Prins Willem V bracht bezoek
aan Zeeland
=j
Zeeuwse wandelingen
In 1766 werd hij meerderjarig
Petste
Pelle
Pingo
Sb, mackt der zonde
P«J mee
Maandag 14 april 1958
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina 4
Verkooptechniek nodig
UIT DE KERKEN
Er zijn geen grenzen
'n Bloedzuiverende kuur
met Kruschen Salts drijft de
oorzaak van die ondragelijke
Rheumatische Pijnen eruit.
Modernisering
ongewenst
De vrolijke
avonturen
van
en
Enkele maanden geleden kwam er een bericht, dat het stoffelijk
overschot van onze laatste stadhouder naar ons land zou worden over
gebracht. Hij is namelijk begraven in Brunswijk en niet in de konink
lijke grafkelder in Delft. In ons blad van 28 maart stond, dat deze
bijzetting zal plaats hebben op dinsdag 29 april.
Naar aanleiding daarvan wil ik in twee artikelen iets over hem
vertellen en wel over zijn eerste en zijn laatste bezoek aan onze pro
vincie.
Prins zijn onderzaten schuldig is te
doen".
Als antwoord daarop zwoer de ma
gistraat uit naam van de burgers „in
alle billijke zaken goed, getrouw, ge
hoorzaam en onderdanig te zijn en
voorts alles te doen, dat getrouwe
onderdanen schuldig zijn te doen".
De klokken werden geluid, muziek
werd gehoord en 21 schoten van een
schip in het Veerse gat dreunden over
het stadje.
Na een audiëntie in de vierschaar
van het stadhuis werd op de Camp-
veerse toren een maaltijd gebruikt,,
waarbij de Prins dronk uit de zil
veren beker van Maximiliaan.
Daarna reed de Prins terug naar
het stadhuis, waar vanaf de pui ge
denkpenningen onder het volk wer
den gestrooid.
Ieder wilde graag zo'n muntstuk te
pakken krijgen. Hoor maar wat ik
van dit grabbelen las: „En hoewel de
hebzucht zich bij deze gelegenheid in
haar volle woede openbaarde en
enigen zelfs een onbetamelijke vrij
postigheid inboezemde, zo liep echter
deze plechtigheid zonder ongevallen
tot vermaak van de vorst en tot vol
genoegen van de Gemeente af".
De leden en oud-leden van de Raad
en de officieren ontvingen dezelfde
penning in goud.
Toen het donker was, maakte de
Prins een rondrit door de met lam
pions en lantaarns verlichte straten.
In de woning van oud-burgemeester
Godin op de Markt zag Willem V een
prachtig vuurwerk van vuurpijlen,
watervallen, fonteinen met als slot
stuk W. de V. in allerlei kleuren,
ontstoken door een duif die met het
vuur langs een gespannen draad
vloog.
Om 11 uur keerde de Prins weer
naar Middelburg terug.
De volgende avond mochten de
burgers „volgens ieders vermogen en
verkiezing" voetzoekers en vuurpijlen
afschieten en lawaai maken met ge
weren.
Naar Vlissingen
De Oranjevorsten zijn niet alleen
markies van Vêere, maar ook van
Vlissingen. Daarom ging de Prins
twee dagen later op vrijdag 30 mei
naar Vlissingen. Ook daar waren ver
scheidene erepoorten opgericht, som-
Het eerste bezoek, dat Prins Willem
V aan Zeeland bracht, was in 1766.
In 1751 was zijn vader Willem IV
gestorven. Toen was hij nog maar een
jongetje van 3 jaar. Zijn moeder Anna
nam als goevernante de regering
voor hem waar en na haar dood werd
de hertog van Brunswijk-Wolfenbuttel
zijn voogd. Deze heeft hem ook op
zijn reis door Zeeland vergezeld.
Maar in 1766 werd hij op 8 maart
18 jaar, meerderjarig dus. Toen kon
hij zelfstandig de regering op zich
nemen.
Twee maanden later kwam hij naar
Zeeland. Onze provincie is altijd erg
Oranje-gezind geweest. De prinsen
van Oranje waren ook op bijzondere
manier met Zeeland verbonden, zoals
we zien zullen.
In Middelburg
Op donderdag 22 mei kwam de
Prins met zijn gevolg per schip bin
nendoor naar Middelburg. Toen het
jacht door de Zandkreek voer, wer
den op Noord- en Zuid-Beveland de
vlaggen gehesen en toen het door het
Sloe en de haven van Middelburg
zeilde, verschenen ook te Middelburg,
Veere en Arnemuiden de vlaggen op
de torens en particuliere gebouwen.
