren de laatste-» die zich door deze door de nazi's uitgevonden karaktetf-iSH tiek gevleid gevoelen. In opgewonden commentaren wordt geëist dat openlijk bekend zal worden, wie" voor deze1 half-officiël'e* tactloosheid verantwoordelijk is. De leiding van de S.A.S. heeft geprobeerd het geval te ba gatelliseren en het als een misverstand aan te duiden, dat ontstaan zou zijn door de haast waarmee de brochure werd samengesteld. De brochure zal nu worden vernietigd en door een andere uitgave worden ver vangen zonder de term Ariërs" er in. HOLLANDIA Vermoedelijk ten gevolge van een plotseling optredende valwind is gistermiddag in Nederlands Nieuw-Guinea een Cessna-180 van de Missie-luchtvaartvereniging neerge stort. De piloot, pater Verheyen, en drie passagiers werden gewond. Pater Verheyen is een van de twee vliegende paters op Nieuw-Guinea. Het ongeluk gebeurde kort na het ver trek van het vliegveld Waghete aan de Wisselmeren. Een toevallig in Enarotali staand watervliegtuig van De Kroonduif heeft terstond een arts naar Waghete gevlogen. Door het slechte weer was het onmo gelijk de gewonden naar het hospitaaltje in Enarotali te brengen. Voor de eerste hulp is toen een ijlbode met medicamen ten naar Waghete gestuurd. Geprobeerd zal worden de slachtoffers in de loop van vandaag naar Biak over te vliegen, waar betere hulp mogelijk is. De Prins brengt eerst een bezoek aan de hoofdstad Kartoem: Daarna gaat hij op -uitnodiging van de Soedanese rege ring naar het zuiden van het land. Ten slotte brengt de Prins een bezoek aan de grote boerderij in Tanganyika die door een Nederlandse combinatie, waar in ook Prins Bernhard een aandeel heeft, wordt geëxploiteerd. De Amsterdamse automobilist P. H. C. de L. is gisteren tussen Nijmegen en Den Bosch om het leven gekomen. Tij dens een inhaalmanoeuvre reed hij zich te pletter op een hem tegemoetkomende vrachtwagen. 114 Naast elkaar liepen ze langs de gasten. Arjen zag het lachende ge- zicnt van Willem van Cattendycke die hem toeknikte. Heer Arent had het hardst van allen gestampt en ge klapt. Hij was er nog opgewonden van. Ineens wist Arjen weer wat de afspraak was geweest tussen zijn oom en zijn vader. Hij hield zijn stap in, alsof Agniet dat nu ook zou we ten. Aan het einde van de zaal was een kleiner vertrek waar allerlei lekker nijen gereed stonden om aan de gas ten te worden rondgediend. Daar wil de Agniet naar toe. Er stond een venster open, dat uitzicht gaf op de hof en het was er koel en niet zo luidruchtig. Tegen donker struweel stonden wit te lelies en er bloeiden violieren. Hun vochtige geur dreef naar binnen. Om niet gezien te worden door de af- en aanlopende dienaren trok Arjen het dikke gordijn, dat opzij van het raam hing, achter hen dicht. Agniet ademde diep de koele nachtlucht in. Toen begon ze over Romerswale te praten. Ze was nog nooit in de stad geweest. Arjen vertelde haar over de mensen en hun bestaan. Ook over de Ruterbloeme sprak hij, toen ze hen- vroeg of het waar was dat hij daa: woonde. Zonder dat ze het wist was ze dicht bij hem komen staan. Ben je daar altijd alleen? Wil je niet bij je vader in Bergen wonen? Hij schudde z'n hoofd. Hoeveel wist zii van hem? Wist haar oom hoe het met de Lodyckers gesteld was en had hij haar daar alles van verteld? Zij was zo vriendelijk en goed. Iets aan haar deed hem aan zijn moeder demcen. Als er nog meer feesten gehou den worden in de Bevelanden, ga je daar dan naar toe, Agniet? En wat zou het dan nog? dacht hij. Wie zou hèm daar uitnodigen? Ik ga niet dikwijls naar feesten, antwoordde ze aarzelend. Tante Aleid is bang dat ik daar 'n verkeerde man zal leren kennen. Ik bedoel.. Ze wist niet hoe ze het zeggen moest en ze werd er beschaamd om. Als er 'n feest op Cattendycke is. kom ik daar, als jij 't goed vindt. Ze opende haar mond of ze iets zegden wilde, maar er kwam geen woord. In het halve donker zag Ar jen haar ogen glanzen. Zou ze net zo over hem denken als hij over haar? Maar ze kenden elkaar nau welijks. Was het dan misschien zo als zijn moeder hem verteld had, na dat zij voor het eerst zijn vader had gezien? Die was toen een getrouwd man geweest, maar wettige dingen DOOR DIGNATE ROBBERTZ kunnen zoiets nooit in de weg staan, j Oda van Borrendamme had nooit 1 meer aan een andere man kunnen denken. Dat had ze tegen haar zoon! gezegd opdat hij zou weten wat lief-' de was. Wel was Arjen toen nog; klein geweest, maar hij had het nooit! vergeten. Dan kom ik, herhaalde hij, als jij het goed vindt. Ik zal oom Willem vragen om! jou uit te nodigen op het naamfeest; van tante Aleid. Dat wordt in het; najaar gevierd. Haar stem was| donker. Hij voelde haar arm tegen de zijne. En haar gezicht was zo! dichtbij Agniet! Ze keerde zich naar hem toe en hij kuste haar. An ders dan na de gewonnen dans. Voor zichtig en zoekend en verward. Mag ik ook eens in de Ruter bloeme komen? fluisterde ze. Je mag komen, altijd. Voor goed mag je komen. Als je dat wilt.. Het was niet gebruikelijk dat een jon ker op een feest steeds met dezelfde jonkvrouw danste, maar niemand stoorde zich er aan dat Arjen van Lodycke alle vrouwen en meisjes voorbij liep voor Agniet. Alleen zijn neef Diederick bekeek hem lelijk. De dag jia het feest plaagde hij Arjen met de kleine Agniet. Die zou wel niet zo onschuldig zijn als ze er uit zag. Arjen liet zijn neef in het prieel liggen, waar hij lui en dik op een bank van zoden zijn tekort aan slaap probeerde in te halen. Hij ging het veld in. Hier en daar stonden nog late schoven op het land. De stoppels hadden een dofgele kleur en in de verte leken de akkers paars en don ker bloedrood. De bossen waren al overtogen met een bruin-gouden glans en het begon te ruiken naar dorrend blad en rijp geworden vruch ten. v Arjen reed de ene dag rondom het kasteel van Cruninghe om het mooie land te zien dat zo gul gegeven had. Een andere dag ging hij naar de bos sen, die achter Voorhoute begonnen. Hij liep er zonder doel. rond, alleen om te kunnen denken. Maar het meesA gingen zijn gedachten naar Agniet. maar er waren toch ook an dere dingen die hem bezig hielden. De mkomsten van Borrendamme zouden niet volstaan om haar te kun nen geven wat ze op Cattendycke kreeg. En wat zou zijn vader zeg gen? Zou heer Adriaen begrijpen dat hij eenzaam was in de Ruterbloeme en dat Agniet bij hem wilde komen? Voor altijd, had hij gezegd en ze had het beloofd. Voor altijd! En_ zou heer Willem zijn nicht, die hij als zijn eigen kind had grootgebracht willen geven aan een arme jonker, een bastaard? (Wordt vervolgd) NED. HERV. KERK Aangenomen naar Langezwaag J. Franke te Ouwerkerk. Benoemd tot bijstand in het pastoraat te Hoogmad* J. H. de Vree. a.s. emeritus predikant te Oud-Beijerland. Beroepbaarstelling: J. J. Botma, vi caris te Eersel (N.B.). GEK-EF. KERKEN Beroepen te Parijs (in de komende vacature F. J. Jonkhof) H. J. Winter te Sens (Frankrijk), die dit beroep ook aan aannam, te Sens en Chatillon-Coligny A. L. Janse de Jonge, tot 15 mei a.s. te Willemstad, te Dokkum E. Haver kamp te Minnertsga. Aangenomen naar Sciheveningen A. C. Sciherpenisse te Barendreciht. CHR. GEREF. KERKEN Bedankt voor Red. Deer en Edmon* ton (Canada) Th. Rutters te Enschede- West. GEREF. GEMEENTEN Tweetal te Benthuizen A. Vergunst te Rotterdam-C en A. F. Honkoop te Goes. Bij het kantoor van de rijkspostspaar- te Kapelle werden gedurende januari 220 inleggingen gedaan tot een bedrag van 14.157,60. Het aantal terugbetalingen bedroeg 44 tot een bedrag van 22.538,48. Er werden zes nieuwe boekjes uitgege ven. i door - PATOGEM0UK -HOE VAAK H ED IK H (ET Irt Ml ON DROOM ALWEER POORLEÊER... - IKB'JKME- CONTROLEER EEK UITUW- IK WAS ALLEEN, f VOLKOM EN ALLEENS -.GREGGREVSON, EbN RAKETEN MILüOE- NENSTERREH-MEER, NI ET.HALVERWEGE S PEAAROE EN MARS., IKZWEEFINDE RUIMTE.. GOED, DATIK MIJN VEI UGHÊICSLUN H- HEB. M'NMAG- .NETISCHESCHOE NEN.'ZEHOU- DÊMMEMieT MEER!