Triomf, triomf! 't Jacht komt
allengskens nader
Ter haven in, Straks stapt de Vorst
aan land.
O goede God, o volle goedheidsader,
Geleid hem door Uw liefde en
rechterhand.
'tWas juist marktdag, maar in al
lerijl werden de kramen opgeruimd,
zodat het marktplein er netjes uitzag.
De stadhouder was speciaal naar
Middelburg gekomen, om in de Staten
van Zeeland zitting te nemen als
Eerste Edele. Dat was de vertegen
woordiger van de adel en al een paar
eeuwen was onze stadhouder de eer
ste edele. Van de 7 stemmen in de
Staten werd de eerste stem door hem
uitgebracht.
Natuurlijk kon de Prins niet alle
vergaderingen van de Staten van
Zeeland bijwonen. Het gebeurde maar
zelden dat hij op zo'n vergadering
tegenwoordig was. Daarin werd voor
zien door zijn representant, in welke
functie de Prins benoemde Mr. Wil
lem van Citters.
Prins Willem V logeerde in de
Abdij en 's morgens verzamelde zich
meestal een grote menigte op het
Abdijplein, om de vorst te zien. Als
hij zich dan even voor het venster
vertoonde, was men voldaan.
Elke dag werd er audiëntie ver
leend, soms werden de maaltijden in
't openbaar gehouden, zodat ieder de
stadhouder kon zien. 's Avonds wa
ren de meeste huizen verlicht door
middel van kaarsen en lampions, de
Lange Jan zelfs tot in de kroon met
400 lantarens.
Een paar keer werd er vuurwerk
afgestoken, eens op vlotten in het
Molenwater (dat toen werkelijk een
water was) en een andere keer op de
Markt, terwijl de Prins van het stad
huis af toekeek.
De twee zondagen, die hij hier
doorbracht, werd voormiddags een
kerkdienst bijgewoond in de Nieuwe
Kerk.
Ook werd een dag gebruikt om een
rondrit over Walcheren te maken. In
Domburg werden de kerk met de
Nehalenniastenen bekeken, in West-
kapelle stapte de Prins op de dijk uit,
om naar het werk van de dijkwerkers
te kijken.
Naar Veere
Woensdag 28 mei was voor Veere
bestemd.
Ook aan Veere waren de Oranje
vorsten speeiaal verbonden. Sinds
Prins Willem I, de vader des vader
lands, deze heerlijkheid had gekocht,
droegen ze de titel Markies van Veere
(een van de titels van onze Koningin
is nog: markiezin van Veere). Stad
houder Willem V was er op gesteld,
als markies te worden gehuldigd.
Overal waren er in het oude stadje
erepoorten opgericht. Toen hij langs
de Veerse weg naar Veere kwam rij
den, werd hij bij de erepoort tegen
de Zandijkse poort ontvangen. Burge
meester Johannes de Vriend bood hem
daar op een zilveren schenkblad de
sleutels van de stad aan in een rood
fluwelen zak. Wel toepasselijk juist
daar, want op deze poort stond in het
Latijn het opschrift: „Neem aan, o
jonge Vorst, de sleutels, welke uw
vrome voorouders hebben verworven.
Zie daar, ons hart en poorten staan
open voor onze Heer". De Prins was
gekleed in een lichtblauw zijden
kleed met zilver doorwerkt, met hier
op een diamanten ster en de orde van
de kousenband.
Op de pui van het stadhuis had
voor het stampvolle marktplein de
eedzwering plaats.
De stadhouder zwoer „de ware
Gereformeerde Christelijke religie,
weduwen en wezen te beschutten, be
schermen en voor onrecht te bewaren,
de stede en heerlijkheid van Veere
met de gemene ingezetenen van de
zelve in al haar rechten, statuten,
privilegiën, keuren, handvesten en
usantiën te onderhouden en te doen
onderhouden, dezelve te vermeerde
ren en niet te verminderen en voorts
alles te doen dat een goed en getrouw dijnen was het er nog zeer licht. Zij
mige met Latijnse opschriften, andere
met kleine versjes in het Hollands,
zoals:
De oranjezon, die 't al verlicht,
verkwikt, verblijdt,
Verdwijne nooit, maar zij dan de
eeuwigheid gewijd.