^ MAAR GREYSON HAD; DEUJNINHETVALE Licht Nietgoed vastgemaakt, MET ZIJN DIKKE HANDSCHOENEN, PEUüNUETLOS.' door DE NATUUR IN EN OM UW HUIS PERZIKEN VClZLANöEM VECL ZON. Perziken kan men ook met succes in eigen tuin kweken; dan zal men ze nu moeten bestellen en d.rect na de vorstperiode zal men ze verzenden en kunnen ze op de voor hem bestemde plaats gepoot worden. Voorheen kweek te men alleen maar leibomen; de zo genaamde waaiervormen; doch tegen woordig worden ze ook als struikvor- men in de handel gebracht en dat gaat ook prima. Ze moeten wel een zeer zonnige plaats hebben en men dient voor cultuur in de tuin de vroegste soorten te bestellen. Ze verlangen ook wel een voedzame grondsoort en het is nuttig wat oude mest onder te spit ten. foe TA<I<eN OV WflTEJ?. Nu is het de tijd voor het snijden van kastanjetakken; die kan men bin nenshuis op water uitstekend tot ver vroegde bloei brengen. Dan zal men ze in de normaal verwarmde kamer moeten zetten en dient men ook het hout van de takken regelmatig met lauw water te besproeien. Zet ze niet zo maar op kaal water; er zal dan niet zo veel van terecht komen; men dient snijbloemenvoedsel in het water op te lossen en de houtige stengels moet men van onderen ook met een scherp mes je opensplijten. Als het gazon onder een dikke laag sneeuw ligt moet men daaraan niets veranderen; gras kan veel beter te gen een laag sneeuw dan tegen kale vorst. Vooral de fijnere grassoorten vin den het prettig als te onder de sneeuw zitten. Als later de sneeuw ontdooit zal men wel ervaren hoe prachtig groen het gras er onder vandaan komt. Als het hard vriest en er ligt een dunne laag sneeuw moet men er in geen ge val overheen lopen; het gras kan er beslist niet tegen. Het gras kraakt on der uw voeten en later zullen alle maal dode plekken ontstaan. ïhetbqek J mee „pegrgnaen- WAARiKOM DE GRIEZEL" ISNCG ✓eoeü EEALT^ NIET TERUG MAAR WAT DACHT U"' HEB 1< GE LEZEN VAN„DEMOTTIGE IKNeeM.DE SLINKSE) MOORDENAAR*^, SLUIPER" WEL 'EN Z£ ZIET ER ZO AARDIG UIT iniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiijr. 56. Terwijl Fidelio Bombastos de krui ser liet klaarmaken voor de aanval, be reidde in het paleis ook El Ballón zich voor. Haastig zeulde iemand met een kan benzine alle paleistrappen op en goot de inhoud ervan in een helikopter, die op het platte dak stond. ,,De luchtvloot is gereed om op te stijgen!" meldde hij. „Mooi", zei El Ballón. Hij wendde zich tot zijn vertrouwelingen. „Dit gaat een historisch gevecht worden sprak hij. „Let erop, dat het als zodanig in de geschiedenis van Kubus wordt ver meld!" Daarop greep hij vastberaden zijn pistool uit de holster en begaf zich naar het toestel. „Bescheidenheid gebiedt mij te zwij gen over mijn eigen aandeel in de ko mende strijd..." mompelde hij, zich neerzettend, met het wapen op de knie. „Maar laf ben ik niet, dat staat vast!" Toen liet hij de heli stijgen en vloog de kruiser tegemoet. Kappie, aan boord van de oorlogsbo dem, was de eerste die hem opmerkte. „Donder en bliksem... dus toch een gevecht!" mompelde hij. „Wie zal er winnen, die hoogvlieger van een El Bal lón, of die windbuilen, Bombastos en El Catról...? Het is ja het beste, dat ik de uitslag van het gevecht zelf een beet je in de hand werk!" 4. Nog terwijl het vreemde volkje druk in de weer was om het kamp in gereedheid te brengen, begon het te re genen. Met bakken stroomde het water uit de hemel. De vrouwen vluchtten on der de kappen van de wagens, die door de mannen in een grote kring getrok ken waren. Bliksemflitsen schoten door de inktzwarte lucht en af en toe ratel den felle donderslagen. Doch tegen het vallen van de schemering *rok de bui even plotseling weg als zij was opge komen. uinnen de grote kring van wa gens werd het weer levendig. De vrou wen kwamen tevoorschijn en met ver eende krachten werd in het midden een grote houtstapel gebouwd, waar even la ter de brand in werd gestoken. Knet terend laaiden de vlammen op en de gloed verspreidde weldra een weldadi ge warmte, waar al gauw iedereen op af kwam om zich te drogen. En nie mand had oog voor de twee vreemde lingen, die uit de verte het kampvuur naderden. „Zigeuners", zei de groot ste van het tweetal, een grote, fors ge bouwde figuur, die rechtop in het zadel zat, tot zijn metgezel. „Hm", bromde deze, „dan is het oppassen geblazen, Heer Otto! Een onbetrouwbaarder volk je bestaat er nauwelijks! Ze hebben ons nog niet gezien. Zou het niet ver standiger zijn rechtsomkeert te maken en ergens anders een onderkomen te zoeken?" Otto lachte even. „Somber als altijd, hè Distel? Als je maar weet dat ik naar dat kampvuur ga. Ik heb geen droge draad meer aan mijn lijf!" En met die woorden gaf hij zijn paard d« sporen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1961 | | pagina 2