Of op een andere:
O vrije staat, heb zorg noch schroom,
Gods oog bewaakt d'oranjeboom.
In Vlissingen had een herhaling
plaats van wat twee dagen te voren
in Veere gebeurd was: aanbieden der
sleutels, zweren van de eed van
trouw, het strooien van penningen,
audiëntie, toespraken, wandeling door
de stad, met als slot een vuurwerk
op een vlot in 's Lands dok. Tegen
middernacht reed het vorstelijk gezel
schap terug naar de hoofdstad.
Vroeger had men de tijd, om een
een bezoek af te leggen. Tegenwoor
dig is het in een paar dagen gebeurd
en is alles tot op de minuut nauw
keurig geregeld.
Prins Willem V is bijna veertien
dagen in Zeeland geweest. Op maan
dag 2 juni woonde hij nog een ver
gadering van de Staten van Zeeland
bij en 's avonds vertrok zijn jacht uit
de haven van Middelburg. Maar hij
ging nog niet regelrecht naar huis.
Na de Zeeuwse reis volgden nog be
zoeken aan Bergen op Zoom, Breda
en 's-Hertogenbosch en pas op 23 juni
keerde hjj in Den Haag terug.
L. v. W.
Een woordvoerder van de Stichting
Jeugdzorgwerk der Gereformeerde
kerk van 's-Gravenhage-Oost, licht in
het „Kerkblad" van de Gereformeer
de kerken in Den Haag toe, dat nieuwe
tijden ook een nieuwe aanpak van het
evangelisatiewerk vereisen.
De tijd, dat mijn grootvader 4 siga
ren voor een dubbeltje kocht, is reeds
lang voorbij.
En het is al zowat 20 jaar geleden,
dat je voor een kwartje van Den Haag
naar Rotterdam kon rijden per „wil
de" autobus.
Allemaal verleden tij dl
Eveneens is het verleden tijd, dat je
zomaar kan gaan evangeliseren.
Daarover zijn de mensen het lang
niet met elkaar eens.
„Daar moet je veel liefde en enthou
siasme voor hebben", zeggen sommi
gen. „Daar behoef je geen geleerde
boeken voor te lezen", zegt een ander.
„Al dat vergader erover is maar larie",
zegt een derde. „De Geest moet het
doen", hoorde ik een vierde zeggen.
Wel, ik zal de laatste zijn om het
bovenstaande vierkant tegen te spre
ken.
Maar beste broeders en zusters, zo
min als je vandaag nog 4 sigaren voor
een dubbeltje koopt, zo min luistert
de van het Evangelie vervreemde
mens „zo maar" naar het Evangelie.
Dan kom je er niet door heel ge
wichtig te zeggen: „Het Woord moet
het doen", want dat weet ik ook wel.
Maar het Woord zal toch gebracht
moeten worden door mijn woord. De
mensen buiten de kerk luisteren eerst
naar mijn woord. En er hangf alles
van af hoe ik mijn woord doe. Jam
mer, dat een heleboel mensen onder
ons dat niet in de gaten hebben.
Ook in de rijen van evangelisatie
mensen tref je er steeds, die denken
dat je het Evangelie „zo maar" kan
gaan brengen. We zullen het Evange
lie moeten verkopen.
Want je kunt de mensen om de oren
slaan met bijbelteksten, je kunt je hele
catechismus en de geloofsbelijdenis
voor ze uitstallen, als je dit alles niet
transparant kunt maken door de men
sen de Heiland der wereld te laten
zien, dan kun je net zo goed ophouden.
En op gevaar af dat velen het niet
met me eens zijn zeg ik, dat voor de
verkondiging van het Evangelie ver
kooptechniek nodig is. Als ik me niet
vergis ben ik in het goede gezelschap
van de profeet Jesaja. Leest u er
hoofdstuk 55 maar op na.
Wat ik dan onder verkooptechniek
versta? Ik laat Jesaja aan het woord:
koopt zonder geld en zonder prijs wijn
en melk.
Mevrouw M. J. de Geus-Smelt, re
dactrice van het „Zendingsblad" der
Hervormde kerk, herinnert in dat blad
aan een avondmaalsviering in de kapel
van Bossey bij Genève, conferentie
huis van de Wereldraad van Kerken.
Dat was op 14 februari j.l. ter afslui
ting van een leergang in oecumenische
studies, gevolgd door 33 studenten uit
zestien landen en behorende tot negen
verschillende kerken.
DOOR
IESLIE KEITH
131)
„WD kunnen de schilders niet laten
komen, voor mijnheer Drake zijn boe
ken en kranten weggenomen heeft",
bracht mevrouw Brandon er tegen in,
die het uitzoeken van behangselpapier
eindelijk begon te vervelen. „Het zou
niet netjes zijn tegenpver hem en men
moet van boven af naar beneden be
ginnen, of alles zal in de war lopen.
Laten we wachten, tot hij terugkomt".
Maar wachten was het enige, wat
Peggy niet kon doen.
„Het is bijna drie maanden geleden,
dat hij Seagate heeft verlaten. U moet
hem maar schrijven jze weg te mogen
nemen."
„Dat doe ik liever niet. Het zou net
lijken, of wij te groot voor hem ge
worden zijn".
„Dat zijn we ook", zei Peggy, met
een lichte bitterheid. „We zijn nu hoog
verheven boven het arme schrijver
schap. Ik zal u iets zeggen: wij gaan
weg, moeder. De reuk van verf maakt
u ziek en u houdt niet van al die druk
te. We zullen weggaan, als de werk
lui hier zijn en dan kunt u vooraf
schrijven en zeggen, dat we weg zijn.
Mijnheer Drake kan niet van ons ver
langen, dat we hier blijven, om op zijn
boeken te passen!"
„Peggy, mijn kind, wat scheelt je
toch?" Moederlijke liefde en bezorgd
heid kwamen in mevrouw Brandons
ogen.
„Wat meent u?" vroeg Peggy, ter
wijl zij probeerde die niet te bedrie
gen bruine ogen te ontwijken.
„Nog maar een paar weken geleden
wilde je zo graag rustig hier blij
ven en niets veranderen."
„Reken mij niet aan, wat ik een
maand geleden zei!" lachte ze. „Ben ik
geen vrouw? Nu ga ik een spoorboek
je halen voor mijnheer Drake's kamer
en dan zullen we afspreken, waar we
heen gaan".
Maar voor er iets was afgesproken,
gebeurden er twee dingen.
Peggy was de trap naar de kamer
van Verney niet opgegaan sedert de
avond van hun terugkomst. Zij had
toen tegen zichzelf gezegd: „Hier zal
hij het mij zeggen". En zij had die
plaats vermeden, als gewijd aan dit
hoge doel. Later had zij die vermeden,
om zijn bittere herinneringen. Maar
naar aanleiding van wat ze gezegd had
riep haar plicht haar daar, om zoveel
meubelen te redden, als zij van plan
was, naar het huis in Haleford te zen
den.
Zij draaide de kruk om en ging lang
zaam naar binnen, als iemand, die al
zijn moed bijeenraapt, om spoken te
ontmoeten. "Het was een mooie en hel
dere dag en zelfs met neergelaten gor-
trok de gordijnen op en het stof van
maanden werd zichtbaar. Het lag dik
op boeken en kranten, een grijze droef
heid, waarop haar hart antwoordde.
Zij wendde zich vastbesloten van de
tafel af, waar de dienstregeling nog
open lag, die ze samen hadden geraad
pleegd, die namiddag, toen Maisie hen
riep. De papieren lagen nog, zoals hij
ze op zij had geschoven. Zij dwong
zichzelf, om de kamer rond te kijken.
Die stoelen moesten nieuw bekleed
worden. De gordijnen moesten afgeno
men worden, de klok.
Haar blik gleed van de schoorsteen
mantel naar de haard en bleef daar
rusten, Deze was vol met stukken pa
pier, voor 't grootste gedeelte ver
brand, die de trek door de schoor
steen over het haardkleedje had ver
spreid.
Ingezonden mededeling (Adv.)
Onzuiver bloed is inderdaad veelal de
oorzaak van veler lijden aan Rheuma
tische Pijnen. Kruschen's zes minerale
zouten voeren de bloedzuiverende or
ganen nieuwe krachten toe, maken ze
weer jeugdig. En zo naarmate het
bloed weer krachtig gaat stromen
verdwijnen de pijnverwekkende on
reinheden langs natuurlijke weg.
Vraag Kruschen bij Uw apotheker of
drogist.
„Zo was het niet, toen we weg gin
gen", dacht zij. „Wat heeft Maria ge
daan?" Plotseling kreeg ze een hevige
schrik. Ze zag weer Drakes snelle be
weging, toen hij het spoorboekje wilde
nemen, waardoor het manuscript met
een plof op de grond was gevalllen. Zij
hoorde nog de slag, toen het viel, zag
de bladen overal verspreid liggen. En
geen van hen beide had zich de tijd
gegund, ze op te rapen.
Maria had het boek verbrand! Plot
seling was haar alles duidelijk. Ze be
hoefde nauwelijks naar de haard
te gaan voor verder bewijs, want hier
lag een blad, half door het vuur ver
teerd. Zij nam het met bevende hand
op. Eerst herkenden haar verschrikte
ogen alleen zijn handschrift, toen las
ze langzaam en bijna werktuigelijk.
Het ging over een meisje, genaamd
Margaret, een meisje, dat elke deugd
had en alle schoonheid.
Zij wankelde naar een stoel en ging
zitten. Zijn boek was verbrand. Wie
zou hem de vreselijke tijding meede
len?
Zij zat daar nog, als versuft, toen er
een stap klonk op de trap en ze me
vrouw Brandons zachte stem hoorde.
„Peggy, hier is bezoek!"
Peggy stak het papier, dat ze nog in
de hand hield, bij zich en schrok op,
met een bleek, verschrikt gelaat, om
door Grania's armen te worden om
vangen.
„Juist op tijd!" riep zij, „maar ik
heb je gevangen! Ik vroeg je moeder
mij naar boven te laten gaan. Wat ben
je stoffig! Het doet er niet toe, want
ik ben een bestoven en versleten rei
zigster, in niets anders dan lompen
gekleed. Wij kwamen net terug en wij
blijven in de „Windsor", tot wij er
weer als beschaafde mensen uitzien.
Oliver is heel goed, dank je wel, of
schoon je niet beleefd genoeg bent om
te vragen!Wat mij betreft maar
je schijnt geen belang te stellen in je
vrienden".
(Wordt vervolgd)
Het beeld „De vier Heemskinderen"
van de Brusselse beeldhouwer Olivier
■Strebelle, dat bij de gieterij Binders in
Haarlemmerliede is gegoten, is don
derdag van de gieterij overgebracht
naar een in de Ringvaart liggende
schuit, waarmee het beeldhouwwerk
zal worden vervoerd naar Brussel om
te worden geëxposeerd op de wereld
tentoonstelling. De foto toont het ab
stracte beeld, met een lengte van 12.5
meter en een hoogte en een breedte
van elk 5 meter op het terrein van de
gieterij kort voor het begin van het
transport.
HORIZONTAAL: 1. voorspeller, 6.
over, langs, 7. boom, 9. voortbrengen,
12. paal, 14. aanw. voornaamwoord, 16
rap, 18. vervallen woning, 21. juist ge
wicht, 23. steen, 25. teleurgesteld, 27.
onderwijzer.
VERTICAAL: 1. onmeetbaar getal, 2.
angst, 3. hevig, 4. vuurspuwende berg,
Nu zullen ze weer uitzwermen over
de gehele wereld. Maar nog éénmaal
verbindt hen de dienst in de kapel, die
geleid wordt door een Indiër volgens
de liturgie van de kerk van Zuid-In-
dia. Het is ds. C. S. Sundaresan, die in
zijn witte toga het brood en de wijn
uitdeelt, geassisteerd door de drie dir
recteuren van het instituut: dr. H.
Wolf, Duitser en dr. R. Paul, Engels
man, dr. Ch. West, Amerikaan.
Een paar dagen later zit deze ds.
Sundaresan tegenover ons in het Zen
dingshuis in Oegstgeest. Op weg naar
Londen is hij een paar dagen onze
gast. We spreken over de uitwisseling
van zendelingen tussen het Oosten en
het Westen.
„Het zou natuurlijk goed zijn", zo
zegt ds. Sundaresan, „als er meer pre
dikanten en anderen uit het oosten
naar het westen gingen. Wij hebben
inderdaad veel bij te dragen, voorna
melijk op het gebied van de retraites.
Waar de ashrams de retraitecentra, in
India de krachtbron geworden zijn van
de Indiase kerk, daar zouden wij uit
onze ervaring u hier kunnen helpen.
Maar wij hebben niet de goede oplei
ding, die de zendelingen uit het wes
ten meekrijgen: zij leren eerst de taal
van het land, waar zij heen gaan, en
ze leren de gebruiken en gewoonten
van het volk. Zij bestuderen ook eerst
de godsdiensten, die ze zullen ontmoe
ten. Als wij als oosterlingen naar het
westen komen als „fraternal worker",
dan missen wij de gespecialiseerde
zendingsopleiding. Maar dat neemt
niet weg, dat er bij ons theologen zijn,
die als docent aan een theologische fa
culteit of aan een seminarium in het
westen goed werk" zouden kunnen
doen".
„Ik persoonlijk", voegt ds. Sundare
san hieraan toe, „heb in deze maan
den in Europa heel veel geleerd. Ik
begrijp nu de Europese zendelingen in
India beter. Maar het zou in elk op
zicht goed zijn, als er meer uitwisse
ling was. Nu zeggen ze in India tegen
ons christenen: we dachten dat jullie
zelfstandig waren als kerk. Waarom
aanvaard je dan nog altijd hulp van
het buitenland? Waarom gaan jullie
zelf niet naar het westen om hun daar
te geven uit onze rijkdom?"
Een avondmaalstafel in Bossey, en
daarachter een Indiër, die brood en
wijn uitdeelt.
Een avondmaalstafel in Driebergen,
bij de sluiting van een semester op het
seminarium voor a.s. hervormde pre
dikanten en daarachter een Chinese
Indonesiër, die brood en wijn uitdeelt.
Gods kerk kent geen grenzen en geen
rassen. Het evangelie gaat van west
naar oost en van oost naar west.
Ds. D. van Dijk, predikant van de
Geref. kerk (ond. art. 31 a.o.) te Gro
ningen, blijkt geen voorstander te zijn
van de zo vaak gewenste modernise
ring der belijdenisschriften. In de Ge
reformeerde Kerkbode voor het noor
den noteert hij o.m.:
Deze geschriften zijn daarvoor be
stemd, dat zij zullen zijn leidraad voor
de prediking, voor de onderwijzing van
de gemeente, zodat de gemeente de
inhoud daarvan zich eigen maken en
bij het lezen daarvan, de zin kan ver
staan.
Met de catechismus staat het iets
anders. Dat is een leerboek. In de
praktijk is mij echter gebleken, dat
het niet-leren voor verre het grootste
deel, geen vrucht is van die moeilijke
zinsconstructie en zo, maar van traag
heid.
Wil men evenwel, voor de catechisa
ties, een wat eenvoudiger gestelde ca
techismus fnaken, ik zou daar vrede
mee kunnen hebben, maar men late
die catechismus als belijdenisstuk, met
de beide andere belijdenisgeschriften
toch ongerept staan.
Bij de uitgave van deze geschriften
kan men immers gemakkelijk in een
noot onder aan de bladzijde, een niet
meer gebruikt woord, of een wat al
te duistere zinscorrectie, verklaren.
Het lijkt mij zo'n mode-ding, dat
men zich zo druk maakt over die On
begrijpelijkheid van die stukken en ik
acht het gevaarlijk daaraan toe te ge
ven.
Zij zullen door de modernisering al
tijd minder worden.
Wat ik hierboven zeide van de be
lijdenisgeschriften, geldt voor een goed
deel ook voor de liturgische formu
lieren.
5. voorzetsel, 6. hoeveelheid, 8.oester-
vat, 10. verdieping, 11. decreet, 13. vis
soort, 15. krantenjongen, 16. beroep,
17. vereniging, 19. kleur, 20. hoogste
punt, 22. bijdehande vrouw, 24. titel,
26. ingenieur.
OPLOSSING VORIGE PUZZEL
HORIZONTAAL: 1. schalmei, 8, reis,
9. eerlang, 12. sik, 13. a.e., 14. trap, 16.
geen, 18. Ee, 19. tra, 20. misbaar, 22.
have, 23. kalender.
VERTICAAL: 2. circa, 3. ara, 4. le
nig, 5. Mig, 6. es, 7. bestek, 10. Eide,
11. benard, 13. aera, 15. privé, 17.
etage, 20. mal, 21. sen, 22. ha.
Wat is er aan de hand? Dat
is toch geen varen meer? Ik kan
geeneens meer slapenl
We zijn de trap afgevaren,
ouwe zeeman, en nu zijn we op een
eiland geland!
Hallo! Woont hier ook een
meneer Brul?
Goede middag, jongens. Ik
heet geen Brul, maar Jodocus.
Toch ben ik blij, dat jullie mij eens
komen opzoeken.